LES MISBRABLBS, i Vuylsteke's Testament. Senaat. STADSNIEUWS. Uitgebreid hooger onderwijs. Stad Yper. De kromme Klaverstraat. Vlaamsche Ster. Fransch tooneel. dere dingen te den zijn, waarvan wij thans geen begrip hebben; doch, metéén woord, men zal dan niet meer zeggen 7 Zal Wel Gaan zooals wij vóór 25 jaar zeiden, en thans nog met een weinig meer zekerheid nochtans, zeggen moeten. Binnen 25 jaar zal men zeggenEet gaat. Mijne Heeren, ik zou u nu willen voorstel len te drinken op die toekomst om op voor hand hulde te brengen aan de mannen, aan wie wij die zullen verschuldigd zijn. Sindsdien zijn zestien jaar verloopen; die voorspelling werd reeds ten deele bewaar heid. Onder de dagbladen, die Vuylsteke toen aanvielen vermeldt men den Bien Public, de Chronique en Vooruit, hetgeen bewijst... dat Vuylsteke een voortreffelijke aanvoerder was van de Vlaamsch liberale partij. Julius Vuylsteke was slechts 67 jaar oud, en alwie zijn kloeken lichaamsbouw, zijn krachtig gestel kende, had nog gehoopt dat wij hem zoo spoedig niet zouden verloren hebben. Zijn leven strekke tot voorbeeld van dege nen, welke het hunne willen bijbrengen aan de geestesontslaving van ons volk 1 J. Hoste, zoon. In zijn testament, genagteekend van 12n Mei 1895, vraagt Julius Vuylsteke om op de eenvoudigste wijze burgerlijk begraven te worden: zonder rouwkapel of versierde lijkkamer, zonder bloemen, kronen en kran sen, zonder alle dergelijke praalvertooning. Hij verlangt ook uitdrukkelijk dat er ten sterfhuize of op het kerkhof volstrekt geene redevoeringen uitgesproken worden en dat er in den Annuaire van de Ko ninklijke Academie of in de uitgaven van andere vereenigiugen, waar hij lid van was, geen levensbericht van hem worde opgeno men. Verder verlangt hij ten stelligste dat zijn lijk in geenen grafkelder geplaatst wor de, maar dat het begraven worde in den vollen grond op zijn volgnummer. Tot de vrienden en kennissen, die, zonder zijn bepaald verbod, wellicht zouden bijge dragen hebben tot het bekostigen van bloe men of van een gedenkteeken richt hij het verzoek dat zij hunne giften zouden besteden aan een nuttig Vlaamsch vrijzin nig werk, bepaaldelijk aan de ondersteuning van het Willems-Ponds Wij vernemen, dat eenige vrienden van den duurbaren afgestorvene zich reeds ver- eenigd hebben om inschryvingen in te za melen tot het oprichten van een Julius Vuylsteke-Fonds dat onder onze Vlaam- sche bevolking goedkoope boeken zou ver spreiden. in den Vlaamschgezinden liberalen geest geschreven, dien Vuylsteke gedurende meer dan veertig jaren met zooveel talent en overtuiging heeft verdedigd. Van nu af worden de giften ontvangen in het algemeen secretariaat van het Willems-Ponds, Drap- straat, 21, te Gent. Zitting van Dinsdag 20 Januari 1903. De Senaat zendt een verzoekschrift terug naar den minister van 't inwendige voortko mende van den Gemeenteraad van Namen, die den wensch uitdrukt maatregelen in de gemeentewet te zien invoeren geschikt om de bestendigheid der gemeentebedienden te waarborgen in hunne bedieningen. M. Sur- mont doet opmerken dat men gevaar loopt met de volstrekte bestendigheid van zekere gemeentebedienden te verzekeren, namelijk van den gemeentesecretaris, hen te onaf hankelijk te maken tegenover den burge meester. Hij verzekert zonder te lachen, dat hij, gedurende de talrijke jaren dat hij bur gemeester is geweest, geen een bediende weggezonden heeft van zijn bestuur ofschoon velen tot zijne denkwijze niet behoorden. (1) Rechten op de hoppe. Er ontslaat eene woordenwisseling nopens eene vraag van verhooging der inkomrech- ten op de hoppe, hetgeen aanleiding geeft tot eene lange bespreking, waaraan de hee ren Cantillon, De Steenhault, Brulé, Steurs deel nemen. Deze twee laatste protesteeren tegen alle nieuwe rechten die de brouwerij (1) Heeft M. Surmont M. Henri Crous vergeten? treffen welkers toestand reeds zeer slecht is. M. Keppenne stelt eene motie van verda ging voor, die gestemd wordt. De Senaat bespreekt de wetsvoorstellen der heeren Hanrez en consoorten, die de wetgeving wijzigt op de vergunningen der mijnen en aan den Staat streken voorbe houdt in het nieuw kolenbekken van het Noorden van België. Zitting van Woensdag 23 Januari 1903. De Senaat zet het onderzoek voort der wetsvoorstellen Hanrez en consoorten. (University extention). Heden Zaterdag, om 8 uren in de zaal der Beurs Gartonstraat. Eerste voordracht van den cursus van van M. Plas, advokaat bij het Beroepshof te Brussel. Onderwerp: Principes de la colo nisation Les tentatives coloniales beiges. met lichtprenten. Men schrijft in tegen drij frank voor de 6 voordrachten Gemeente-flnanciën Uittreksel van de begrooting voor het jaar 1903 opgemaakt in openbare zitting van den Gemeenteraad, den 27n Decem ber 1902. Jaar 1901. Gewone ontvangsten fr. 354.545,04 Gewone uitgaven 312.424,55 Overschot 42.020,49 Buitengewone ontvangsten 158.224,34 Buitengewone uitgaven 100.135.24 Overschot 58.089,10 Algemeene ontvangsten 512.669,38 Algemeene uitgaven 412.559,79 Overschot 100.109,59 Jaar 1902 Gewone ontvangsten 342.930,69 Gewone uitgaven 334.840,34 Overschot 8.639,35 Buitengewone ontvangsten 48.069,24 Buitengewone uitgaven 91.498,79 Te kort 7.429,45 Algemeene ontvangsten 426.999,93 Algemeene uitgaven 425.760,13 Overschot 1.239,80 Jaar 1903. (1) Gewone ontvangsten 342.812,58 Gewone uitgaven 341.407,62 O verschot 1.404,96 Buitengewone ontvangsten 158.756,27 Buitengewone uitgaven 159.429,15 Te kort 672^88 Algemeene ontvangsten 501 568,88 Algemeene uitgaven 500.836,77 Overschot 732,08 Wij hebben, bij toeval, gezien dat ons schepencollegie de begrooting voor 1903 in de beneden voorzaal van het stadhuis aan een nagel heeft doen hangen. Dat is nieuws. Wij hebben dezelve overloopen en bemerkt dat er nog een krec iel ieu bedrage van 3500 fr. voorde rechttrekking der Klaverstraat ingeschreven staat. Het zal waarschijnlijk nog het laatste niei wezen Reeds ziin 49.964 fr. 79 c. er aan verteerd geweest en dat enkel voor een kant der straat die onze stadhuisbazen krom gemaakt hebben, iede reen vindt dit een dom werk zonder orde noch toezicht uitgevoerd. Men heeft er over zes jaar aan begonnen en het is nog ver van voltrokken te worden. Herinneren wij dat de rechttrokking en verbreeding van het Klaverstraatje van openbaar nut is ver klaard geweest in 1896. (1) De begrooting van h^Tj^TIgöF^i nog door het provinciaal bestuur goedge keurd worden. Wat hebben zij met zooveel geld gedaan? Eenige arme bouwvallige huizekens gekocht waarvan de helft zonder verdiep of stagie waren, dezelve afgetrokken en puinhopen gelaten, en het huizeken aan den hoek der Neêrstraat half geslecht. De sKlaverstraat gelijkt nu aan eene verwoeste straat. De kasséïng is in een deerlijken staat en de voorbijgangers kunnen er hals en nek over breken. Op de ontbloote erve liggen sedert twee jaar brijk- en vuilnishoopen dat het eene schande is om zien. M. Colaert had gerekend dien grond, in loten verdeeld, in 1902 t© kunnen verkoopen en er 20,000 fr van te maken, maar, och Heerel hij is er wel mêe. Het gaat er zoo gemakkelijk niet als aan de Maloulaan. Niemand is er liefhebber van. En de oude eigenaars van de afgebroken kotjes die er een schoonen prijs van ontvangen hebben, moeten er evenmin van weten. Ook, om de waarheid te zeggen doet de noodzakelijkheid zich niet gevoelen er nieuwe huizen te bouwen daar de bevolking van de stad, die op 31 December 1899 nog 17373 inwoners telde zeer verminderd is en nog slechts op 31 December 1901 tot 16618 beliep, niet tegenstaande een nieuw krankzinnighuis voor vrouwen, bestierd door eene geestelijke gemeente van nonnen zich hier is komen vestigen. Vele welhebbende burgers hebben sedert eenige jaren onze stad verlaten, en ware het niet dat eene menigte arme huisgezinnen van elders opgekomen zijn, om onderstand te ontvangen van de openbare en bijzondere weldadigheid, de vermindering der bevol king zou heel grooter geweest zijn. Dit is de voorspoed en het welvaren dat de klerikale leiders aan de Ypersche kiezers beloofd hebben Zondag 11. gaf de Maatschappij de Vlaam- sche Ster hare derde vertooning van het tooneeljaar 1902-1903. Wij zijn gelukkig te bestatigen dat het bestuur dezer maatschap pij alles in 't werk stelt om het publiek aan genaam te zijn en het programma zoo af wisselend mogelijk maakt. De keus der stukken was dezen keer zoo danig geschikt dat iedereen er over moest voldaan zijn: eene komedie, een licht drama en een blijspel met zang, ziedaar de samen stelling van het programma. Prima Dona, eene komedie in drie be drijven, is een stuk dat menige goede zede- les bevat. Daarin zag men hoe sommige ouders, vol eerzucht, onbezonnen genoeg zijn om voor hunne kinderen eene toekomst te droomen die verre is hun het geluk en den welstand te verschaffen welken men er van verwachtte. Hoe zij hunne zaken verwaar- loozen om hersenschimmen na te jagen en allengskens vervallen in armoede. Baas De- gruyter was te toegevend voor de grillen zijner vrouw Trees, die eene onwetende, verwaande zotskap was, die oorzaak werd van hunnen ondergang. De heer K. Deweerdt en Mej. Zulma Devers hebben dit op mees terlijke wijze bewezen. Lotje, hunne dochter, was een braaf en deugdzaam meisje, die veel aanleg had voor de zangkunde, maar door de vleierij en de verwaandheid harer moeder, zich inbeeldde dat zij geschikt was om eene eerste zange res te worden. Mej Julia Devers heeft in die rol uitgemunt. Pier V'andersompele, broeder van Trees, de eenige van het huishouden die gezond verstand bezat, spotte met de grootheids waanzin zijner zuster, gaf menigen goeden raad aan zijnen schoonbroeder en bekom merde zich slechts met Lotje, zijn petekind te vrijwaren voor de ongelukken die haar zouden kunnen overkomen. Die rol werd meesterlijk vertolkt door den heer Prosper Degroote. Rik, een schoenmakersgast, meesterknecht bij Degruyter, die Lotje hartelijk lief had en van wien hij ook bemind was, betreurde het vertrek van Lotje voor de hoofdstad. Hij aanzag het als eene hinderpaal voor hun geluk en scheen, beter dan de ouders ie be seffen aan welke gevaren zijne geliefde bloot gesteld was. Hierin gaf de heer C. Beun blijken van een waar talent. l)e bijrollen werden ook zeer goed vertolkt. Seppe de leerjongen van Degruyter, was wel de guitigste snaak dien men ooit uitden ken kou. Hij wist door zijne guiterijen de ver waandheid van Trees te doen uitschijnen en Rik te beschermen tegen een noodlottig sluit dat bet vertrek van Lotje hem han ingegeven. Mej. Jeanne Devers verdient al len lof voor de bekwaamheid die zy aan dea dag gelegd heeft om deze rol te vervuHetl Ook werd zij meermaals toegejuicht en ge^ heel het publiek was met haar ingenomen De heeren Gilon en Pottelle, twee werk. lieden van Degruyter, alsook de heeren fte. vejans en Hustinx, professoors van het con. servatorium.en de heer Ossieur, aftruggelaar onder den naam van Blondello, toonden op meesterlijke wijze hoe gemakkelijk het jg eenvoudige heden te verschalken met hup. nen hoogmoed te vleien en hunne verwaand, heid toe te geven. Kortom, het stuk werd meesterlijk gespeeld en bekwam den groot sten bijval. Nieuwjaarnacht, drama in één bedrijf door Benedix, toonde ons hoe hardvochtig een vader soms zijn kan voor een kind, ter wijl hij de trouwste herinneringen bewaart voor vrienden die hem door den dood ont rukt zijn geweest. Nimmer zou de Voorzit- ter Winand van Felseck zijnen zoon Arnolf zijnen misstap vergeven hebben welken hij op politiek gebied pleegde, niettegenstaande de krachtige pleitrede van zijnen vriend Ma joor Lindau, indien zijne schoondochter en zijne drie kleinkinderen daar niet waren geweest om de zaak van hunnen echtgenoot en vader te pleiten en zijne vergiffenis af te smeeken. Daarin ontmoetten wij nogmaals de heeren Nevejans, Beun en Degroote, de juffers Zulma, Julia err Jeanne Devers, bij gestaan door den kleinen Daniel Devers ep Mathilde Huyghe. De heer K. Mallet, in zijne rol van dienstknecht, stond zijne medespe lers goed ter zijde en allen bekwamen den grootsten bijval. Ook werden zij geestdriftig toegejuicht. In de Slaapmuts, blijspel met zang in één bedrijf, door Geiregat, zien wij hoe een en kel misverstand aanleiding kan geven tot jaloerschheid, ja zelfs tot wraakzucht, en hoe onvoorzichtig het is aan zijne verden kingen gehoor te geven zonder zich te ver zekeren of dezen die men verdenkt waarlijk plichtig zijn of niet. De heeren J. Hustincx en P. Degroote en de juffers Z. en J. Devers hebben nogmaals bewezen dat zij hunne rol grondig verstonden en hebben dezelve mees terlijk vertolkt. Ook werden zij dapper toe gejuicht en gebisseerd en nogmaals bekwa men zij een overgrooten by val. Kortom, het was onder alle opzichten eene puike vertooning die aan allen veel vermaak heeft verschaft en bewijst dat de Sterrelingen zich op tooneelgebied in alle vakken oefenen en grooten voortgang doen. Het orkest, onder de leiding van den heer Tasseel, heeft nogmaals het zijne bijgebracht om deze zoo schoone vertooning op te luiste ren en de tusschenpoozeu te verlustigen. Wij wenschen al de heeren en juffers too- neelisten hartelijk geluk over hunne schit terende vertolking en twijfelen er niet aan of zij zullen wedijveren om zich meer en meer in de tooneelkunst te volmaken. Wij bieden ook onze gelukwenschen aan de besturende Commissie der Vlaamsche Ster, voor al de moeite die zij zich getroost om aangename en tevens leerrijke vertoo ningen te geven en voor den moed dien zij aan den dag legt om, niettegenstaande de tegenwerking waarvan zij het voorwerp is, te volharden in de taak die zij zich opgelegd heeft, te wetenzooveel het in hare macht is, het volk te verzedelijken en liefde en eer bied voor de vlaamsche taal in te prenten. Een tooneelliefhebber. Maandag aanstaande 26 dezer komt ei eene fransche tooneel troep samengesteld uit beroemde artisten van de fransche kome die van Parijs Volgens de dagbladen, waarvan wij hieronder een uittreksel geven moeten wij bestatigen dat het eene uitmun tende en luisterlijke vertooning zal zijn en samengesteld als volgt: stuk in 5 bedrijven en 13 tafereelen, van VICTOR HUGO. Geen twijfel of het zal bijval hebben, daar de naam van de schrijver alleen eene waar borg is. De personen die er willen naartoe trekken zullen vroeg voor hunne plaat»

HISTORISCHE KRANTEN

Het weekblad van Ijperen (1886-1906) | 1903 | | pagina 2