STADSNIEUWS. Gemeenteraad van Yper. La Fraternelle. Carle van Aelbroekje's en René. den toe te passen. Indien de Regeering in den huidigen weg voortgaat, zal Brussel de helft der bevolking hebben, de drie vierden der belastingen betalen en maar bet derde der vertegenwoordiging bezitten. Dit stel sel leidt tot het maken van 443.000 niet bestaande kiezers in het rijk. Het ware dus beter het ontwerp weder op touw te zetten en een billijker ontwerp aan te bieden. M. de Trooz verwerpt dat voorstel en het geheele van het ontwerp wordt aange nomen met 38 stemmen tegen 25. M. de Ridder stemt er tegen. Men begint alsdan het ontwerp van bui- tenlandsche zaken te bespreken. M. de Lanier protesteert tegen het nieu we douanentarief van Duitschland dat eene overgroote schade veroorzaakt aan de belgi- sche hof bouwnijverheid. Openbare zitting van Zaterdag 11 April 1903. De openbare zitting wordt ten 5 ure 15 m. geopend. Zijn tegenwoordig: de heeren Colaert, Bur gemeester-Voorzitter Berghman en Struye, schepenen; Boone, Begerem, Fraeys, Fiers, Vandenboogaerde, Vanderghote, Vandenpee- reboom, Bouquet, RaadsledenM. Gorris- sen, secretaris. Afwezig: de heeren Decaestecker, D'Hu- vettere en Surmont. Het verslag der zitting van 31 Januari, geene aanleiding gegeven hebbende tot op merkingen, wordt goedgekeurddat van den 21 Februari wordt op het bureel neêrgelegd ter inzage der leden. 1. Mededeelingen. Bij brief van 22 februari 11. brengt het Be stuur der burgerlijke Godshuizen ter kennis van den Raad dat, in zitting van 14 februa ri, de heer Ernest Fraeys met algemeen heid Voorzitter van dit Bestuur is benoemd geweest. De heer Voorzitter wenscht den heer Fraeys geluk over deze benoeming. M. Fraeys buigt zich. 2. Burgerwachtrekening 1902. De ontvangsten beloopen tot de som van fr. 1.615-16 De uitgaven tot deze van fr. 1.466-85 Overschot fr. 148-31 Aangenomen. M. Boone vraagt hoe het staat met de kwestie van den Stand of schietbaan. De heer Voorzitter. M. Van Merris en ik hebben ons met die kwestie beziggehouden. Ik hoop, na de nieuwe beloften die wij ontvangen hebben, dat de Staat ten minste voor de helft zal tusschenkomen. De leden van den Raad weten dat de inrichtingskos ten van den Stand tot 30.000 fr. zullen be loopen. Welnu, die uitgave zal te groot zijn voor de stad en wij rekenen op de tusschen- komst van den Staat voor de helft. Wij zul len dus die mogelijkheid afwachten. 3. Muziekschool: Rekening 1902. Ontvangsten fr. 8.300,00 Uitgaven 7.250,62 fr. 1.049,38 Dit groot overschot komt voort dat de leeraars maar op 't einde van 't jaar be noemd zijn geweest. De heer Voorzitter zegt dat de muziek school maar 4 of 500 fr. 's jaars aan de stad zal kosten, dank aan de tusschenkomst van den Staat. Aangenomen. 4. Nijverheidsschoolrekening 1902. Ontvangsten fr. 10.500-90 Uitgaven 9.584-00 Overschot fr. 916-90 Aangenomen. 5. Stadsfinanciën: vraag van bijgevoeg de credieten voor 1902: a) voor het on derhoud van landloopers en bedelaars b) voor de openbare verlichting Het crediet van 350 fr. voor het onder houd der landloopers en bedelaars te Merx- plas in 1902 is overtroffen geweestdit crediet dient van fr. 108-94 verhoogd te worden. Aangenomen. De verlichting is zeer uitgebreid in de stader zijn tegenwoordig 17 lanteerns meer dan in 1902de openbare verlichting kost 15.000 fr. 's jaars; dit komt uit de vermeer dering der verlichting te landeer zijn 9 lanteerns meer voor den buiten. M. Boone. Buiten zijn het pretollan- teerns. De heer Voorzitter. In 't algemeen. Om de uitgaven te beperken doe ik verschei dene lanteerns uitdooven in de Boterstraat, te rekenen van 10 1/2 ure. M. Boone Op welk tijdstip eindigt het kontrakt f M. Colaert. In 1905. M. Vanderghote verzoekt het College de kwestie der openbare verlichting aan eene bijzondere Commissie te onderwerpen en dat zij ten spoedigste mogelijk zou onder zocht worden. De heer Voorzitter. Het College zorgt dat er geene ongevallen zouden zijn. M. de Burgemeester raadt zijne achtbare Collega's van den Raad aan de kwestie te bestudee- renzij zullen al de inlichtingen betrekke lijk de openbare verlichting putten in de oorkonden der stad. M. Vandenboogaerde. Komt dat groot verbruik niet voort van gazontsnappingen? M. Colaert denkt het niet. De Raad stemt een crediet van 1.951 fr. 87 c. om het tekort aan te vullen. 6. Wegenis leggen van voorlanden in de Eigen Heerdstraat. Het College vraagt aan den Raad een crediet van 600 fr. voor het leggen van voor landen in de Eigen-Heerdstraat. De 40 door de bewoners te betalen zullen in de ontvangsten gebracht worden. M. V'andenpeereboom. Opdat de kin deren die naar de bewaarschool gaan zich zouden kunnen zwichten van rijtuigen en wagens, verzoek ik 't College een voorland te leggen langs het klooster der Rousbrugge- Damen. M. Colaert. Er is reeds een voorland zonder borduursteenen. Wat er van zij, wij zullen de zaak bestudeeren. Gelijk M. Struye het doet bemerken, zal er binnen eenigen tijd te onteigenen zijn en na dat de nieuwe bouwingen zullen gedaan zijn, zullen wij M. Vandenpeereboom kunnen voldoening geven. Het crediet van 600 fr. wordt gestemd en de som van fr. 219-17, aandeel der bewoners, zal in de ontvangsten gebracht worden. 7. Wegenisleggen van voorlanden in de Jules Capronstraat. De heer Voorzitter. De Staat zal zoo haast mogelijk de hand aan het werk leggen om het leggen der nieuwe riool toe te laten en de kanaliseering der gaz te midden van den steenweg te leggen. De berijdbare weg zal 12 meters breedte hebben en er zullen van weêrskanten 2 meters voorlanden zijn. De kost voor het leggen dezer voorlanden zal omtrent van 2.000 fr. zijn. M Fraeys. Ware het niet beter te wachten tot dat al de werken gedaan zijn vooraleer de borduursteenen te leggen Ik beb bestatigd dat de borduursteenen erg be schadigd zijn als men anders te werk gaat. M, de Voorzitter Ik moet u doen op merken dat de Staat het plaatsen der bor duursteenen eischt. M. Boone houdt er aan eene bemerking te maken ten laste der stads werklieden, die de borduursteenen en andere materialen la ten liggen in plaats van dezelve in 't maga zijn der stad te leggen. Het is het middel niet om de verwoestingen te vermijden die dagelijks door de straatbengels gedaan wor den. M. Colaert. Indien de werklieden niet elders waren bezig geweest, zou men die borduursteenen vroeger weggenomen heb ben. Maar men had nooit gepeisd dat jon gens die borduursteenen zouden gebroken hebben. Wij hebben insgelijks de steenen doen wegnemen om te beletten dat de jon gens de kerk zouden plunderen. Eene lange woordenwisseling ontstaat tus- schen verscheidene leden over deze kwestie van borduursteenen. Eindelijk wordt er be slist de borduursteenen te doen wegnemen door de personen die doen bouwen en ze op hunne kosten te herplaatsen na de voltooiing van al de werken. Verleden Zondag was deze Maatschappij, gekend onder den naam De Lange Pijpen volop in feest ter gelegenheid van haar tien jarig bestaan. Dit feest bestond uit een prachtig banket dat opgediend werd in het Klein Yper, lo kaal der feestvierende Maatschappij. Onnoo- dig te zeggen dat dit banket, toevertrouwd aan de zorgen van Mevr. Salomé, onder alle opzichten wel verzorgd was en niets te wen- schen liet, noch onder betrek van uitgelezene spijzen, noch onder dat van fijne en kostelij ke wijnen. Ook lieten de leden het zich wel bevallen en, bij het nagerecht werd er vroo- lijk gezongen en muziek gemaakt en men vermaakte er zich tot laat in den avond. 'S anderdaags, 2n Paaschdag, ten 8 ure, had een luisterlijk concert plaats in de groote zaal der Oud-Pompiers, die van 7 1/2 ure reeds proppensvol was. Een openingstuk voor piano, uitgevoerd door den heer X., werd fel toegejuicht. Een lied voor Marinette, gezongen door den heer A. Maas, behaalde insgelijks een groot succes en de zanger zag zich verpicht terug te komen om aan het onophoudend bisgeroep te voldoen. Daarop volgde een vierhandig pianostuk getoondicht door Mozart en uitgevoerd door de heer Xen mejZmet een talent dat luidruchtige toejuichingen verwierf. Als afwisseling kregen wij van den heer E. V. eene deftige fransche uitgalming, XEpavedie getuigde van veel tooneelken- nis bij den uitvoerder. Dan was het de beurt van den twaalfjarige knaap Aug. Cruque, die een poolsch stuk uitvoerde op de violoncel, met begeleiding van piano door zijne zuster, Mej. G. Cruque. Of die jonge kunstenaar een overgrooten bijval behaalde hoeft niet gezegd te worden, daar iedereen moest bekennen dat in dien jongen muzikant de stof zat van een groot kunstenaar. Oorverdoovend waren de toe juichingen die hem ten deele vielen, en, ver haasten wij ons het te zeggen, zij waren ruimschoots verdiend. De heer Depestel vergastte ons met eene fransche romance: Waarom mag men niet altijd droomen, die met veel talent gezon gen werd en insgelijks veel bijval behaalde. Eindelijk, en om het eerste deel van het Concert te sluiten, gaf de heer Melchior een prettig kluchtlied, dat weldra gevolgd was van een tweede en een derde, daar er geen einde kwam aan de toejuichingen en het bis geroep der toeschouwers. Het tweede deel ving aan met: Di Vrouw, koddige tweespraak, gegeven door de heeren A. V. en V. Dupont, die als voordrachtge vers optraden en de gebreken en gaven der vrouw wilden ontleden, en eindelijk moes ten bekennen, na vele bewijzen voor en te gen uitgekraamd te hebben, dat de vrouw het meesterstuk der schepping was. Beide voordrachtgevers oogstten een welverdien den bijval in en het ontbrak hen niet aan daverende toejuichingen. Daarop volgde nogmaals de heer Depestel, die de schoone romance Het gemaskerd bal kwam zingen, en nogmaals dapper toe gejuicht werd. De jonge heer Aug. Cruque kwam voor de tweede maal een staaltje geven van zijn talent als violoncellist, en speelde eene be spiegeling, die even als zijn poolsch stuk, toegejuicht en gebisseerd werd. Ook kon hij niet nalaten een derde stuk uit te voeren om het publiek te bevredigen. Mej. Gert. Cruque vergaste de toehoorders met twee schoone romancen die zij zelf op de piano begeleidde, en daardoor bewees dat zij niet alleen eene volleerde pianiste, maar tevens eene uitmuntende zangeres was. Haar succes was even groot als dat van haren jongen broeder. Eindelijk kregen wij een blijspel in één bedrijf, getiteld: Le crime de la Place Pigalle dat het publiek hartelijk heeft doen lachen en waarin de heeren A. V. en Fl. M. uitmuntten en dapper bijgestaan werden door vij f andere liefhebbers, wier naam wy uit bescheidenheid niet noemen zullen. Ten elf ure was het Concert geëindigd en men kwam aankondigen dat het dansfeest ten 111/2 ure zou beginnen. Inderdaad, op gesteld uur waren de jonge dansers en schoone danseressen in de zaal vereenigd, waar een uitmuntend orkest hen tot den dans uitlokte. Nimmer zagen wij schooner en levendiger dansfeest, het kon vergeleken worden met dat welke de maatschappij der Onvermoei- baren ons onlangs gaf. Wij wenschen de heeren inrichters van dat schoon feest hartelijk geluk. Wij moeten bekennen dat zij er een handje toe hebben om schoene en aangename feesten op touw te zetten en eene hoffelijkheid aan den dag leggen die aan hunne uitgenoodigden zeer wel beviel. Hopen wij dat de Maatschappij La Fra ternelle immer zal blijven voortbloeien en, bij gelegenheid nog een schoon feest zal vieren. Een toeschouwer. René. Dag Carle, hoe gaat het? Carle. Nog al wel, en met u? René. OpperbestZijt gij op wandel met de kinderen? Carle. Ja, 't is vacantie in de school, en wij profiteeren er van om eenige bezoe ken af te leggen en hen wat lucht te doen scheppen. René. Ja, propos! van scholen spre kende, het gaat er wel, niet waar? Carle. Hoe dat? René. Wel hebben uwe kinderen daar niets van verteld? Carle. Neen. Zij hebben wel gezeid dat er bijna zooveel verlof- als schooldagen zijn, en dat zij niet meer leeren gelijk eertijds, maar luister naar kinderpraat, zij zijn ook nooit tevreden. René. En niet zonder reden. Verbeeld u dat het nu reeds drie weken is dat men in de school der S'Niklaasstraat de klassen wit en vermaakt terwijl de kinderen in de klas zitten. Gij ziet van hier hoe aangenaam het moet zijn voor de onderwijzeressen; de kin deren zijn verstrooid, de tijd vervliegt en er wordt niets gedaan. Ook gebeurt het dik wijls dat de kinderen verplicht zijn drie of vier keeren daags van klas te verandereD, met al hun schoolgerief omdat de maatre gelen zoo slecht genomen zijn voor de her- stelliegswerken. Men beweert dat de vakantietijd te kort is om al deze werken gedurende de verlofdagen te voltrekken. Maar, indien men zich be paalde, gedurende de schooluren, met de klassen en de plaatsen te herstellen en te witten die niet gebruikt zijn en het overige biDst de vakantie te doen, niemand zou er door verhinderd geweest zijn. Carle. Well WelWat gij daar zegtl Zeker is het belachelijk drie weken vóór de vakantie eene school in rep en roer te si el len om werken te verrichten die konden gedaan worden op een gunstiger tijdstip. Had ik zulks geweten, ik zou zekerlijk ge- reklameerd hebben. Wij betalen immers toch om onze kinderen te doen onderwijzen en wij hebben het recht te eischen dat zij onderwezen worden zonder zulke onder brekingen. René. Gij zoudt volkomen gelijk gehad hebben te reklameeren, want indien de wer ken niet kunnen op tijd en stond gedaan worden met het getal werklieden dat men er toe gebruikt, wel, dat men er eenige meer neme. Er zijn zoovele menschen die niets beter vragen dan te mogen werken, maar ongelukkiglijk men wil geene andere dan mannen van 't Volkshuis. En gij weet, deze werken altijd op hunne honderdduizend gemakken. Carle. Ik geloof dat het juist daar is dat de hond gebonden ligt. Men moet de mannen van 't Volkshuis weten te voldoen, want men rekent op hunne slaafsche onder werping tegen de aanstaande gemeentekie- zing. Men heeft hen meer beloofd dan men geven kan, en om hen te troosten, nu dat de kiezing nadert, moet men toch iets uitvinden om hen te bevredigen. René. Ja, de stadhuismannen hebben veel beloofd maar, gelijk het spreekwoord zegt: Veel beloven en weinig geven Doet de gekken in vrede leven. Carle. Zoo is'tl Waar zijn zij nu met hunne leus van min politiek en beter bestuur' Laat mij toe het u te zeggen, hunne handel wijze en hun bestuur zijn niet alleen bels- chelijk maar zelfs hatelijk. René. 't Is al wel, maar wat zegt de schepen van onderwijs daarvan of gebeur' zulks buiten zijne wete? Carle.En de burgemeester dan, hij d10 de pretentie heeft een ware volksvriend t0 zijn? Amicus populi! Amicus human*1' talis! René. 't Is waar de burgemeester is d0 vriend van 't volk! Ze zien hem zoo geeru0 dat zij uit loutere liefde 's nachts in zijn &ulS ■a »<3gUMg

HISTORISCHE KRANTEN

Het weekblad van Ijperen (1886-1906) | 1903 | | pagina 2