Kapucienen-brouwers
Komedie.
Kamer van
Y olksvertegenwoordigers
STADSNIEUWS.
Buurtspoorweg van Yper
naar Gheluwe.
EeDige jar3n geleden zoo verhaalt een
blad van Brugge bouwden de Kapucijnen
der Sts-Klarastraat, eene brouwerij in de
wijde hovingen die hun klooster omgeven.
Het gerucht liep toen dat de Paters handel
in bier gingen drijven, doch dit gerucht moet
van allen grond ontbloot geweest zijn, de
wijl de E. W. Paters nooit een patent van
brouwer betaalden. Zij brouwden dus slechts
bier voor eigen gebruik.
Onze konfrater was zoo nieuwsgierig eens
in offlciëele- documenten na te zoeken, welke
zooal de opbrengst dier brouwerij mocht zijn.
De Paters verklaarden aan den accijns:
8,674 kilogr. mout in 1899
10,770 1900
13,680 1901
en 16,290 1902
Aangenomen dat met 30 kilog. mout men
eenen hectoliter extra goed bier kan brouwen
dan bestatigt men dat er werd gebrouwd
287 hectoliters in 1899
359
id.
1900
356
id.
1901
543
id.
1902
De opbrengst verdubbelde bijgevolg in
een tijdverloop van-vier jaren. De bevolking
steeg nochtans niet in eene zelfde verhou
ding. De Paters verhoogden dus eenvoudig
hun persoonlijk gebruik. Een ding staat
vast de Paters genieten eene bloeiende ge
zondheid, zijn vet en dik lijk dassen en wek
ken ieders bewondering op.
Dat heet men: vrijwillige armoede!
De Koning van Engeland, Edward VII,
het hoofd der Protestansche kerk in Enge
land, is dezer dagen met veel plechtigheid
door den katholieken paus van Rome ont
vangen geworden.
De keizer van Duitschland Willem II, het
hoofd der Protestantsche kerk in Duitsch
land, is insgelijks met eer en luister door den
katholieken paus van Rome ontvangen
geworden.
En nochtans, hoe moeten wij ons tot de
ketters gedragen
Het antwoord van den catechismus luidt
Wij moeten hunne verkeering altijd neer-
stiglijk schuwen.
Meer nog 1
De paus vierde kort geleden zijn vijftig
jarig jubelfeest. En wat gebeurde te dier
gelegenheid tusschen het geuzenrepubliek
van Frankrijk en de Paus?
Luistert, lieve lezers
Het Fransche republiek, die alle dagen
door onze Belgische kalotepers belaagd en
belasterd word; di9 alle zondagen op de
preekstoelen uit onze Vlaamsche dorpen en
steden voorgesteld wordt als een bloeddor
stige kerkvervolgster, die niet alleen de
priesters en de kloosterlingen, maar de reli
gie zelve wil uitroeienhet Fransche repu
bliek, zeggen wij, heeft te Romen bij den
Paus een gezantschap gezonden om hem
geluk te wenschen en geschenken aan te
biedenIn verontwaardiging en woede
ontstoken, hebbende prelaten, de kardinalen
en de paus dat gezantschap aan de deur doen
werpen?..'t Is te zeggen, neen, zij hebben
het met de grootste praal ontvangen en na
de offlciëele ontvangst had de vertegenwoor
diger der geuzenrepubliek met den Heiligen
Vader een bijzonder onderhoud dat zeer gul
hartig en vriendelijk was.
Bij het openbaar verhoor was het hoofd
der heilige katholieke kerk bijzonder min
zaam voor den gezant van Loubet en Combes.
Herhaaldelijk verklaarde hij dat hij niet al
leen de beste wenschen vormt voor den bloei
en de toekomst van Frankrijk, maar hij
verzekerde dat deze natie onder alle landen
hem het nauwst aan het harte ligt.
De ontvangst van dit gezantschap, om
ringd met zooveel praal, bewijst vooreerst
hoe vrij en ongedwongen zich de paus met
alle kerkelijke en wereldlijke zaken kan be
zig houden in het vatikaan, en dat hij noch
arm, noch gevangen is, noch op vochtig
stroo moet slapen, zooals men het den kwe
zels wil wijs maken.
Het bewijst ook dat de Fransche klerika-
len, met zich zoo geweldig revollutionair
tegenover de Fransche regeering aan te stel
len, tot verdediging der kloosters, die zich
aan de wet niet willen onderwerpen, tegen
den zin van het hoofd der heilige kerk, van
den onfeilbaren paus, hebben gehandeld.
Want wij kunnen toch niet aannemen dat de
paus zich zoo minzaam en vleiend zou toonen
tegenover de gezanten van Loubet en Com
bes, indien hij zoo geweldig verborgen ware
om de maatregels die tegen de kloosters ge
nomen worden in 't belang van de reguliere
geestelijkheid
Of heeft de Paus, getrouw aan de overle
veringen van de H Kerk eenvoudig comedie
gespeeld
Tracht hij langs den eenen kant goed te
staan met de geuzenregeering der Republiek
om langs den anderen kant de geestelijkheid
tegen haar op te maken, zooals het tijdens de
schooloorlog in België gebeurde?
Dan mogen wij het eene allendige comedie
heeten want het zou eens te meer bewezen
zijn, dat de kerk vleit en kruipt voor de
machtigen, terwijl zij hartvochtig en
wraakzuchtig is tegenover de kleinen.
Zitting van Vrijdag 15 Mei 1903.
Vergoeding voor schade voortspruitende
uit de werkongevallen. Stemmingen.
Artikel voorgesteld door M. Beauduin.
Voor de toepassing van deze wet moet
w men verstaan
Onder werkgevers, de hoofden van bij-
zondere of openbare nijverheids-, han-
dels- of landbouwonderneming en al dege-
nen die, hoofden van andere ondernemin-
gen, meesters of patroons, met hen zijn
gelijkgesteld, hetzij uit kracht van latere
wetten, hetzij door vrijwillige verklarin-
gen, overeenkomstig de koninklijke be-
sluiten gedaan.
'i Onder werknemers, de werklieden, dienst-
boden, aangestelden van allen aard, leer-
gasten, zelfs wanneer zij geen loon trek-
ken, klerken en beambten, die bloot staan
aan dezelfde gevaren, in dienst zijnde te-
geen loon.
Dat artikel wordt verworpen door 72 stem
men tegen 51 en 1 onthouding. M. Nolf
stemt ja, M. Van Merris stemt neen, M.
Colaert is afwezig.
Tekst der Regeering. 1. van het art. 1.?
De vergoeding van schade voortspruitende
uit ongevallen, overkomen aan werklieden
van de bij artikel lWs bedoelde onderne-
mingen in den loop en ten gevolge van de
uitvoering der arbeidsovereenkomst, om-
schreven bij de wet van 10 Maart 1900,
wordt geregeld overeenkomstig de bepa-
lingen van deze wet.
Aangenomen door 71 stemmen tegen 50
en 1 onthouding. M. Nolf stemt neen,
M. Van Merris stemt ja, M. Colaert is
afwezig.
Tekst der Regeering 2 van het art. 1.
Met werklieden worden gelijkgesteld leer-
gasten, zelfs wanneer zij geen loon trek-
ken, alsmede beambten die, ter oorzake
van hunne rechtstreeksche of onrecht-
streeksche deelneming aan den arbeid, zijn
onderworpen aan dezelfde gevaren als de
werklieden en wier jaarwedde, door de
verbintenis bepaald, niet de 2.400 frank te
boven gaat.
Goedgekeurd door zitten en opstaan.
Amendement van M. Destrée: 3 van ar
tikel 1. Het ongeval, gedurende den arbeid
voorgekomen, wordt, zoolang het tegen-
deel niet is bewezen, verondersteld te zijn
veroorzaakt door den arbeid.
Aangenomen door zitten en opstaan.
Amendement van M. Terwagne: Ver-
goeding voor schade voortspruitende uit
beroepsziekten en uit ongevallen overko-
men aan werklieden van bijzondere of open-
bare nijverheidsondernemingen, enz., (het
overige zooals in het ontwerp.
Verworpen door zitten en opstaan.
Art. lbls: Aan deze wet zijn onderwor-
pen de hierna genoemde openbare of by-
zondere ondernemingen
De mijnen, ertsgroeven in de open lucht
steengroevende brikkettenfabrieken!
coke-ovens, de ovens en werkplaatsen tot
bereiding van de voortbrengselen der
steengroeven
De hoogovens, ijzerfabrieken, staalfa-
brieken, inrichtingen tot bewerking van
ijzer en andere metalen; de smelterijen
De fabrieken van machines en metalen
voorwerpen de smederijen en werkplaat-
sen voor ijzerwaren, de slot- en kachel-
makerijen het vervaardigen van bouten
spijkers, vijzen, ketens, draden, kabels,
wapens, messen en andere gereedschap-
pen of voorwerpen in metaal;
Het vervaardigen van glas, spiegels en
aardewerk;
Het vervaardigen van scheikundige
voortbrengselen, gas en bijproducten, ont-
plof bare stoffen, zwavelstokjes, oliën, was-
kaarsen, zeep, kleuren en vernis, caout-
chouc, papier;
De huidevetterijen en leerlouwerijen
De graanmolens, brouwerijen, moute-
rijen, stokerijen; de fabrieken van spuit-
water en de suikerfabrieken
Metsel-, timmer-, schilderwerk en alle
overige werken behoorende tot de bouw-
nijverheid; het schoorsteenvegen; de aar-
dewerken, de boring van putten, de bestra-
ting, het onderhoud van wegen en verdere
werken behoorende tot de Burgerbouw-
kunde;
Het personen- en goederenvervoer te
land, de scheepvaart, de trek-, sleep- en
bagger ondernemingen; de ondernemingen
voor bewaring in magazijn of pakhuis,
verpakking, laden en lossende telegraaf-
en telefoononderneming.
Aangenomen door zitten en opstaan onder
voorbehoud van verdere toevoegingen.
Amendement van M. Troclet, voorstellen
de bij die opsomming te voegen
De drukkerijen en de werkplaatsen der
boeknijverheid; de bakkerijen; de vleesch-
houwerijen; de tabaks-en sigarenfabrie-
ken; de schoenmakerijen; het hakken en
bewerken van hout in bosschen en havens
«de blokkenmakerijenhet schrijwerk en
de meubelmakerijen.
Verworpen door zitten en opstaan.
Amendement der heeren Buyl en Janson,
eene bijvoeging daarstellende aan de hier
boven genoemde bedrijven: De vischnij-
verheid die geschiedt bij middel van stoom-
schuiten of degene die plaats grijpt bij
«middel van zeilschuiten waarvan de ma
rt trozen-visschers niet medeeigenaars zijn.
Verworpen met 66 stemmen tegen 51 en
2 onthoudingen. M. Nolf stemt ja, M. Van
Merris stemt neen, M. Colaert is afwezig.
Ondergeschikt amendement der heeren
Buyl en JansonVoor 't ongeval 't bo-
venstaand amendement niet wordt aange-
nomen, het navolgende lid toe te voegen
aan de in artikel lbis opgesomde nijver-
heidsondernemingen
De vischnijverheid die geschiedt door
middel van stoomschuiten.
Verworpen door zitten en opstaan.
Bijzonder amendement van M. Melot,
overgenomen door M. Vandervelde:
alsmede op de vergoeding van schade,
voortspruitende uit ongevallen, voorgeko-
men bij landbouwondernemingen, waarin
gewoonlijk één of meer arbeiders werk-
zaam zijn.
Verworpen met 58 stemmen tegen 46 en
5 onthoudingen (waaronder M. Melot). M.
Nolf stemt ja, M. Van Merris stemt neen,
M. Colaert is afwezig.
Zitting van Dinsdag 19 Mei 1903.
Fransch Tolbestuur.
Interpellatie van M. Vandenboogaerde
nopens de strengheid der fransche tolbedien
den jegens de werklieden op de fransch-bel-
gische grens gevestigd en verdacht kleede
ren en schoenen te dragen die in België
gemaakt zijn geweest.
M. de Favereau, minister, kondigt aan
dat de Regeering der Republiek aan het tol
bestuur zal bevelen de verordeningen met
matigheid toe te passen.
M. Bussohaert, klerikale afgevaardigde
van Kortrijk, beklaagt zich dat het pension-
naat van de Damen der Wijsheid van Rou-
baix aangehouden geweest is door twee
tolbeambten, die de leerlingen te lijve on
derzocht hebben.
M. Demblon bekent dat indien het fransch
tolbestuur bewijzen van strengheid geeft,
het de schuld is der klerikalen. Heeft men
onlangs, het schandaal der bedevaart naar
Lourdes niet gezien, zegt hij, waar bede
vaarders schaamteloos de schatkist bedro
gen: mannen, vrouwen, pastoors en nonnen
hebben schandelijk misbruik gemaakt van
het vertrouwen dat zij het tolbestuur inboe
zemden. Valsche zieken smokkelden heime
lijk sigaren, koffij, kanten en andere voor
werpen, onderhevig aan rechtenGezien het
gedrag der bedevaarders kan men de bui
tengewone voorzorgen begrijpen die door
het fransch tolbestuur genomen worden.
M. Buyl is verwonderd de katholieken te
hooren klagen over de strengheid van het
fransche tolbestuur, zij die niets anders doen
dan Frannkrijk misnoegd maken tegen ons.
De klerikale pers en het franschmans Co-
miteit hebben dezen liederen aangeleerd die
waarlijk hatelijk waren en gericht tegen
Frankrijk en de Franschen. Klerikale hoofd
mannen hebben de fransche Regeering in de
modder gesleurd nopens de wet op de kloos-
tervereenigingen en in de zaak Dreyfus.
Laatstmaal, in den Senaat, heeft een der
hoofdmannen der meerderheid de fransche
Regeering grondig aangeleerd, met de stil
zwijgende goedkeuring van den minister van
buitenlandsche zaken. Alle dagen beleedigen
de klerikale gazetten, zelfs de officieuss van
het ministerie aan 't bewind, de fransche
Regeering. Onthaalt de belgische Regeering
de paters en nonnen niet met opene armen
die zich niet willen onderwerpen aan de
fransche wetten Ondersteunt zij hunne
scholen, zetels van oproer, niet? Ik heb dus
het recht te zeggen, voegt M. Buyl er bij,
dat het de klerikale partij is die de oorzaak
is van de houding door het fransch tolbe
stuur genomen. Ook kan men begrijpen dat
de fransche Regeering slecht gezind is op
ons: Het zijn de belgische klerikalen die
verantwoordelijk zijn over dezen toestand.
Ouderdomspensioenen
Voortzetting der interpellatie van M. Iro-
clet nopens de toepassing der wet op de
ouderdomspensioenen
M. Troclet bewijst dat het besluit door
den minister genomen een groot getal armen
van h6t pensioen zal berooven. De Regee
ring, zegt hij, verlangt vooral de waarde te
vernauwen der wet die eene klerikale kunst
greep daarstelt korts vóór de kiezingen ge
stemd. Het bewijs, 't is de verwerping door
gansch de rechterzijde, in de zitting van 14
februari 1903, der amendementen Bertrand
en Lemonnier, die voorstelden te zeggen
dat indien de rechten ontvangen op den al-
kool 15 millioenen overtroffen, het over
schot zou gestort worden in het bijzonder
pensioenfonds, en zouden dienen om dit te
verhoogen. Indien de minister weigert de
beperkende alinéa's van het besluit van 1902
in te trekken, zal men het recht hebben te
zeggen dat de klerikalen maar door kiesbe-
lang geleid zijn en dat zij met de eene hand
terugnemen wat zij met de andere gegeven
hebben.
Antwoordende op de vraag van M. Buyl,
verklaart de minister dat de zeevisschers
recht hebben tot de voordeelen der ouder
domspensioenen aangenomen te worden.
De spoorweg is gelegd tot op drie kilo
meters der stad; om hem dit jaar nog vol
tooid en uitgebaat te hebben, zou er van
wege onze meesters maar wat goeden wil
noodig zijn. 't Is juist hetgeen hun ontbreekt
en 't is alzoo dat al de werken van eenig
belang en van openbaar nut wachten van
opgemaakt te worden, tot groot nadeel der
belanghebbende gemeenten.
Dit zijn geenszins lichtzinnige bevestigin
gen wij hebben het inzicht niet tegen onze
politieke tegenstrevers de wapens te gebrui
ken die den klerikalen zoo duurbaar zyn;
om te spreken gelijk wij het doen, denken
wij in bezit te zijn van juiste inlichtingen,
die ons een nauwkeurig gedacht geven van
de plichtige onverschilligheid van dezen die
op het stadhuis zetelen, tot groot ongeluk
onzer stad.
Wij zeggen dus dat wij uit goede bron
weten dat onze zonderlinge burgemeester,
die de eene misgreep na de andere begaat,
zich gansch onverschillig houdt aan alles
wat de stad stoffelijk kan verheffen.
't Is alzoo, verzekert men ons, dat wan
neer, over eenige dagen, eene overheid eener
naburige gemeente, die de toekomst zijner
streek genegen is, zich veroorloofde aan den
burgemeester der stad Yper te vragen dat
hij zou schrijven of voetstappen aanwenden
om de voltooiing van het werk te verhaas
ten, deze hem kort af zou geantwoord heb
ben, dat zulks hem niet aanging.
Burgemeester zijn eener stad, die alles te
winnen heeft met ten spoedigste mogelijk in
verbinding gesteld te worden met eenen om
trek die van alle gemakkelijke gemeenschap-
-v —aas» c» o «aga^—
in mi