VAN IJPEREN EN HET ARRONDISSEMENT. Politiek, Nieuws- Handels- en Annoncenblad. Orgaan der Liberale verbintenis van Yper en het Arrondissement. EENDRACHT MAAKT MACHT. c< Met afkappingen en weglatingen kan men altijd iemand beschuldigen zoo schrijft 't Nieuwsblad van Yper in zijn nummer van 23n Mei 1903, 4de kolom van de tweede bladzijde» Zeventiende jaar. Zaterdag 6n Juni 1903. Nummer 23.^ En nochtans AFKAPPEN EN WEGLATEN is altijd hetgeen dit bladje doet om zijne tegenstrevers te lasteren, te beleedigen en te minachten. Wij dagen c H Nieuwsblad pleehtiglijk uit de artikelen die wij geschreven hebben en die door hem aan gevallen zijn, GANSGH te willen inzetten in zijn toekomende nummer. Wij zullen dan kunnen zeggen voor de eerste maal dat het vlaamscli katholiek gazetje van Yper nauwkeurig geweest is. Dan ook zullen wij toestemmen met hem te spreken. Maar vooraleer dat wij met hem redeneeren moeten wij verzekerd zijn dat het zijne gewone slechte trouw zal weglaten. Elk zegge het voort. De dompersgazetten. De Foppers van den Werkman. Gehooid en gezien. Abonnementsprijs voorop betaalbaar 3.00 fr. per jaar voor den buiten. 2.50 fr. voor stad. Per 0 maanden 1 fr. 50. Per 3 maanden 1 fr. Annoncen: 15 cent par drukregel. Rechterlijke eerherstellingen: 1 fr. per regel. Akkoord per jaar of per maand. 5 centiemen per nummer. Afzonderlijke nummers voor artikels, enz. 4 fr. per 100 Alle berichten van verkoopiDgen of andere bekendmakingen ten bureele dezer gedrukt worden eens gratis ingelijfd. De annoncen voor België, ter uitzondering der beide Vlaanderen, als- aaede die voor het buitenland worden ontvangen door den Office de Publicité, Magdalenastraat, Brussel. Men wordt verzocht alle hoegenaamds artikels uiterlijk tegen Vrijdag middag vri; no onderteekend toe te zenden. Artikelen ongeteekend of personnaliteiten bevattende worden niet opgenomen. Somwijlen krijg ik er van die soort onde handen, dan ben ik nieuwsgierig om ze te doorsnuffelen, om te weten wat de kadodders daarin al uitkramen. Verleden zondag was dit het geval, ik las daarin de bedevaart naar Rome met al de heilige opstellers van de bijzonderste pastoorbladen aan het hoofd. Zij hebben nogmaals wat drinkgeld medege nomen: de bagatelle van 132,000 fr. Dat is de zesde inschrijvingslijst van nieuwjaars giften die gesloten geweest is. Die zes lijsten bedragen daaromtrent al hetzelfde getal. Zij waren bijzonder welgekomen. De Paus heeft de belgische bedevaarders zeer beboft en de heilige schrijvers geluk gewenscht. Zij heb ben den H. Vader ook eeD prachtig album geschonken, met al de handteekens er op van al de goede zieltjes die gegeven hebben. De Paus sprak vaa het ongelukkige Frank rijk, waarvan zijn voorganger Pius IX eer tijds zeide: Frankrijk is mijn oudste doch ter. Nu is het waarschijnelijk maar de kleindochter meer. Belgie is eene goede melkkoe voor Rome; hoe meer men er aan trekt, hoe meer het beest geeft. De millioe- nen stroomen uit ons land naar Rome, gelijk het water naar de zee. En nochtans hoeveel armoede en ellende is er hier niet te lenigen, hoeveel arme weduwen en weezen zien wij langs de straten niet dooien, zwart van ar moede en ellende Hoe menig mensch is er toch niet die al werkende, al zwoegende en zweetende vele moeite heef; om aan eene korste brood te geraken. Gij die rijk bedeeld zijt door de fortuin, geeft daar waar de nood het gebiedt. Al die heilige schooiers weten zeer wel dat er ge schreven staat: Hij die een dronk water zal gegeven hebben aan zijnen armen broeder in mijnen naam, zal ik reken als aan mij gegeven, en ik zal hem honderd ten honderd weder ver gelden. Katholieke geldmannen, indien gij zooda nig aan uwe religie houdt waarmede gij zoo hoog oploopt, waai om oefent gij dan de li chamelijke werken van bermhertigheid niet uit. Maar neen, het geld is uwe god; hebben is hebben en krijgen is de kunst. Schooien, uitbuiten en erfenissen inpalmen dat is hun vak. Het klerikaal Gouvernement gelijkt veel aan het standbeeld met de leemen voeten uit het Oud Testament met eenen stoot valt het in gruis. Laatst nog leed het katholiek Ministerie eene nederlaag, die zijnen toe stand niet zal verbeteren, zooveel te meer, vermits bet een groot deel der Rechterzijde tegen zich had. Het Gouvernement had voorgesteld gedu rende de bespreking van het wetsontwerp op de werkongelukken een artikel 2 te stem men, dat aan de nijverheidsbazen, niet be grepen in art. 1, de toelating verleende zich vrijwillig te onderwerpen aan de bepalingen der wet; maar zegde het voorstel, die toe lating kan altijd herroeplijk wezen. Dit artikel, verklaarde M. Huysmans, liberaal Volksvertegenwoordiger voor Brus sel, stoot tegen gansch ons begrip van recht. Tot nu toe had men wetten gemaakt, welke iedereen moest naleven. Nu maakt men er eene, die maar eene klas van perso nen betreft. Gij laat aan de werkbazen toe de wet te aanveerden of te verwerpen. Gij handelt met de wetgeving, gelijk gij uwe schoenen gebruikt. Wanneer uwe schoenen wel gaan, gij trekt ze aan indien ze slecht gaan, gij werpt ze van kant. Het is belache lijk en hatelijk. Gij plaatst de werklieden tusschen het verlies van het voordeel der weten de werkstaking; want, de werksta king zal het eenigste middel wezen, dat zij hebben, om de aansluiting bij de wet op te dringen. De werkbaas zal zelfs het recht hebben zich te ontlasten van eene belasting, waaraan hij zich vrijwillig onderworpen heeft! Hij zal zijne werklieden voor het on vermogen om te betalen kunnen stellen want, hij zal hot recht hebben de toepassing van het burgerlijk wetboek te vragen, en aan de werklieden het voordeel der deelne ming aan de waarborgskas te doen verlie zen. Uwe tekst is zoodanig afstootelijk, dat gij er zelf niet aan gelooft. Ten andere, uwe wet, eene partij wet, is eene doodgeboren wet, die niet kan blyven bestaan. Leven dige toejuichingen links). Alhoewel dit artikel eerst verdedigd werd door den verslaggever, M. Van Cleemputte, en door Minister Francotte, de Kamer, de Minister inbegiepen, verwierp de herroe ping met 119 stemmen op 120 stemmers. Nochtans, een weinig nadien, meende de voorzitter de toelating tot herroeping op nieuw te moeten in stemmen leggen, en deesmaal werd zij bij naamstemming ver worpen, maar alleenlijk met 63 stemmen tegen 46 en 1 onthouding. Kan men een Ministerie en eene meerder heid vinden, die dwazer handelen, die veran derlijker zijn en min met hun zeiven over eenstemmen ja, die lichtzinniger te werk gaan in eene zoo gewichtige zaak als deze der werkongelukken De Minister van Werk en Nijverheid zal dien slag lang blijven gevoelen. Het schijnt dat veel leden der Rechterzijde hem reeds tot een spoedig ontslag veroordeeld hebben. Ook is het niet geoorloofd zooveel lichtzin nigheid en flauwhartigheid aan den dag te leggen bij de bespreking eener zoo belang rijke wet. Men ziet hier ook eens te meer dat de liefde der katholieken voor de werklieden slechts geveinsd is en dus niet anders bestaat dan in den schijn, om als kiesreklaam te dienen voor de katholieke kandidaten. Jan. Dag Pier 1 Pier. Ah, Jan, zijt gij daar. Jan. Ja, Pier. Gij weet immers wel dat ik nog nooit aan mijn w®ord ben te kort gebleven. Pier. Gij hebt gelijk, Jan. Jan. Wat had ik de verleden week be loofd, als wij afscheid namen Pier. Dat gij zoudet spreken over de verschillige nijverheden en beroepen die door de kloosterlingen worden uitgevoerd; en dan een woordje over de Salesianen. Jan. Juist, Pier, ik begin dus met het eerste. Pier. Met nijverheid ea beroepen Jan. Juist. Luister, Pier. Pier. Ik luister. Jan. Ik geef ze op, zooals M. Crombez ze aanhaalde in de Kamer: zij drijven han del in wijnen en likeurenmen vindt verders drogisten, juweliers, hotelhouders, druk kers, pasteibakkers, apothekers, groothan delaars in bezems, stofborduurders, was handelaars, varkenskooplieden, veestallers, koevoerders, handelaars in kaas, gestoffeer de peperkoek, restauratiehouders, handelaars in spijzen, burgertafelhouders, gaarkeuken- houders logisthouders, brouwers, herber giers, handelaars in snuisterijen en curiosi teiten, ruikwerkwinkels, boekhandelaars, modisten, kleer- en schoenmakers, was- schers, gestoffeerde kamers, bloemenhande laars, naaisters, kleermaaksters, zij houden er ook nog verblijf huizen op na, alsook pen- sionnaten, enz. Pier. Is dat alles Jan. Is 't niet genoeg Pier. 't Is wel de moeite: als de kie ne burgerij, de handel- en nijveraars daar niet mede tevreden zijn, versta ik er niets meer van. Jan. Zwanst niet, Pier. Die toestand is te ernstig voor die soort van lieden, die alle lasten hebben te dragen. Pier. Gij hebt gelijk, Jandie lang en kortgerokte raven en trekmutsen doen eene doodenle konkurrentie aan handel en nijverheid. Jan. Nu een woordje over de Sale sianen. Pier. Ja, een woordje over de Sale sianen; 't schijnt, Jan, dat dit nog al rare vogels en zij ook nog al talrijk zijn Jan. De memorie van toelichting van het fransche wetsontwerp dat ze bedoelt, doet uitschijnen dat ze in vijftien jaar tijds 25 gestichten hebben opgericht en dat hun werk niets anders is dan eene uitbuiting van de kindsheid, eene mededinging aan den HET WEEKBLAD" Plechtige uitdaging aan 't Nieuwsblad van Tper. -rggi1 O ef-S» I I

HISTORISCHE KRANTEN

Het weekblad van Ijperen (1886-1906) | 1903 | | pagina 1