Nog 't klerikaal Bankroet Godsdienst en Zedelijkheid. Geestelijke verdraae zaamheid. Liberale Propagandafeesten Kamer van V olksvertegenwoordiger s STADSNIEUWS. Het voorbeeldig bestuur. handel. Het meerendeel der Salesianen zijn niet eens Franschen. De weezen die ze hou den zijn gehuisvest in een gebouw, dat door 't publiek betaald is, zij moeten voortdurend en overdreven werken. De Salesianen ver plichten de kinderen, die zij uitbuiten, tot overdreven arbeid. Pier. Zijn er hier geen Salesianen in ons landeken Jan. Zeker, Pier. Luik bezit van die gasten binnen zijne murenhun onroerend fortuin wordt geschat op 665,000 fr. volgens den offlcieelen vermenigvuldiger, ofschoon het tien jaar geleden, slechts 87,000 fr. bedroeg. Pier. Die fortuin komt voort van hunne ongeoorloofde winsten? Jan. En hunne mededinging aan de nijverheidhet prospectus der Salesianen van Luik, bewijst afdoende dat het eene exploi tatie is, vermits zij, volgens M. Grombez, enkel weezen en half-weezen aannemen. Pier. Maar dat is eene oneerlijke me dedinging voor den Luikschen handel Jan. Zooals M. Grombez het in de Ka mer ook zegde, en een omzendbrief voor den dag bracht, waarin zij ragen dat men hun werk zou toevertrouwen Pier. Maar betalen die Salesianen pa tent Jan. Geen centiem, Pier! Pier. Hoe kan dat bestaan Jan. Zij moeten geen patent betalen omdat al de winsten aan de inrichting zelve ten goede komen. Pier. Dat is niet rechtveerdig. Jan. Ik zeg het ook zoo, Pier; en het wordt tijd dat ik u verlaat. De toekomende week spreek ik u over de Karthuizers en de Assomptionnisten. Dag Pier. Pier. Dag Jan Tot de toekomende week 1 Jan. Zonder mankeeren I De Vlieg. Om het liberaal ministerie in 1884 omver te werpen schreeuwden de klerikalen dat zij België wilden redden dat ons land met ondergang bedreigd was door de lasten, welke men dan te betalen had. En op plech- tigen toon beloofden de zoetsappige kleri kalen, dat zij de lasten met verscheidene millioenen zouden verminderen, indien zij gekozen waren. Zij werden gekozen en, in plaats van te verminderen, wij zagen aanstonds de lasten op eene verbazingwekkende wijze verboo- gen. De schuld des lands werd verdubbeld, en, sedert 1900, is de verhooging van 90 millioen 770 duizend frank 's jaars geweest 1 Die jaarlijksche vermeerdering is zoo schrik wekkend geworden, dat de katholieke ka merleden zeiven vaststellen dat het zoo niet langer kan blijven duren. Er zijn besparin gen noodig; en overal ziet men anders niet dan zotte verkwistingen. Welke ontgoocheling, indien men eenige jaren achteruit ziet 1 Welke treurige klucht spelers zijn toch de katholieke politiekers 1 Zij hebben geen geld en toch, zij ver kwisten maar altijd voort I Nog dezer dagen schonken zij 45,550 fr. aan eenige katho lieke pensionnaten en kollegies onder voor wendsel van den landbouw te helpen en te ondersteunen Vreemde landbouwondersteu- ning, voorwaar Maar, wij zullen hieronder in 't kort trachten te toonen hoe noodlottig deze 20 jaar katholiek bestier voor België geweest zijn. In 1884 bedroegen de uitgaven in België fr. 58.36 per inwoner en de katholieken schreeuwden dat het schrikkelijk veel te veel was. In 1903 bedragen zij fr. 75.04, dat is fr. 19 58 per hoofd méér Welnu, wanneer de uitgaven verhoogen, moeten de inkomsten der staatskas en bijge volg de lasten ook verhoogen. In 1884 beliep .het totaal der belastingen totfr. 26.94 per inwoner. In 1903 beloopen zij 35 fr. per inwoner, of fr. 8.12 per hoofd meer, dat is: dertig ten honderd verhooging 1 Maar, de katholieken kennen den trek om de kiekens te pluimen zonder schreeu wen; en hunne kiekens, dat zijn de lasten- betalers, aan welken zij het geld bij middel van alle slach van goocheltoeren uit den zak halen. Als 't nog langer zoo voortgaat, zal men uit voorzorg op het klerikale vaan del moeten doen schrijven: Zwicht u voor gauwdieven De personen, die nu hunne lasten brieven vergelijken met die van 1884, trekken al een zuur gezichtmaai-, zij geven zich geene rekening van wat zij onrechtstreeks beta len zij zien niet dat de som op hunne con tributiebriefjes, hoe groot zij ook zij, nog veel kleiner is dan de som, welke zij anders te betalen hebben Inderdaad, indien wij de onrechtstreek- sche belastingen nazien, zooals: rechten op den drank, de levensmiddelen, de kleèren en andere artikels, welke men in het huis houden noodig heeft, dan stellen wij vast, dat de onrechtstreeksche belastingen in 1884 fr. 10.11 per inwoner bedroegen en dat zij in 1903 de som zullen bedragen van fr. 17.78, dat is bijna tweemaal zooveel als over 20 jaar Ziedaar wat zij deden de mannen, die in 1884 zoo luid schreeuwden tegen de liberale belastingen, welke de katholieken op zulke schandige wijze verhoogd hebben 1 De kiezers moeten geenen lofzang aanhef fen ter eere van het klerikaal Gouvernement, ook niet ter eere der katholieke gemeente- bestieren, waarvan de geldverkwistingen op meest al de gemeenten zoo schandelijk zijn als deze van het Ministerie. Men zou waar lijk zeggen dat al die mannen elkander heb ben verstaan, om eens te meer de spreuk te bewaarheden, die zegt: Boer, burger en werkman zullen 't al betalen De toestand wordt onuithoudelijk en de katholieke kamerheeren zelve beginnen te zeggen dat het niet langer kan blijven duren en dat het land regelrecht naar het bankroet loopt. Kiezers, denkt er eens ernstig op na want, het zijn uwe eigene belangen, die op het spel staan. Hoe dikwijls hebben onze kaloten niet beweerd dat de Roomsch katholieke gods dienst de eenige grondsteen is der zedelijk heid en dat de liberale scholen broeinesten zijn van misdadigers! Volgens hen kan geen mensch eerlijk wezen, zoo hij niet godsdienstig is 1 Die kolossale stomiteit zingen ze op alle tonen, schreeuwen ze over de daken. En nochtans zijn die schreeuwers overtuigd dat ze liegen. Ze weten, zoowel als wij, dat een mensch, die volstrekt geen godsdienst heeft, eerlijk zijn kan, en dat daarentegen iemand, die godsdienstig is, een volmaaat deugniet kan wezen. Die twee zaken godsdienst en zedelijk heid hebben met elkaar niets te maken! Zoo men aanneemt dat zonder godsdienst geen zedelijkheid mogelijk is, komt men tot het besluit dat de misdaden aangroeien moeten in die landen, waar de godsdienst vermindert; en omgekeerd, dat de misdaden moeten afnemen in die landen, waar de godsdienst toeneemt 1 Werpen wij eenen oogslag op Frankrijk. In Frankrijk hebben de godsdienstige ge voelens der bevolking veel veld verloren en is het anti-klerikalism in zeer aanzienlijke verhouding toegenomen. De kloosterwet is daar het ontegensprekelijk bewijs van. Reeds van in 1851 mocht Michelet schrijven: Frankrijk is niet katholiek meer en zal het ook nooit meer worden De misdaden zouden dus in dit land groo- telijks moeten vermeerderd zijn. Ehwel, het tegendeel is waar! Zulks blijkt uit het laatste jaarlijksch verslag van den minister van binnenlandsche zaken en justitie. In Spanje en Italië, de twee katholieke landen bij uitnemendheid, groeien de mis daden steeds aan 1 "Wij herhalen liet: een mensch zonder godsdienst kan eerlijk zijn. Zedelijkheid en godsdienst hebben met elkaar niets te maken. In deze laste tijden was het in een gemeen te kleine kei mis. Ter dier gelegenheid was er in eene herberg recht op de pastorij een orgel geplaatst met het gedacht van den her bergier hiermede wat meer te kunnen ver dienen en om de jeugd zich een weinig te kunnen vermaken. Ehwel den zoogezegden zielenherder heeft niets beter gevonden dan den Zondag morgend in zijne leugen kuip te klimmen en er het volgende sermoen af te kondigen zeggende" dat al degene die in zulke huizen gaan verdoemd waren en dat degeene die aan die orgels draaien lafifaards zijn en hij liever zoude gezien hebben dat er in zijne gemeente eene groote ziekte uitbarste, dan het komen dier orgels, Heel stichtend niet waar voor eenen dicipel van Christus, nog- thans de leering van Christus zegt, dat men zijnen evenaasten moet beminnen gelijk zijn eigen zei ven Ik zou u danken om zoo be mind te worden, ons dunkt dat om zulke laffe stommiteiten uit te kraamen men moet tot Gheel geweest hebben of erkomstig zijn van waar de zotten meest al kommen. TE GENT. Met genoegen hebben wij verno men, dat er dees jaar in den loop van Juli, groote vrijzinnige liberale feesten zullen plaats hebben te Gent. Deze worden ingericht door de Liberale Jonge Wacht van het ar rondissement Gent-Eekloo, met de medewerking van de bijzonderste liberale maal schappij en der stad. Zeker zullen vele zich nog wel herinneren de grootste propagande- feesten, die in de vroegere goede jaren, het puik van het vrijzinnige liberale leger des lands, in de hoofd stad van Vlaanderen, deed vereeni gen. De inrichters der feesten van heden zullen alles in 't werk stellen, om ze zoo luister mogelijk te maken zij hopen ook, dat elk rechtzinnig liberaal, die in de mogelijkheid is, voornamelijk de jongeren, het hun tot eene plicht zullen rekenen, dien dag in de Arteveldestad aanwezig te zijn, om alle te samen te bewijzen aan onze tegenstrevers, dat zij droo- men wanneer zij beweren dat de li berale partij voor de toekomst iets meer te hopen heeft maar wel inte gendeel dat zij het beste hopen mag. Dien dag zal ons ook de gelegen heid verschaffen, om de banden nau wer toe te halen der verschillende fractiën van de liberale partij. Zitting van Vrijdag 29 Mei 1903. M. Nolfis belet de zitting bij te wonen. Vergoeding van schade voortkomende van de arbeidsongevallen,, Stemmingen. Art. 3. 2ealinea, ontwerp der Regeering: Indien de tijdelijke onbekwaamheid ge- deeltelijk wordt, moet deze vergoeding ge- lijk staan met 50 t. h. van het verschil tusschen het loon van het slachtoffer vóór het ongeval en het loon dat het Slachtoffer kan verdienen alvorens geheel hersteld te zijn. Aangenomen met zitten en opstaan. Art. 3, 3e alinéa. Ontwerp der Regeering: Indien de onbekwaamheid voortdurend is of wordt, dan vervangt eene jaarlijksche vergoeding van 50 t. h. bepaald volgens den graad van de onbekwaamheid,' zooals hiervoren gezegd, de tijdelijke vergoeding, te rekenen van den dag waarop, hetzij door overeenkomst van partijen, hetzij door een eindvonnis, wordt vastgesteld dat de onbekwaamheid van voortdurenden aard is. Bij het eindigen van den termijn voor herziening, bepaald in art. 26, wordt de jaarlijksche vergoeding vervangen door eene lijfrente. Het amendement van M. Denis, vaststel lende de jaarlijksche vergoeding op 66 t. h. te brengen, wordt verworpen met 74 stem men tegen 36 en 4 onthoudingen. M. Van Merris stemt neen, M. Cohert is afwezig. Het bijkomend amendement van M. Jan sen, die 60 t. h. voorstelt, wordt verworpen door zitten en opstaan. Amendement van M. BeauduinWan- neer bij onderling akkoord van partijen, overeenkomsiig art. 24 vastgesteld, of bij uitspraak van den bevoegden rechter, ten gevolge van den eisch ingesteld door eene der partijen, de onbekwaamheid is erkend als voortdurend, wordt de vergoeding Ver vangen door eene lijfrente, gelijkstaande met 551. h. van 't verlies van het jaar lijksch loon. Verworpen met 76 stemmen tegen 47 eQ 3 onthoudingen. M. Van Merris neen, M. Colaert is afwezig. De tekst der Regeering wordt aangenomen door zitten en opstaan. Amendement van M. DenisDe ver goeding kan stijgen tot 100 t. h. van het loon, zoo het slachtoffer volstrekt zonder steun is en niet zonder oppassing en ver - zorging van vreemden kan blijven bestaan en zoolang deze toestand duurt. Indien het slachtoffer, door algeheele onbekwaamheid tot den arbeid getroffen den leeftijd van 21 jaren niet heeft bereikt' op het oogenblik van het ongeval dat zé veroorzaakte, kan de rechter het bedrag der rente verhoogen bij de meerderjarig- heid van het slachtoffer, n De le alinea wordt verworpen door zitten en opstaan. De 2' alinea wordt verworpen met 72 stemmen tegen 47 en 2 onthoudingen. M. Van Merris stemt neen, M. Colaeri is I afwezig. i Zitting van Dinsdag 2 Juni 1903. Einde der interpellatie van M. Troclet over de grondinstortingen veroorzaakt door de koolmijnen en laatst voorgevallen in 't land van Luik. Interpellatie van M. Van Brussel over j het smokkelen van verkens op de holland- j sche grens. M. Van Brussel handelt over de prijzen 1 van het verkensvleesch en besluit dat het I noodzakelijk is de volledige sluiting der grenzen te verordenen om den smokkelhan del der hollandsche verkens te beletten. Men zou bij het invoeren der verkens hetzelfde beheer moeten opleggen als bij het invoeren van het vee. 't Is daar het eenige middel om het bedrog te ontwijken dat eene aanzien lijke schade doet aan den belgischen land bouw. M. Vander Bruggen, minister van land bouw, belooft de kwestie te onderzoeken. Zitting van Woensdag 3 Juni 1903. Vergoeding der schade voortkomende van de arbeidsongevallen. Voortzetting der bespreking van art. 3bls, die aan de hoofden van ondernemingen de genees- en artsenijkundige kosten oplegt. Vraag van M. NOLF tot den minister van financiën gericht. Sedert lange jaren wordt Parijs gere- geld bezocht door onze fabrikanten van kantwerk, die er eenen belangrijken ver- tierweg vinden voor de kanten Valencien- nes genaamd, die een belgisch product zijn en bijzonderlijk in West-Vlaanderen, duizenden werksters arbeid verschaffen. Te allen tijde mochten die fabrikanten met hunne niet verkochte kanten vrij in 't land terugkeeren zonder aan de grens tot andere formaliteiten dan het vertoonen hunner koopwaar verplicht te zijn. Thans moeten die waren bij de belgische douanen worden ingeklaard, zoodat de fa- brikant er dagen lang van beroofd is, wat hem veel schade berokkent. Dit werd den 28 Mei laatstleden geëischt in het tolkan- toor Meenen, en de beambte beriep zich op uitdrukkelijke omzendbrieven van zijn bestuur. Bestaan deze omzendbrieven en moeten zij worden uitgelegd zooals te Meenen ge- schiedde? Zoo ja, waarom handelt men thans t :genover belgische nij verheidsman - nen met eene vroeger onbekende streng- heid? Het Journal d'Ypres, in zijne aanbeve- lings artikels ten voordeele van een bestuur dat zich vermaard heeft gemaakt door zijne verkwistingen, zegt dat de Yperlingen geene klacht in te brengen hebben tegen onze meesters. Dit is zuiver gezwets, dat doet schokschouderen. Om onze lezers een enkel staaltje te geven van de wijze waarop de stadszaken beheerd worden door de schrandere verstanden van 't stadhuis, zullen wij ons voor het oogen-

HISTORISCHE KRANTEN

Het weekblad van Ijperen (1886-1906) | 1903 | | pagina 2