met 292 miljoen 's jaars. 506 miljoenen 526 miljoen fr. Opslag van het vleesch. Kamer van Volksvertegenwoordigers STADSNIEUWS. Iü onze betalende meisjesschool. Geene reclamatiën. Fanfare. ten vruchteloos het Gouvernement wit te wasschen >-a het met loensche middelen te verontschuldigen van de 30 millioen nieuwe lasten, welke het deed stemmen. Er zijner zelfs die hunne lezers in het aangezicht spuwen met te roepen: Leve t katholiek ministeriel Roepen Leve 't katholiek Ministerie omdat het 30 millioen nieuwe lasten stemt! 't is de overmaat van onbeschaamdheid, zelfs vanwege een kalotenblad. Ziehier, ter herinnering hoe M. De Lantsheere, oud-katholiek Minister, zijne onthouding in den Senaat uitlegde: Ik zou geerne het noodige krediet y> gestemd hebben. zegde hij om de kofftj te ontlasten en ik zou mij onder- worpen hebben om deze te stemmendie onmisbaar zijn om het onloochenbaar tekort te dekkenwelk sinds lang voo"- zien is; maar ik wil de noodige inkom- sten niet leveren voor nieuwe nutte- looze uitgaven, noch mijne goedkeu- ring geven aan eene bedriegelijke x wijze var aflossing (der Staatsschuld), welke inbreuk maakl op de grondwet- x lelijke rechten aan den Senaat toege- x kend. Dat men vergelijke en oordeele over de woorden van den katholieken Staatsminis ter De Lantsheere en deze der katholieke bladen. De keuze is niet moeilijk!! In 1884 regeerden de liberalen Verleden jaar had het katholiek ministerie verteerd De voorziene uitgaven voor 1903 zijn vastgesteld op Ziedaar hoe zij onze zuurgewonnen pen ningen aan de vriendjes en kiesdravers uitdeelen. Onder't liberaal ministerie betaalde ieder Belg 10 frs. 11c. per hoofd onrecht- streeksche belastingen, en in het jaar O.-H. J.-Ch. 1903 17 frs. 78 c. Dus dat de lasten die op het volk wegen, bijna verdubbeld zijn onder het bestuur der pastoors. Ze boffen en stoeffenen terwijl men 12 miljoen geeft voor het werkpensioen, en 15 miljoen milicievergoeding, ontfutselt men den werkman zestig miljoenNu 541 miljoen voor vleesch uit de beurs der b.'ave Belgen om den pastoors macht uit te breiden. En weldra 10 miljoen op het bier. 't Is voor nieten Juicht Belgen, juicht in breede, volle accoorden Leve de kaloot Burgers en Werklieden Ziedaar wel eene ongehoorde schaamte- looze kwakzalverij Blijft gij nog langer onverschillig, dan zal men u uitkleeden tot op het hemd. Aan u, kiezers van Yperen, te toonen dat gij niet rijp zijt voor slavernij noch dwingelandij gebruikt met overtuiging uwe vrijheid om den papenboel van 't stadhuis te kegelen. "Wij lezen het volgende ia de Slem der Vlaamsche Landbouwers van Thielt, een blad dat verre is van liberaal te zijn Vleesch 1 Vleesch! Geeft ons Vleesch 1 Zoo schreeuwt men te Brussel, onze hoofdstad. Het vet vee is raar; de beenhouwers kun nen het zich niet genoeg aanschaffen, het vleesch is merkelijk in prijs verhoogd, en nog verliezen de beenhouwers geld, naar het schijnt, dusdanig wordt het vet vee duur betaald, zegt men. De toestand moet toch wel erg zijn, want de burgemeester van Brussel heeft zich tot den minister van landbouw gewend, om hem het openen der Hollandsche grenzen af te smeeken. Men vraagt dus dat men het vreemd vee in grooter hoeveelheid zou doen binnen komen. Dit strijdt gansch met de belangen van den landbouw, of 't ware dat men dan ook het mager vee in ons land binnenroepe op het oogenblik dat de landbouwer het zich moet aanschaffen om te vetten. De landbouwer wenscht niet dat de ste delingen, en bijzonderlijk het werkvolk, het vleesch duur betalen, op voorwaarde dat hij de vetmesting met een redelijke en welver diende winstgeving kunne bevorderen. Dat men dus beginne met al het mogelijke in to spannen, om den landbouwer aan lage prijzen het magere vee te verschaffen, en deze zal gelukkig zijn zoo zijne broeders, de stedelingen, zich aan matigen prijs met zijn opgebrachte vee kunnen vergasten. Dus, dat ons klerikaal ministerie het mid del bezit om den prijs van het vee te doen dalen, maar dat het dit middel niet aanwen den wil om eenige groote klerikale veefok kers toe te laten veel geld te winnen. Het volk moet geen vleesch eten voor onze pastoormannen Hiernamaals zal het toch rijstpap eten met zilveren lepels Zilting van Woensdag 11 Juni 1903. Morgenzitting. Men bespreekt het budjet van oorlog. Namiddagzitting. De Kamer neemt het wetsvoorstel in aan merking dat een inkomrecht legt op de hoppe en het accijnsrecht op het bier vermindert. Vergoeding van schade voortkomende van werkongevallen. De Kamer vangt de bespreking aan van het art. 15 betrekkelijk het stelsel van ver zekering. De tekst door de Regeering voorgesteld luidt - Art. 15, 1. Met het oog op deze wet, worden toegelaten de maatschappijen voor onderlinge verzekering of voor verzeke- ring tegen vaste premiën, die zich gedra- gen naar de bij koninklijk besluit in te voeren verordening. De heeren Helleputte en consoorten stel len voor de woorden: de maatschappijen van onderlinge verzekering of tegen vaste premiën, te vervangen door deze de ge- meene verzekeringskassen tegen de onge vallen. Het amendement der lieeren Helleputte en consoorten wordt aangenomen door, 71 stemmen tegen 50 en eene onthouding. 2e alineaDe toegelaten maatschappijen zijn verplicht reservefondsen of borgtoch- ten te vormen op de wijze zooals door de verordening zal worden bepaald. De heer voorzitter doet opmerken dat, ge zien de uitgebrachte stemming der Kamer, men zal moeten zeggenDe gemeene kas sen van verzekering tegen ongevallen. Het 2e alinea alzoo gewijzigd, wordt aangenomen. Men neemt het amendement aan van M. Cooreman der Commissie, voorstellende bij het 2e alinea te voegen: Hare polissen moeten vermelden dat geen enkel beding van vervallen verklaring zal worden inge- roepen tegen hen die eene vergoeding te vorderen hebben of tegen hunne recht- x verkrijgenden. Het 3e alinea van het ontwerp, luidende als volgtHet bedrag van de reserve- - fondsen of borgtochten wordt, bij voor- recht, aangewend tot betaling van de vergoedingen en renten, wordt aangeno- men door zitten en opstaan. Men begint de bespreking der artikelen ló, 16bis en 16ter. Het vervolg der bespreking wordt uitge steld tot Vrijdag. Zitting van Donderdag 18 Juni 1903. Morgenzitting. Men^zet de algemeene bespreking van het budjet van oorlog voort. Namiddagzitting. De Kamer begint de bespreking der over eenkomst gesloten den 13 November 1901 tusschen den Belgischen Staat en de spoor wegmaatschappij van den Congo. De over eenkomst wordt aangenomen met 82 stem men tegen 26 en 7 onthoudingen. Om de zitting te eindigen herneemt de Kamer de bespreking van de verzekering der werkongevallen, nopens de artikelen 16, 16bis en 16ter welke men Vrijdag voort zal onderzoeken. Zitting van Vrijdag 19 Juni 1903. Morgenzitting. Men zet de algemeene bespreking voort van het budjet van oorlog. Namiddagzitting. Vergoeding van schade voortkomende van de werkongevallen. Men zet de bespreking voort der artikelen 16, 16bis en 16teI, be trekkelijk de waarborgkas. Ziehier den tekst door de Regeering voor gesteld aan art. 16 - De toelating wordt verleend en inge- trokken door de Regeering, die vooraf het advies inwint van de commissie voor de x arbeidsongevallen. x De koninklijke besluiten tot toelating en intrekking worden bekend gemaakt in x het Staatsblad. x De lijst van de toegelaten vereenigingen wordt, om de drie maanden, afgekondigd in het Staatsblad. Het art. 16 van het ontwerp der Regee ring wordt aangenomen. Art. 16bis. Ziehier de vijf eerste alineas. - Onder den naam van Waarborgfonds wordt eene kas van verzekering tegen het x onvermogen der patroons ingestelddeze kas heeft ten doel, in de betaling der ver- goedingen, die bij een ongeval zijn ver- x schuldigd, te voorzien, wanneer het hoofd der onderneming in gebreke blijft aan de op hem rustende verplichtingen te voldoen. Het fonds is verbonden aan de Deposito- en Consignatiekas. De tusschenkomst van dit fonds heeft eerst plaats na de voorafgaande vaststel- ling van het niet-naleven der verplichtin- gen van het hoofd der onderneming. Deze vaststelling geschiedt door den vrederech- ter naar de bij koninklijk besluit te bepa- len voorschriften. De kas heeft haar verhaal op de in ge- breke blijvende schuldenaars; zij treedt in de rechten, vorderingen en voorrechten van de slachtoffers of van de rechtverkrij- genden, zoowel ten aanzien van de hoofden van onderneming en van de verzekeraars als ten aanzien van derden. Behalve wat derde personen betreft, ge- schiedt het verhaal bij dwangbevel, gelijk x in zake van rechtstreeksche belastingen, op de wijze bij koninklijk besluit bepaald. Na de verwerping van een amendement van M. Cambier, zijn de vijf eerste alineas van het artikel 16bis aangenomen. Het amendement van M. Trasenster, die voorstelt de 6e alinea volgenderwijze op te stellenHet waarborgfonds wordt in stand gehouden door bijdragen welke ten laste komen van alle aan de wet onderworpen hoofden van ondernemingen, wordt ver worpen met 84 stemmen tegen 26 en 4 ont houdingen. De 6e alinea van het ontwerp der Com missie luidt aldus Het waarborgfonds wordt in stand ge- houden door bijdragen welke ten laste komen van de hoofden der bijzondere on- dernemingen die niet, op verzoek van het bestuur der rechtstreeksche belastingen, x hebben doen blijken hetzij van de onthef- fing, hetzij van de overeenkomst van ver- zekeriüg, in de alineas 2 en 3 van artikel 8 bedoeld. Een koninklijk besluit regelt de aangifte en de andere formaliteiten ver- eischt om van de overeenkomst of de ont- heffing te doen blijken. Men legt eerst de 3e alinea van art. 8 in stemmen, die luidt als volgt Onverminderd de andere verplichtingen x voortspruitende uit deze wet, zijn de hoof- den van bijzondere ondernemingen, die geene overeenkomst hebben gesloten zoo- als hierboven is gezegd, verplicht tot het ingevolge artikel 16bis ingestelde bijzonder fonds; zij kunnen echter daarvan worden ontheven bij ministerieel besluit, op advies van de commissie voor de arbeidsongeval- len, indien zij de mogelijke uitkeering der vergoedingen hebben gewaarborgd onder de voorwaarden en op de wijze bij konink- lijk besluit vast te stellen: De schikking wordt aangenomen door zit ten en opstaan. De 6e alinea van art. 16b's wordt aange nomen door zitten en opstaan, evenals de 7° en 8e alineas luidende Het beloop van de bijdrage wordt vast- gesteld bij koninklijk besluit, op advies van de commissie voor de arbeidsongevallen. De lijsten van aanslag worden opge- maakt, het recht van verhaal per aange- slegenen wordt uitgeoefend, en de invor- deringen geschieden bij dwangbevel,gelijk -i ia zake van rechtstreeksche belastingen, alles overeenkomstig de bij koninklijk be- x sluit voor te schrijven regels. Een amendement van M, Denis wor(jt verworpen door zitten en opstaan. Men vangt de bespreking aan van art. 17 Men zal dezelve aanstaanden Woensda' voortzetten. Wederom hooren wij klachten van ouder, wegens de vaststelling der vacantiën ia vengenaamd gesticht. Vele ouders hebben kinderen ook in de Middelbare Schooien vinden het zeer ongeschikt, dat de verlof, dagen niet even lang zijn en op onderschei den tijdstippen aanvangen en eindigen. Die bezwaren zijn, ons dunkens, te gegrond om niet in oogmerk genomen te worden en wij vragen ons af, waarom de prijsdeeling met de kermisdagen niet zou gegeven worden wat vele ouders zou toelaten, van in den beginne, hunne villegiatuur te nemen. Verzonden aan Mevrouw de Bestuurster en aan den Heer Burgmeester. Het Journal d'Ypres, willende onze gegronde critieken wederleggen over het beheer der goederen van den arme, her haalt dat er volstrekt niets te zeggen valt tegen de wijze van besturen van onze bur gervaders deze ongegronde bevestiging zal niemand verwonderen; het is louter gezwets, waardig van dezen die door de klerikale partij gelast is de werken en daden van ons bewonderenswaardig bestuur te verdedigen. Sedert jaren vraagt men voorlanden aan de Diksmuidepoort, de eenige die er geene heeft; men vraagt de verlichting met auer- bekken, 't is juist alsof men op doofraans deur klopte. De bewoners der Lange Meerschstraat hebben gevraagd dat men er eene riool zou leggen, werk van openbaar nut en zoo noodzakelijk op deze plaats; maar op het stadhuis blijft men doof. Is men misschien bevreesd zekeren gebuur dezer straat te storen of zijnen gevel te bevuilen! Overal is het't zelfde. Sedert twee jaren belooft men voorlanden op de Maloulaan, het schooné jaargetijde is daar en niets wordt gedaan. Is de stadskas dan zoo ijdel dat er onmogelijkheid bestaat de dringendste werken te beginnen waarvan de credieten reeds gestemd zijn? Wacht men de verkoo- ping af van hetgeen nog overblijft van de stadseigendommen om gevolg te geven aan de talrijke gedane beloften en die nog altijd moeten verwezenlijkt worden? Ah! heer Burgemeester, gij bedriegt u zeer, indien gij denkt dat gij ten onrechte den spot moogt drijven met de wettige eischen van het kiezerskorps; het zal u in de aanstaande kiezing bewijzen dat het eenen burgemeester wil hebben die meer bezorgd is voor de belangen zijner ingezetenen en meer geneigd is de noodige voetstappen aan te wenden bij de Regeering om de noodige werken te bekomen die gevergd zijn door den handel en de nijverheid. Van uwen persoon heeft het zijnen buik vol. In langen tijd hebben de Yperlingen een zoo goed concert gehoord van de groote Fanfare, als dat van verleden zondag. Wat overgroot succes! Indien de kunstige keurbende zoo talrijk niet meer is als eer tij is, maakt de kwaliteit de hoeveelheid goed. De solisten hebben zich bijzonderlijk on derscheiden welken klankwelk gemak kelijk spel! Allen zonder onderscheid mun ten uit door hunne eigenliefde om zich gun stig te doen beoordeelen door een kunstmin nend publiekallen hebben gelukt en hebben eenparige toejuichingen ingeoogst. De sa menhang was volmaakt, de trilslag wonder lijk geleid, eindelijk alles getuigt bij de groote Fanfare van grooten vooruitgang, dank zij het kundig bestuur van haren alom befaamden muziekmeester. Iedereen weet dat het aangekondigd con cert geene plaats heeft gehad. De eenen be weren dat men de oorzaak daarvan moet toeschrijven aan de gansch broederlijks eendracht die bestaat onder de artisten mu zikanten de anderen zeggen dat het op de vraag is van onzen Burgemeester, nog onder

HISTORISCHE KRANTEN

Het weekblad van Ijperen (1886-1906) | 1903 | | pagina 2