Senaat.
Overlijden van Graaf Rarel d'Ursel
Gouverneur van West-Vlaanderen.
Beteekenisvol.
STADSNIEUWS.
Aandoenlijk nieuws.
De Kalfvaart-Wijk.
Het velofeest.
voorgekomen gedurende en door de uit-
voering der overeenkomst.
Een afschrift van het proces-verbaal van
dit onderzoek wordt door dien ambtenaar
aan de griffie van het vredegerecht gezon-
- den. De arbeidsopzieners hebben de be-
voegdheden en rechten hun bij de wetten
van 11 April 1896 en 2 Juli 1899 toegekend.
Dat amendement wordt aangenomen door
zitten en opstaan.
De 6e alinea luidt aldus: Partijen heb-
ben het recht, op hunne kosten, ter griffie
kennis of kopie te nemen van de aangifte
van het ongeval, van het daarbij gevoegd
getuigschrift en, zoo noodig, van het af-
schrift van het proces-verbaal van onder-
zoek.
Aangenomen door zitten en opstaan.
Art. 21, betrekkelijk de rechtspleging en
waarvan wij het onnoodig achten den tekst
weer te geven, wordt insgelijks aangenomen.
Men begint de bespreking van art. 22 ins
gelijks betrekkelijk de rechtspleging.
Zitling van Donderdag 25 Juni 1903.
Morgendzitting.
De algemeene bespreking van het budjet
van oorlog wordt gesloten.
Men bespreekt de artikelen, die aangeno
men worden. De stemming over het geheel
is uitgesteld tot Vrijdag ten 3 ure.
Alsdan begint de Kamer de bespreking
der gendarmerie.
Namiddagzitting.
Vergoeding van schade voortkomende van
arbeidsongevallen. Men herneemt de bespre
king van art. 22, betrekkelijk de rechtsple
ging. Dat artikel wordt goedgekeurd met
den tekst der Regeering. Even gaat het met
de volgende artikelen die insgelijks artikelen
van rechtspleging zijn.
In den loop der zitting heeft de Kamer
besloten te bespreken: voor de begrooting
van 't inwendige, de wet op de bestendig
heid der gemeentebediendenna de begroo-
tingen, het wetsontwerp op de zeebrieven.
Woensdag zal men in tweede lezing het wets
ontwerp op de arbeidsongevallen stemmen.
Zitting van Vrijdag 26 Juni 1903.
Morgendzitting.
Men zet de algemeene bespreking voort
van de begrooting der gendarmerie. Deze
bespreking gesloten zijnde, gaat men over
tot de bespreking der artikelen die aange
nomen worden zonder bemerkingen. De
stemming over het geheele der begrooting
van de gendarmerie wordt uitgesteld tot de
namiddagzitting.
Men begint alsdan de algemeene bespre
king der begrooting van landbouw.
Namiddagzitting.
Vergoeding van schade voortkomende van
de arbeidsongevallen. Men zet de bespreking
der laatste artikelen voort van het ontwerp.
Al die artikelen hebben recht op de rechts
pleging en op het uitvoeren der wet.
Deze bespreking wordt onderbroken om
over te gaan tot de stemmingen over het
geheele der begrootingen van oorlog en van
de gendarmerie.
Het wetsontwerp de begrooting van oor
log bevattende wordt aangenomen met 70
stemmen tegen 43 en 3 onthoudingen. M. Van
Merris stemt ja, M. Nolf stemt neen.
Het wetsontwerp betrekkelijk de begroo
ting van oorlog wordt aangenomen met 85
stemmen tegen 27 en 6 onthoudingen. De
heeren Van Merris en Nolf stemmen ja.
Dan komt M. Daens terug, onder voor
wendsel van ordemotie, op het incident der
verdwenen tabel. Dit geeft aanleiding aan
alle slach van onderbrekingen. M. de Trooz,
die wil antwoorden, eindigt met er aan te
verzaken op het aandringen van den Voor
zitter, en men komt terug op de bespreking
over de arbeidsongevallen.
De voorstellers der amendementen verde
digen dezelve, M. Francotte bestrijdt ze, en
de meerderheid verwerpt ze. Blijft eene
reeks amendementen, volledigings artikelen,
voorgesteld door M. Janson.
De Kamer beslist ze Dinsdag te bespreken.
De interpellatie nopens den Congo wordt
uitgesteld tot Woensdag.
Zitting van Zaterdag 21 Juni 1903.
De Senaat zetelt in de zaal der Kamer
van volkvertegenwoordigers
De vergadering heeft voor doel de goed
keuring der overeenkomst gesloten den 13
November 1901 tusschen de Regeering en de
spoorwegmaatschappij van Congo.
Het wetsontwerp wordt aangenomen met
71 stemmen tegen 7 en 2 onthoudingen.
De Senaat stemt alsdan ontwerpen goed
keuring brengende van overeenkomsten en
koatrakten betrekkelijk domaniale goederen.
De vergadering geraadpleegd over den
datum barer aanstaande zitting, beslist den
22 Juli bijeen te komen.
Brugge, Zondagavond, 28 Juni.
Hedenavond, om 9 u. 30 m. overleed op
zijn kasteel te Oostcamp, bij Brugge, het
aloud slot der heeren Van Gruuthuse de
heer graaf Karei d'Ursel, goeverneur der pro
vincie West-Vlaanderen, gevolmachtigd mi
nister en Buitengewoon Gezant van Zijne
Majesteit den Koning der Belgen.
De aflijvige was 57 jaar en slechts sedert
twee jaar en vijf maanden, Februari 1901,
goeverneur onzer Provincie, opvolgend aan
wijlen den heer Baron Ruzette.
Die dood is een groot verlies voor Brugge
en onze provincie. Graaf d'Ursel was een
aandurvend man hij had China, Brazilië,
en den Congo bezocht, op persoonlijk aan
dringen van onzen Koning, terwijl hij als
legatiesecretaris en gezant in de meeste
hoofdsteden van Europa gewoond had.
De heer d'Ursel leed, zoo zegde men, aan
eene pleurisis en longvliesontsteking. Eene
operatie was noodzakelijk geworden en he
den voltrokken.
Zij gelukte wonderwel; maar ie gevol
gen... Drie medici verzorgden hem sedert
een tiental dagen: Dr. De Schrevel van Brug
ge, Dr. Stienon van Brussel, en een specia
list van Parijs. Hunne wetenschap en toe
wijding hebben het kwaad niet kunnen
overmeesteren.
Alhoewel katholiek was de goeverneur
zeer onpartijdig als hoogambtenaarook aan
hem zullen de provinciale bedienden en
ambtenaars veel verliezen.
Graaf d'Ursel was de volle kozijn van den
hertog d'Ursel, voorzitter van den Senaat.
De laatste opgave der rechterlijke zaken is
wel waardig de aandacht te trekken.
De boetstraffelijke zaken en het getal be
tichten groeit op schrikwekkende wijze aan.
Zoo telden wij in ons land, in:
1885,
31,639 boetstraffelijke zaken
1890,
33,625
1895,
33,960
1897,
36,775
1898,
40,074
1899,
40,099
1900,
43,338
Dit is nog al belangrijk, zooals men ziet.
Maar de verhouding in de vermeerdering
is nog grooter als men het getal betichten of
beschuldigden kent.
Zoo vinden wij in
1889, 41,663 beschuldigden
1890, 43,336
1895, 50,629
1897, 52,224
1898, 53,106
1899, 55,251
1900, 57,417
Als men deze cijfers tegenover het bevol
kingscijfer van ons land stelt, dan vindt men,
in 1885, 54 boetstraffelijke zaken op 10,000
inwoners.
In 1900,63 boetstraffelijke zaken op 10,000
inwoners.
In 1885, 75 betichten op 10.000 inwoners.
In 1900, 85 betichten op 10,000 inwoners.
Als men de zelfde berekening maakt voor
Frankrijk, dat door de klerikalen als zede
loos afgeschilderd wordt, dan vindt men
Yan 1881-1885, 56 betichten voor 10,000
inwoners.
In 1900, 55 betichten op 10,000 inwoners.
Hieruit blijkt dat, als men voor het tijd
verloop der twintig laatste jaren het mid
delmatig cijfer neemt der beschuldigden door
de boetstraffelijke rechtbanken veroordeeld
in Frankrijk en in België, en het in verhou
ding brengt met de bevolking, men tot den
volgenden uitslag komt
In Frankrijk 58 betichten per 10,000 in
woners.
In België 80 betichten per 10,000 inwoners.
Dit verschil is overgroot, niet waar 1
Als men dit ziet, dan mag men ook niet
vergeten, ons steunende op de princiepen der
katholieken en hunnegewone handelwijze in
hunne drukpers, dat juist de aangroei dier
betichten en der correctioneele zaken over
eenkomt met het vernietigen van alle officiéél
onderwijs door de katholieken, en het opko
men van hun vrij kloosteronderwijs.
Hoe meer de scholen verdwijnen, hoe meer
het getal misdrijven toeneemt.
Dit deden wij reeds meer dan eens uit
schijnen ons steunende niet alleen op statis
tieken maar op feiten.
Waar wordt ei het meest en het bloedigst
gevochten
Is dat juist op den buiten niet, waar het
kloosteronderwijs alleen nog bestaat en de
pastoor heer en meester is
Als wij dit zeggen dan springen de katho
lieke bladen recht, uitroepende dat wij de
buitenlieden beledigen en voor moordenaars
uitschelden maar, dat zij zich de moeite
geven de zittingen onzer rechtbanken bij te
wonen en zij zullen dan wel zien en hooren in
welke verhouding de messengevechten staan.
De katholieken zijn achttien jaar mees
ter, het officiëel onderwijs is bijna vernie
tigd, maar de gendarmerie is verdubbeld en
het getal gevangenissen is geklommen ons
land telt 80 betichten op 10,000 inwoners.
Het liberale Frankrijk heeft slechts 58 be
tichten op 10,000 inwoners.
Zoo verre bracht ons 18 jaar klerikale
overheersching
Men spreekt van niets anders in de stad
als van de groote weddingen Zondag 11. ge
daan in den katholieken kring; zij maken
indruk en verwekken in de politieke ge
zelschappen, die aan de kalmte en de onver
schilligheid gewoon zijn, eene volledige
omverwerping.
Ziehier waarvan er kwestie is: Twee even
machtige partijen zijn ontstaan in het kleri
kale kampbeiden hebben dezelfde aanma
tigingen en zijn even hoogmoedig.
Wie van beiden zal winnen? Van daar
Komen die weldingen.
De kliek Surmont-Fraeys-Boone en Cle
eischt het ontslag van M. René Colaert, die
zegt niets gedaan te hebben om het vertrou
wen van het kiezerskorps te verliezen en die
niet wil toegeven aan de eischenvan dezen die
zijnen politieken toestand en fortuin benij
den; hij zegt, niet zonder reden, dat het
aan 't kiezerskorps is te beslissen wie er
gelijk heeft, en het niet aan eenige jaloer-
schen toekomt hunnen baatzuchtigen wil te
willen opdringen.
De geestelijkheid, in hare benauwdheid,
gaat aan alle deuren bellen en tracht de
broeders en vrienden te verzoenen die ver;
deeld zijn door den hoogmoed en de eerzucht
zaak van christelijke liefdadigheid!
Volgens de laatste nieuwstijdingen is een
aanbevolen brief van harentwege verzonden
naar Monseigneur den bisschop van Brugge,
met de oplossing van het geschil.
M. Surmont zou gouverneur benoemd
worden en in zijne hoedanigheid van pro
vincialen senator vervangen worden door M.
Fraeys, derwijze dat die twee ongeduldige
eerzuchligen zeer voldaan zouden zijn, denkt
men.
M. Colaert, als verstandig man, en niets
meer te vreezen hebbende van zijne twee
vrienden die wat te haastig zijn om het
gras onder zijne voeten te maaien, zou, om
de twee partijen te voldoen, als schepen
den aristocratischen en den democraiischen
M. Boone en M. Seys nemen. Twee zeer
verzoenende mannen.
In al de steden, waar de besturen vooruit
ziende zijn, heeft een eigenaar, wie hij ook
zij, het recht niet in zijnen eigendom straten
te trekken noch te bouwen zonder hen een
ontwerp aangeboden te hebben.
Wij zeggen dit omdat wij zeer vreezen
dat deze wijze voorzorg niet nageleefd worde
in onze stad, waar reeds zoovele domme
streeken gedaan zijn geweest onder het hui
dige bestuur.
Inderdaad, wat zien wij? Gp den weg
gaande naar Langemarck, tusschen de her
berg den Hazewind en den eigendom van
den tuinier M. Gelein, is er daar een eigenaar
die eene straat trekt in zijnen eigendom
welker breedte vijf meters kan zijn; met
langs eiken kant een meter voorland af te
trekken, blijven er drie meters berijdbaren
weg over, niet genoeg om aan twee rijtuigen
toe te laten elkander te kruisen.
De stad heeft eenige huizen onteigend in
de Klaverstraat, zij heeft ze doen afbreken
omdat ze geoordeeld heeft dat het verkeer en
de gezondheid het eischten, en zij heeft wel
gedaan. (Spreken wij van de rechttrekking
niet die afschuwelijk is). Waarom zou zij
alsdan eenen eigenaar toelaten, vooral in
eene nieuwe wijk, waar er niets dan onbe-
bouwden grond te onteigenen is, de toekomst
te bederven door smalle straten, door alle
verstandige besturen veroordeeld. Ten an
dere, het gezond verstand en de gezond
heidsleer verzetten er zich stellig tegen.
Die wijk zal gezocht en bewoond worden
door de menschen die maar weinig bemid
deld zijn, op voorwaarde dat hare straten
breed zijn, voorzien van riolen en voorlanden,
en dat de verlichting er niet ontbreke. Dit
is eene verplichting die de stad te beurt valt
en niemand anders.
De nieuwe huizen, naarmatezij opgemaakt
zijn, zijn bewoond omdat zij gemakkelijk
zijn en een kleinen hof hebben.
Het is dus eene wijk die veel goeds voor
spelt, die een behoorlijk plan vraagt, opdat
de stad later de onvoorzichtigheid en de
zorgeloosheid niet betreure van dezen die nu
op het stadhuis zetelen. Er zijn dwaasheden
genoeg begaan geweest, er moeten geene
nieuwe meer begaan worden.
De groote feest voor rijwielen en motocy-
cles, welke verleden zondag hier plaats heb
ben gehad, zijn volkomen gelukt.
Meer dan 150 mededingers waren inge
schreven.
Het weder was zeer gunstig zelfs wat te
warm, niet te min waren de prijzen zeer
goed bestreden.
Ook was er geen volk te kort om dien
schoonen prijskamp bij te wonen, van 's
morgens reeds brachten de treinen eene over-
groote menigte nieuwsgierigen aan van het
omliggende, 's namiddags groeide de menigte
nog merkelijk aan. De tribunen waren wel
voorzien en het overgroote minneplein,
krioelde van 't volk.
Kortom het was een welgelukt feest onder
alle opzichten, en het heeft de neringdoeners
van Yper een mooi stuiverken laten ver
dienen.
Ziehier den uitslag van den wedstrijd:
I. Wederlandsche strijd van snelheid.
1 toer, 820 meters, tijd lm. 4 s.
le Marcelli, Parijs, 75 fr. 28 Arthur
Vanderstuyft, Yper, 40 fr. 3e Pagie,
Tourcoing, 30 fr. 48 Dutrieu, Parijs, 20 fr.
II. Wederlandsche strijd van duur,
15 toeren, tijd 17 minuten, met gang
makers motor-rijwielen.
le Degeeter Gustave, Rumbeke, 100 fr.
2' Vanderstuyft A. 50 fr. 3° Pagie, 30 fr.
4e Degeeter Jules, Brussel, 20 fr.
III. Kampioenschap van Yper, 1 toer,
tijd 1 m. 27 s.
le Vanderstuyft, 40 fr. 2e Monnié, 30 fr.
3e Talon, 20 fr. 4e Glissoux, 10 fr.
IV. Wederlandsche strijd voor snel
heid voor dubbele zitplaatsen, 5 loeren,
tijd 6 m. 48 s.
le Vanderstuyft-Dutrieu, 75 fr. 2*
Marcelli-Lepoutre, 50 fr. 38 Jean-Dieu-
donné, Luik, 25 fr.
V. Staakpriemkoers5 toeren,
tijd 6 m. 23 s.
2 primiën Vanderstuyft, 20 fr. 1 prime
Wuillaume, Antwerpen, 10 fr. 2 primiën
Dutrieu 45 fr.
VI. Vertroosting koers voor al degene
die geen prijs hébben gewonnen, 2 toeren,
tijd 3 m. 21 s.
Is Quivy, Parys, 30 fr. 2e Loiseau,
Maubeuge, 25 fr. 3" Gozet, Maubeuge.
15 fr.
W
HM» f| lp fïj) I
De Iwee partijen hebben hunne aanhan
gers en hunne kwaadsprekers; de eene
noemt zich de democratische Colaert-Seys
Vanderghote en Cle, de andere de aristocrati
sche Surmont-Fraeys-Boone en Cle.
acnrcx