VAN IJPEREN EN HET ARRONDISSEMENT.
Politiek, Nieuws-, Handels- en Annoncenblad.
Herziening der Kiezerslijsten.
Zeventiende jaar.
Zaterdag lln Juli 1903.
Nummer 28.
Kamer van
V olksvertegenwoordigers
Abonnementsprijs voorop betaalbaar 3.00 fr. per jaar voor den buiten. 2 50 fr. voor stad. Per 6 maanden 1 fr. 50 Per 3 maanden 1 fr. Annonoen: 15 cent
pme drukregel. Rechterlijke eerherstellingen1 fr. per regel. Akkoord per jaar of per maand. 5 centiemen per nummer. Afzonderlijke nummers voor artikels, enz. 4 fr. per 100
Alle berichten van verkoopingen of andere bekendmakingen ten bureele dezer gedrukt worden eens gratis ingelijfd. De annoncen voor België, ter uitzondering der beide Vlaanderen, als
mede die voor het buitenland worden ontvangen door den Office de Publicité, Magdalenastraat, Brussel. Men wordt verzocht alle hoegenaamde artikels uiterlijk tegen Vrijdag middag vrij
tai onderteek end toe te zenden. Artikelen ongeteekend of personnaliteiten bevattende worden niet opgenomen.
I904-190S,
Met ln Juli wordt er nogmaals op
het Stadhuis overgegaan tot de
herziening der kiezerslijsten.
De personen, die niet ingeschreven
zijn op de kiezerslijsten, of die het
getal stemmen niet bezitten, waarop
zij recht hebben, mogen hunne rech
ten doen gelden op het gemeente
huis van nu tot 31 October aan
staande.
Wij verzoeken onze vrienden goed
na te zien of er klerikalen op de
kiezerslijsten geschreven zijn die
geen recht hebben te stemmen ofwel
die meer stemmen hebben dan degene
die hun toekomt.
Wij wakkeren onze politieke
vrienden nochtans aan zich liever
aan te bieden op het bureel der Li
berale Associatie, Seminariestraat, te
Yper om hunne reclamatiën te doen.
Het bureel is open de weekdagen
van 9 ure 's morgens tot 's middags,
en van 2 ure tot 6 ure 's namiddags,
en do zon- en feestdagen van 9 tot
12 ure 's morgens,
Ziehier de bijzonderste bepalingen betref
fende het kiesrecht
Om kiezer te zijn voor de Kamer moet
men op 1 Mei 1904
ten volle jaar oul zijn; voor den
Senaat 30 jaar; voor de provincie
«FCF jaar, en voor de Gemeente 30
jaar.
Om ingeschreven te zijn als kiezer voor de
Kamer en den Senaat, moet men Op ln
«Full I903 ten minste SO"
der*t één jU«ftI* ten volle in
de stad of gemeente verblijven; voor de Ge
meente, sedert ten minste 3 jaar.
Hebben recht op ééne bijgevoegde stem:
Voor de gemeentehiezingen, de kiezers
van ten volle 33jaar oud op ln
Mei 1904, gehuwd, of weduwaar met kin-
ders, ten minste F.«> f rank per
soonlijke belastingen betalende UUllL
don Staat in de gemeenten van
meer dan 10,000 zielen van 2,000 tot
10,000 zielen, lO fr, in de mindere
gemeenten frank.
Voor de verkiezingen voor Kamer en Se
naat is deze belasting vastgesteld op ten
minste frank.
Voor de werklieden is het voldoende dat
zij een huis bewonen, welke voor gemelde
sommen als belastbaar aangeteekend is op
de belastingsrollen.
Hebben ook recht op ééne bijgevoegde
stemDe kiezers, eigenaars Sedöl't
ln «lillï 1902 van gronden
of huizen gevende een kadastraal inkomen
van 48 fr.; of van eene inschrijving op
'het Grootboek der openbare schuld, of van
een renteboekje op de Spaarkas, gevende
ten minste eenen jaarlijkschen intrest van
honderd frank en bestaande sedert 1 Juli
1901.
Hebben recht op twee bijgevoegde stem
men
1° Dezen, die alle twee de bovengenoemde
voorwaarden van huisvader en eigenaar
samen bezitten
2° Zij. die drager zijn van een der diplo
ma's, titels of getuigschriften opgesomd in
artikel 17 der wet van 12 April 1894
3° Zij, die een der openbare bedieningen
vervullen of vervuld hebben, die eene der
ambten bekleeden of bekleed hebben, die een
der beroepen uito fenen of uitgeoefend heb
ben, aangestipt in artikel 19 van voormelde
wet.
Niemand kan meer dan dm. jiemmen
hebben voor de Kamers en de Provincie,
noch meer dan vier voor de Gemeente.
Zitting van Dinsdag 30 Juni 1903.
Morgendzitting.
Vervolg der algemeene bespreking der be-
grooting van landbouw. Niets in het.oog
vallend. Twee akkerbouwKundigen hebben
getracht de verbiedende maatregelen te ver
rechtvaardigen, door de Regeering genomen
tegen den invoer van vreemd vee
Namiddagzitting.
Vergoeding van schade voortkomende van
de werkongevallen. Men zet de bespreking
voort der laatste artikelen van het wetsont
werp, betrekkelijk de rechtspleging en de
toepassing. De voorgestelde amendementen
worden de eene na de andere verworpen.
De tekst door de Regeering voorgesteld heeft
de bovenhand. Aan te merken een amende
ment van M. Lemonnier den werklieden
van het bestuur der spoorwegen toelatende
hunne rechten te behouden op den genees
kundigen dienst en hulp door dit bestuur
voorzien. De huidige toestand is voordeeli-
ger voor die agenten dan dezen die hun zou
verschaft worden door het wetsontwerp.
M. Buyl ondersteunt het amendement. M.
Liebaert verzet er zich tegen. Het amende
ment wordt verworpen
De amendementen van M. Janson strek
ken om vergoedingen te doen verleenen, zelfs
onder den vorm van renten, aan de perso
nen die in het verledene zouden slachtoffers
geweest zijn van ongevallen. Die vergoedin
gen zouden ten laste van den Staat zijn. Te
dien einde zou een bijzonder fonds ingesteld
worden van begiftigingen door den Staat
verleend, en het fonds zou onderhouden wor
den door eene jaarhjksche verleening van
een millioen, niet beperkende verleening in
geschreven in de begrooting van den Staat,
en voor de eerste maal in de begrooting van
1903. M. Francotte bestrijdt die amende
menten.
De stemming zal Vrijdag om 3 ure plaats
hebben
Men gaat over tot het onderzoek van het
wetsvoorstel op de zeebrieven. De artikelen
worden aangenomen zonder bespreking, en
de stemming over het geheel wordt insge
lijks uitgesteld tot Vrijdag.
Zitting van Woensdag 1 Juli 1903.
Morgendzitting.
Men zet de algemeene bespreking voort
der begrootiog van landbouw. Aan te mer
ken een amendement van M. Paternoster
voorstellende het crediet met 50.000 fr. te
verhoogen, geschikt voor de verbetering der
rassen onzer huisdieren met het inzicht onze
fokkers van zware trekpaarden toe te laten
deel te nemen aan de tentoonstelling van
S' Louis.
Het vervolg der bespreking is uitgesteld
geweest tot Vrijdag morgend.
Namiddagzitting.
De dagorde draagt de bespreking van de
interpellatie der heeren Vandervelde en Lo-
rand aan den heer minister van buitenland-
sche zaken, nopens de aangekondigde po
gingen door de mogendheden die den akt
van Berlijn geleekend hebben bij den onaf-
hankelijken Congostaat.
Bij ordemotie stelt M. Lemonnier aan de
Kamer voor deze interpellatie te verdagen
om reden dat de engelsche Regeering, de f
nota die zij aangekondigd heeft, nog niet ge
zonden heeft aan de mogendheden die den
akt van Berlijn geteekend hebben. Het ware
misschien voorzichtig, zegt hij, die nota af
te wachten vooraleer die interpellatie te
bespreken. M. de Smet de Naeyer verze
kert dat de interpellatie geene zwarigheid
oplevert.
Daarop begint M. Vandervelde. Hij legt
in 't lange uit al wat aan de koloniale poli
tiek van den Congo raakt. Hij vestigt de
aandacht op de schuldige daden die bedreven
geweest zijn. Hij wil dat de begane misda
den niet ongestraft blijven. Hij vraagt dat
men dit klaar make. Hij hoopt dat er in
België mannen zullen gevonden worden die
het onderzoek zullen vragen, den laster zul
len vernietigen of die in Afrika de mensche-
lijke persoonlijkheid zullen doen eerbiedigen.
M. de Favereau antwoordt dat de belgi-
sche Regeering het voorstel van onderzoek
niet kan aannemen, want zij mag haren wil
niet opdringen aan eene vreemde mogend
heid. De Congostaat heeft dezelfde opper
heerschappij, dezelfde onafhankelijkheid als
't is gelijk welke mogendheid. De minister
maakt den lof van het beschavingswerk
door den Congostaat volbracht, die de sla
vernij afgeschaft heeft, de missiën aange
moedigd, het lot der inlanders verbeterd en,
kortom, onder dat opzicht al zijne verbinte
nissen gehouden heeft.
Hij zal Donderdag voortgaan.
Zitting van Donderdag 2 Juli 1903.
M orgendzitting
Vervolg der algemeene bespreking der be
grooting van landbouw.
M. Hoyois klaagt over de landbouwver-
gaderingen, officieële bewerktuigingen die
hij te liberaal vindt en zou willen zien ver
dwijnen. Daarentegen klaagt hij over'tontoe
reikend deel der toelagen welke aan de vrije
landbouwvergaderingen gegeven worden, die
bijna alleu klerikaal zijn.
M. Delporte vraagt de spoedige bespre
king van het wetsontwerp op de genees
kunde en van dat op de verplichtende inen
ting. Hij vraagt aan de Regeering, die zoovele
opofferingen doet om de gezondheid van het
vee te verzekeren, ook de werken te willen
ondersteunen die voor doel hebben den ge
zondheidstoestand der bevolkingen te ver
beteren.
Het vervolg der bespreking wordt uitge
steld tot morgen.
Namiddagzitting.
Vervolg der interpellatie over het Engelsch-
Congoleesch incident.
M. de Favereau vervolgt zijn antwoord
aan M. Vandervelde. De onafhankelijke
Staat, zegt hij, heeft al zijne plichten ver
vuld jegens de inlanders. Naeenvolgende be
sluiten hebben de strafwetgeving volledigd,
met het doel de uitbreiding der misdadig
heid tegen te houden. De minister doet de
belangrijkheid uitschijnen der openbare wer
ken in Afrika uitgevoerd, der werken die
gesticht geweest zijn ten voordeele der in
landers, der pogingen die gedaan zijn ge
weest op het gebied der gezondheid, der
rechtvaardigheid en der menschlievendheid.
Volgens de overeenkomst van Berlijn, is de
handelsvrijheid niet onbestaanbaar met het
recht van eigendom. De afgevaardigde van
Engeland zelf hseft het bekend. Men moet
de wettelijkheid niet betwisten van den
Staat die zich eigenaar verklaart van lan
den zonder meester. Die leering is overeen
komstig met het wederlandsch recht.
M. Woeste spreekt op zijne beurt eene
lange redevoering uit, hulde brengende aan
het werk van den Congo en aan zijnen stich
ter. Hij stelt bijgevolg de volgende dagorde
voor: De Kamer, eensgezind met de Re-
geering, vertrouwende op de normale en
voortgaande uitbreiding van den Congo-
staat onder de bescherming van den Ko-
ning Opperheer, gaat over tot de dagorde.»
M. Huismans houdt er aan te zeggen
dat de liberale linkerzijde zich niet vereenigt
met de interpellatie van M. Lorand. Het is
op 't oogenblik niet dat de vreemdeling een
nationaal werk aanvalt, zegt hij, dat een
lid van het Parlement zich bij de vreemde
lingen moet voegen.
M. Lorandeen der interpeleerders, heeft
het woord. Hij verklaart dat hij altijd te
genstrever geweest is van de congoleesche
politiek omdat bij voorzag wat er ging ge
beuren.
Spreker zal Vrijdag zijne redevoering
voortzetten.
Zitting van Vrijdag 3 Juli 1903.
Morgendzitting.
Vervolg der algemeene bespreking der be
grooting van landbouw.
M. Raemdonck, verslaggever, antwoordt
aan de verschillende redenaars, die het woord
genomen hebben nopens deze begrooting.
Hij ondersteunt verscheidene der voorgestel
de terugvorderingen. Hij doet namelijk uit
schijnen dat indien de vrijhandel eene schoo-
ne theorie is, zij, in tegenwoordigheid van
het altijd aangroeiend beschermingsstelsel
der naburige landen, geheel en gansch on
uitvoerbaar geworden is.
M. Anseele, terugkomende op de kwestie
van den opslag van het vleescb, doet uit
schijnen dat M. VanBrussel, de eenige kleine
landbouwer die in de Kamer zetelt, den
vrijen invoer in Belgie gevraagd heeft van
het mager vee van Holland en de verminde
ring van den quarantainetijd. M. Van Brus
sel is dus in tegenstrijdigheid met de be
schermende rechterzijde, en hij laakt, met
de socialisten, de maatregelen door de Re
geering genomen. Spreker toont alsdan hoe
verschrikkelijk deze verklaring van M. Van
Brussel ge veest is, die bijzonderheid bijvoe
gende van 40 tot 50 beesten op honderd, van
ziekten gestorven, die ontgraven en aan het
verbruik gegeven zijn geweest I
Deze verklaring toont de betreurenswaar
dige ellende die in onze Vlaanderen heerscht,
ja, onze boeren en onze werklieden moeten,
om te leven, bedorven vleesch eten! De so
cialisten, voegt M. Anseele er bij, hebben
altijd den vrijhandel gevraagd.
Na een wederantwoord van M. Tack, dat
de maatregelen verdedigt door de Regeering
genomen nopens het vee, wordt de zitting
tq middag geheven.
Vervolg der interpellatie over het En-
gelsch-Congoleesch incident.
M. Lorand zet zijne redevoering voort
met de kwestie te onderzoeken onder opzicht
der vrijheid van den koophandel. De eisch
van den koophandel van Liverpool kan ten
ergste, volgens den akt van Berlijn, maar
op een scheidsgerecht uitloopen. Er kan geen
gevaar zijn voor het bestaan van den Onaf-
hankelijken Staat. Maar er is daar sprake
van de bescherming der inboorlingen. De
Engelsche Maatschappij voorde bescherming
der inboorlingen heeft lang geloofd in den
Congostaat. Leopold If is er ten andere eere
voorzitter van. Maar de Maatschappij heeft
geëindigd met te bestatigen dat hare hoop
verijdeld was door de feiten. De bijzonder
ste reden der aanvallen tegen den Congo, is
juist het stelsel van uitbating dat hem toe
laat zijn budjet in evenwicht te brengen.
Indien het Rijk dat gesticht is geweest merk
waardig is, het privaat domein dat er ge
sticht werd is het nog meer. En dat
zoo aanzienlijk domein is uitgebaat door den
arbeid der inlanders. Men noemt dat eene
belasting. Men heeft een einde gesteld aan
de overheersching der arabische belasting
pachters. Maar dat de gedwongen arbeid
waaraan de inboorlingen nu onderworpen
zijn hun het verleden niet betreuren 1
Men onderbreekt het debat om over te
gaan tot twee stemmingen betrekkelijk het
wetsontwerp op de arbeidsongevallen en de
amendementen van M. Janson, vaststellende
het men de werklieden zal vergoeden die in
HET WEEKBLAD
N AMIDDAGZITTING