TAN IJPEREN EN HET ARRONDISSEMENT.
Politiek, Nieuws-, Handels- en Annoncenblad.
Zeventiende jaar.
Zaterdag 18" Juli 1903.
Nummer 29.
Ons lager Onderwijs.
Voorgedaan is nageleerd.
Woesterij.
Kamer van
Y olksvertegenwo ordigers
Abonnementsprijs Yoorop betaalbaar 3.00 fr. per jaar voor den buiten. 2.50 fr. voor stad. Per 0 maanden 1 fr. 50. Per 3 maanden 1 fr. Annoncen; 15 cent
far drukregel. Rechterlijke eerherstellingen: 1 fr. per regel. Akkoord per jaar of per maand. 5 centiemen per nummer. Afzonderlijke nummers voor artikels, enz. 4 fr. per 100
Alle berichten van verkoopingen of andere bekendmakingen ten bureele dezer gedrukt worden eens gratis ingelijfd. De annoncen voor België, ter uitzondering der beide Vlaanderen, als
mede die voor het buitenland worden ontvangen door den Office de Publicité, Magdalenastraat, Brussel. Men wordt verzocht alle hoegenaamde artikels uiterlijk tegen Vrijdag middag vrij
txi onderteekend toe te zenden. Artikelen ongeteekend of personnaliteiten bevattende worden niet opgenomen.
Wij lezen in De Denier Nieuwsblad
van het arrondissement Hasselt en de pro
vin tie Limburg
Het begint er lief uit te zien in ons lager
onderwijs. De twintig jaren klerikale dwin
gelandij leveren ons nu schoone vruchten.
Buiten enkele groote liberale steden, die
konden weerstand bieden aan het hooger
klerikaal bestuur, is het volksonderwijs
o/eral, zoo niet verdelgd, toch gansch ver-
paapscht. De liberale gemeentebesturen, in
ziende dat het onderwijs onzijdig en weten
schappelijk moet zijn, hebben ook immer
gezorgd onderwijzers en onderwijzeressen
te kiezen tusschen jongelieden komende uit
offlcieele normaalscholen. Dat zulks niet in
den smaak viel van ons papen gouvernement
lijdt geenen twijfel. Ook werd er in het ge
heim gewerkt; de bron, waaruit de vrijge-
zinde steden hun onderwijzend personneel
putten, zou gedroogd worden; en het is ge
beurd zooals de klerikalen hel verlangden,
want heden zijn er geene offlcieele onder
wijzers genoeg om aan de noodwendigheid
van het onderwijs der liberale steden te
voorzien.
Een dreigend gevaar hangt boven hetgeen
er nog overblijft van het vrijgezind volks
onderwijs. De ouders durven hunne kinderen
niut meer naar de offlcieele normaalscholen
zenden. Broodrooving en vervolgingen van
allen aard zouden hen te wachten staan.
Die scholen ook worden voorgesteld als
slecht en verderfelijk. En Helaas 1 Bijna
allen zijn reeds tot in het merg verpaapscht.
Eene nog, de normaalschool van Lier, doet
uitzonderingmaar over eenige dagen ook,
lazen wij in een klerikaal blaadje een hevi-
gen uitval tegen die school, waar de leerlin
gen in hunne opstellen vrijgezinde gedachten
durfden schrijven en waar de leeraars vrij
denkend genoeg waren om zulks te dulden.
Het papenblad was onbeschaamd genoeg
het gouvernement te bevelen daar een einde
aan te stellen.
Zoo ver zijn wij gekomenHe wel, al de
vrijgezinde mannen hebben een heiligen
plicht te vervullen. Het onderwijs moet
verdedigd worden. De provinciale raad van
Brabant heeft het voorbeeld gegeven; hij
stemde onlangs eene som van tien duizend
frank ten einde studiebeurzen toe te reiken
aan jonge liedeD, die de normaalschool van
Brussel zouden intreden.
De liberale steden moeten dit voorbeeld
volgen. Dat zij de jongelieden, door geldelij-
ken steun, aanmoedigen het beroep van on
derwijzer te kiezendat zij hen doen begrij -
pen dat een vrijgezind onderwijzer, indien
hij op de hoogte is van zijne taak, zeker kan
zijn van zijnen weg te maken in het onder
wijs der groote steden. Daar ten minste, zal
hij vrij zijn en v®or geene pastoors moeten
bukken.
De toekomst van het land hangt af van
het volksonderwijs. Eene schoone toekomst
in het verschiet indien het onderwijs der
steden zoo laag zou moeten vallen als dat
der dorpen.
In gansch Limburg is er bijna geen dorp
meer of het bezit een klooster van nounen
of ander zwart gebroed; en in het zuiden
onzer provincie is het al zoo erg als in de
Kempen of in de Maas vallei. Als padde
stoelen komen er He kloosters te voorschijn
en overal dringen zij het gemeente onder
wijs binnen en verjagen wereldlijke onder
wijzers en onderwijzeressen.
Als bewijs daarvan een stichtend voor
beeld.
Over eenige dagen kwamen wij te Bilsen
aan de gemeente school voorbijhet was
zoo tusschen tien en elf uren voormiddag
een tiental jongens speelden op het school
plein terwijl de twee onderwijzers te samen
wandelden. Maar, vroegen wij aan een oud
vrouwken welk wij ontmoetten, hoe komt
het dan dat er vandaag zoo weinig kinderen
aan de school zijn? Het zijn ze allen, men
heer; achtien te zamen, negen voor eiken
onderwijzer en die hebben toch nog hunnen
vollen trek. Ja, menheer, is het geen schan
de? En waar zijn dan de andere jongens,
vrouwke lief? Wel bij de broederswist
gij dat niet
Neen, dat wisten wij niet. Maar wat wij
weten is dat Bilsen eene gemeente is van
meer dan drie duizend inwoners; dat de ge
meenteschool van Bilsen immer gekend
stond als eene der beste uit de provincie
dat menige jongeling met het onderwijs
aldaar ontvangen zich eenen eerlijken weg
in de maatschappij heeft weten te maken.
Wij weten ook dat de onderwijzers van
Bilsen twee eerlijke, verstandige en bekwa
me mannen zijn, grijs geworden in hunne
taakdat, al was hun lot niet benijdens
waardig, zij vroeger jaren eenen troost von
den iD de achting en de liefde welke hun
van alle inwoners te beurt viel en dat het nu
heden voor hen pijnlijk moet zijn te weten
van eenvoudige lieden verdacht te zijn hun
loon niet rechtvaardig te verdienen en dit
alleen omdat nu te Bilsen een broerkens
gebroed nestelt met de reputatie welke
men weet.
Zoo is het tegenwoordig op den buiten.
En nogtans liberale scholen zijn er niet
meer, want overal hebben de pastoors vrijen
toegang. Dat is hun onvoldoende Het on
derwijs van den Staat moet verdwijnen.
België'zal een uitgestrekt kapucienen nest
worden. En de vrijgezinde mannen van alle
kleur spannen niet te zamen
En zeggen dat het overal in ons ongeluk
kig land hetzelfde is 111
'T is hoog tijd dat de kaloten weggebustelt
worden!!!
Zie, als 'ne mensch het goed overlegt en
een beetje diep in zijne consciëntie boort,
moet men bekennen dat de klerikalen toch
primussen zijn.
Alle gaven zijn de hunne.
Twee bijzonderlijk:
Zij zijn godvruchtig!!! Dat weet en ziet
iedereen.
Zij zijn koningsgezind.
Dit woordeken in 'nen klerikalen mond
heeft een speciaal smaaksken.
Koningsgezind, dat zijn zij!
Zoolang als de koningen voor hunne
eischen buigen en hunne altijd klimmende
hebzucht gedogen of begunstigen, zoolang
zij geen woordeken blaam laten nedervallen
over hunne scnandige verkrachting der
volksrechten; maar durft een koning of
keizer zich wagen eene speld in hunne over-
heersching te steken, halte-la! majesteit,
laat die pretentie daar, en nog wat vlug, of
zij laten onmiddelijk los, en dan stuikt ge
van uwen troon gelijk een postuurken dat
maar op twee pikkelen meer zou rusten.
Om dit te staven moeten wij de gansche
geschiedenis des koningdoms en der Kerk
niet aanbrengenlaat ons enkel eenige jaren
achteruitgaan, jaren welke wij beleefden,
en zien wij hoe de geestelijkheid en de kle
rikalen onzen koning wisten te.... bewie-
rooken (lil), alleenlijk omdat hij trouw onze
Grondwet naleefde en de wetten, door het
belgisch volk gemaakt, meende te doen eer
biedigen.
Ziehier, onder andere, wat een priester,
die nu belgische senator is, tijdens den
schooloorlog schreef
Sire,
Omdat het liberalismus U op den troon
deed beven, hebt gij de lafheid begaan
hem uwe trouwste onderdanen als aas toe
te smijten. Het kenmerkend karakter van
uwe regeering zal zijn de ondankbaarheid
ingegeven door de lafhartigheid!
Morgen zal de omwenteling den
soepter in uwe krachtelooze handen
verbrijzelen, en niemand zal er de
stukken van oprapen.
Keesen.
Dat briefje werd aan den Koning gezon
den in 1884, en in de klerikale gazetten
overgedrukt. Pastoor Keesen werd niet ver
volgd: integendeel, hij steekt als senator nu
en dan de voeten onder 's konings tafel.
Hebt gij ooit republiekgezinde bladen
zulke grove uitvallen tegen den Koning we
ten opnemen
En onder deze koningsgezinde uitschelders
hoeveel zijn er niet die nu het rood lintj j op
den revers van hunnen overjas steken.
Koningsgezinden? Welke spotternijKo
medianten en Tartufen, ja.
Woeste laat nooit de gelegenheid voor
bijgaan om de bedreigde kwezeiaarsbestu-
ren ter hulp te springen en van het verderf
te redden.
Veertien dagen geleden vroeg priester
Daens aan den minister hoever het zat met
het onderzoek van zijn wetsontwerp op de
vereenvoudiging der kieswetgeving, onder
zoek dat door de bemoeiing van Woeste op
de lange baan geschoven wordt.
Onnoodig te zeggen dat Woeste zich zoo
kwaad maakt als eene helleveeg, telkens
priester Daens zijnen naam uitspreekt. Wie
zou ooit gepeisd hebben dat een katholieke
priester de nagel zou worden van Woeste's
doodkist 1 't Is nogtans zóó; moest priester
Daens in elke zitting der Kamer een vrien
delijk woordeken tot Woeste spreken, deze
ware dood van razernij voor 't einde van
zijn mandaat.
Weet ge waarom het kiesstelsel in voege
voor de kamerkiezing met toepassing der
evenredige vertegenwoordiging op de kie
zingen der provincie en gemeente niet on
middellijk kan onderzocht worden Woeste
heeft het gevonden en de Trooz heeft het
gezegd de commissie moet eerst eene vol
ledige vergelijkende studie hebben op de
kiesstelsels der andere landen
Toen de katholieken hunne schurkenwet
der meervoudige stemmen doordreven, heb
ben ze die vergelijkende studie niet noodig
gehad want, dan zouden ze die nog hebben
en kunnen benuttigen. Maar er is meerdie j
vergelijkende studie bestaat en M. Denis
stelde onmiddellijk het boek van Pyfferoen,
Revue de legislation comparêe, ter be
schikking van het gouvernement.
De katholieken gingen daarop aan het
rumoer maken, Woeste schetterde als een
bezetene, de zitting werd geheven en daar
mede was de komedie weeral eens afgespeeld.
De schurkenkieswet is gemaakt om de
onregelmatigheden der besturen van de kle
rikale gemeenten de straffeloosheid te ver
zekeren door ze geheim te houden bij gebrek
aan kontrool.
De wet der gemeentekiezingen is op zulke
wijze gemaakt dat de evenredige vertegen
woordiging slechts toegepast kan worden in
de groote steden als: Brussel, Gent, Antwer
pen, Luik, enz., waar vroeger nooit een
klerikaal in den Gemeenteraad kon geraken,
en in eenige andere steden als uitzondering.
Is 't in die groote steden dat de kontrool
het meest noodig is Volstrekt niet. In die
steden was er altijd ernstig toezicht en de
besprekingen dér vroegere gemeenteraden,
enkel bestaande uit liberalen, bewijzen dat
men daar niet eenvoudig te doen had met
knikkers, altijd gereed goed te keuren wat
door Burgemeester er schepenen voorge
steld wordt.
De onregelmatigheden, de dieverijen ge
beuren in klerikale burgten en kralen, waar,
door gebrek aan toezicht, menige ontrouwe
werken gebeuren.
Ware er kontrool geweest, zulke knoeie
rijen waren geheel onmooglijk geweest.
Maar verbeeldt u eens, geachte Lezers,
wat het zijn moet in de bijna 2,000 buiten
dorpen van België, waar de klerikalen alleen
heer en meester zijn; waar er geen blad is
om de daden en hesluiten der bestuurders te
bespreken of te laken; waar alles in den
doofpot wordt gestopt, wat gemeentebestuur,
armkamer en dergelijke betreft.
Ik geloof dat men wonderlijke dingen zou
vernemen, moest men in al die klerikale
gemeenten ter plaats en op 't onverwachts
een onderzoek openen over 't bestuur. Het
kontrool van den arrondissementscommis
saris, hoe nauwgezet hij ook weze, is on
machtig de bedekte knoeierijen te keer te
gaan; immers, toen de stukken in orde zijn,
dan is zijne taak volbracht.
Woeste weet zulks en, om zijne slipdra
gers niet in verlegenheid te helpen, is de
noodlottige man tegen de Evenredige Ver
tegenwoordiging, daardoor bewijzende dat
het bestuur der klerikalen overal een boel
is, die het nazicht niet kan doorstaan en
dien wij dus moeten omverwerpen.
De Stad Kortrijh, 12 Juli 1903.
Zitting van Donderdag 9 Juli 1903.
Morgendzitting.
Vervolg van de algemeene bespreking der
begrooting van Schoone Kunsten.
Na eenige gedachtenwisselingen wordt de
algemeene bespreking gesloten en men gaat
over tot de stemming der artikelen, welke
men Dinsdag morgend zal voortzetten.
In den loop der bespreking van de artike-
en, ontstaat een debat nopens het amende
ment van M. Paternoster, strekkende om
een crediet van 50.000 fr. te verleenen ten
voordeele der tentoonstelling van het bel-
HET WEEKBLAD