i STADSNIEUWS. De Mededingers. gisch trekpaardenras te Saint Louis. Het amendement wordt verworpen met zitten en opstaan (11 leden der rechterzijde tegen 6 1 eden der linkerzijde). Namiddagzitting De Kamer vangt de bespreking aan in tweede lezing van het wetsontwerp op de arbeidsongevallen. Een debat ontstaat over de kwestie te we ten of de nieuwe amendementen der Regee ring in de nieuwe bespreking komen. De bevestigende denkwijze eindigt met de bo venhand te behalen. Men begint het onderzoek van het art. 1. De twee eerste alineas luiden als volgt De vergoeding der schade voortspruiten- de uit ongevallen, overkomen aan werk- lieden in de bij artikel 2e bedoelde onder- nemingen, in den loop en ten gevolge van de uitvoering der arbeidsovereenkomst, omschreven bij de wet van 10 Maart 1900, wordt geregeld overeenkomstig de bepa- lingen van deze wet. Met werklieden worden gelijkgesteld leergasten, zelfs wanneer zij geen loon trekken, alsmede beambten die, ter oor- zake van hunne rechtstreeksche of onrecht- streeksche deelneming aan den arbeid, blootstaan aan dezelfde gevaren als de werklieden en wier jaarwedde, door de «verbintenis bepaald, 2 400 fr. niet te bo- ven gaat. De Regeering stelt voor de 3* alinea op te stellen als volgt Het ongeval, in den loop van de uitvoe- ring der arbeiders overeenkomst voorge- komen, wordt, zoolang liet tegendeel niet bewezen is, verondersteld te zijn veroor- zaakt door de uitvoering. Aangenomen. Men gaat over tot het artikel 2, luidende als volgt. Aan deze wet zijn onderworpen de hier- na genoemde openbare of bijzondere on- dernemiDgen I. De mijnen, graverijen, groevende cokeovens; de pers koolfabriekende ovens en werkplaatsen tot bereiding van de ert- n sen en van de voortbrengselen der groeven l)e hoogovens, staalfabrieken, inrichtin- gen tot voortbrenging en bewerking van - ijzer en andere metalen; de metaalgiete- rijen De fabrieken van werktuigen en metalen voorwerpen; de smederijen; de werkplaat- sen voor ijzerwaren, de sloten- en kachel- makerijen; het bewerken van metaal; het vervaardigen van bouten, spijkers, schroe- ven (vijzen), kettingen, draad, kabels, wa- pens, messen en andere gereedschappen of voorwerpen in metaal De spiegelgieterijen, de glasblazerijen, «de kristalfabrieken, de holglasblazerijen; het bakken van aardewerk Het vervaardigen van scheikundige voort- brengselen, gas en bijproducten, spring- stoffen, strijkhoutjes, oliën, kaarsen, zeep, x verfstoffen en vernissen, caoutchouc of x veerhars, papier; De leerlooierijen en leertouwerjjen De graanmolens, de brouwerijen, mou- terijen, stokerijende fabrieken van spuit- x water; de suikerfabrieken x De metsel-, timmer-, schilderwerken en x alle overige werken behoorende tot de x bouwnijverheid; het schoorsteenvegende x aardwerken, het delven van putten, de be- x strating, de werken aan de wegen en ver- x dere werken behoorende tot de burger- x bouwkunde; x De ondernemingen voor personen- en x goederenvervoer te land; de binnenvaart- x ondernemingen; de trek-, sleep- en bagger x ondernemingende ondernemiogen voor x bewaring in magazijn of pakhuis, verpak- x king, laden en lossende telegraaf- en x telephoon ondernemingen x En, in 't algemeen, de ondernemingen x waar, anders dan tijdelijk, gebruik wordt x gemaakt van werktuigen die worden be- x wogen door eene andere kracht dan die x van mensch of dier II. De nijverheids ondernemingen, die x niet begrepen zijn in de hierboven opge- x somde soorten en waarin gewoonlijk ten x minste vijf arbeiders werkzaam zyn x De land- en boschbouwondernemingen x waarin gewoonlijk ten minste drie arbei- x ders werkzaam zijn x De hand.lsmagazijnen waar gewoonlijk x ten minste drie arbeiders zijn x III. De hierboven niet opgesomde on- w dernemingen waarvan de gevaarlijke aard bij koninklijk besluit wordt erkend, op x advies van de commissie voor de arbeids- n ongevallen. Het art. 2 wordt aangenomen na de ver werping van verschillende amendementen. 't Art. 3, gewijzigd als volgt, wordt aan- x genomen door zitten en opstaan Art. 3 (oud art. 2). Aan hoofden van x ondernemingen of van gedeelten van on- dernemingen, die niet zijn bedoeld in art. 2, x staat het vrij zich aan de bepalingen van deze wet te onderwerpen. x Te dien einde leggen zij, bij voorkomend x geval, ter griffie van het vredegerecht, x binnen welks gebied de onderneming is ge- x vestigd, eene uitdrukkelijke verklaring of, x waarvan hun een ontvangbewijs wordt x gegeven. Omvat de onderneming onder- x scheidene zaken, in verschillende kantons gedreven, dan wordt de verklaring gedaan x ter griffie van het vredegerecht, binnen x welks gebied elke dier zaken gedreven x wordt. x Wat betreft de ondernemingen onder- x worpen aan de wet van 15 Juni 1896 op x de werkplaatsreglementen, wordt van de x verklaring melding gemaakt in een vol- x gens genoemde wet opgesteld en aange- x plakt werkplaats-reglement. Buiten dit x geval, heeft de verklaring alleen kracht, x indien zij den werkman vóór zijne verbin- x tenis bekend was. Het feit dezer bekend- x beid kan door alle middelen van recht x worden bewezen, x Zitting van Vrijdag 10 Juli 1903. Morgendzitting. Begrooting van Schoone Kunsten. De Ka mer stemt de laatste artikelen der begroo ting van landbouw, hoofdstuk der Schoone Kunsten. Na verscheidene wisselingen van bemer kingen, neemt men alsdan de artikelen aan van het wetsvoorstel strekkende om het be drog te beteugelen bij middel der margarine bedreven. Namiddagzitting De minister van justicie legt een wetsont werp neder dat de samenstelling van het Beroepshof van Brussel wijzigt. Men stemt feuilletons van inburgering en het geheele der begrooting van Landbouw. Dan komt men op de arbeidsongevallen De volgende artikelen worden opvolgentlijk aangenomen Artikel 4. Wanneer het ongeval de x oorzaak geweest is eener tijdelijke on- x bekwaamheid van werk x van meer dan x eene week heeft het slachtoffer recht, x te rekenen van den dag x die op het on- geval volgt, aan eene dagelijksche vergoe- x ding gelijk aan 50 t. h. van het dagloon. x Indien de tijdelijke onbekwaamheid ge- x deeltelijk wordt, moet deze vergoeding ge- x lijk staan met 50 t. h. van het verschil x tusschen het loon van het slachtoffer vóór x het ongeval en dat welk het kan winnen x vooraleer geheel hersteld te zijn. x Indien de onbekwaamheid bestendig is x of wordt, vervangt eene jaarlijksche be- williging van 50 t. h. bepaald volgens den graad van onbekwaamheid, zooals komt x gezegd te worden, de tijdelijke vergoeding x te rekenen van den dag op welken, 't zij x door de overeenkomst der partijen, 't zij x door een beslissend vonnis, er bestatigd x wordt dat de onbekwaamheid den aard x van beslendigheid aanbiedt. Bij het eindi- gen van den herzieningstij d voorzien bij x artikel 29, zal de jaarlijksche bewilliging x vervangen worden door eene lijfrente, x Artikel 5. Het hoofd der onderne- ming is, overeenkomstig de onderstaande bepalingen, verplicht tot betaling van den x genees- en artsenijkundige kosten, als- x mede van de gasthuiskosten, door het on- x geval, veroorzaakt en gedaan gedurende x de zes maanden die er op volgen. Heeft het hoofd der onderneming, uit- x sluitend op eigen kosten, een genees-en x artsenijkundigen dienst ingesteld en daar- van melding gemaakt in eene bijzondere x bepaling van het werkplaatsreglement, dan x heeft het slachtoffer niet de keuze'van ge- x neesheer en apotheker; evenmin wanneer, x bij gebreke van werkplaatsreglement, par- x tijeD, bij eene bijzondere bepaling der ar- beidsovereenkomst, zijn overeengekomen x dat de dienst wordt ingesteld door het x hoofd der orderneming. x In de overige gevallen heeft het slacht- offer de keuze van geneesheer en apothe- n kerdoch het hoofd der onderneming is x slechts gehouden tot het bedrag van de x som, eens vooral bepaald in een bij ko- x ninklijk besluit vast te stellen tarief. x De vergoedingen voor artsenij- en ge- x neeskundige kosteu kunnen worden be- x taald aan hen die wettelijk verplicht zijn x daarin te voorzien of. by onstentenis van x dezen, aan hen die den last daarvan op zich hebben genomen. Derde personen,aan x wie deze kosten zijn verschuldigd, kunnen x' ze rechtstreeks vorderen van het hoofd der x onderneming. Artikel 6. Heeft het ongeval den x dood van het slachtoffer veroorzaakt, dan x worden, bij voorkomend geval, de volgen- x de vergoedingen toegekend 1° Eene som van 75 frank voor begrafenis- x kosten. Het laatste lid van artikel 5 is van x toepassing op deze vergoeding x 2° Een kapitaal vertegenwoordigende de x waarde - berekend naar den leeftijd van x het slachtoffer op 't oogenblik van het x overlijden eener lijfrente gelijkstaande x met 30 t. h. van het jaarlijksch loon. Dit kapitaal wordt uitsluitend toegekend x aan de hierna aangeduide groepen van x personen x A. Aan den niet uit den echt of van tafel x en bed gescheiden echtgenoot, onder voor- x waarde dat het huwelijk vóór het ongeval x is voltrokken; de weduwnaar heeft echter x slechts dan recht op vergoeding wanneer x hij behoeftig is en de overleden echtgenoote x zijn voornaamste steun was; x B. Aan de wettige kinderen, vóór het x ongeval geboren of ontvangen, en aan de x onechte, vóór het ongeval erkende kinde- x reD, voor zoover beiden den leeftijd van 16 jaren niet hebben bereikt; x C. Aan de kleinkinderen, die den leeftijd x van 16 jaren niet hebben bereikt, alsmede x aan de bloedverwanten in opklimmende lijn, wier steun het slachtoffer was; x D. Aan de broeders en zusters, beneden x de 16 jaren,wier steun het slachtoffer was; x In geval de echtgenoot te gelijkertijd met verscheidene kinderen optreedt, heeft hij slechts recht op drie vyfden van het «kapitaal; in geval hij tegelijkertijd op- x treedt hetzij met een enkel kind, hetzij met een of meer rechthebbenden van de overige x groepen, heeft hij recht op vier vijfden. De kinderen hebben den voorrang boven de rechthebbenden van de groepen Cen D; de rechthebbenden van groep C sluiten die van groep D buiten. Onder rechthebben- den van dezelfde groep, wordt tot gelijke x hoofdelijke verdeeling overgegaan. Bij ont- stentenis van een overlevenden echtgenoot, x treden echter de kleinkinderen tegelijker- x tijd op met de kinderen, doch de verdee- x ling geschiedt staaksgewijs. x De deelen van den echtgenoot en van de bloedverwanten in opklimmende lijn wor- den omgezet in lijfrenten. De deelen van de overige rechthebben- den worden omgezet in tijdelijke renten, die voor elk hunner eindigen op den leef- tijd van 15 jaren. De rechter kan nochtans, op verzoek van eiken belanghebbende, na x vooraf partijen te hebben gehoord of opge- roepen, eene andere wijze van belegging van het kapitaal bevelen; hyi kan ook, onder dezelfde omstandigheden, de verdee- ling van het kapitaal onder rechthebben- den die tegelijkertyd optreden naar bil- lijkheid wijzigen. x Artikel 7. Het slachtoffer of zijne rechtverkrijgenden kunnen vragen dat ten hoogste een derde van de waarde der lijf- rente als kapitaal worde uitbetaald. De rechter zal naar zijn beste weten in x het belang van de aanvragers beslissen, na het hoofd der onderneming gehoord of hem behoorlijk opgeroepen te hebben. In geval van gedeeltelijke voortdurende onbekwaamheid kan de rechter eveneens, op dezelfde wijze, op verzoek van eiken belanghebbende, bevelen dat de geheele waarde der rente als kapitaal zal worden x betaald aan het slachtoffer, wanneer de x jaarlijksche intresten zestig franken niet bereiken. De waarde van de lijfrente wordt bere- kend naar een bij koninklijk besluit goed- gekeurd tarief, dat vooraf wordt onder- x worpen aan het advies van de commissie x voor de arbeidsongevallen. Artikel 8. Onder het loon dat tot grondslag strekt voor de vaststelling der vergoedingen, wordt verstaan het werke- lijk loon dat, ingevolge de overeenkomst, den arbeid werd toegekend, gedurende het jaar dat aan het ongeval voorafging onderneming waarin het zich voordeed" Betreft het arbeiders die sedert min <i een jaar in de onderneming werkz zijn, dan wordt onder loon verstaan hun toegekend werkelijk loon, verh met het gemiddelde loon dat aan o °i°-^ soortige arbeiders wordt toegekend rende het tijdperk noodig voor het volled^" maken van het jaar. '8' x Geldt het eene onderneming waar?a gewone werktijd minder dan één30*16 duurt, dan wordt, voor de berekening de vergoeding, gelet zoowel op het toegekend voor den werktijd als 0p°7 verdienste des arbeiders gedurende h 6 overige gedeelte van- 't jaar. Gaat het jaarlijksch loon 2.400 fr t boven, dan komt het, voor de vastellingen van de vergoedingen, slechts tot het be. drag van deze som in aanmerking. x Betreft het leergasten en arbeiders die .den ouderdom van 16 jaren niet hebben bereikt, dan gaat het tot grondslag geno- men loon nooit boneden het loon van de - andere minst betaalde arbeiders in hetzelf- de beroep; in geen geval wordt het op min der dan 365 frank 's jaars geschat. Om het gemiddelde dagloon te bereke nen deelt men door 365 het cijfer van het jaarlijksch loon, overeenkomstig de vorige bepalingen vastgesteld, x Artikel 9. De Regeering kan, voor bepaalde takken van nijverheid, en, na het advies te hebben ingewounen van de bevoegde afdeelingen der raden van nij verheid en arbeid, beslissen, dat het tot grondslag genomen loon zal worden vast gesteld naar het gemiddelde jaarlijksche loon, dat, voor het ongeval, gedurende een tijdperk van ten hoogste tien jaren werd toegekend, x Artikel 10. De in bovenstaande ar tikelen vastgestelde vergoedingen komen uitsluitend ten laste van het hoofd der onderneming. In de klerikale partij, meer dan in alle andere, spelen de kuiperijen eene groot9 rol en beslissen zeer dikwyls over de toekomst van eenen mensch, hoe groot zijn talent ook zij. Eenige onzer strijdende klerikalen heb- ben er sedert eenigen tijd eene pijnlijke en droevige ondervinding van opgedaan. Met de dood van den gouverneur, hoeveel geloop, hoevele pogingen van wege de tal rijke aanzoekers, vooral in de groote fami- liën, even eerzuchtig als ijdel. Indien er maar het arrondissement Yper te raadplegen ware, zou het vraagstuk eene gelukkige oplossing vinden, deze van twee mededingers te kunnen voldoen, die beiden weinig liefelijk en weinig inschikkelijk zijn. Met M. Surmont tot gouverneur te benoe men, zou de Regeering een grooten dienst bewijzen aan M. René Colaert, die de dage lijksche kuiperyen van den gewezen minis ter van arbeid zeer ducht, dewelke niets anders betracht dan weder eerste magistraat der stad Yper te worden. lot nu toe is de strijd allerhevigst ge weest en zou zelfs noodlottigkunnen worden. M. René Colaert, door zijne partijgangers aangemoedigd, biedt het hoofd aan de aan matigingen der coterie Surmont. Maar zal hij lang kunnen wederstaan Men doet hem doorgaan voor een man van karakter, die niet gauw toegeeft, men zegt hem vast be sloten; wij weten dat hy haar op zyne tan den heeft, hij heeft het verklaard. Dit belet niet, de toestand is ontzenuwend, en het wordt tijd dat er eene oplossing kome. Allo, M. de Trooz, ontsla ons van M. Sur mont in het belang uwer vrienden. De aanhangers van M. Surmont hebben schoon te schreeuwen inde kofflj huizen dat M. René Colaert een man zonder woord is. en dit alles omdat hij zou beloofd hebben, zegt men, dat hij zich zou terugtrekken als bur gemeester om plaats te maken voor M. Sur mont zoodra deze geen minister meer zou zyn. Eischen dat M. Cola8rt, een man van ta lent, na zoovele bewijzen eener zeldzame bevoegdheid gegeven te hebben in de open bare werken en in het beheer der stads financiën, zijne plaats afstaat, is dat geene wreedheid?

HISTORISCHE KRANTEN

Het weekblad van Ijperen (1886-1906) | 1903 | | pagina 2