VAN IJPEREN EN HET ARRONDISSEMENT. Politiek, Nieuws- Handels- en Annoncenblad. Zeventiende jaar. Zaterdag 1" Augustus 1903. Nummer 31. Kamer van Y olk s ver tegenwo ordigers Senaat. Ben hoop klerikale kluchtspelers en de onderwijswet. ▲konn«m6ntsprtya voorop betaalbaar 3.00 ft*, per jaar voor den bulten. S 50 fr. voor stad. Per 6 maanden 1 fr. 50. Per 3 maanden 1 fr. Annonoen: 15 cent pw drukregel. Rechterlijke eerherstellingen1 fr. per regel. Akkoord per jaar of per maand. 6 oentlemen per nummer. Afzonderlijke nummers voor artikels, enz. 4 fr. per 100 Alle berichten van verkoopingen of andere bekendmakingen ten bureele doser gedrukt worden eens gratis ingelijfd. De annoncen voor België, ter uitzondering der beide Vlaanderen, als mede die voor het buitenland worden ontvangen door den Office de Publicité, Magdalenastraat, Brussel. Men wordt verzocht alle hoegenaamde artikels uiterlijk tegen Vrijdag raiddag vrij UB onderteekend toe te zenden. Artikelen ongeteekend of personnaliteiten bevattende worden niet opgenomen. Zitting van Donderdag 23 Juli 1903. Morgendzitting. Vervolg der algemeene bespreking der be grooting van Justicie. Aan te merken eene redevoering van M. Branquart, nopens de beslaglegging op de Zakboekjes des Konings Hij legt er zich op toe te bewijzen dat de beslaglegging in kwestie willekeurig washet werk niet ver oordeeld noch de schrijver vervolgd geweest zijnde. Wat meer is, de censuer bestaat niet in Belgie. M. Vanden Heuvel antwoordt hem dat de vrijheid der drukpers zich tot het misbruik niet uitstrekt. De zitting wordt ten 12 1/2 ure geheven. Namiddagzitting. Vervolg der algemeene bespreking op de fabrikeering en den invoer der suiker. Men zal Vrijdag de bespreking voortzetten. Zitting van Vrijdag 24 Juli 1903. Morgendzitting. Vervolg der algemeene bespreking der be grooting van Justicie. M. Allard vestigt de aandacht op de droe vige uitbating der verzekeringen op het leven der kinderen. M. Versteylen vraagt eene spoedige herinrichting der landelijke politie. M. De Vigne vraagt eene spoedige herziening dar wet van 1873 op de inrich ting der krankzinnigen. Spreker protesteert tegen het aanwervingsstelsel der magistra tuur, dat volstrekt aan de willekeur is over gelaten: De minister aanhoort uitsluitelijk de raadgevingen zijner politieke vrienden. De heer Baron Snoy pleit de zaak der deurwaarders, wier toestand eene verbete ring verdient. M. Destrée, verslaggever der ontwerpen betrekkelijk de jaarwedden der vrederechters en der griffiers, verheugt zich over de wijzigingen door de Regeering voor gesteld, die den toestand verbeteren. Namiddagzitting. Vervolg der algemeene bespreking over de fabrikeering en den invoer der suiker. Het debat wordt onderbroken om aan de Kamer toe te laten hare dagorde te regelen. Men beslist 1°) de kwestie der suiker in den loop dezer zitting te sluiten, 2°) Dinsdag het ontwerp op de onderwijzers te bespreken. M. Schollaert stelt voor Woensdag, Don derdag en Vrijdag de buitengewone begroo ting te onderzoeken en de begrooting van 't inwendige en der spoorwegen te stemmen. Aangenomen. En men komt terug op de suiker. De al gemeene bespreking wordt gesloten. Het amendement Lorand-Hambursin (vaststelling van het accijnsrecht aan 15 fr.) wordt ver worpen met 58 stemmen tegen 47 en 1 ont houding. De artikelen worden opvolgentlijk aangenomen met den tekst der Regeering. De stemming over het geheele wordt uitge steld tot Dinsdag. Zitting van Dinsdag 28 Juli 1903. Morgendzitting. De Kamer herneemt de bespreking der be grooting van Justitie en der wetsontwerpen over de jaaawedden der griffiers en de rech terlijke inrichting wijzigende. De zitting wordt ten 12 ure geheven. Namiddagzitting. De Kamer begint met het wetsvoorstel van M. Maenhaut betrekkelijk het lager onder wijs en verhooging bevattende van de jaar wedde der onderwijzers. Dat voorstel wil zeggen dat de onderwijzers der 5" klas na vijf jaren dienst eene jaarwedde zullen ge nieten van i.400 fr. Van dat oogenblik zul len zij gelijkgesteld worden met de onder wijzers der 4® klas. De onderwijzers dezer beide klassen zullen recht hebben aan vijf naeenvolgende vierjaarlyksche verhoogin gen, de drie eerste van honderd frank en de twee laatste van honderd vijftig frank, zoo dat zij 2.500 fr. zouden trekken van vijf-en- twintig jaren dienst. M. de Trooz herinnert dat het de gemeen- teoverheid toekomt de jaarwedden der on derwijzers vast te stellen. Het voorstel Maenhaut zou zware lasten veroorzaken voor de gemeenten. M. A. Delporte vraagt aan den minister dat hij hem zou uitleggen hoe de onderwij- sers kunnen leven met duizend frank? M. de Trooz. 't Is eene andere kwestie. De minister maakt de breedvoerige kritiek van het voorstel Maenhaut. Hij maakt een verslag over de amendementen die hij neêr- gelegd heeft. Hier zijn ze Artikel 1. Hem alzoo opstellen Bij af wijking aan de eerste alinea van het artikel 15, der instellende wet van het lager on derwijs, is het bedrag der verhooging ver schuldigd bij het eindigen der 5* en 6e vier- jaarlijksche tijdperken op 200 fr. gebracht, voorde onderwijzers en de hulp-onderwijzers der 5® klas, en op 150 fr. voor de hulpon derwijzers der gemeenten der 4'. Art. 2. Hem alzoo opstellen 1. De hoofdonderwijzers van scholen der gemeenten van 5e klas, die in deze hoeda nigheid van 15 tot 20 jaren dienst telden op ln Januari 1896, zullen te rekenen van in Januari 1904, eene jaarwedde genieten van 1.800 fr. dewelke op 2.000 fr. zal gebracht worden bij het eindigen van het volgende vierjaarlijksche tijdperk. 2. De hoofdonderwijzers van scholen der gemeenten van 5® klas, die op 4n Januari 1896, in deze hoedanigheid, meer dan 20 jaren dienst telden, zullen recht hebben op eene jaarwedde van 2000 fr. te rekenen van la Januari 1904. 3. De hulponderwijzers der gemeenten van de 5* klas, die den ln Januari 1896 ten min ste 15 jaren dienst telden, zullen recht heb ben op eene jaarwedde van 1500 fr. bij het eindigen van het 4® vierjaarlijksch tijdperk en van 1700 fr. bij het eindigen van het 5®. 4. De hulponderwijzers der gemeenten der 4® klas, in dezelfde voorwaarden als deze der 5®, zullen recht hebben op eene jaar wedde van 1.550 fr. bij het eindigen van het 4® vierjaarlijksch tijdperk en van 1.700 fr. bij het eindigen der 4®. Wat wij willen, voegt de minister er bij, is de belangen der onderwijzers met deze der gemeenten vereenigen. Het ontwerp Maenhaut zou voor de financien van den Staat eene verhooging van i.500.000 fr. jaarlijksche uitgaven na zich slepen. Men zou alzoo een kapitaal van 50 millioenen moeten onroerend maken. Uitroepingen links.) Na het sluiten der algemeene bespreking, gaat men over tot de artikels. Aan het art. 1 bevestigt M. Maenhaut dat de minister de finantieele gevolgen van het ontwerp merkelijk overdreven heeft. M. Vandervelde ontwikkelt zijn amende ment strekkende om de onderwijzeressen en hulponderwijzeressen op denzelfden voet te stellen als de onderwijzers en de hulponder wijzers onder opzicht der jaarwedden. Mde Smet de Naeyer staat op om het ontwerp Maenhaut volstrekt onaanneembaar te verklaren. M. Colfs, namens de onderteekenaars van het voorstel Maenhaut, verklaart zich te vereenigen bjj de amendementen der Regee ring. (Gelach.) Men gaat over tot de stemmingen. Het amendement Vandervelde wordt ver worpen rechterzijde tegen linkerzijde. De feminist Colaert heeft er dus tegen ge stemd 1 (1) De amendementen der Regeering worden opvolgentlijk aangenomen en het geheele wordt gestemd met 85 stemmen en 31 ont houdingen van de linkerzijde en van M. Maenhaut. De zitting wordt ten 5 ure geheven. Zitting van Donderdag 23 Juli 1903. Wet betrekkelijk de mynen. M. Vanden Heuvel vraagt de verdaging der bespreking, Ifaar de Regeering voornemens is eene nieu we algemeene wet voor te stellen vóór het einde der zitting. Aangenomen. Men vangt de algemeene bespreking aan der begrooting van oorlog. M. Wiener brengt eerst hulde aan de nagedachtenis van gene raal Brialmont. M. Cousebant vereenigt zich met hem. Verscheidene redenaars bieden op. merkiDgen aan. M. Keesen staat op tegen de weinige vrijheid gegeven aan de officie ren die verlangen te trouwen. Hij protes teert tegen het onderzoek door de militaire overheid gedaan over de verloofden der of ficieren en oordeelt de verplichting eenen bruidschat te bezitten, aan de vrouwen van officieren opgelegd, onzedelijk. Hij zou de belemmeringen aan deze huwelijken gebracht willen zien afschaffen of ten minste ver minderen. M. De Coster verzet zich tegen de han delwijze der Regeering en van hare meer derheid jegens het leger hij protesteert tegen de verhooging van uitgaven (50 mil- lioen) voorzien in de begrooting, wanneer het leger zelfs zijne vredeseffectieve niet heeft. Hij zal tegen de begrooting stemmen. M. Cousebant antwoordt aan de verschil lende redenaars. Alles is om ter best in het leger. M. Wiener verklaart dat de linkerzijde tegen de begrooting zal stemmen. Men gaat over tot de lezing der artikelen. De begrooting wordt aangenomen rechterzij de tegen linkerzijde (36 stemmen tegen 22). Men vangt alsdan de begrooting aan der gendarmerie. De algemeene bespreking wordt gesloten en de artikelen worden aangenomen zonder opmerkingen. De stemming over het geheele wordt uitgesteld tot morgen. Zitting van Vrijdag 24 Juli 1903. De Senaat vangt de algemeene bespreking aan der begrooting van landbouw. Men on derbreekt de bespreking om, bij naamafroe- ping de begrooting der gendarmerie te stem men, die eenpariglijk aangenomen wordt. Bij de herneming vraagt M. Henricot eene verhooging van toelagen voor het onderhoud en de verbetering der wegen van groot ver keer. M. De Sleenhault laakt de beweging der beenhouwers tegen de landbouwers op touw gezet. Hij denkt dat den huidigen toe stand moet hehouden worden. M. d'Andri- mont, die het arrondissement Verviers ver tegenwoordigt houdt zich bijzonderlijk bezig met de kwestie van beplanting der dominiale bosschen. Hij bestrijdt het beschermingstel sel der Regeering. Hij eindigt zijne rede met aan den minister te vragen den vreemden honing niet te belasten. M. de Mot protes teert krachtdadig tegen deze leer die bestaat in te zeggen dat men den landbouwer moet beschermen zelfs met de voeding van het volk aan te slaan en moeilijke lasteü te leg gen op het grootste getal. M. Orban poogt vast te stellen dat de vergoeding verleend aan de landbouwers wiens beesten geslacht zijn in een algemeen belang, ontoereikend is. De zitting wordt ten 5 ure geheven. Dins dag zitting ten 2 ure. Zitting van Dinsdag 28 Juli 1903. De Senaat zet de bespreking voort der be grooting van landbouw. M. de Ribeaucourl, ten propooste van den opslag van bet vleesch, wenscht den minister geluk de belangen der veefokkers beschermd te hebben. M. Flechel, zich voegende met de woor den van M. de Mot, protesteert integendeel tegen het beschermingsstelsel der Regeering: Men berooft de massa, den kleine, om de belangen van eenige bevoorrechten te vrij waren. M. Mertens verdedigt de belangen der brouwers en bespreekt de kwestie der rech ten op de hoppe. M. de minister Vander Bruggen ant woordt aan de verschillende redenaars dat alles om ter best is, natuurlijk. Men be spreekt alsdan de interpellatie van M. Han- rez op de snelheid der automobielen. Op te merken eene redevoering van M. Surmont de Volsberghe die ook vraagt dat men maat regels neme om de wegen te beveiligen. Het incident is gesloten. Woensdag, na het verwerpen van het wetsontwerp des heeren Maenhaut, keerde zich de heer Buyi naar de rechterzijde en riep verontwaardigd uit: Gij zijt een hoop kluchtspelers! Dit compliment bleef onbeantwoord. De leden der rechterzijde waren immers zoo overtuigd dat zij eene slechte daad hadden bedreven, dat zij zwegen dat zij zweetten. Zelden heeft eene zitting der Kamer wal gelijker schouwspel vertoond. Nooit mis schien heeft de klerikale meerderheid feller mokerslag toegebracht aan de parlementaire instellingen. Voor haar is het eene redelijke bankroet Toen de jongste wet op het lager onder wijs besproken werd, beloofde de heer Schol laert, de voorganger van den heer De Trooz, in den Senaat, een wetsontwerp te zullen neerleggen, strekkende tot afschaffing van de 5' reeks onderwijzers en hulp-onderwij zers, wanneer de geldmiddelen het zouden toelaten. HET WEEKBLAD (1) Men heeft overtuigingen of men heeft geene, niet waar, M. Colaert? (N. der R.)

HISTORISCHE KRANTEN

Het weekblad van Ijperen (1886-1906) | 1903 | | pagina 1