wezen. Er is geen onmisbaar mensch, zegt de wijsheid der volkeren, en deze zijn min onmisbaar dan 'tis gelijk wieZeer wel.) Ten andere de grieven die wij hebben te doen gelden zijn talrijk en ernstig genoeg om die lofgierigheid ultra-wettelijk te ma ken. Onierzoeken wij hoe de klerikale meer derheid de verschillige punten van haar programma van 1890 heeft weten na te leven Gelijkheid voor allen! Ja, op voor waarde dat men geen deel make van de Ou i- Pompiers noch van de liberale Associatie, noch van geen een liberale maatschappij der stad. Zijn alleen tot de bedieningen der stad toegelaten, dezen die van den kant onzer meesters zijn. De werklieden die geen deel maken van het Volkshuis zien zich alle werk weigeren en zijn verplicht in Frank rijk te gaan werken. De liberale handelaars zijn geboycoteerd en uitgesloten uit al de te doene leveringen aan de stad en aan de ge stichten die er van afhangen. Geene verdrukking meer van den ar meDe on gelukkigen zien zich van alle hulp berooven indien zij hunne kinderen naar de katholieke scholen niet zenden. En bemerkt dat de inkomsten der aanzienlijke fortuin nagelaten door M Capron (een libe raal) aan het Bureel van weldadigheid, moes ten dienen om al de ongelukkigen zonder onderscheid ter hulp te komen Geene geldverkwistingen meer! Een andere spreker zal u het financieel beheer onzer meesters uitleggen en den staat waar in zij onze openbare financiën gesteld hebben. Geen schooloorlog meer! 't Is met dien kreet dat onze meesters, nauwelijks aan het bewind gekomen, om besparingen te doen, begonnen hebben met het pensionnaat van het Atheneum af te schaffen, dan het Athe neum en eindelijk het stadscollege zelf. Zij hebben begonnen met het schoolgeld te ver- hoogen in onze betalende bewaarscholen, wat het getal leerlingen merkelijk vermin derd heeft. Sedert zoeken zij door alle mid delen, die in hunne macht zijn de ontvolking onzer scholen teweeg te brengen ten voor- deele der katholieke scholen, vervolgens de hulpgelden der officiëele scholen aftrekken de om ze te verdeelen onder hunne scholen. Zeker moet het onderwijs vrij zijn, de concurrentie is toegelaten, maar op een wettig gebied. Door de drukking die zij rechtstreeks of onrechtstreeks, maar gedu rig uitoefenen, door de aanzienlijke hulpmid delen waarover zij beschikken is de strijd niet gelijk! Ons openbaar onderwijs is be dreigd, en indien wij er niet in gelukken het klerikaal bestuur omver te werpen, 't is het volledig en onvermijdelijk verval, 't is de vernietiging binnen korten tijd onzer schoo- ne scholen, eertijds zoo bloeiende Nijverheid, koophandel en openbare wer ken! Ziehier wat M. Colaert nopens die za ken in het Volkshuis verklaard heeft: "Men zegt dat wij het getal fabrieken niet ver- meerderd hebben! 't Is waar, maar tot nu toe hebben wij geen water genoeg. Bij twee jaren zal er meer zijn, en de ny- heid zal mogen komen (sic!) Zie daar eene bekentenisEn de voltooiing der vaart die de Koophandelskring sedert twaalf jaren vraagt? De echte waarheid is dat se dert de aankomst der katholieken aan het bewind, de stad, zooals het M. Branfaut eer tijds zeide, een groot kapucienenklooster geworden is! In plaats van fabrieken, heeft men niets dan kloosters en zothuizen uit den grond zien rijzen. Levendige toejuichingen Dp arieven ontbreken dus niet. Het is dus weitelijk eene hoofdzaak het klerikaal bestuur omver te werpen tenvoordeele onzer lijst! Op ondersteunende wijze, strijden wij ten minste om eene vertegeewoordiging te hebben in den Gemeenteraad. Dat is nood zakelijk De eerlijke katholieken zelf beken nen het! En indien wij er niet in gelukken onze geheele lijst te doen doorgaan, ten min ste zullen wij gelukken er een merkelijk deel van te doen kiezen. Reeds, in 1899 hebben de liberalen gestreden om eene vertegen woordiging in den Raad te hebben. De kle- rikalen, M. Colaert aan 'i hoofd, hebben ons alsdan bestreden gelijk zij ons nu bestrijden. Zij wilden van de E. V. niet! Maar, gelijk het de achtbare heer Bossaert, onze gewezen hoofdman, zeer wel gezegd heeft, wien onze tegenstrevers zelve verplicht zijn lof en be wondering toe te zwaaien. M. Colaert was gemszins van hetzelfde gedacht in 1887, wanneer hij streed om inden Gemeenteraad te tredenDe katholieke partij moest in den Raad vertegenwoordigd wordener moest een toeziener zijn; en M. Colaert werd be noemd! Sedert is de Raad gelijksoortig ka tholiek geworden, maar de klerikalen willen geene toezieners meer. Zij hebben ze noch tans meer noodig dan het oud liberaal be stuur! In 1899. heeft M. Colaertin de Kamer het wetsontwerp op de E. V. bestreden, voorgesteld door het kabinet der rechterzij de. 't Is een zonderlinge politieker, M. Co laert! Hij neemt wel somtijds politieke her vormingen aan, maar op voorwaarde dat zij hem voordeelig zijn! Alzoo voor de E. V. al- zoo voor het stemrecht der vrouwenHij heeft zich maar partijganger getoond van het stemrecht der vrouwen om het A. S. der mannen te bestrijden. Maar wanneer dat gevaar voor het oogenblik verdwenen was, is bij g'en feminist meer geweest. Hij is geen feminist meer geweest den dag op wel ken er in de Kamer spraak was de onder wijzeressen onder het oogpunt der jaarwed de, op denzelfden voet te stellen als de onderwijzers Dien dag heeft hij zijn femi nisme in zijnen zak gesteken. In tegenstrij digheid van M. Colaert, is de heer senator Surmont van het begin af aanklever ge weest van de E. V. En indien de kwestie der geheele E. V. in alle graden eens weder voor de Kamer en den Senaat komt (zij zal er komen!) zal M. Surmont, zich zeiven gelijk, dezelve stemmen. M. Colaert zal ze bestrij den. M. Colaert is geen partijganger van de E. V. Hij is partijganger van de vertegen woordiging der belangen.... zijner vrienden Gelukkiglij k dat al de Ypersche katholieken niet van de naeening zijn dezer laatste Er ontbreken geene gematigde; katholieken in Yper, die de noodzakelijkheid erkennen de liberale partij vertegenwoordigd te zien in den Gemeenteraad. De E. V. is noodzakelijk: 'tis het eenig hulpmiddel tegen het favori- tisme. Wij zullen dus zegepralen, Mijnheeren, 't zij in 't geheel, 't zij ten deele. Herinnert u dat over nauwelijks eenige dagen, een sohrij velaar van de 36e orde in de kolommen van het Journal d' Ypres zei, van M. Co laert sprekende, dat hij het was die de om verwerping te weeg gebracht had van eene partij die weldra lot de geschiedenis niet meer zou behooren! Wij zullen hem too- nen aan dat sectaris orgaan dat, spijts de duistere tijden dat wij komen te doorleven, het liberalisme onvergankelijk is, onvergan kelijk tenzelfden titel als de onveranderlijke princiepen van vrijheid, broederlijkheid en rechtvaardigheid die zijne natuur zijn! Overal, ten andere, wonen wij eene krachtige ontwaking bij der liberale denk wijze! Overal is het klaroen der herzameling door onze dappere jeugd geblazen! Eere aan hen, eere aan de jongen, 't is de partij der toekomst En wat het tegenwoordige betreft, Mijn heeren, den 19 October naastkomende, na de afkondiging der stembus, zult gij ons oud liberaal vaandel, versleten door den ou derdom en de doctrinale gebrekelijkhe- den alleen uit zijnen koker zien rijzeD, en een nieuw tijdperk aankondigende van vre de, vrijheid en voorspoed! aanhoudende toejuichingen). Na de schoone redevoering van M. Lahey- ne, onophoudelijk onderbroken door de luidruchtigste toejuichingen, wordt het woord gegeven aan M PolydoorVermeulen, die dapper toegejuicht wordt zoodra hij op de trede verschijnt. Redevoering van M. P.Vermeulen. Mijnheeren, Ik denk u te mogen herinneren dat de vergadering openbaar en tegensprekend is. Indien gij iets weet te wederleggen op de gedachten die wij zullen uiteenzetten, of indien gij verwijten te doen hebt op mijne kandidatuur of op deze der andere kandida ten, zal het woord u toegestaan worden. Wij zullen met beleefdheid antwoorden. Indien er onder u opstellers zijn van de lasterende en leugenachtige aanvallen ge richt tegen den persoon onzer kandidaten, ik noodig ze uit die aanvallen hier te bewij zen. Stilzwijgendheid Indien er iemand is onder u die deze lafhartige aanvallen niet afkeurt en schand vlekt dat hij het woord vrage. (Stilzwij gendheid.) Ik wist wel dat mijn oproep zonder weergalm zou blijven. Men ontmoet die laf aards nooit in eene vergadering van vrije mannen. Zij begaan hunne eerloosheden achter hooge muren, verre van alle gevaar en weerwraak. Toeiuichingen Voor die moedige kwasten zijn onze kandidaten zonder waardede klerikale kandidaten zijn leeuwen. Wij zullen vergelijken en zien wat er van is. Ik ben een oud-gemeenteraadslid. Ik heb lang vóór de klerikalen in den gemeenteraad gezeteld, ik ben er verschei dene jaren met hun geweest. Ik was er met M. Colaert, toen hij kle rikaal was. Gij herinnert u allen, Mijnheeren, dat na de teleurstellingen welke de waterver- deeling gaf, een uitstekend man, een ge leerde, M. J. B. Annoot, deze hoofdkwestie bestudeerde. Gemeenteraadslid, ik meende die studiën te moeten volgen en er aan mede te werken volgens mijne middelen. De kle- - rikalen keurden onze werken goed en pre zen ze. M. Colaert in 1888 in den Raad geko- men, keurde goed, ondersteunde en ver dedigde mijne voorstellen tegen de meer derheid, die toen liberaal was. Maar wanneer de meerderheid klerikaal geworden was en dat >deze, met een poli tiek doel, de dwalingen der liberalen wil den voortzetten en verergeren, keerde M. Colaert mij den rug toe zonder inleiding en zonder kieschheid Hij begon te aanbidden wat hij verbrand had Dat geeft de maat zijner bestuurlijke be kwaamheid en zijner rechtzinnigheid. Het politiek belang bestond hierin dat het nieuwe bestuur oogenverblinding en grootschheid wilde hebben. Spijts mijne krachtdadige pogingen, stemde men op het voorstel van M. den in- nieur Timmerman, voor 559.000 fr. nieuwe werken. Ik heb ze krachteloos, nutteloos, onge rijmd genoemd, M. Colaert vond ze uitmun tend! (Gelach Men deed onmiddelijk voor meer dan twee honderd duizend franken van die werken uitvoeren. Gij hebt over de beko- mene uitslagen kunnen oordeelen. Wij zijn op rantsoen gesteld geweest tot 3 uren daags tot over eenige weken en de kwaliteit blijft verdacht, gevaarlijk voor de gezondheid M. Colaert is burgemeester geworden en heeft de 360.000 fr. dezer uitmuntende gestemde werken niet durven uitvoeren (Gelach, toejuichingen Ziedaar die fameuze leeuwen Ziedaar die groote bestuurders in oefe ning Toejuich in gen Ik heb gedurig bacteriologieke ontle dingen gevraagd. Men heeft er geene durven doenMaar onlangs ben ik er in gelukt te weten dat eene bacteriologieke ontleding ge daan was geweest in 1901 op water uit den vijver genomen in December (als het orga nische leven slaapt en dat zij 4,500 tot 5000 microben per kubiek centimeter gegeven heeft, dit is 5,000,000 per liter en onder de welke talrijke koloniën baccile coli. Ik haal het verslag aan van den geleerden professor Van Ermengem aan wien de ont leding toevertrouwd is geweest. Maar men heeft zich gewacht dien uit slag kenbaar te maken. De bekendmaking van het gewrocht van den heer Ingenieur Froidure was mij noodzakelijk omdat ik er in gelukte er van kennis te krijgen en het publiek ook Welke kleingeestige geheimzinnigen De bacile coli komt uit het menschelijk ingewand on is een zeker teeken van de be smetting van het water door menschelijke uitwerpsels Al de bevoegde lieden zijn eenstemmig over de gewichtigheid van dat punt. Maar het Journal d' Ypres spot dom weg met deze ernstige kwestie. Laatstmaal over mijne kandidatuur sprekende, zeide het dat ik niets anders ken dan de microben. Wat is het verstandig! 't Is jammer dat het Journal en zijne meesters er niets van kennen. Hunne onwe tendheid heeft reeds veel gekost aan de V perlingen en indien gij er geene orde aan stelt, heeren kiezers, zal u dat in 't vervolg nog meer kosten. (Toejuichingen). Het waterkasteel dat zich statig verheft in de lucht, beteekent dat het u, lastenbe- talers en kiezers! meer dan vijftigduizend franks 's jaars kost; duizend franks per week! - De zesduizend lastenbetalers en kiezers van den buiten dragen bij in deze uitgave gelijk de anderen en zij kunnen er niet van genieten. Noch zij noch hunne kinderen zullen er ooit van genieten. Wat denkt gij, kiezers van den buiten van die wijze van uw geld te besturen, dat gij zooveel moeite hebt om te winnen? (daverende toejuichingen). Ziehier de cijfers Eerste inrichting; 700,000 fr. aan 3 fr. 21,(100 Jaarlijksche kosten: machie- nen en personneel 16,000 Verslijting der buizen, door de organische stoffen uitge- kankerd, aflossing 15,000 Totaal fr. 52,000 «Moede van klachten te hooren, misschien ook, de geheime hoop de stadsfinanciën te kunnen versterken, kondigde onze Bur gemeester groote werken aan, die, zeide hij, eene groote leening zouden noodzakelijk ge maakt hebben en een beslissenden uitslag zouden gehad hebben voor de oplossing van het vraagstuk der voedselwateren. Men zou gemeend hebben dat men zich zou hebben gehaast om die gestemde en zoo verstandig en uitmuntend gevonden werken uit te voeren. Allo dan! dat ware goed voor gewone bestuurders. Gelach en toejuichingen). Men stelde twee ingenieurs aan, de hee ren Coomans en Froidure om nieuwe studiën te doen 1 Die heeren, na een zorgvuldig on derzoek, keurden de eertijds gestemde wer ken af, gelijk ik het gedaan had, zij hemel den verscheidene werken op die voor het ontwerp Coomans fr. 196,000 kosten en voor het ontwerp Froidure fr. 210,000. M de Burgemeester kon dus voort, hij had zijne min of meer ronde leening. (gelach). Maar eene onvoorzichtigheid bracht alles in de war. De brochuren werden mij toege zonden, bij misgreep ongetwijfeld. Ik vond de nieuwe ontworpene werken te kostelijk en nutteloos. Het Journal d'Ypres barstte het uit van lachen. Ik bewees dat met 10,000 fr. te ver teeren men zou beschikken over 1,220,000 kubiekmeters water, bijna het dubbel der noodige hoeveelheid. Daarom ware het voldoende een gazmo- tor met pomp aan de Tempelpoort te leggen. Op die wijze zou men over al het oppervlak kig water beschikken van onzen hydrogra- phischen kom die 5,000 hectaren groot is, en die ten allen tijde benuttigd is geweest voor het spijzen der stad. De kom die de Dicke- buschvijver spijst heeft maar 1457 hectaren. Ik heb bewezen dat de kwestie der wa terzuivering maatregelen vorderen in even redigheid met den vooruitgang der weten schap en dat overtreft alles. Daarin ben ik het bijna eens met den heer ingenieur Froidure. t Is daar dat onze eerste pogingen zul len strekken indien gij ons noemt (Toejui chingen). De werken onzer geleerde ingenieurs zijn sedert lang geëindigd. Het Journal d'Ypres heef t gelachen met mijne tusschen- komst maar men heeft noch de opgehemelde werken, noch de zoo begeerde leening durven stemmen De vrees der kiezers is het beginsel der wijsheid. Indien gij de klerikalen stemdet zou de dans der briefjes van duizend fr. op nieuw herbeginnen. (Toejuichingen). Vooraleer dit onderwerp te verlaten, ben ik eene geheime mededeeling verschul digd aan het Journal d'Ypres. In mijne opzoekingen over het water van Yper heb ik koloniën ontdekt van den bacille orgulli, die baccile dringt in de hersens en maakt er zekere verwoestingen die het sujet dom en zot maken van hoogmoed. Dat het Journal zijne vrienden van den opstellingsraad waar schuwe, het schijnt dat er een onder hen reeds zeer van aangedaan is. Langdurig gelach.) De onbekwaamheid onzer klerikalen treft iedereen. Beziet de Halle. Men stemt 139 million nen buitengewone werken en geen nagel Dp. heeren ingenieurs wilden eene reserve van water van 667,000 kubiek meters.

HISTORISCHE KRANTEN

Het weekblad van Ijperen (1886-1906) | 1903 | | pagina 2