Getuigschriften bij de reclamatie gevoegd. II. Mijnheer de Secretaris der liberale Associatie van Yper, III. De ondergeteekenden, MM. A. M. en H. M. bijzitters, evenals M. E. L. libera le getuige in het 3® kiesbureel van Yper, verklaren dat M. zich in het 3* kiesbureel aangeboden heeft, dat de liberale getuige luidop en met verstaanbare stemme aan den Voorzitter heeft doen opmerken dat gezegde M. het recht niet had te stemmen omdat hij den 23 Juli veroordeeld had geweest tot 15 dagen gevang voor verheeling. M. heeft noch geprotesteerd noch geloochend. IV. Kiezers, Eerlijke lie den van al de partijen, oordeelt nu en zegt wie van ons de gekozenen zijn van de kiezing van 18 October. Goede liberale toestand in het Arrondissement Yper. Het geldt hier eene kwestie van openbare orde die niet mag prijsgegeven worden aan de eenige handeling der kandidaten en hun ner getuigen. De parketten en gemeentebe sturen zijn rechtstreeks gelast met de uit voering der noodige maatregelen. De parketten van Kortrijk en van Yper hebben den plicht volbracht dat het art. 64 litt. E van het kieswetboek hun oplegt en hebben aan het gemeentebestuur der stad Yper de maandelijksche staten overhandigd die de vonnissen van veroordeeling der hee- ren P. en M. onherroepelijk berichten. Het bewijs er van is dat de heeren P. en M. op de kiezerslijsten der stad Yper voor 1904- 1905 niet meer voorkomen en dat de belang hebbenden gewaarschuwd zijn geweest van hunne doorschrapping uit de lijsten. Maar indien de parketten hunnen plicht volbracht hebben, heeft het gemeentebestuur aan den zijnen ontbroken met de gèrechter- lijke beslissingen niet te overhandigen aan de voorzitters der kiesbureelen, betrekkelijk P. en M. waarvan het officiëellijk gewaar schuwd had geweest en dit zooveel te meer dat de veroordeelingen uitgesproken zijn geweest na het opmaken der lijsten, 't Is hetgeen vroeger altijd gedaan is geweest, 't is hetgeen ditmaal nog is gedaan geweest in de andere gemeenten van het arrondissement en in geheel het overige des lands. Geene spitsvindigheid, overigens, kan de overhand hebben op de eenvoudige redenee ring die wij gedaan hebben. Volgens de wet mochten deze twee kiezers geen deel nemen aan de stemming. Zij heb ben er nochtans deel aan genomen: de stem men zijn onbevoegd. Het eenige vraagstuk waarbij men moet blijven is dit: te weten of zij op den uitslag der stemming hebben kunnen indruk ma ken. De zaak is klaarblijkend, aangezien er volgt uit al het voorgaande dat twee kandi daten die maar het cijfer zelve der volstrek te meerderheid bereikt hebben, van deze twee kiezers zeven stemmen bekomen heb ben onwettig uitgebracht. 't Is daarom dat wij u vragen de kiezing te verbreken der heeren Lemahieu en Van- denboogaerde, en daar zij het cijfer der vol strekte meerderheid niet bekomen hebben, volgt er dat gij de art. 44 en volgende der wet van 12 September 1895 moet toepassen, gij zult in hunne plaats de twee bevoordee- ligste kandidaten der lijst Nr 1de heeren Nolf en Dechièvre benoemen. Indien gij nochtans oordeeldet dat het niet genoegzaam bewezen is dat de onregel matige stemmen, waarop wij uwe aandacht vestigen, voordeel gedaan hebben aan de heeren Lemahieu en Vandenboogaerde, zou de twijfel die in uwe meening bestaat u nog moeten beletten hunne kiezing goed te keu ren en u overhalen eene nieuwe kiezing te bevelen. De andere kandidaten der lijst nr 2 een getal stemmen boven de volstrekte meerder heid bekomen hebbende, zijn wij geneigd te gelooven dat de aangehaalde onregelmatig heden hunne kiezing niet kunnen vernieti gen. Wij denken nochtans uwe aandacht te moeten vestigen op de uitspraak van het Koninklijk besluit van 16 februari 1900 Re- cueil électoral de Scheyven et Hollevoet, t. X. blad. 80) nopens de kiezingen van Frameries. Er was bestatigd geweest in eenen ge lijken aard als den onzen dat elf stemmen gegeven waren geweest door kiezers die geen recht hadden aan»de kiezing deel te nemen. De bestendige Deputatie van Hene gouw bestatigende dat 2 gekozenen weder zijds 36 en 23 stemmen meer hadden dan de volstrekte meerderheid, had hunne kiezing goedgekeurd en eene nieuwe stemming be volen voor het overige. De Regeering aan vaarde die oplossing niet en vernietigde ge heel de kiezing omdat, in eene onvolledige kiezing, de kieskotienten zouden moeten an ders gerekend zijn. Ter staving dezer vraag van verbreking roepen wij daarenboven andere onregelma tigheden in die bestatigd geweest zijn gedu rende de optelling. AIn het 1® optellingsbureel (de 2®, 8® en 9® kiesbureelen optellende), bevestigt de libe rale getuige, M. S., dat de rooskleurige op getelde kiesbriefjes niet nauwkeurig nagezien zijn geweest. Bij het opendoen heeft men bestatigd dat een briefje geen stempel had. Dit is teruggenomen en geplaatst geweest bij de witte en nietige briefjes. Maar hij verzekert dat indien men ze allen naziet, men er andere zal vinden insgelijks ontbloot van stempel. B. In het 6® kiesbureel verklaart en ver zekert de liberale getuige, M. L. C., dat op het einde der kiesbewerkingen, bij de optel ling der niet gebruikte rooskleurige en witte briefjes, hij bemerkt heeft dat twee roos kleurige ontbraken evenals een wit, of schoon zij vóór de opening der stemming aanwezig waren. Daar de voorzitter van het bureel ver klaarde dat hij eene aanteekening nopens dat feit ging behandigen aan den Voorzitter van het hoofdbureel, heeft de liberale getuige dit niet doen inschrijven in het proces verbaal. Het zal voldoende zijn de leden van het kiesbureel te ondervragen opdat de juistheid dezer feiten ten volle bewezen zij. Welnu, indien er briefjes ten onrechte goedgekeurd zijn geweest, indien er misgre pen zijn begaan geweest in het tellen der verschillende reeksen van briefjes, zullen de uitslagen ervan noodzakelijk door gewij zigd zijn. Wij bidden u dus, mijnheeren, in eerste plaats, hetzij te verklaren dat de kiezing der heeren Lemahieu en Vandenboogaerde on bevoegd en nietig is en bijgevolg in hunne plaats de heeren Nolf en Dechièvre als ge kozenen uit te roepen,, hetzij eene nieuwe gedeeltelijke of geheele kiezing te bevelen voor twee der mandaten eindigende in 1912 of voor de geheele reeks dezer mandaten. In tweede plaats vragen wij u, indien gij het nuttig vindt, onderzoeken en opsporin gen te bevelen, noodig om de wezenlijkheid der feiten vast te stellen waarop wij uwe aandacht vestigen. Aanvaardt, Mijnheeren, de verzekering onzer hoogachting. Yper, den 25 October 1903. Beesau Bhlxfaut Dechièvre Dedeystere Harteel lWEINS Laheyne \OLF Speybrouck ¥ermeulem Inventaris der stukken gevoegd bij de reclamatie der liberale kandida ten tegen de gemeentekiezing van Yper van 18 October 1903: 1. Fac-simile van een geldig verklaard briefje in het 2° optellingsbureel. 2. Fac-simile van een nietig verklaard briefje in het 3® optellingsbureel. 3. Getuigschrift van den getuige D in het 3® optellingsbureel. 4. Getuigschrift van den getuige S. in het le optellingsbureel. 5. Getuigschrift van den getuige L. evenals van de bijzitters M. en M. in het 3® kiesbureel. 6. Getuigschrift van den getuige I in het 8® kiesbureel. 7. Getuigschrift van den getuige C. in het 6" kiesbureel en in het 2® optellings bureel. 8. Ontvangbewijs door den heer Griffier der Rechtbank van eersteD aanleg van Yper der vraag van een uittreksel van het vonnis van veroordeeling van den heer L. M. 9. Ontvangbewijs door den heer Griffier der Rechtbank van eersten aanleg van Kortrijk der vraag van een uittreksel van het vonnis van veroordeeling van den heer A. P. 10. Getuigschrift van inschrijving van L. M. op de kiezerslijsten van Yper van den ln Mei 1903 tot den 30 April 1904. 11. Getuigschrift van inschrijving van A. P. op de kiezerslijsten van Yper van den 1 Mei 1903 tot den 30 April 1904. 12. Kopij gelijkvormig bevestigd van het bericht gegeven aan L. M den 20 Augusti 1903 door het Gemeentebestuur van Yper van zijne uitschrapping van de kiezerslijsten van Yper 1904-1905 uit oorzaak van veroordeeling 13. Kopij gelijkvormig bevestigd van het bericht gegeven aan A. P. deu 7 Juli 1903 door het gemeentebestuur van Yper van zijne uitschrapping van de kiezerslijsten van Yper 1904-1905 uit oorzaak van veroordeeting I. Ik ondergeteekende D. S., liberale getuige in het 3® optellingsbureel, de 1°, 4* en 5° kiesbureelen optellendeverklaar Dat men een rooskleurig briefje vernie tigd heeft, teekens dragende van potlood aan 't hoofd der lijst, in het vierkant onder het Nr 1 (liberaal), maar waarvan het wit puntje niet aangeraakt was geweest; en dat ondanks mijne opmerking. Yper, den 19 October 1903. (g.) D. De rooskleurige briefjes opgesteld in het optellingsbureel N° 1 zijn niet nauwkeurig onderzocht geweest. Bij hetopendoen hebben wij bestatigd dat een der briefjes geen stem pel had. Ik durf verzekeren dat indien men ze allen wil nazien men er andere zal vin den die insgelijks van stempel ontbloot zijn. Aanvaard, Mijnheer, mijne dienstwilligste groetenissen. (G.) A. S. liberale getuige in het 2® kiesbureelen en in het 1® optellingsbureel. De Voorzitter, M. V., rechter bij de Rechtbank van 4n aanleg te Yper heeft aan de liberale getuige de stukken gevraagd die de juistheid van zijn gezegde bewezen. Hij heeft zelfs M. niet ondervraagd. (1) Het Bureel, geraadpleegd geweest zijnde, heeft met 3 klerikale stemmen tegen 2 libe rale beslikt M. tot de kiezing toe te laten. De Secretaris Fl., griffier bij het vre degerecht, heeft aan de liberale getuige ge zegd dat er geene stukken bestonden aan gezien M. in beroep gegaan washetgeen valsch is. (2) Tengevolge dezer bevestiging heeft de li berale getuige zich bepaalt zijne protestatie in het proces-verbaal te doen aanstippen. Yper, den 24 October 1903. De Bijzitters, (G.) M. en H. M. De liberale getuige, (G). E. L. Ik ondergeteekende, liberale ge tuige in het 8® kiesbureel der stad Yper, verzeker dat de heer A. P. in zijn bureel gestemd heeft. Yper, den 49 October 1903. (a) E. I. Ik ondergeteekende L. C., liberale ge tuige in het 6® kiesbureel van Yper, verklaar en verzeker dat op het einde der kiesbewer kingen, bij het optellen der niet gebruikte rooskleurige en witte briefjes, der overhan digde (2 rooskleurige) en van deze die ge bruikt waren, ik bestatigd heb dat twee rooskleurige ontbraken, evenals een wit, ofschoon zij vóór de opening der kiezing aanwezig waren. Ziehier de cij fers die ik genomen beb in het bureel zelve. Rooskleurige briefjes 652, - overhandigde 2. Witte briefjes 652, - Totaal 1304. - overhandigde 2. Rooskl. niet gebruikte 73. - ontbrekende 2. Witte niet gebruikte 76. 1. Totaal niet gebruikt" 149. - ontbrekende 3. Getal stemmen gegeven door de 323 aan wezige kiezers 575 rooskleurige -j- 575 witte 1150 gevoegd bij de 2 149 -j- 3 1304. Daar de voorzitter van het bureel ver klaarde dat hij eene nota te dien opzichte ging overhandigen aan den voorzitter van het hoofdbureel, heb ik het feit in het pro ces-verbaal niet doen aanstippen. Wat meer is, ik houd er aan te doen op merken dat de katholieke kandidaat S. zi^ rond 9 ure binnen in het 6® bureel gekomen is om te spreken aan den doctor D, bijzitter die de stembriefjes stempelde en dat die bij zitter korts nadien tweemaal uit het bureel gegaan is in korten tusschentijd. Ik verzeker insgelijks dat in het optel lingsbureel Nr 2 (3, 6, 7 optellende) men als geldig aanvaard heeft ten voordeele der lijst 2 (katholiek) een briefje der rooskleurige reeks, waarvan het vierkant aan het hoofd der lijst teekens droegen van potlood (eene potloodsschreef was zelfs uit het vierkant gekomen), maar waarvan het wit puntje niet aangeraakt was geweest en dit spijts mijnen weerstand. Yper, den 19 October 1903. (G.) L. G. liberale getuige. Yper, den 29 October 1903. Nergens is de liherale partij meer vooruit gegaan dan in het arrondissement Yper. De stad Yper die in de kiezing voor vier jaren 62c stemmen meerderheid aan de kle- rikalen gaf, heeft ditmaal omtrent evenveel stemmen aan clericaleu en liberalen gegeven en op twee stemmen na werden twee onzer vrienden gekozen met onzen volksgezinden kamerheer Ernest Nolf. Wanneer men nagaat dat kloosterlingen en priesters in de stad zoowat 300 stemmen bezitten, mogen wij terecht beweren dat de burgerij van Yper in groote meerderheid liberaal is. Vóór de kiezing was er slechts eene ge meente in het arrondissement met een libe raal bestuur, MEESSEN, het oude stadje dat altijd door en door liberaal is geweest. Ditmaal hebben de klerikalen zelfs den strijd niet durven aangaan de liberale lijst van den alom geachten heer burgemeester E. Victoor werd zonder strijd gekozen. TE NIEUWKERKE, voortijds ook een liberale gemeente, maar waar over twee jaren door het afsterven van den burgemees ter Glorie en de twee schepenen, de kleri kalen meester werden, heeft met klank op nieuw de liberalen doen zegepralen. Nieuwkerke en Meessen blijven dus de twee groote liberale gemeenten van Zuid- Vlaanderen waar de kadodders nooit zullen boven geraken TE WYTSCHAETE, Becelaere, Staden, Rousbrugge en Crombeke heeft de vrijzinni ge partij ook schoone uitslagen bekomen. Jammer dat de liberale vrienden van Pope- ringhe te laat gezorgd hebben om hunne kandidaten in te dienen, zooniet was de ze- praal daar ook waarschijnlijk. Overigens het meestendeel der gemeenten van het arrondissement zullen een raad half liberaal en half klerikaal hebbenwant men vergete niet dat wij hier het onrecht genie ten der huidige kieswet. Ofschoon de liberalen in vele plaatsen de helft der kiezers uitmaken, kunnen zij geen enkel raadslid kiezen terwijl in de groote steden de kadodders, alwaar zij slechts een vijfde van het kiezerskorps uitmaken verscheidene raadsleden doen doorgaan. Zulke onrechtvaardige wet bestaat er op den aardbol niet; ook zouden de liberale Kamerheeren zonder uitstel de herziening van dergelijke schandalige wet moeten vra gen; men begrijpe zelfs niet hoe zij het se dert lang niet gedaan hebben. Het is meer noodig dan het algemeen stemrecht. (1) N- B. M. Y. zetelde nochtans wanneer M. veroordeeld is geweest. De Rechtbank was samen gesteld uit de heeren V., Voorzitter, M. en V., rechters. f2) N. B. M. F. sedert korts Greffier van het vredegerecht benoemd was bediende in de Greffie, waar hij zich met de boetstraffelijke zaken bezig hield.

HISTORISCHE KRANTEN

Het weekblad van Ijperen (1886-1906) | 1903 | | pagina 2