i
VAN IJPEREN EN HET ARRONDISSEMENT.
Politiek, Nieuws- Handels- en Annoncenblad.
Zaterdag 26" December 1903
Nummer 52.
Liberaal en klerikaal.
STADSNIEUWS.
Gemeenteraad van Yper.
De bijzondere Commis-
siën der stad.
Abonnementsprijs voorop betaalbaar 3.00 fr. per jaar voor den buiten. 2 50 ft*, voor stad. Per 6 maanden 1 fr. 50 Per 3 maanden 1 fr. Annoncen, 15 cent
P* drukregel. Rechterlijke eerherstellingen: 1 fr. per regel. Akkoord per jaar of per maand. 5 centiemen per nummer. Afzonderlijke nummers voor artikels, enz. 4 fr per 100
Alle berichten van verkoopingen of andere bekendmakingen ten bureele dezer gedrukt worden eens gratis ingelijfd. De annoncen voor België, ter uitzondering der beide Vlaanderen, nis-
Mede die voor het buitenland worden ontvangen door den Office de Publicilé, Magdaleriastraat, Brussel. Men wordt verzocht alle hoegenaamde artikels uiterlijk tegen Vrijdag middag vri;
Hl onderteek end toe te zenden. Artikelen ongeteekend of personnaliteiten bevattende worden niet opgenomen.
Vele menschen denken dat de libe
rale partij uit geen andere personen
bestaat dan uit lieden, die de pries
ters haten en den godsdienst trachten
uit te roeien.
Klerikalen, denken zij, eerbiedigen
den godsdienst en de priesters. Doch
hoe bedriegen zij zich
De liberalen eerbiedigen eenieders
denkwijze, doch willen ook dat de
hunne geëerbiedigd worde. De libe
ralen zijn aanhangers van het stel
sel de burgemeester op het stadhuis
de priester in de kerk en de onder
wijzer in de school.
De klerikalen willen integendeel
de priesters overal meestor en wij
zien dan ook maar al te veel pries
ters die dit niet zijn met den naam,
maar met der daad. Wij zien daar
om ook het gouvernement des lands
de onderdanige dienaars zijn der bis
schoppen.
Het is omdat de priesters en de
klerikalen alom den baas willen spe
len, dat de liberale partij tot stand
is gekomen. Liet men dat \olkje be
gaan, zij zouden ons terugbrengen
tot den goeden ouden tijd, toen de
boeren kosteloos het land aan de ker
ken, kloosters en geestelijken toebe-
hoorende, moesten bewerkentoen
zij het tiende van hunnen oogst aan
de geestelijken moesten afstaantoen
men de menschen verbrandde en op
hing, die niet blindelings wilden ge-
looven aan de flauwe kul die de pries
ters ons als Evangelie willen verkoo-
pen; toen de gewetensvrijheid onbe
kend was en alom verdrukking, el
lende en zedelijke verkwijning was
te bemerken; toen men de groote
denkers als ketters uitgaf en op de af-
gruwelijkste manier martelde, om
hen aan hunne leer te doen verzaken.
Het is om dien terugkeer tot eenen
schandelijken tijd te beletten dat de
liberalen bestaan en dat is een geluk
voor 't land, voor 't volk.
Onderzoeken wij nog wat breed
voeriger de strekkingen der twee
partijen: Liberalen en Klerikalen.
De liberalen willen de verdraag
zaamheid daar zij aanhangers zijn van
de vrijheid voor allen en in alles.
Dat kan men van de klerikalen
niet zeggen. Wie niet paapsgezind is,
wordt door hen vervolgd, geplaagd,
en zoo zij het kunnen ten onder
gebracht. Hoe menig burger, hoe
menig landbouwer want vooral in
den huiten kan men de waarheid van
ons gezegde bemerken is door de
geestelijkheid en hare sleepdragers
niet geruineerd
Een bewijs van de liberale verdraag
zaamheid vinden wij in de geschie
denis der schoolwet in 1879. De vrij
zinnige partij liet het meerendeel der
aan haar verplichte ouders teenemaal
vrij hunne kinderen ter school te
zenden waar zij wilden.
Zoo handelde de klerikale partij
niet: de ouders, wier kinderen naar
de gemeenteschool gingen, werden
vervolgd, gebanvloekt, uitgescholden,
van op den predikstoel en van daar
als halve duivels aangewezen.
Waarom die banvloeken
Zucht naar meesterschap, haat
voor het volksonderwijs en volksver
lichting en niet.... de liefde voor den
godsdienst of de redding der ziel van
de kinderen, was hun doel.
De geestelijkheid was verblind door
hare politieke onverdraagzaamheid
zij kon en wil niet begrijpen dat zij
aan hare ambtsplichten te kort kwam
met den catechismus niet te willen
leeren -de-«ehoien zij vil zir.h
niet buigen voor het wettelijk be
stuur des lauds, en haalde zich dan
ook derwijze de welverdiende ver
achting op het hoofd.
Wij, liberalen, wij zeggen aan ieder
een: leert, onderwijst u, leest zoowel
onze schriften als die onzer tegen
partij. Wie den voor en den tegen
leest, zal zich een eigen oordeel kun
nen vormenmaar wij verwittigen
hun tevens op voorhand zich niet te
laten misleiden door de schandige
leugentaal en laster der klerikale ga
zetten, waarvan talrijke alles behalve
de eerlijkheid in pacht hebben.
Zeg eens aan den pastoor dat gij
Het Weekblad leest, hij zal u die le
zing verbieden, u als liberaal in ge
heel de gemeente aanklagen, u het
schuifken voor den neus geven in den
biechtstoel, u vervolgen, enz., enz.
Hij vreest dat gij zoudt verlicht
worden en die vrees is de oorzaak
zijner onverdraagzaamheid.
En echter mag Het Weekblad onder
alle opzichten nevens het beste kle
rikale nieuwsblad gelegd worden.
Vindt men er iets in van leugentaal,
zedenschennis, godsdienstbaat, enz.?
Neen
Waarom verbiedt de pastoor, die
overal het voorbeeld van verdraag
zaamheid enz., moet aanprediken,
het lezen van Het Weekblad
Omdat hij een onverdraagzame
volksbedrieger is
En nu voor slot vragen wij aan
onze lezers: Welke der twee partijen
is de partij der eerlijkheid, der ver
draagzaamheid, des rechts en der
zedelijkheid
I Luidop zullen zij antwoorden
De Liberale Partij
Openbare zitting van den Zaterdag
19 December 1903.
De openbare zitting wordt ten 5 ure 15 m.
geopend.
Zijn tegenwoordig: de heeren Colaert, Bur
gemeester-Voorzitter; Struye, schepen, Bege-
rem, Boone, Praeys, Fiers,Vandenboogaerde,
Vanderghote, D'Huvettere, Vandenpeere-
boom, Bouquet, Raadsleden; M. Gorrissen,
Secretaris.
Afwezig; M. Surmont.
Het verslag der zitting van 7 November
11. wordt goedgekeurddat der zitting van
5 December wordt op het bureel neêrgelfgd
ter inzage der leden.
1. Mededeelingen.
De heer Voorzitter denkt dat liet nutte
loos is lezing te geven van de beraadslaging
der Destenaige uepuiane uie uc Kieziug^
Yper goedkeurt; zij is kenbaar gemaakt ge
weest door de plaatselijke weekbladen. De
heer Gouverneur is in beroep gegaan tegen
deze beslissing.
Wij hadden gemeend over te gaan tot de
instelling der Gemeente raadsleden, gekozen
om de overledene leden te vervangen, maar
op het laatste oogenblik hebben wij onze
dagorde moeten wijzigen, omdat de heer
Minister van binnenlandsche zaken ons be
richt heeft dat het beroep gedaan is op ge
heel de kiezing.
2. Burgerlijke Godshuizen: verhooping
van taillie, gekapte sparren en boomen.
Er volgt uit eene beraadslaging der bur
gerlijke Godshuizen van 3 December 11. dat
dit weldadigheidsbestuur de toelating vraagt
aan de stad om den 9 Januari aanstaande
over te gaan tot de verkooping van taillie-
bosschen, sparren en 106 loten verspreide
boomen zich op zijne eigendommen bevin
dende.
Gunstig advies.
3. Bureel van weldadigheid: rekening
1902 en begrooting 1904.
De bevoegde afdeeling heeft de rekening
1902 en de begrooting 1904 van dat Welda
digheidsbestuur onderzocht.
M. DHuvettere heeft zich wel willen ge
lasten met het verslag dat zal overhandigd
worden in de naaste zitting, vastgesteld in
de maand Januari. Toetreding.
De heer Voorzitter vraagt om bij hoog
dringendheid bet onderzoek der begrooting
voor 1904 voor de stadsbibliotheek te mogen
inbrengen.
De hoogdringendheid wordt gestemd.
De Commissie is verplicht geweest de uit
gaven van 300 franks te verhoogen voor den
aankoop van boeken bestemd voor de volks
bibliotheek. Zij vraagt om een groot gedeelte
dezer werken elders te mogen plaatsen, in
de Gemeenteschool, bij voorbeeld.
De heer Voorzitter ziet er geen bezwaar
in, de zaak is over eenige weken onderzocht
geweest.
De Raad keurt de begrooting goed die, in
ontvangsten en uitgaven beloopt tot de som
van 1700 fr.
Er wordt alsdan overgegaan tot de be
spreking der stadsbegrooting voor het dienst
jaar 1904.
Wij zullen het verslag dezer bespreking
in ons naaste nummer geven.
Bepalen wij ons met te zeggen dat het
overschot van jaar tot jaar vermindert en
dat, niettegenstaande de aanzienlijke ver
hooging van het Gemeentefonds en de ver
kooping van een groot deel der stadseigen-
dommen, dat overschot nog slechts beloopt
tot fr. 415-32 c. (vier honderd
vijftien franks twee en dertig
centiemen. (1)
Wij kunnen niet genoeg herhalen dat het
bankroet aan de deur staat.
de samenstelling der afdeelingen vastgesteld,
even als de bevoegdheid van iedereen van
haar.
Hij heeft aangeduid, om de 2e Commissie
samen te stellen, de heeren Berghman, Be-
gerem, Vandenboogaerde, D'Huvettere en
Vandenpeereboom die, krachtens deze be
noeming gelast zijn geweest, onder andere,
met de rekenplichtigheid der liefdadige be
sturen.
Het zijn heden nog dezelfde raadsleden,
behalve wijlen M. Berghman. die tot nu toe
nog niet vervangen is geweest, wien dit
ambt ten deel valt.
Ziehier hoe zij er zich van kwijten
Den 7 April 1900, is de rekening der Hos-
picen van 1898, neêrgelegd den 13 Januari
te voren, na op de dagorde van den 10 Maart
gebracht te zijn geweest, naar de 2" com
missie verzonden voor onderzoek en verslag
den 28 April, dit voorwerp nog eens op de
dagorde komende,wordt voor de vierde maal
uitgesteld, daar de Commissie niet had kun
nen vergaderen om kennis te nemen van de
stukken. Den 9 Juni 1900 wordt de rekening
eindelijk goedgekeurd terzelfder tijde als de
begrooting van 1900 van hetzelfde bestuur.
Onze burgemeester, altijd beminnelijk voor
zijne politieke vrienden, nam ontijdig deze
gelegenheid waar om hulde te brengen aan
de leden der Hospicen voor den ijver en de
toewijding welke zij aan den dag leggen in
de uitoefening van hun ambt.
Onze zoetsappige woordenkramer van een
burgemeester neme het niet kwalijk, die
lof was onverdiend men kan niet
meer en gel >ek veel op spotternij
Inderdaad, onze bestuurders der Hospicen
hadden hunne rekening gesloten met een te
kort op het gewone van fr. 55,409-25,
niettegenstaande dat zij ten onrechte op
de inkomsten der fundatie Godtschalck eene
som van fr. 18.864-93 voorafgenomen
hadden en dat zij, door hunne zorge
loosheid, deze van fr. 57.400 kwamen te
verliezen, bedrag der erfenisrechten, be-
WEEKBLAD
„uwjuau uccib ueu oi lviaart id&kju,
(lj Onze verslaggever heeft duidelijk verstaan dat
het overschot 215 fr. 32 was, de cijfers der be
grooting geven 415-32. Van waar komt de mis
greep 1 (N. d. R.)