De klerikale belastingen
of de dagtaak van den
Belgischen Burger.
Vrijheid
Bericht aan de Volksmaatschappijen
STADSNIEUWS.
Gemeenteraad van Yper.
Zooals Zola zegde: De waarheid is in
aantocht!
Spijtig dat de groote man zoo vroegtijdig
en zoo ongelukkig stierf, om de waarheid
die hij zoo trouw heeft gediend, te zien
zegepralen.
r
's Morgens, bij mijn opstaan, wasch ik mij
en vaag mij op het gezicht... de belasting op
de zeep. Ik kleed mij aan en dek mij... met
de belasting op de kleedingstofïen.
Ik drink nadien een druppelke en slik...
de belasting op de dranken.
Bij mijn ontbijt, zet men mij eene tas
koffie met melk, suiker en eenige boterham
men voor en ik nut... de belastingen op het
meel, de suiker, de melk en de boter.
Vóór mijn vertrek naar mijn werk, geef
ik aan de eenige kiekens, die mijn neerhof
samenstellen, wal graan en. ik spijs ze met
de belasting op de veldvruchten.
Ik begeef mij aan mijn werk en mijn baas
roept me toe: Moed! ik moet patent voor
mijne werklieden betalen! Ik verdubbel
mijne bedrijvigheid en betaal de belasting
op den arbeid.
's Middags dient mijne vrouw mij eene
telloor soep op en een weinig vleesch en...
ik betaal de belasting op het vleesch.
Ik schenk mij een glas bier en drink... de
belastiDg op het mout.
Ik steek een pijpje aan en rook... de be
lasting op den tabak.
Ik kom van mijn werk terug voor het
avondmaal, dat samengesteld is uit een
doosje opgelegde sardinnon en een glaasje
bier... en ik betaalde belasting op de inge
legde eetwaren en nogmaals degene op de
dranken.
Eindelijk, afgemat, leg ik mij ter ruste,
slaap in en droom dat mijn zoon soldaat is
en... de bloedbelasting betaalt.
Zoodanig dat van af ik opsta tot ik slapen
ga, ik mij niet mag wasschen, kleeden, eten,
drinken, werken, rooken, slapen en droo-
men zonder eene der belastingen te betalen,
ingevoerd of verhoogd door de klerikale
regeering.
Telkens de mensch dit woord hoord uit
spreken ontwelt er in zijn binnenste een
gevoel, dat het hart sneller doet kloppen.
Vrjj Het is een tooverwoord voor kind,
jongelingen grijsaard, maar helaas, die duur
bare vrijheid bestaat meer op papier en in de
verbeelding dan in de werkelijkheid.
De knaap, welke de kostschool eene ge
vangenis voor hem - verlaat, roept wanneer
de poort hem achter den rug wordt gesloten
Vrij!
Hoe lachend schijnt hem de toekomt; nu
zou hij, verlost van knorrende meesters, eens
zijn eigen wil mogen volgen toen reeds van
's anderdaags eene massa moeilijkheden hem
den weg versperren en hem een ander dwang
kleed om de lenden werpen.
't Is lotingsdag!
Vrijroept de jongeling en uitzinnig van
vreugde vliegd hij bekenden en onbekenden
om den hals en doet een minder gelukkige
loting dan hij, in razende gramschap ont
vlammen.
De burger, door fanatieke personen ge
dwongen tegen zijne overtuiging te handelen
en te spreken dacht vrij te zijn in het kies
gangsken.
Helaas! daar ook beloerde hem de politieke
dwingeland en de vrije belgische burger
moest door een op voorhand aangeduid mid
del zijnen brief vernietigen.
Belgische grondwet, waar zijn uwe waar
borgen onzar vrijheid?
Wanneer een eerlijk man ten gevolge van
valsche beschuldigingen, voor de rechtbank
wordt gesleurd, gekrenkt in zijn eer, en in
zijne belangen, aan het helder doorzicht zij
ner rechters zijne eerherstelling en het bewijs
van zijne onschuld te danken heeft dan inoet
het hem zoet zijn te hooren: Vrjj
En ons en alle onpartijdige deftige lieden
zal het dubbel zoet zijn, wanneer we van alle
dorpen uit duizende en duizende monden eens
den kreet zullen hooren weergalmen
Belgie is vrij van Papendwangl
van Gent en Vlaamsch-België
Al de leden dar Volksmaatschappijen van
Gent en van geheel België hebben er belang
bij de beteekenis wel te leeren kennen van
de wet op de ongevallen, die in onzen Se
naat besproken wordt.
Daarom zouden zij de uitgebreide studie
van den heer Claeys-Boüüaert, senator van
Gent, onder hunne leden moeien bekend
maken.
Dit stuk werd onlangs door den Senaat in
het Vlaamsch vertaald en is ter beschikking
van de belangstellenden. Zij kunnen er een
paar exemplaren kosteloos van bekomen
door zich te wenden tot den Voorzitter van
den Senaat of tot eenen Senator van hun
arrondissement.
Hetzelfde geldt voor de redacties der
Vlaamsche bladen.
Openbare zitting van den Zaterdag
19 December 1903.
(Vervolg).
Aan het 2, stadseigendommen, her
nieuwt M. Bouquet zijne vraag over een
jaar gedaan, nopens het onderhoud der open
bare wandelingen, het achtbare Raadslid zou
willen weten welke de kost is van dat on
derhoud en dringt aan dat het in openbare
aanbesteding gebracht worde.
De heer Burgemeester antwoordt dat M.
Bouquet zal verzekerd worden over de uit
gaven spruitende uit het onderhoud, binnen
een veertiental dagen. Wat de openbare aan
besteding betreft, het Collegia is niet een
stemmig om er over te gaanmen zou ver
scheidene werklieden der stad moeten weg
zenden. Wat er van zij, M. Bouquet zal
moeten bekennen dat er verbetering is.
M. Boone. 't Is het toezicht dat ont
breekt.
M. D'Huvetteré zou willen aan wijsplaten
hebben om de verschillende soorten van hoo
rnen te kennen; deze kost zou klein zijn.
M. Colaert. Men zou misschien 25 fr.
noodig hebben; Wij zullen aan M. Janssens
eenen staat vragen van deze verschillende
soorten. Er zijn 42 of 43 soorten. Men zou'**
voor elke soort eene aan wijsplaat kunnen
maken, als men ze maar niet wegneemt. In
alle geval zou de uitgaaf niet groot zijn.
M. Fraeys bestatigt dat voor de voort
brengsels van den ijskelder de uitgaven groo-
ter zijn dan de ontvangsten.
M. Colaert. Dat verschil komt omdat
de beenhouwers naar den ijskelder niet meer
komen.
M Fraeys. Is de ijskelder nog goed
voorzien
M. Colaert. Er is er nog een weinig.
M. D'Huvettere hemelt de plaatsing op
van een uurwerk aan het politiebureel om
juist het uur der spatie te kennen. Daar het
politiebureel verbonden is aan de telefoon,
ware er middel om dat uurwerk te regelen
met dat van de statie, het ware eene uit
muntende maatregel om do verachtering der
reizigers ^e vermijden.
M. Boone ondersteunt de vraag door M.
D'Huvettere gedaan maar hij denkt dat het
beter ware dat uurwerk aan de post te
plaatsen.
Na eene gedachtenwisseling tusschen de
heeren D'Huvettere, Boone en Colaert, be
sluit 't Collegie deze zaak te onderzoeken (1).
Wat de openbare verlichting betreft, de
heer Burgemeester zegt dat het kontrakt
het toekomende jaar eindigt. De vernieu
wing zal binnen eenige maanden gedaan
worden en hij denkt tol eene goede oplos
sing te komen, derwijze de stad goed te
verlichten zonder vele onkosten.
Een krediet van 50 fr. is in de begrooting
geschreven om te voorzien in de uitgaven
die zullen moeten gedaan worden in de kos
ten van den ontsmettingoven.
Er is spraak geweest in de dagbladen van
de verplaatsing van het burgerlijk gasthuis
en van de te nemen maatregelen betrekke-
lijk ue besmettelijke ziekten. Die dagbladen
hebben veel beslag gemaakt met de pok
ziekte die verleden jaar geheerscüt heeft.
Deze ziekte is ons van Komen ingebracht
geweest en de personen met de kiemen der
ziekte aangetast is genezen geweest. Er zijn
in alles 3 of vier gevallen geweest, waaron
der een sterfgeval. Eene kloosterzuster is
ook aangetast geweest. Het was geene reden
voor de dagbladen te schrijven gelijk zij het
gedaan hebben.
Aan het 12 pensioenen en toelagen,
vindt M. Boone dat het cijfer van 3.500 fr.
zeer verheven is. Hij maant het Collegie aan
deze kwestie ernstiglijk te onderzoeken. De
toelage voor de Maatschappijen van onder-
lingen bijstand groeit van jaar tot jaar aan
en, indien men er geen einde aan stelt zal zij
weldra 10.000 fr. bereiken.
M. Colaert. De opmerking van M. Boone
verdient onderzocht te worden. Die toelage
brengt geen voordeel bij voor de werklieden
maar voor de burgers. Wat er van zij, deze
kwestie verdient onderzocht te worden, des
te meer dat de Hospicen en het Bureel van
Weldadigheid geenszins van zin zijn deel te
nemen aan deze pensioenkas. Voor 1904 moet
de toelage behouden worden, maar in 1905
zal dat moeten nagezien worden.
M. Begerem ondersteunt de vraag gedaan
door de Tooneelmaatschappij de Vlaamsche
Ster, die de tusschenkomst der stad vraagt
om haar te helpen tooneelvertooningen te
geven gedurende het winterseizoen 1904.
M D'Huvettere deelt het gedacht van M.
Begerem maar het achtbare Raadslid zou
willen weten hoe die toelage zou verdeeld
zijn.
M. Colaert treedt in lange uitleggingen
nopens hetverleenen dezer toelage. Hij maakt
er eene kwestie van rechtvaardigheid van
en vindt dat indien de Raad eene toelage
verleent aan de Vlaamsche Ster, hij het-
hetzelfde zal moeten doen voor de gelijkaar
dige maatschappijen. Dus, indien wij eene
toelage van 200 fr. verleenen aan de Vlaam
sche Ster, moeten wij insgelijks eene toelage
geven aan Willen is Kunnen en dat zou
ons verbrengen, want er zijn andere maat
schappijen die zich op denzelfden voet be
vinden.
M. Struye. De Turners en de Onver-
moeibaren.
M. Colaert. Indien wij moesten doen
gelijk eertijds, wanneer onze voorzaten alles
gaven aan het Willems-Fonds en niets aan
het Davids-Fonds, wij zouden onrechtvaar
dig zijn.
De vraag om eene toelage wordt verwor
pen met 7 stemmen tegen 4. Hebben ja ge
stemd: de heeren Begerem, Vanderghote,
D'Huvettere en Bouquet; hebben er tegen
gestemd: de heeren Colaert, Struye, Boone,
Fraeys, Fiers, Vandenboogaerde en Vanden-
peereboom.
M. Boone vraagt welk het krediet zal zijn
bestemd voor de herstelling der voorlanden
op S' Pieters kerkhof.
De heer Voorzitter. 2.500 franks.
M. Begerem begeert dat men onmiddelijk
de hand aan het werk sla en dringt aan
opdat het voorplein ook in goeden staat ge
steld worde.
M. Colaert. Indien gij aandringt opdat
al deze herstellingen gedaan worden, dat zal
ons tot aanzienlijke uitgaven leiden.
M. Boone houdt er aan dat er geene ver
traging meer zij in de uitvoering dezer wer
ken, de parochie van St. Pieters is de groot
ste der stad en het is meer dan tijd dat er
voldoening gegeven worde aan onze her
haalde reklamatiën.
M. Colaert zal zich stiptelijk moeten
houden aan het krediet van 2,500 fr.
M. Boone bestaiigt dat het opnieuw be
loften in de lucht zijn. M. de Burgemeester
wil stelselmatig St. Pieterskerk van het
begrootingsmanna verwijderen en hij wil
volstrekt de voorkeur geven aan de herstel
lingen der Halle en van St. Maartenskerk
die min dringend (1).
M. Colaert. Verschoont zich van die
verwijtsels.
M. Boone wenscLu maar één dingen, 't is
dat M. Colaert pastoor zij van St. Pieters
voor eenige dagen (2) dan zou hij zich kun-
nen een gedacht maken van al het verdriet
j en de moeilijkheden waarmede hij overladen
is. (Gelach).
M. Colaert. Wij zullen trachten het
ten beste te schikken.
M. Vanderghote klaagt over de afwezig
heid der politieagenten, op 't Zaalhof, op de
uren op welke zij er het meest noodig zjjn
De jongens kennen de uren hunner afwezig
heid en zij trekken er voordeel uit om erge
schade te verrichten op de vesten.
M. Colaert kan op deze kwestie niet ant
woorden, maar hij zal inlichtingen nemen
bij den Politiekommissaris. Ondanks al de
waakzaamheid van den heer Burgemeester
en al de vermaningen gedaan in de scholen,
gelukt hij er niet in de jongens tot betere
gevoelens te brengen. Het is de schuld der
ouders die het goede voorbeeld zouden moe
ten toonen.
M. Boone. Gij zoudt tot betere uitsla
gen komen met de ouderlingen onzer twee
gestichten aan het toezicht onzer openbare
hoven te hechten. Dat wordt overigens te
Brugge gedaan en de uitslagen zijn er aller
gunstigst geweest.
M. Colaert. Wij hebben inlichtingen
genomen te Brugge en Brugge heeft geant
woord dat de ouderlingen de vesten niet
bewaakten.
Een krediet van 500 fr. is in de begrooting
geschreven voor de herstelling der kiosk.
M. Fiers, deskundige in de zaak legt aan
het Schepencollegie de gemakkelijkste wijze
uit om tot deze herstelling over te gaan.
De Tuindagfeesten hebben een weinig meer
dan 6000 fr. gekost en de onkosten van het
concert der Melomanen beloopen tot de som
van 2,900 fr 92; het is dus verre, zegt M.
Colaert van 5000 fr. gelijk zekere weekbla
den der stad het beweerden. (3).
De toelage van 600 fr. wordt behouden
voor de Koninklijke Fanfare. Deze toelage
zal haar ontnomen worden indien z(j niet
voldoet aan de vragen der stad. (4)
M D'Huvettere denkt dat het oogenblik
gekomen is om een krediet te vragen voor
het oprichten der school aan de Potijze; de
heer Burgemeester zal, met een beetje goe
den wil, eene som van 2,000 fr. weten af te
trekken van de opbrengst der verkoopingen
van boomen, die er noodig is voor den aan
koop van grond.
M Colaert is wel besloten geene onvoor
ziene onkosten te doen.
M D'Huvettere dringt op dit punt aan en
koestert de hoop dat zijn voorstel niet eeu
wig zal uitgesteld blijven, want het is eene
kwestie van groote noodzakelijkheid. Het
achtbare Raadslid verzoekt den Raad zich
over zijne vraag te uiten.
M. Colaert belooft de kwestie ernstig te
onderzoeken en vraagt aan M. D'Huvettere
zijn voorstel in te trekken.
M. D'Huvettere stemt er in toe zijn voor
stel in te trekken op vooi waarde dat het
Collegie er in korten tijd recht aan doe. (5)
BURGERSTAND
van den 25 December tot den 1 Januari 1904.
Geboorten.
Kerrinckx Gabriela, Cartonstraat.
Deruyter Martha, Rijsel steenweg.
Moerman, Camillus, Zonnebeke steenweg.
Coutrez, Maria, Hondstraat.
Fornoville, Margareta, NieuweHoutmarkt.
Sterfgevallen
Tresy Theophilus, 63 jaar, daglooner, echt
genoot Baratto, Emerentia, Doorgangstraat.
De Raeve, Augustus, 60 jaar, kloosterling
priester, Mondstraat.
Vandenpeereboom, Eugenia, 74 jaar, zon
der beroep, ongehuwd, Rijselstraat.
=3
(1) Gij zult nog uw uurwerk, niet hebben, M.
D'Huvettere 1 Wat niet naar de goesting van den
heer Voorzitter is is moeilijk te bekomen.
=333
am
(1) Wat denkt gij M. de Burgemeester, van die
rammeling. (R. <j. R.)
(2) Pastoor, neen, M. Boone! maar in de orde
der Jezuieten zou M. Colaert misschien wel op zjjne
jj plaats zijn.
(3j Indien het verre is van 5000 fr. M. Colaert,
uw krediet van 1,600 is van meer dan de twee der
den overtroffen. (N. d. R.)
(4) Valt in dit geval het verwijt door M. Colaert
aan zijne voorzaten gegeven niet rechtstreeks op
het hoofd van onzen Burgemeester
600 fr. voor de Koninklijke Fanfare; niets voor
de harmonie der Oud-Pompiers I
M. Colaert noemt dat rechtvaardigheid.
(N. d. R.)
(5) Ziedaar de goeoe M. D'Huvettere opnieuw ge
fopt. Er zal nog wel een vierde eener eeuw verloo-
pen vooraleer die school opgericht zij.
Geduld is beter dan razernij I M. D'Huvettere
heeft er reeds de droevige ondervinding van gehad.
(N. d. R.)
H