INHULDIGING
van den nieuwen Burgemeester
van West-Nieuwkerke.
Geen menagie meer.
Zondag 17 April
Sportleven.
Maatschappij der Oude-Pompiers.
STADNIEUWS-
Ongelukken.
Burgerstand
De Feesten van 1905.
Maar zes meer
Eene ware gebeurtenis.
bedreigen, degenen die 't zouden durven
wagen hunne stem aan andersdenkende
te geven.
Het zwarte ras is eeu machtige vijand die
de kleinste en lafste middelen niet versmaadt,
cm tot zijn doel te komen.
En die zoogezegde doode partij bevindt zich
tamelijk wel. In alle steden des lands zijn zij
aan 't hoofd, en de katholieken zien in de
eerste verte niet waar zij zullen boven ko
men.
En dan worden de liberalen nog niet altijd
gelijk behanddeld als de katholieken door
den minister de Trooz.Op verschillende plaat
sen waar de katholieken in minderheid zijn,
heeft de minister toch een katholiek burge
meester benoemd.
De inhuldiging van Mijnheer Titeca, den
4 April 11. als liberale burgemeester van
West-Nieuwkerke, heeft aan de inwoners de
gelegenheid verschaft op eene geestdriftige
en grootsche wijze hunne verkleefdheid te
toonen aan de liberale zaak, hunne diepe
sympathie voor hunnen jongen en moedigen
gekozene, die, door zijne hoedanigheden van
geest en hart, zich de eer heeft zien toewij
zen van Burgemeester der gemeente, welke
hij heeft weten terug te brengen met de hulp
zijner geachte wapenbroeders, tot het besef
der gedachten die de grootheid van zijn ver
leden verzekerd had.
Van af de dageraad is West-Nieuwkerke
te been, met het inzicht een warm onthaal
voor te bereiden aan den held van den dag.
Van alle kanten wedijvert menin de straten
en op de Plaats plant men eene dubbele rij
sparren, men verheft sierlijke zegebogen
boven dewelke men jaarschriften aantreft
die de hoedanigheden van den nieuwen ma
gistraat en het roemrijk verleden zijner li
berale voorzaten herinneren. De driekleuri
ge vlag wappert aan al de gevels. West-
Nieuwkerke is in feest, West-Nieuwkerke
baadt zich in eene blijde morgendzon die de
harten met vreugde vervult.
Rond twee ure reeds groeit de beweging
aan; de opgepropte trams, komende van
Yper en van Meesen, brengen eene ontzagge
lijke menigte betoogers medede muziek
maatschappijen stappen door de nieuwge-
maakte lanen, tusschen eene dubbele rij
nieuwsgierigen die zich scharen achter eene
lange ketting van bloemen en groen.
Omtrent 4 ure verschijnt op den steenweg
van Yper eene lange reeks ruiters, wier
paarden versierd zijn met bloemenen linten,
die het rijtuig voorafging waarinde nieuwe
Burgemeester zit, nevens welken M. Nolf
gezeten is, liberale afgevaardigde van het
arrondissement. Eene krachtige Brabangon-
ne gemengd met de vreugdekreten der be
toogers die zich verdringen en bewogen,
prangt aller harten van aandoening.
Allengskens herstelt zich de stilte en de
heer schepen Godias.komt in eene verhevene
taal namens den Gemeenteraad den eersten
burger der gemeente begroeten, herinnert
hem zijn talent, zijne populariteit en zijne
jeugd, die zekere waarborgen zijn voor de
verwezenlijking der betrachtingen van de
inwoners van West Nieuwkerke, dewelke
zich doen onderscheiden door hunne begeerte
naar onafhankelijkheid en vooruitgang, door
hun gezond oordeel en hunne liefde voor
vrede en orde. In het volbrengen zijner ver
hevene zending zullen de leden van den Ge
meenteraad overigens de verkleefdste mede
werking aan hunnen voorzitter verleenen.
Komen dan de pastoor der parochie welke
aan den Burgemeester de hulde der geeste
lijkheid brengtM. Dutrie, sprekende in
naam der liefdadigheidsgestichten; M. Van
Eecke, namens de muziekmaatschappij; de
heer onderwijzer De Bruyne, namens de
gemeentescholen; nog andere afgevaardig
den namens hunne wederzijdsche maat
schappijen.
Ten laatste neemt M. Robrecht Glorie, de
oudste zoon van M. C. Glorie, wiens nage
dachtenis nog immer levend en geëerbiedigd
blijft te West-Nieuwkerke, het woord te
midden der algemeene aandacht en begroet
in M. Titeca het hoofd van de liberale partij
der gemeente.
De stoet, waarin de muzieken van Meesen,
Wytschaete en West-Nieuwkerke deel ge
nomen hebben, stelt zich alsdan op weg en
onder het spelen vanvroolijke pas-redoublés,
begeeft hij zich naar het gemeentehuis. Wij
zien de kinderen der scholen, talrijke maat
schappijen en den zinnebeeldigen wagen van
St. Cecilia voorbijtrekken, waarvan de
kunstversiering verschuldigd is aan het
groot talent van M. Laboureur, kind van
West-Nieuwkerke en beroemde beeldhou
wer.
In het gemeentehuis, vóór eene eivolle
zaal, terwijl men den eerewijn scheDkt,
neemt M. Titeca het woord en, in eene
krachtige taal doet hij al de verantwoorde
lijkheden en al de verplichtingen uitschijnen,
welke het beheer na zich sleept van het
eerste overheidsambt, waarmede de Koning
hem wel heeft willen bekleeden. In overeen
komst met zijne kollega's van den Raad en
zonder af te wijken van de regels van bil
lijkheid en verdraagzaamheid, zal hij zorgen
voor den bloei der financiën, voor het aan
moedigen der openbare liefdadigheid welke
hij zich zal verhaasten de noodige hulpgel-
den te verleenen, voor het uitvoeren van
zekere werken van openbaar nut. De volks
opvoeding zal het voorwerp zijn zijner
grootste bezorgdheid, de dappere muziek
maatschappij van West-Nieuwkerke zal
mogen rekenen op zijne verkleefdheid. Hij
eindigt met de inwoners der gemeente te be
danken voor hunne blijken van sympathie
en vriendschap waarmede zij hem wel heb
ben willen vereeren.
Na eene lange salvo van toejuichingen die
de slotrede dezer gelukkige redevoering
begroet, biedt de heer Volksvertegenwoor
diger Nolf, op zijne beurt, den nieuwen
burgemeester zijne hartelijkste gelukwen-
schen aan en deze der liberalen van het
arrondissement. Hij herinnert dat de benoe
ming van M. Titeca tot het eerste overheids
ambt der gemeente gunstig onthaald is
geweest. Hij wil slechts tot bewijs de
betooging van dien dag waaraan al de
burgerlijke en geestelijke overheden der
gemeente deel genomen hebben.
M. Nolf wenscht de liberalen van West-
Nieuwkerke geluk hun gemeentehuis weder
veroverd te hebben. Hij spreekt den lof uit
van het oude liberaal bestuur. Hij hoopt dat
het nieuwe de voorbeelden van het verleden
zal volgen. Hij wakkert zijne vrienden aan
rechtvaardig en verdraagzaam te zijn, zich
te bezielen met de ware princiepen van het
liberalismus, waarvan hij den lof maakt, te
midden der toejuichingen der vergadering.
Hij begroet de ontwaking der liberale partij
in het arrondissemet en zelfs te Yper waar
er twee kiezingen noodig waren om ons te
verslagen en aan welken prijs nog Spijts
al het gestorte goud behalen de Ypersche
liberalen, zelfs den 7 Februari, 200 stemmen
meer dan in 1899, hetgeen de waarde
bewijst die men mag hechten aan het kleri
kaal gebluf.
M. Nolf verzekert de liberalen van West-
Nieuwkerke van al zijne dienstwilligheid
en wenscht M. Titeca den waardigen ver
tegenwoordiger te zijn van het lang en
roemrijk geslacht van liberalen die gewerkt
hebben voor de grootheid der gemeente.
Na eene daverende toejuiching gaat de
vergadering uit een te midden der grootste
levendigheid. De drie muzieken die aan het
feest deelnemen volgen malkander op de
kiosk der Markt en laten de schoonste stuk
ken van hun repertorium hooren, welke
eiken keer onthaald worden door het lang
durig gejuich der menigte, dat daar op een-
gepakt stond.
Een prachtig vuurwerk en eene fakkel
tocht die de algemeene bewondering ver
wekte komen die grootsche feestlijkheden
sluiten, welke dezen vereeren, die door
hunnen belangloozen ijver en hunne gelde
lijke opofferingen dezen dag onvergeeflijk
hebben willen maken, gedurende denwelken
medeburgers en vreemdelingen, vereenigd
door de banden eener nauwe br tederlijkheid,
dezelfde ontroeringen van vreugde gevoe
lende, en dezelfde gevoelens vau solideriteit
koesterende, te midden der grootste open
hartigheid, gedronken hebben op den bloei
van West-Nieuwkerke en op de gezondheid
van haren dienstwilligen Burgemeester.
officier Lambert der gidsen, aan t rijden
over de nieuwe ingerichte obstacles, op het
minnepleit], toen zijn paard verschrikte en
viel, de ruiter door den val brak zijn arm.
Gisteren Vrijdag, nog eens 't zelfde
geval, de luitenant Pouleur, wonende in het
klein IJper, moest de obstacles springen, zijn
paard valt en de luitenant stuikt met zijn
hoofd tegen den grond. Zijnen toestand is
niet al te gerustwekkend.
In onze Ypersche stad heeft men 't geen
men noemt Al de Menagen Heweler
bestaat nu ook nog iets nieuws: Bij Miel is
het sedert ne geheelen tijd geen menagie
meer-, altijd rugie, altijd vechten, was niet
meer uitstaanbaar; de reden: omdat zijne
vrouw dagelijks verschijnsels zag van per
sonen in Adams of Evas kostuum. Wat nu
daarmee gedaan? Hij heeft het gevonden 1
Hij wendt zich bij moeder Justia, denkende
dat deze zijne Magdelena van hare zotheid
ging genezen, maar Mieltje liep daar Woens
dag blauwe schenen want hij werd vun moe
der zoodanig gekampt dat hij er een maan
schijn van krijgt.
Als er maar geen achtersmaakje bij komt,
want schrijven zonder zijn naam te zetten,
zijn laffe trekken die hem zou kunnen ver
plichten ook moeder Justia haren tempel te
bezoeken. Anonymus.
Groot Concert met de Gramophone, bij
Vanderstuyft Mondstraat N° 27. Ingang vrij.
De deuren zullen niet gesloten zijnde zee-
mer ex-broeder Emiel zal aan het publiek
de stukken aankondigen. Anonymus.
De wegen voor wielenrijders zijn veel
verbeterd dat is waarmaar als men een
uitstapje wil doen naar Waasten daar zijn
veel plaatsen die te wenschen laten, ten tijde
dat M. Froidure met zijnen kantonnier Wijc-
kaert den veloweg op dien kant legde kreeg
hij vangeheel't rijwielerskorps.Lbedankingen
en sprak iedereen lof van hem nu weet ik
niet wie de schuld is dat men den weg laat
vervallen daarom zend ik de klacht aan
deze die ze aaagaat.
Een wielrijder.
Morgen 17 Aprilten 7 ure juist geeft
deze maatschappij, in haar lokaal, aan de
leden en hun huisgezin, een luisterlijk con
cert, gevolg van danspartij, volgens 't pro
gramma, beloofd dit feest zeer aangenaam
te zijn, daar er verschillige artisten hunne
medewerking verleenen.
Opgepast dus, wil men een goed plaatsken
hebben daar het bij de Oud Pompiers, heure
militaire is.
Verledene week vrijdag was de onder-
van 8 tot 15 April 1904.
Geboorten.
Lauwers Maria, Boterstraat.
David Augustus, Statiestraat.
Christiaen Godelieva, Tegelstraat.
Vandekandelaere Camilus, Bukkerstraat.
Kerrinckx Ferdinandus, Hoornwerk.
Huwelijk.
Bosmans Jules, sergeant majoor, bij het
3® linie regiment te Yper, en Riem Margareta
zonder beroep, te Yper.
VerElst, Emilius, metser, en Vanackere
Emilia, dienstmeid beiden te Yper.
Struye Honoratus, douanier te Westoutre,
en Casier Maria kleermaakster, te Yper.
Ververken Hector, onderwijzer te Thou-
rout, en Jonckheere Ludovica, zonder beroep
te Yper.
Deruyter Carolus, brouwersknecht, en
Dejonghe Maria, zonder beroep, beiden te
Yper.
Sterfgevallen.
Dehaerne Augustus, 2 jaren, Hondstraat.
Verbeke Michaël, 1/2 jaar, Kalfvaart
Verleure Carolus, 84 jear, zonder ber
weduwaar. Hecht Maria, Rijselstraat
Breyne Maria, 3 weken. Hoornwerk
Rigaut Hortantia, 45 jaar, zonder ber
echtgenoote, Moins Ludovicus, Poperin?'
steenweg. 8 e
Leape Emilius, 10 maanden, Dixm
steenweg.
Vangheluwe Hieronymus, 3 maandeQ
Plaats Alphonse Vandenpeereboom.
Denutte Ivonna, 1/2 jaar, Patteelstraat
Men begint zich reeds' ernstig bezig t9
houden met de groote nationale feesten van
1905 en allerlei ontwerpen worden vooruit
gezet. Er zijn er die beslissend werden aan
genomen, andere worden nog onderzocht
Eindelijk bezit de Brusselsche commissje
reeds een gedeeltelijk programma, en daar
onder mogen als aanvaard worden aanzien
Eerst en vooral heeft men den geschied-
kundigen stoet. Daarin [zullen vooral, door
wagens en groepen, de luisterrijke daden
van 's lands verleden en het heden worden
verheerlijkt, bijzonder het gemeente en het
burgondisch tijdvak en de fransche over-
heersching, bronnen onzer moderne instel
lingen. Men beschikt over een krediet van
500,000 fr. Er zullen 12 gedeelten wezen
bevattend elk een wagen. In den stoet zul!
len ongeveer 2 000 personen gaan.
Het allegorisch gedeelie van den stoet zal
worden geopend met een groep der revolu
tie van 1830 en den wagen der grondwet,
Komen daarna: de groep der ijzerenwegen
eene allegorie der verbroedering der volke
ren; de afschaffing der octrooirechten, de
overrompeling der steden door de dorpen,
de landbouwnijverheid; de vrijmaking der
Schelde, de Handel, de scheepvaart; een
wagen voorstellende de Scheldede kunsten,
de wetenschappen, de beroemde uitvindin
gen, de wagen der Electriciteit, enz. Verder
eene verheerlijking van het Congo werk, enz,
Tevens denkt men dat er eene honderd
jarige tentoonstelling zal worden gehouden
der Beigische kunst.
Men beseft dat er iets heerlijks zou kun
nen worden teweeg gebracht, met de wer
ken van Leys, de Braekeleer, Verwee, Artan
Boulanger, Stobbaerts, Courtens en zoovele
anderen.
Er wordt ook gezegd dat de Kunstkring
het op zich neemt eene tentoonstelling in te
richten van oude tapijten en faïencewerk
van Brussel, terwijl de stad Brussel met
medewerking der steden, eene schoolrevue
zal inrichten.
Tevens meldt men dat er op den Munt
schouwburg heel den zomer door zal worden
gespeeld; men spreekt van een stoet der
ambachten, enz. Deze laatste punten moeten
nog worden onderzocht.
In een dorp van Oost-Vlaanderen was d
pastor aan de kinderen voor te bereiden
de eerste kommunie en hij sprak tot Jefke,
zoon van eenen armen veldarbeider
Pastor Jefke, hoeveel lichamelijke wer
ken van bermbertigheid zijn er I
JefkeZes, Mijnheer Pastor.
Pastor Hoe zes 1?!
Jefke Ja, Mijnheer Pastor.
Pastor Noem ze eens
Jefke De hongerigen spijzen, de dorsti-
gen laven, de naakten kleeden, de vreemde
lingen herbergen, de zieken bezoeken en
de gevangen verlossen.
Pastor En de dooden begraven, dan
Jefke Dat is geen werk van bermherig-
heid meer, Mijnheer Pastoor.
Pastor En waarom niet
Jefke Ais gij laatst Moeder begraven
hebt, heeft Vader moeten ons verken ver-
koopen om u daarvoor te kunnen betalen,
Pastor (Opgewonden). Wie heeft u dat
opgegeven Dat zult gij mij zeggen
Jefke (Een weinig verschrikt doet
droevig). Niemand, Mijnheer Pastor. Ik het)
Vader zien tranen storten als hij het verken
verkocht had, want nu hebben wij geeD
vleesch en wij moeten ons brood droog °P'
eten omdat wij geen vet hebben om het
ermede te bespreien.