VAN IJPEREN EN HET ARRONDISSEMENT. Politiek, Nieuws- Handels- en Annoncenblad. Nummer 38. BERICHT. De Oorlog. Onze katholieke oud-ministers. De Kanker van Vlaanderen. Abonnementsprijs voorop betaalbaar 3.00 fr. per jaar voor dea bulten. 8.50 fr. voor stad. Per 6 maanden 1 fr. 50. Per 3 maanden 1 ft*. Annoncen: 15 cent pr drukregel. Rechterlijke eerherstellingen1 fir. per regel. Akkoord per jaar of per maand. 5 centiemen per nummer. Afzonderlijke nummers voor artikels, enz. 4 fr. per 100 AH* beriehten van verkoopingen of andere bekendmakingen ten bureele dezer gedrukt worden eens gratis ingelijfd. De annoncen voor België, ter uitzondering der beide Vlaanderen, als mede die voor het buitenland worden ontvangen door den Office de Pubticité, Magdaienastraat, Brussel. Men wordt verzocht alle hoegenaamde artikels uiterlijk tegen Vrijdag middag vrij US enderteekend toe te zenden. Artikelen ongeteekend of personnaliteiten bevattende worden niet opgenomen. Ongeteekende artikels aan de re dactie van het Weekblad gezonden worden niet opgenomen. De redactie De groote Russische schrijver en wijsgeer Tolstoj heeft over kort een nieuw schrift la ten verschijnen, aangaande den oorlog. Wij kunnen onzen lust niet bedwingen, er een deel van aan de lezers van ons Weekblad ten beste te geven. Het afschuwelijkste werk wordt doorgedreven. Men gaat voort met verkrach ten, met stroopen, met moorden, met alle slach van gewelddaden, en, vooral, men gaat voort met het verwringen der gods dienstige leerstellingen, zoowel de christene als de boeddhische. De Tsar, de verantwoordelijkste van allen gaat voort met troepen te schouwen, met bedanken,met beloonen.met aanmoedigen... en hij vaardigt de ukaze uit die nieuwe hulpmanschappen oproept. Zijne - getrouwe onderdanen gaan voort met aan de voeten van hunnen diep ver eerden vorst hunne goederen en hun leven neer te leggen. Maar dit slechts in woorden. In werkelijkheid zijn zij er slechts op uit zich te onderscheiden, terwijl zij de vaders aan hun werk ontrukken, om ze naar de slachting te sturen, en weesgezinnen doen ontstaan. Hoe erger de toestand der Russen wordt, toe meer de gazetschrijvers liegen zonder schande of schroomvan zekere nederlagen maken zij zegepralen, want zij zijn zeker niet te zullen verloochend worden, en alzoo doen zij den aftrek van hunne bladen aan groeien. Hoe meer de oorlog geld en werk vereischt, hoe meer alle slach van over heden en mannen van zaken» zich rijk maken, wel wetend dat niemand ze zal aan klagen, omdat elkeen meedoet aan de plun dering. De militairen, opgebracht in de kunst der moord, zijn blij. De christene priester richt oproepen tot de manschappen, spoort hen aan zooveel misdaden mogelijk te begaan, lastert God met Hem zijne medehulp in den oorlog af te smeeken, en wettigt en verheerlijkt het ge drag van zijnen kollega die, met het kruis in de hand, zijne medemenschen naar de moordpartij leidde, op de plaats zelve van de slachting. In Japan gaat het er niet anders toe. In tegendeel, door hunne overwinningen aan gemoedigd, werpen zich de Oosterlingen telkens onstuimiger op hunne vijanden, en zijn zeer gelukkig te kunnen nadoen wat er laags en vuigs bedreven wordt in Europa. De Mikado neemt ook troepen in oogen- schouw, beloont en moedigt aan. De gene raals begaan wonderen en denken dat zij met de kunst van dooddoen geleerd te heb ben, beschaafd geworden zijn. Het arme werkende volk zucht eveneens, en is even eens ontrukt aan zijn nuttig werk en zijne huiselijke omgeving. Evenals in Rusland wedijveren de sehrijvelaars in de kunst van het liegen, en verheugen zich om den groo- ten verkoop van hunne gazetten. Op dezelfde wfjze ook want waar de moord als eene schitterende daad wordt aangerekend, moe ten alle ondeugden weelderig bloeien winnen de overheden en de futselaars on- rechtvaardiglijk veel geld; de godsgeleerden, die van de Europeanen niets te leeren heb ben in de kunst van hunne medemenschen om den tuin te leiden net als de militai ren in de kunst van zich te wapenen, ver- valschen de groote boeddhische leer, dulden en verheerlijken zelfs de moord, diè Boeddha nochtans uitdrukkelijk veroordeeld heeft. De Boeddhische geleerde Soyen Shaku, die acht honderd kloosters bestuurt, legt die tegenstrijdigheid uit met te verklaren: al hoewel Boeddha gezegd heeft ge zult niet doodslaan heeft hij ook beweerd dat hij geen rust zou hebben zoolang al de men- schen zich niet zouden versmolten hebben in éen enkel liefdevol en eeuwig hart. En het is daarom, om overeen te brengen wat thans aanstoot, dat men moet oorlog voeren en dooden. Men zou dus denken dat noch de chris tene, noch de boeddhische leer over een een heid van oorsprong van den menschelijken geest, over de broederlijkheid, de liefde, het medelijden, de weldadigheid, de onschend baarheid van het menschel ijk leven ooit be staan hebben, vermits Japanners en Russen, die nochtans reeds door den glans der waar heid verlicht zijn, zich op malkaar werpen als wilde dieren, erger dan wilde dieren, met het eenige inzicht zooveel levens moge lijk te vernietigen. Duizenden ongelukkigen kermen en wrin gen zich in de schrikkelijkste pijnen, en sterven in de Japansche of in de Russische hospitalen, en vragen zich met verbazing af waarom zij slachtoffers zijn van dat afschu welijke werkandere duizenden slachtoffers verrotten in de aarde, of ©p de aarde, of zwalpen op de baren der zee. Nog talrijker zijn de vaders, de moeders, de vrouwen en de kinders, die het verlies beweenen van hunnen steun. En het is nog niet genoeg. Men bereidt nieuwe slachtingen voor, men zal nieuwe slachtoffers maken. Want de voornaamste bezorgdheid van de oversten is, geen ka- nonvleesch te kort te komen. Zoo worden dagelijks drie duizend mannen naar het too- neel des oorlogs overgemaakt. Die beslom mering is even groot langs Japansche als langs Russische zijde. Onverpoosd werpt men de manschappen in de rivieren, opdat de rangen die volgen zouden kunnen doorgaan over de lijken die eene brug vormen. Wanneer zal dat eindigen? Wanneer zal dea dag komen dat de menschen zullen na denken, en zullen zeggen aan dezen die hen bedriegen Maar gaat dan gij zelf, hartelooze tsaars en Mikado's, ministers, bisschoppen, priesters, generaals, journalisten, schache- raars en anderen, gaat dan gij zelf onder den regen van kogels en springbommen. Wat ons betreft, wij willen niet meer, wij zullen niet meer gaan. Laat ons in vrede ploegen, fabrikeeren, handvaardigen. Voedt uw eigen, woekeraars. En het zou zoo natuurlijk zijn dat nu te zeggeD, nu dat de snikken opgaan uit dui zenden borsten van moeders, vrouwen en kinderen, aan wie men hunne steunen ont neemt, die uitmaken wat men de reserve noemt. Vermits die mannen, de meerderheid der reservisten, kunnen lezen, zijn zy niet zonder te weten wat het verre Oosten is. Zij weten dat deze oorlog ondernomen is, niet om het eene of andere voordeel aan het Rus sische volk te verschaffen, maar om mees ter te worden van vreemde grondgebieden, dat hiertoe in pacht genomen zooals men zegt, en waarop het winstgevend was eenen ijzerweg aan te leggen, en zaken te futselen met de schacheraars. Zij weten, of kunnen weten dat men hen zal omver steken gelijk schapen in een slachthuis, omdat de Japanners voorzien zijn van de beste verdelgingsmiddelen, en dat de Russische overheden er niet aan gedacht hebben, zich bij tijds dezelfde tuigen aan te schaffen. En, dat wetende, zou het zoo natuurlijk wezen dat zij zouden zeggen Gaat dan, gij die den oorlog hebt aan gegaan, gij allen voor wie hij noodig is en die hem rechtvaardig vindt, gaat de Japa- neesche kogels en mijnen te gemoet. Wij, voor ons deel, wij zullen niet gaan, want niet alleenlijk hebben wij den oorlog niet noodig, maar wij kunnen zelfs niet begrijpen waarin hij zou kunnen nuttig zijn. Maar zij zeggen niets, zij gaan, en zullen nog gaan, en zullen Diet kunnen weigeren te. gaan, zóódanig zullen ztj vreezen het geen het lichaam doet verliezen, en niet hetgeen terzelivertijd lichaam en ziel doet ten onder gaan. Het is niet zeker, zeggen zij tot hun zelf, dat men ons op het slagveld zal dooden of kwetsen. Misschien zullen wij er nog onge schonden uitgeraken, en zullen wij zelfs wederkeeren, gevierd en beloond, zooals de zeelieden die geheel Rusland thans viert, omdat de Japansche springbommen hen be spaard hebben. Integendeel, indien wij wei geren te gehoorzamen, zullen wij zeker ge vangen gezet worden, door den honger ge marteld, naar de galeien gezonden, of zelfs eenvoudig weg. omvergeschoten, zonder meer omslag. En, met de wanhoop in het hart, rukken zij zich af van hun eerlijk bestaan, verlaten vrouwen, kinderen, en zij gaan Leo Tolstoj. Ziet, kleine burgers, hoe Je postjes ver deeld worden: Theofiel de Landsheere, werd na zijn aftreden als minister, oud-bestuurder der Nationale Baak, met een traktement van 30 tot 40 duizend franken per jaar, verder lid van het Amortisatiefonds van den Congo-Staat, administrateur van de Alge- meene Verzekeringen, administrateur van de Amerikaa nsche-Belgische Hy potheek maa t- schappij, enz., enz. Dit alles brengt hem meer dan i50 duizend frank 's jaars op. Gérard Cooreman, oud-minister van Arbeid en Nijverheid, heden nog volksver tegenwoordiger, was alreeds administrateur in verscheidene maatschappijen toen hij nog minister was. Sedert hij dit postje vaarwel zegde, lapte hij er nog 3 plaatsjes bij van Administrateur Ernest Melot, werd minister van het inwendige in 1890, en trok er reeds van onder na 4 maand tijd, verklarende dat hij van goede soep leefde en niet van schoone redevoeringen. Die soepminister was noch min noch meer dan administrateur van 10 maatschappijen. Leo De Bruyn, algemeen beroemd als oorring-minister, trad op in 1888 en vloog aan de deur in 1899. Hij werd administrateur van de Nationale Buurtspoorwegen aan 60 duizend fran ken per jaar. Wat blieft 60.000 frank Verder nog administrateur van 6 maat schappijen. Auguste Beernaert, pleit alle grove financiezaken die zoo wat jaarlijks opbren gen 250 duizend frank. Dit is niet ge noeg en hij werd nog administrateur van de maatschappij Vulcain Beige, der Inter nationale maatschappij van het Oosten, der kas der Overdrachten en Bezittingen, der maatschappij van Zeevaartbewegiug. Paul de Favereau, tegenwoordig mL nister van BuitenlamJsche Zaken, strijkt bo ven zijn 21 duizend patatjes, nog duizenden op als administrateur van de mijnen Gosson- Lagasse, der Luiksche maatschappij van Machienbouw, enz., enz. Gustaaf Francotte, onzen arbeids- minister, is tegelijkertijd kommissaris der Banque d'Escompte van Luik. met een bij winstje van 20 duizend frank. En onze katholieke volksvertegenwoor digers Georges Helleputte, is administrateur van Congo-ijzerweg aan 30 duizend frank per jaar, administrateur van de Belgo- Bresilienne, administrateur van de maat schappij tot uitbreiding der buurtspoorwe gen, administrateur der Studiemaatschappij van de koolmijnen in de Kempen, enz. enz. de Bethune is zoo wat administrateur van 8 maatschappijen. Verhaegen, van goudmijnen, het Inter nationaal Oosten, van petiolbronnen, van mijnen in Brazilië, enz enz. Leest eeDe klerikale gazet, luistert naar een sermoen, eenen brief van den bisschop, eene bulle van den paus; 't is altijd de zelfde weeklacht; woorden van bitterheid, woor den van angst. En waarover? Over d6 slechte tijden Over de slechte menschen i Over de slechte zeden! Als men alzoo een uur geluisterd of ge lezen heeft, sluiten die schrijvers of die re denaars met den uitroep: Bidt! Bidt! En zij zien niet eens dat zij zouden moe ten zeggen tegen zich zeiven, tegen de hoof den der klerikalen Gij zijt de meesters sedert 20 jaar En de tijden zijn slecht! Waarom hebt gij ze niet verbeterd? Gij zijt meester sedert 20 jaar! De menschen zijn slecht. Waarom hebt gij ze niet beschaafd? Gij zijt meester sedert 20 jaar En de zeden zijn slecht! Waarom hebt gij ze niet gezuiverd Maar, zij vragen bet nietzij durven hun eigen gruwel en misdaad niet belijden. Zij huilen gelijk de honden in den nacht, omdat zij de roede van het eeuwig gerecht vreezen Want, den edelen godsdienst hebben zy verlaagd tot eene geldzaak WEEKBLAD

HISTORISCHE KRANTEN

Het weekblad van Ijperen (1886-1906) | 1904 | | pagina 1