Flips Van Arte velde. Yaria. STADSNIEUWS. BERICHT. Ongelukken. Vechtpartij. Paardenfeest. Poperinghe. Loterij van Luik. Joris De Sloovere. getrouw; niets, noch de stoffelijke belangen, noch het lokaas der eeretitels, noch de on rechtvaardigheden konden hem van de in geslagen baan afkeeren om zijne gedach ten zag hij regelmatig min verdienstelijken dan hij zelf, hem voorafgaan. En zoo verdwijnen stillekens aan de man nen die waarlijk op de hoogte stonden der noodwendigheden van het volksonderwijs en het met hart en ziel aankleefden, om plaats te maken voor veinzaards en onbe- kwamen, die slechts den eeretitel en de profijten die er aan vast zijn najagen, en zich verders weinig om vooruitgang bekreu nen. Spreuken van bedaarde pastoors. De schoolstrijd, welke de klerikalen zoo plechtig willen gedenken, wekt ons de herinnering op van aardige zaakjes, aan 't licht gekomen tijdens het schoolinkwest Men zou de katholieke partij een mooien dienst bewijzen, met eenige bijzonderheden uit de dossiers van dit ink west te trekken. Sprekende over de schoolwet o. a., zegde de zeer eerwaarde heer pastoor van Pesche Genoeg gepraat nu, broeders, steekt de vuisten uit de mouwen. Wapent u met rie ken en gaffels en op weg naar Brussel. Wij zullen de zeven vrijmetselaars, die op de ministerbanken zetelen, aan onze gaf fel rijgen en als die hunne bekomste hebben, zullen we nog zien wat we aanvangen zul len met Leopold, onzen Koning Priester Keesen, nu Senator, te dien tijde pastoor te Tessendenloo in de Kempen, schreef zijn beruchten brief in Le Constitu- tionnel van Hasselt, waarin hij Sire ook naar de kwartjes wenschte en den ondergang van 't koningdom voorspelde. Onze Koning, die geen dwarsoor is, moet ook wel gevoelen dat ons land door eene bende jesuiten en lage mauwfleemers be stuurd is. Zij kunnen het niet kroppen. De ontruiming eener broerkenschool doet het Journal d'Ypres nog eens in een brie- schende furie losbarsten tegen de handel wijze van het Fransch bestuur. Nochtans moet het Journal weten dat men zich in alle landen aan de wetten moet onderwerpen. Zijn wij liberalen niet verplicht hier in België de wetten te eerbiedigen door kleri kalen gestemd, alhoewel die wetten in strijd zijn met onze gedachten? Voor hetgeen de wijze van uitvoer be treft, zijn wij ook van gedacht, dat de ma- tigste middelen de beste zijnmaar de ka tholieken moeten ook wel verstaan dat men niet altijd zoo gematigd en toegevend kan handelen gelijk in de XVI40 eeuw tijdens de S" Bartbelemy 1 Maakt u dan daarvoor ook niet meer gram Journaltje, want gramschap is eene hoofdzonde. Geld! altijd geld 1 De kloostersin Belgie beschikken over het nederig fortuintje van ongeveer drie duist miljoen. Dat is het zesde deel van onzen nationa- len rijkdom die aan de doode hand toebe hoort. De kloosters zullen Belgie opeten met huid en hair. De pastoors winnen jaarlijks hunne vijftig miljoen. KunstKunstKunstVolgens de Ypersche Frut heeft het laatste concert, uitgevoerd door de KoninklijkeFanfare, heel veel bijval genoten. Wij moeten bekennen dat de muziekbe- stuurder een praktisch middel heeft gevon den om die wilde blazers aan touw te leggen en dit met de helft dier knappe melomannen aan de deur te zetten. Wij verhopen, dat die gelukkige hervormer in zijn werk zal vol harden tot dat de maatschappij geheel en al naar de vondjes zal zijn. Dan zal die Brugsche Wagner zich mogen roemen een schoon werk verricht te hebben. Om Belg te worden Maar, excellentie, hoe hebt gij het aan boord gelegd om zoovele decoratiën te ver krijgen Ja, weet ge, dit moet men verstaan. Men moet niet daar zijn waar zij verdiend worden, doch wel dadr waar zij uitgedeeld zijn 1 Daar de wintersche avonden zeer lang zijn zullen wij in ons blad aan onze lezers eenen schoonen feuilleton mededeelen genaamd Dinsdag 11. zijn de genaamde Clarysse, Maurice, 5 jaar en Coffyn Aug. 3 jaar in de paarde watering gevallen en gelukkiglijk in tjyds door een soldaat der Rijschool uit gehaald geweest. Idem Dinsdag 4, is den genaamden Mar quette Louis, uit het Nazareth gesticht, van de muren der vesting, bij de Rijselpoort, in het water gevallen, ea door Ossieur stads werkman, ongedeerd er uitgehaald geweest. Woensdag 5 dezer, is den genaamden Se- gers Frangois, oud 6 jaar in de waters der vesting gevallen en ongedeerd door den jachtbewaker van M. Janson uitgehaald ge weest. Maandag avond heeft er eene vechtpartij plaats gehad in het Café Neptune, visch- markt, waarin zekeren Jacques Achille een messteek bekomen heeft. Den Woensdag 26 October is er te Yper groote paardenfeest. Talrijke prijzen zullen er te winnen zyn. De vacantie is uit, de seminaristen pro- fesseurkens van 't kollege zijn terug gekomen en K. D. waarvan de deftige katholieken evenals de eerlijke lieden onzer stad met zooveel schande spraken heeft opnieuw zijne vuile artikelen naar het - Nieuwsblad van Yper gezonden, een blad dat altijd gereed is om vuiligheden op te nemen van gelijk welke bronnen. Na zes weken vacantie K. D. heeft het nogmaals op de Philharmonie gemunt, een bewijs dat deze maatschappij altijd even veel in zijnen gebenedijden neus kitteld. K. D. onder andere dingen vindt het onge hoord dat onzen achtbaren heer Voorzitter eenen souper gegeven heeft aan de muzie kanten voorafgegaan van een uitstapje met cibelschieting bij zekere confraters, waar schoone prijzen te verschieten wareD en voor eikeneen menige pintjes bier te drinken, dit alles op zijne eigen kosten en om de muzie kanten te bedanken voor de hulde en het luisterlijk nachtfeest dat zij hadden ingericht om zijnen naamdag te vieren. K. D. vind het niet genoeg dat den sou per maar bestond uit een plat rosbeef, kaas en fruit met voor elk drie glazen bier. Wel nu wij zijn nieuwsgierig te weten wat de pompiers en de muziekanten van het stads- muziek daarovor denken, die arme dutzen en hebben zelfs geen beugelvleesch te eten zooals K. D. het noemt. Iedereen weet dat in de katooooolijke partij te Poperinghe de bazen niet giftig en zijn. De commandant der Pompiers, rijke rentier die daarbij nog een vetbetaald postje van de stad bekleed, geeft geene soupers 't zij van beugel of an der vleesch aan zijne mannen noch aan de muziekanten, zij krijgen soms eenige fran ken te verschieten uit de stadskas maar geene soupers zelfs niet van ezelvleesch, wel is waar ten is nog niet veel jaren geleden dat zij ne keer de kans hadden aan den disch te zitten. De drij groote Felixen der stad, wij len M. Felix Baeckeroot, met Cresus Berten en Felix Van Merris hadden samen in hun ne beurzen geschoten om eenen souper te geven, en sinds dien zijn de soupers gaan vliegen, buiten dat de muziekanten een paar broodjes krijgen met hesp wanneer zij naar de festivals moeten optrekken. Alia toe K. D. jongen, bekend nu maar dat de liberale muziekanten alleszijns beter medegedeeld zijn. En dat het in de Philhar monie ook beter gaat dan in de kathooooly- ke Jonge Wacht. Die arme klabettersgilde en krijgt ook niets onder de tanden, het gaat zooverre dat naar wij vernemen M. de kapel haan Pil eene ronde bij de k wezelaars der stad doet om bij elkeen vijf franken te bede len om eenen souper voor deze kathooooo- lieke jonge snullen in te richten, welke over eenige jaren twee en twee werden rond ge zonden in de herbergen om de menschen te bespieden. (§,K. D. jongen gij die in 't Vuilblad spreekt van schooiers, wat zegt gij daarvan van deze onbedekte schooierij. Waartoe zal men de priesters van Poperinghe nogal ge bruiken, de eenen gaan rond om te schooien voor smulpartij in de K. K. Wacht en an dere gaan naar de stadsschale om knops te rapen en de boeren te leeren hoppe plukken en droogen. Zijn dit misschien nieuwighe den fin de siècle die deel maken van de zen ding der priesters K D. jongen rept toch daarover een woordje in uw Vuilblad, nu dat gij genezen zjjt van uwe alteratie die zes weken lang heeft gedeurd juist den tijd der vacantie van 't kollegie. S' Jan ter Biezen is een klein gehuchte bij Poperinghe, kortelings werd de pastoor al daar op pensioen gesteld na een heere le ventje genoten te hebben zooals al de pas toors genietenHet Staadsblad kondigt aan dat het gouvernement jaarlijks hem een pen sioen zal betalen van 1370 franken. De kommandant Papin was een bekwaam officier van 't Belgisch leger die over eenige maanden te Luik doodelijk werd gekwetst, slachtoffer van zijne zelfsopoffering in een anarchisten aanslag. Na lange en pijnlijke smarten is hij overleden, eene weduwe met verscbillige kinderen nalatende. Welnu het zelfde Staatsblad kondigt dat het gouverne ment aan zijne weduwe een jaarlijks pen sioen schenkt van970 franken. Ziedaar tot waar wij gekomen zijn in Belgie; Een luilekker pastoor simpele proost van een handvol boeren, krijgt 1370 fran ken pensioen, en aan de weduwe van een heldhaftig man die zijn leven ten beste gaf voor eene ramp te vermijden geeft men 970 franken voor haar en hare kinderen van de ellende te vrijwaren 1 Volkshuis voor vrouwen Over jaar werd in de Boescheepstraat het overgroot gebouw opgericht dat dient tot succursale van het Volkshuis der Yperstraat. Bij onze zwartjes is er geen geld te kort, zij staan immers niet van schooienVan de jare is het een splinternieuw gebouw dat getimmerd wordt op den Boulevard cinq et trois font huit bij 't kerkhof, en dienen moet voor Volkshuis voor vrouwvolk van 16 tot 20 jaren oud. Alle Zondagen zullen de Pope- ringsche frische deernen aldaar vergaderen van ten 5 tot den 8 ure 's avonds. De knecht jongens en serviteurs zullen dus weten waar gaan om compagnie te vinden, zij zullen ge reed staan aan de deure, voor 't welzijn van 't geloof en Vaderland 111 Overal rijzen als paleizen De kloosters uit den grond. Het groot lot van 100,000 is ge wonnen geweest door den welgekenden architect van Elsene, M. Aimablé Delune, hij bezat 5 nummers. In de vorige trekkingen had hij reeds vier kleine prijzen gewonnen. Het lot van 15,000 fr. werd gewonnen door M. Piriot, statiebediende te Oostende. Een lot van 5.000 fr. werd gewonnen door M. Delhaise, meubelmaker te St. Hubert Luxemburg. i. Als kunstenaar heeft Joris De Sloovere geen geschiedenis, of althans eene nog zeer kortedat benijdenswaardig voorrecht deelt hij met de jonge volken, welke in het goed gesternte eener beloftevolle toekomst hunne hoop en hun vertrouwen stellen. Eventjes dertig jaar geboren te Brugge, den 4n Augustus 1873. Hier leerling van Edmoud Vanhove: te Brussel van wijlen Jozef Stallaert. In 1897 behaalde hij aldaar den eersten 1 prijs in den academischen wedstrijd van groot figuur: er waren duizend frank premie aan vast, hetgeen voor een beginneling niet te versmaden wasDrie jaar nadien werd hii wederom met goud bekroond, ditmaal in den Wedstrijd-Donnay voor het landschap, met zijn Vijvers van Roode Klooster te Au- dergem. Hij stelde ten toon te Leipzig, Bergen Doornik en Kortrijk; tweemaal te Brussel' Parijs, Gent en Antwerpen; reeds dikwerf te Brugge. Meer dan eens vonden zijne wer- ken aldaar koopers, of werden door de to®, bola aangewezen, louter eer en voordeel voor den kunstenaar. Zijne vaste woonplaats is Brugge, als hij niet ergens op een zwerftochtje uit is, langs de Duinen, in het Zoniënbosch, op de Panne in het Polderland ten Noorden van Brugge' of in de Ardennen. Uit die enkele bijzonderheden zal blijken dat zijne voorliefde hoofdzakelijk tot het landschap gaat, alhoewel hij ook het fi. guur met goedgelukken beoefent. Zyn Christus, op de tentoonstelling van de So- ciété nationale des Beaux-Arts te Parijs en zijn Jeugd, in de Driejaarlijksche te Brussel, alsmede de portretten van zijn kunstbroeder K. Rousseau, van Mevr. Gér. F., Mevr. Gust. F., van zijne Zusters en an dere familieleden, van den Heer Van Damme, van den Heer Bouchout en van Advocaat en Mevr. Alb. Thooris, betoogen dat hij in dit laatste vak niet minder haudig en werkzaam is dan in het eerste. Vóór enkele maanden mocht De Sloovere zich in eene buitengewone waardeering van zijn talent verheugen door het stedelijk be stuur van Brugge werd hem het schilderen van een decoratief paneel (4.16 x 2 88) op gedragen, dat thans prijkt in de wanden van het Belgisch paviljoen op de World's Fair, te S' Louis (Vereenigde Staten). Hiertoe ver koos hij een der fraaiste zichten onzer stad, De Rozenhoedkaai, en kweet zich tot elks genoegen van de hem opgelegde taak. II. Als men het gezamenlijke werk van J. De Sloovere nagaat, zou men niet zeggen dat die jonge kunstenaar een tijdje aan gravee- ren deed: niets, wat het fijne peuterwerk van dit vak kenmerkt, vindt men terug in zijne breedaangelegde en kloek geborstelde schilderijen, in de portretten zoo min als in de landschappen. Deze zijn iets meer dan slaafs copiëeren van de elementen, welke meestal een land schap samenstellen: een huisje met een boom er naast, een waterloop met een bruggetje er over, of eene partij weiland, welke zich met den horizont versmelt. Bij hem is stel lig het trouw weergeven, van hetgeen hij ziet, eene hoofdvereischte tot natuurlijkheid maar door zijn oog en onder zijne gewaar wordingen, krijgt het landschap een uitzicht en een kleur, die hem treffen en niet altijd ons. Meer dan eens zijn de onderwerpen een zeer alledaagsch hoekje, langs hetwelk gij en ik voorbij loopen zonder het te zien. Be wijst zulks niet, dat de kunstenaar, die zulke hoekjes en plaatsjes in zich opneemt en kon tefeit, enkel getroffen wordt door buitenge wone oogenblikken in de natuur en aan zijne handvaardigheid de gave vraagt, om, wat hij in zich heeft opgenomen, in kleur en toon om te zetten In de opvatting der stof legt hij stemming, aandoening, vertolking van hetgeen de ziel gevoelt. Wat hij ziet, animeert hij en het stoffelijk doode, hoe paradoxaal het als te genstelling luiden moge, schenkt hij leven en kracht. Vee en menschen, of andere mid delen van verlevendiging, hoeft hij niet eens als bijhoorigheden in zijn landschappen aan te wendendeze bevatten alles in zich zeb ven, waardoor ze indruk maken. Zelfs in doeken en paneeltjes vaii geringe afmetin gen, legt hij animatie en verwekt gewaar- w®rdingen. Sobere opvatting en juistheid van toon zijn dan ook de sterkste merkteekenen van De Sloovere's landschappen. Ziet gij niet in zijn Vijvers van Roode Klooster, hoe de witte wolkenlucht nog le vendig in het water spiegelt, wanneer reeds boomen en daken in een nevelig blauw, als in 't avondduister, willen wegdoezelen? Voelt gij niet de weemoedige schraalheid der natuur, in enkele schetsen uit de Arden nen en vooral in zijn Duinen Tusschen het wit geblakerd zand, vertoonen schrale duin gewassen een door de zon verschroeid groen, en tengere, knoestige sparretjes, door het herhaaldelijk woeden van den machtigen noordwestenwind misvormd en verschrom peld, schreien luid hunne verlatenheid uit in dien barren grond. Wordt gij niet bevan- 01 Cl UI" 1

HISTORISCHE KRANTEN

Het weekblad van Ijperen (1886-1906) | 1904 | | pagina 2