VAN IJPEREN EN HET ARRONDISSEMENT.
Politiek, Nieuws-, Handels- en Annoncenblad.
STADSNIEUWS.
Philips Van Artevelde.
Negentiende jaar.
Zaterdag 27 Mei 1905.
Nummer 21.
Lettre sympathique a M. G. Deweerdt.
Gemeenteraad van Yper.
JÜbOsnementËprys voorop betaalbaar 3.00 fr per jaar voor den buiten. 2.50 ft*, voor stad. Per 0 maanden 1 fr. 50. Per 3 maanden 1 fr. Annoncen; 15 cent
drukregel. Rechterlijke eerherstellingen: 1 fr. per regel. Akkoord per jaar of per maand. 5 centiemen per nummer. Afzonderlijke nummers voor artikels, enz. 4 fr. per 100
mm A Re berichten van verkoopingen of andere bekendmakingen ten bureele dezer gedrukt worden eens gratis ingelijfd De annoncen voor België, ter uitzondering der beide Vlaanderen, als-
ttbde ito voor het buitenland worden ontvangen door den Office de Publicité, Magdalenastraa1,, Brussel. Men wordt verzocht alle hoegenaamde artikels uiterlijk tegen Vrijdag middag vrij
m oaderteekesd toe te zenden. Artikelen ongeteekend of personnaliteiten bevattende w ordenetst opgenonien.
Monsieur l'Editeur,
Vous auriez grand'peine k imaginer en
quel état d'esprit m'a mis le dernier Journal
d'Ypres. J'ai failli. tant mon désespoir était
grand, recourir au poison des papes Borgia
(quitte a faire réhabiliter ma mémoire par
des moines roulériens). J'exagère, dites vous?
En rien, mon chor Monsieur. La chose
m'est tombés dure. Groyez m'en. N'est ce
pas fort contristant pour tnoide me faire en...
guirlander par un larbin parlementaire dont
la face a giflss ne saurait plus rougir? Et
comment n'être pas désespéré a l'extrême,
lorsqu'oo me prodigue les litres les plus
décoratifs avec le geste maugracieux d'un
éléphant centenaire qui se vide la trompe?
Passe encore d'etre un ignoble, immonde
et ordurier personnage mais être«iufS.me
O Saint-Plamidien un peu plus. c'était
catholique
Vous, Monsieur, vous l'échappez belle. Le
pachyderme du papier clérical s'est contenté
de pgteuger dans se" évacuations ordinaires.
A peine vous dit-il lache et pornographe
Geli va decrescendo! N'allez pourtant
pas croirë qu'il comprenne aucunement le
caractère, lavaleur propre, laportée morale
de ces élégants vocables. Son incommensu
rable stupidité ne lui permet pas 1 intelli
gence des emprunts qu'il fait aux auteurs
catholiques. II palabre et pontifie, cependant
que les affres d'une frousse vertigineuse le
rendent incontinent. En raison de cette in-
firmité, je vous engage a ne pas fouailler
cette brute édentée. Contentons nous de lui
douoher la carcassec'est plus amusant
Done, rions encore et toujours, esbaudissons
nous, Monsieur, la terre est une v&llée de
larmes
Et maiatenant, cher Monsieur, le jour oü
vous jugerez la douche nécessaire, sachez
Geschiedkundig Roman.
Mij dunkt integendeel dat het edelmoe
diger is de verdrukte menscheid bij te staan
en de smarten van lijdende broeders te leni
gen en te verzachten, dan met ie grooten
tekeulmen hunne neigiugen en driften te
streelen;» opperde Artevelde.
De ridder begaarde die bemerking niet te
hoeren of niet te verstaan en vervolgde
Zie, Philips, hoe gelukkig zoudt gij zijn,
wat voldoening, wat genot zoudt gij sma
ken, zoo gij u aan onze zijde wiliet scha
ren Gij zoudt met opene armen ontvangen
worden, en de jonge koning en de graaf
zouden u met eerbewijzingen overladen.
En thans? Hol het pijnigt mij soms tot in
het diepste der ziel te hooren dat de Vlaam
sche en Fransche edellieden spotten met
uwe boerenpartij, dat zij u uitschelden voor
gemeen grauw, dorpere kinkels, galgen -
gebroedsel en nog leaiijker dingen. En noch
tans met een enkel woord zoudt gij dien
hoon kunnen doen ophoudengij hebt enkel
te zeggen dat gij de oproermakers verlaat en
tot de partij van dea graaf behoort. Daar,
Philips, heerscht pracht en rijkdom, daar,
in de rangen van onzen vorst, is eer en
que vous me trouverez votre entière dis
position pour appliquar ces dégénérés le
régime hydrothérapique convenable leur
genre d'affection.
Douchons les calottes. Monsieur et vive la
rigolade
Quoiqu'on en dise, je suis et reste
Jean sans Peur.
Zitling van 13 van Mariamaand.
Al de leden zijn om 5 ure op post, zelf de
Hooggeboren en Weledele Heer Henri Iweins
d'Eeckhoutte die van zijne verblijfplaats van
Brugge express is afgekomen om zich een
uurtje aan zijne kiekens te laten zien.
Het verslag der vorige zitting is goedge
keurd.
De Burgemeester bestelt aan Edward Fla-
mand het burgerkruis van 25 jaren dienst.
Proficiat
M. D'Huvetterezegt dat de tramlinie Yper-
Gheluwe bijna opgemaakt is en vraagt wan
neer zij zal geexploiteerd zijn en door wie.
Men heeft over eenigen tijd (een jaar of vier,
zeker) gesproken van een intercommunale
maar waar blijft déze
De burgemeester antwoordt dat hij daar
voor gaat zorgen en hij monkelt een beetje
met den sekretaris.
Maar M. D'Huvettere is verbitterd en hij
vraagt altijd voort, gelijk om te doen ver
staan dat de Burgemeester die zake ver
waarloosd heeft gelijk vele andere.
De Burgemeester weet niet meer wat ant
woorden om hem uit den slag te trekken, en
geeft het woord aan M. Sobry de andere
zage
Wij hooren die zage geerne, Mijnheer de
Burgemeester omdat ze door uwe ribben
roem te verwerven. Wanneer wij hem weleer
aan het Fransche hof vergezelden en de
feesten mochten bijwonen die de overleden
koning gaf, dan zwol ons het hart van
trots en fierheid in den boezem! Wat al
majesteit, wat al grootheid in die plech
tigheden: wat al hoofschheid, wat onder
scheiding in houding en taal; wat smaak en
bekoorlijkheid in den opsmuk der edele
jonkvrouwen; zie dat deed waarlijk het
hoofd draaien En op de tornooispelen dan?
Wat kracht, wat behendigheid, maar te
vens wat heusscüheid bij de ridders 1 Wat
pracht, wat rijkdom bij de edele hofdames
die deze oefeningen bij woondenwat aan
moedigingen, wat begeestering als de ge
liefde haars harten den zege bevochten had!
Waarlijk men zou zich blind gezien hebben
op al den glans en luister die daar zoo kwis
tig ten toon gesproid waren.
«Helaasja, hij verblindt en vervoert u
de ijdele tooi der vreemden. Gij denkt slechts
aan uitbeemscheu praal en hebt zoo de een
voudige voorvaderlijke zeden verzaakt en
vergeten. Gij zijt een vorstenknecht gewor
den in plaats van eene vrije Vlaming .te
blijven. Helpe Godl klaagde de Ruwaard.
«Een Vlaming blijven? Maar waartoe
goed? lachte Daneel. Te vergeefs weder-
streeft gij den graaf en den konmg; zij zijn
zaagt.
M. Sobry vraagt 1° dat de stad eene nieuwe
ruiling van straten vaststelle met het gou
vernement.
2° dat de stad zou doen gelijk de gemeente
Boesinghe 't is te zeggen, hare straten doen
in macadam leggen voor 4 25 den meter door
hare werklieden in plaats van 7.50 te beta
len aan M. Bataille van Poperinghe en
3° als het waar is dat de stad de vestingen
zal doorbreken en de kasteelgracht opvullen
om plezier te doen aan M. Angillis die be
geert aldaar een uitweg te hebben naar den
buiten.
De burgemeester beziet M. Sobry en ant
woordt op het eerste punt dat het onmogelijk
is, voor het tweede dat hij het zal onderzoe
ken en voor het derde dat hij van niet weet.
En daarmee weet M. Sobry zooveel als
van te voren. Hij hernieuwt zijne vragen.
Hij zegt dat het eene schandeleuze geldrer-
kwisting is van 7-50 te betalen als het werk
kan gedaan zijn voor 4.25. En M. D'Huvet
tere voegt er bij met dat geld die verkwist
is geweest, had men kunnen al de straten
van den buiten in makadam leggen, hetgeen
nu op verre na niet gedaanjis.
En de bazen zijn aan het kijven juist ge
lijk in de kleine gebeurten.
De Burgemeester spreekt eindelijk van iets
anders om het gerucht te doen eindigen. Hij
verklaart en M. Yandenboogaarde met
hem dat men een beetje schoon aarde
stort in de kasteelgracht om het te ver-
properen ziet je want men had daar een
heelen tijd slijk en modder gestort, God weet
waarom. Maar van vestingen doorbreken,
gracht opvullen en straat maken naar den
buiten, is er geen kwestie, zeggen de bazen.
M. Angillis zegt nogtans aan wie het hoo
ren wilDe straat zal er koment is
ik die het zegge.
Wie zal er gelijk halen
Wij zullen het weten voor de aanstaande
kiezing.
M. de Burgemeester doet opmerken dat
MM. Sobry en D'Huvettere gedurig opkomen
te sterk en te machtig dan dat gij hun het
hoofd zoudt kunnen bieden. Wel kunt gij
oogenblikkelijk eenige voordeelen behalen,
maar die zege is van korten duurhij smelt
als rijm voor de zon. Herinner u slechts uwe
overwinningen te Kortrijk en te Sluis en
overweeg wat gevolgen zij hadden. Neen,
neen, wees niet eigenzinnig niet hardnekkig
in uwen verraetelen en nutteloozen tegen
stand. De netten, rond u gespannen, zijn
met zooveel beleid, met zooveel slimheid
gesteld, dat gij onmogelijk kunt ontsnappen.
Gij zijt alom ingesloten, en daarbij nogjwoedt
de verdeeldheid in uw midden trouwens,
de adel kan nooit uwe bedoelingen bijtreden
en hij heeft gelukkig nog talrijke aanhan
gers in de lagere standen behouden.
Daarin bedriegt gij u; wedersprak de
Opperhoofdmad. Het volk is niet metu:
het verfoeit de Lelie en is den Leeuw trouw
gebleven.
Een kloeke Leeuw, voorwaar, zonder
klauwen of tanden; spotte Daneel. Wel
dra zullen wij hem daarbij nog eenen muil
band aandoen en eene keten rond den hals
leggen om hem op de jaarmerk ten als een
getemd dier ten toon te stellen.
Wees niet overmoedig, broeder; we
dervoer Philips ernstig. Als de Leeuw
brieschend opspringt, zouden de adel, de
met allerlei kwesties die aan het dagorde
niet zijn. Het is onmogelijk van altijd op
staande voet uitleggingen te geven nopens
zekere zaken dat het Cellegie zelve nog niet
onderzocht of bestudeerd heeft.
Als iemand wilt spreken over zaken die aan
het dagorde niet zijn, moet hij de Burgemees
ter verwittigen Zoo luidt het reglement.
M. Lemahieu vraagt i° dat de Stad zou
eenen vcloweg maken op den steenweg naar
Waasten, tusschen de Rijselpoort en het
Berlekot; 2° dat er eene subsidie vaa 500 fr.
zou uitgeschreven worden voor eene ring-
steking met den Tuindag.
Hij vraagt dat de Burgemeester het eere
voorzitterschap zou nemen van de commissie
die zal aangesteld ziju voor de uitvoering.
De Burgemeester. Ik zal daarvoor
zorgen.
Bureel van Weldadigheid. Rekening
1903.
Ontvangsten fr. 125427.41
Uitgaven fr. 106076.78
Overschot fr. 19350.63
M. D'huvettere. Volgens den wil van
M. Jules Capron, zaliger gedachtenis, mag
er geen verschil gemaakt worden voor de
leveringen tussche» liberalen en kaloten. Ik
zou willen weten of dien wil geeerbiedigd is
of te wel als den Disch den zot houdt met
M. Capron gelijk de Hospicen met M. Godt-
schalck.
M. Vanden Peereboom. Wij doen daar
van wat wij willen.
M. D'Huvettere. In andere woorden,
gij laat onze vrienden alleen leveren. Hewel
dat is niet eerlijk gehandeld. Ik en kan dat
niet goedkeuren.
De Burgemeester. Gij weet altijd en
twad en gij vergeet dat wij, de kaloten alles
zijn, dat wij alles hebben en dat wij alles
mogen doen. Onthoudt dat Constant 1
M. D'Huvettere. Gij zijt waarlijk ver
blind door uwe laatste zegepraal in de gas-
graafende koning, hunue tergenda maat
regelen en hunne vermetele uitdagiogen
duur kunnen bekoopen. Gij kent het Vlaam-
sche volk enkel door de kwaadsprekerij van
kortzichtige of nijdige vreemdelingen. De
Vlaamsche stam bemint zijne vorsten, maar
hij dweept tevens met zijne vrijheden en
voorrechten en duldt in geene deele dat men
die schendt of verkracht. HaDe graaf en
de koning denken zoo gemaklijk over te
springen met het Vlaamsche volk als met
den Vlaamscheu adel die zich voor hen in
de schulden steekt en dan nog niet meer
geteld wordt als nietswaardige kuechten.
Wees er van overtuigd, broeder, daar zou
den zij eene deerlijke misrekening kunnen
maken. Ha 1 zij meenen ons te behandelen
als slaven en ons het juk der dienstbaarheid
zoo maar zonder slag of stoot op de schou
ders te leggen. Keer weer van die dwaling,
Daneel; wij hebben gezworen vrij le zijn, en
kunnen wij niet vrij leven, dan zullen wij
ten minste vrij sterven. Zeg, broeder, zou
het voor u, in wiens aderen ook. Vlaamsch
bloed stroomt, niet roemrijker ziju u bij oas
te voegen en mede te helpen om het volk
uit zijne vernedering op te beuren, dan wel
met do vreemden aan te houden om uwe
stamgenooten te verdrukken?
Wordt voortgezet.
i JL Trwxam"-
HET WEEKBLAD
(12» vervolg).