STADSNIEUWS.
Drie liberale werken.
Ziet hoe zij den
landman haten.
Waar gaat al dat
geld naartoe
Klinkend antwoord.
Een woordje over de
Koningin van zeesteden
Gemeenteraad van Yper.
Ingezonden brief.
Ingezonden brief.
Ons programma is kort maar goed
Werkmanspensioen 1 fr. daags
op 65 iaar.
Een man een stem
Evenredige Vertegenwoordiging
in alles en voor alien.
Hier in onze provincie alleen kunnen er
reeds van de tien te veroveren zetels, 4 ze
tels gewonnen worden.
Alles hangt natuurlijk af van eene goede
verstandhouding. De vrijzinnige partijen
mogen niet vergeten dat de eendracht macht
baart en dat tweedracht leidt tot moedeloos
heid en verval.
Eendrachtig zijt gij reuzensterk en zal
alles voor u moeten zwichten.
Daarom dus, oude veeten vergeten en
eensgezinder dan ooit de klerikale forteres
met moed en bezieling aangevallen en de ze
gepraal is nu verzekerd.
Dan mag de beiaard spelen
Van al de torentransen
Dan mag de grijsheid kweelen,
Dan mag de jonkheid dansen.
Diegene onzer lezers welke in de straten
der hoofdstad den geschiedkundigen stoet
ingericht ter gelegenheid van den 75e ver
jaardag onzer onafhankelijkheid hebben
zien voorbijtrekken, houden niet op de
pracht van wagens en groepen te roemen.
Deze groepen en wagens, uitgezonderd
eenige voorwerpen van inbeelding of kunst,
verbeelden de grootste geschiedkundige
feiten van België.
In dien merkwaardigen stoet zijn de drie
grootste feiten van den vooruitgang sedert
1830 verbeeld, en die feiten die men gemeend
heeft te moeten verheerlijk zijn juist drie
groote liberale hervormingen, door
liberale ministers uitgevoerd
1° de oprichting van de ijzerenwegen
2° het vrijmaken der schelde
beide te danken aan Karei Rogier
3° de afschaffing der oktrooien, te danken
aan Frère-Orban.
Ah de klerikalen draaien zoo gaarne
over heg en haag dat het liberalisme niets
heeft gedaan voor het volk en wanneer de
weldaden die 't land geniet moeten den volke
voorgehouden worden, vinden de klerikalen
niets beters dan de werken van Liberale
ministers te herdenken.
Om de daden van de klerikale ministers te
verheerlijken had men den 22 Juli of nog
Zondag kunnen zinnebeeldig voorstellen, het
uithongeren van onderwijzers, de afschaffing
der scholen, 't ringelooren van koetjes en
kalfjes, het instellen van 't vergunningsrecht
de schromelijke belastingen op den jenever,
de sociale facade wetten, 't pensioentje van
9 eens daags en andere hervormingen die de
wereld met verbazing hebben geslagen
Het voorspel van M M. Paternoster en con-
soorten om de beproefde landbouwers met
een krediet van vijf miljoen te helpen, is in
de sectien der Kamer door pastoorsknechten
verworpen.
Geld voor forten en kanonnen, ja, maar
niet voor de landbouwers.
In 1880 regeerden de liberalen met 288
miljoen, en zie nu eens naar den boterham
in 1902 504 miljoen
in 1903 514 miljoen
voor 1904 533 miljoen
Onbetwistbaar is het dat de boeren veront
waardigd zijn tegen de nieuwe geldverkwis-
tingen die zullen begaan worden door het
klerikaal ministerio.
En zeggen dat die katholieke heeren, in de
aanstaande kiezingen nog altijd voorts met
hunne genegenheid voor de boeren zullen
boffen en stoffen de wet op de werkonge
vallen is er een bewijs van.
De Belgische schulden.
in 1884 -= 1 miljard 128 miljoen
in 1904 3 miljard 351 miljoen
Duitslan i waarborgt onze onafhankelijk
heid, zegt Ons Gazeije, de Duische Gezant
h'-eft het gezegd en wij geloven h<
Dat herinnert ons den pastoor en den
koster die over eene plank gaand- in het
water vielen Houd u aan 't geloof, koster,
riep de pastoor Merci, antwoordde de
koster,ik houd mij aan 't gras Eu de pa-too r
verdronk.
Al de Belgische bladen, zoo groot als klein
houden zich met Oostende onledig. Wekelijks
ja dagelijks verschijnen lofartikelen. Zij zijn
allen van het gevoelen dat het sezoen van
1905 het beste zijn zal, dat zij ooit beleefd
hebben.
De Hotels, groot en klein, zitten vol van
vreemdelingen de prachtige kursaal is alle
avond bomvol het getal vreemdelingen
overtreft verre het cijfer van andere jaren
en nooit werden er meer zeebaden genomen
dan dit jaar.
De officieële lijst van den 15 Augusli, meldt
een totaal van 20,970 vreemdelingen. Dit
getal overtreft dat van verleden jaar op het
zelfde tijdstip.
't Is ook bij duizenden dat het getal der
baden grooter is dan het beste der vorige
sezoenen
Zitting van 5 Augustus 1905.
(Tuindagavond).
De zitting is geopend om 5 ure onder het
voorzitterschap van Burgemeester Janus Co-
laert den Poperingschen feminist
Al de leden zijn tegenwoordig, uitgenomen
M. Begerem die onpasselijk is en M. Henri
Iweins d'Eeckhoutte die wederom geen tijd
heeft om te doen hetgeen zijn mandaat van
conseiller hem oplegt, 't is te zeggen, tegen
woordig te zijn aan al de zittingen. M.
Iweins d'Eeckhoutte zegt zeker voor zijne
reden: De Burgemeester gaat nooit naar
Brussel om zijn mandaat van volksverte-
- genwoordiger te vervullen. Waarom zou
ik mij moeten geneeren om naar Yper niet
te gaan. 'T zal toch wel gaan zonder dat
ik mijn groot verstand bjj al die andere
groote verstanden zette. En.... zut!
Janus Golaert geeft lezing van eenen brief
van M. den Deken die den gemeenteraad
uitnoodigt om de inhuldiging van het beeld
van Maria oubevlekt officieel bij te wonen
Heeft er iemand een voorstel te doen
M. Sobry Wat is het gedacht van het
collegia
Janus Colaent. Het college zal doen al
wat gij beslist.
M. Fraeys. Als gij geen voorstel durft
doen, ik zal het doen. Ik vraag dat de ge
meenteraad de uitnoodiging van onzen heer
en meester Mijnheer den deken, mijnen acht
baren kozijn zou aanveerden. Wij moeten
de feesten opluisteren door onze tegenwoor
digheid en er naartoe gaan met stadsmuziek
en Pompiers. Wij kunnen niet te veel doen
voor onze Vrouw.
M. Bouquet. Ik ben overtuigd dat Ma
ria onbevlekt met al die fluitjes en al die
trommeltjes zeer zal vereerd worden en ik
zal het voorstel van M. Fraeys stemmen.
M. UHuvettere. Moet de politie ook
mee gaan
M. Fraeys. Zeker jat Pierre moetin
dionst komen I En de majoor ook
M. Bouquet. En gaat Arthur niet ge
vraagd zijn
Hij gaat van zelfs mee, met het muziek.
M. Bouquet. Ja, toenis 't wel
Janus Colaert. Laat ons algauw stem
men om niet meer flauwe praat te hooren.
Het voorstel is aanvaard zonder tegenspraak.
Het verslag van de vorige zitting is goed
gekeurd.
Janus Colaert. De Hospicen vragen
om grond te verkoopen bij de citadelle, langs
de groote steenweg naar Meenen.
De verkooping zou publiek zijn en de prijs
is gesteld op 5 fr. per meter. - Goedgekeurd.
Janus Colaert doet de begrooting uiteen
van St Jacobskerke. Sedert dat hij deel-
maakt van den kerkraad, zegt hij, vermin
dert alle jare den deficit. Ge ziet dus wel
dat ik goed weg kan met de finantiën.
De begrooting is door al de kerkmeesters
van den raad goedgekeurd op 6300 fr.
Janus Colaert doet uiteen de begrooting
van de staatsmiddelbare school voor 1906.
Niets bezonders zegt hij
Dus aangenomen met algemeene stemmen.
Nog Janus Colaert legt neder de stadsre
kening voor 1904 en hij heeft er waarlijk
plezier in met uit te leggen in het breede
en in het lange dat ze sluit met een over
schot van 92 000 franken.
'K zou het gelooven, Burgemeester
Gij schrijft in de ontvangsten 10.000 fr.
voor verkoop van stadseigendommen en gij
verkoopt er voor 40.000 fr 'T en is toen
niet moeilijk om over te komen. Een boer
kan dat ookOm zulke heldendaden te doen,
moet men noch advokaat, noch represen
tant, noch feminist (al ware het Poperin-
ghe) wezen.
Hetgeen gij daar gedaan hebt en waar
over gij stoeft in de gemeenteraad voor al
die door den heiligen Geest ingelichte ver
standen, bewijst alleenlijk dat gij uwe be
grootingen niet kunt of wilt opstellen lijk
zij zouden moeten opgesteld zijn, dat gij
uwe ontvangsten en uitgaven niet goed voor
ziet, en niets anders.
Dat de gemeenteraadsleden die u aanhoo-
ren vol bewondering en u aanzien als eenen
financier van eersten rang, dat begrijpen
wij, want wij kennen ze, maar het publiek
laat zich daaraan niet kullen en weet toch
wel dat gij maar een administrateurtje en
zijt van achter den vieren, gij hebt er zoo
dikwijls bewijzen van gegeven. O Burge
meester Colaert I
Wij zijn kurieus van die rekeninge te zien!
Op voorstel van den poperingschen femi
nist, is de rekeninge verzonden aan de com
petente sektie om verslag te maken.
De verslaggever zal M. Colaert zelve zijn.
Hij zal naar gewoonte rond de rekeninge
spreken en voor het slot uitroepen Pas-
sez, Muscade
En alle man zal ja nikken zonder iets ge
zien te hebben en den toer zal gespeeld zjjn.
Passez, Muscade I
Janus Colaert. M. Canepeel vindt met
recht dat de woning van den Directeur van
de Labatore te klein is. Hij vraagt dat wij
het zouden vergrooten. Ziehier eene teeke-
ning van de verandering dat M. Coomans
voorstelt. (Janus toont een gekoleurd zantje
aan de kerkmeesters). Dat moet kosten
3500 fr. Maar wij zijn ter plaatse gegaan
met M. Struye en M. Vandenboogaerde, die
een specialist is, en wij peinzen dat de ver
grooting op eene andere maniere zou moe
ten gedaan zijn, zoodanig dat ze maar 1500 fr.
zou moeten kosten
M. Sobry. 't Is nog den helft te veel
Het noodige werk kan gedaan zijn voor
750 fr.
M. Fiers. Ik zou het willen zien.
Janus Colaert. Wat kent M. Sobry
daarvan? 'T en is toch maar een advokaat 1
M. Sobry. Lijk gij.
Janus Colaert. 't Is waar, maar 't is
twintig jaar dat ik aan 't bestuur ben en in
twintig jaar moet men toch iets geleerd
hebben, als men niet te dom is.
M. Sobry. Hewel, 't spijt mij van u
te moeten zeggen dat het twintig jaar is dat
gij de oordjes van de stad geweldig te keere
gaat en in alle soorten van nuttelooze wer
ken verspilt, 't Is betreurenswaardig hoe
slecht gij gehandelt hebt voor Yper.
M. Vandenboogaerde. Kom, kom, laat
ons stemmen, 't Is belachelijk van zoo lange
te parlesanten over zulk eene bagatelle, en
ik ga zorgen dat alles gedaan wordt aan
kleinen prijs.
M. Bouquet. Zal er eene adjudicatie
zijn?
M. Vandenboogaerde. 'K en geloove
't nie. Wij hebben het halvelinge beloofd
aan eene gekeerde kaakte en wij kunnen
niet wel anders doen ._i hem te geven. Be
lofte is schuld niet waar
M. Sobry.— Gij meugt dat niet belooven.
Ais gij kandidaat waart, hebt gij gezworen
van gelijk te zijn voor allen.
M. Vandenboogaerde. Gij hebt het
ook gezworen en hoeveel maal hebt gij ge
protesteerd als wij geene adjudicatie deden
Dus, dat en telt nie 1
M. Sobry klopt op zijn voorhemde en
zegt eenen mea culpa!
Janus Colaert. Gauw, laat ons stem
men 1
M. Sobry. Er zijn 16 straatjes zonder
suwatie. Het stinkt er dag en nacht. Ik 7er.
sta niet dat de menschen daar kunnen leven.
M. UHuvettere. Zij zijn het gewend i
M. Sobry. Maakt nieuwe suwaties
voor dat gij nieuwe praal werken uitvoert.
De woning van den Directeur van het slacht
huis heeft zoo lang wel geweest, 't zou nog
moeten wel zijn.
Eindeling, wordt eene somme van twee
duizend bollekens gestemd om de vergroo-
tingswerken te doen waarvan noch plan
noch bestek gemaakt is11
M. Bouquet vraagt waarom dat de inwo
ners van Seys reke geen water meer mogen
halen aan het slachthuis.
M. Vandenboogaerde. De jonge meis
jes die den geheelen dag deure om water
gingen naar het slachthuis zijn beter in hun
huis. Het slachthuis is eene plaats die hun
niet en dient. Zij zien en hooren daar alle
soorten die ze nie en moeten weten en zoo
lang ik schepen zal zijn, zullen ze daar niet
meer gaan.
Janus Colaert. Vrouwen en mannen
zijn gelijk. Gij moet daarin geen verschil
maken. Dat is het grondbeginsel van het
feminisme.
M. Vandenboogaerde. Hewel, ik lache
met al uwe feminisme. Dat is entwat die
van Poperinghe komt en 't is entwat die
nie en deugt. Dat zeg ik.
Wordt voortgezet).
Mijnheer de uitgever van 't Weekblad,
Zoudt gij mij 't plezier willen doen van
deze eenige reken in uw blad op te nemen,
om de onbeleefdheid en botheid vanKomman-
dant en Adjudant der pompiers, aan het
Ypersch publiek kenbaar te maken.
Ziehier waarvan er kwestie is.
De zondag van tuindag moesten de pom
piers in dienst komen, zooals gewoonte werd
het appel gemaakt door den adjudant, hij
roept eenen naam uit van eenen pompier die
afwezig was, den tamboer G. zegt tegen zijn
matje,hij is bij de kooie mooie, den adjudant
die maar half verstaan had wat hij zei, vroeg
aan G.. wat zegt gij daar zijt gij niet
beschaamd van zulke woorden uit te sprekenl
(gij moet weten dat den adjudant gewezen
sergent facteur benauwd heeft van de kooie
mooie; 't is katje).
Ik zal mijn rapport maken aan de kom-
mandantJa seffens werd de commandant
geroepen, en eene geheele affaire ontstond
oogenblikkelijk, hij wilde weten wat hjj
gezegd had, maar G.. wilde niet antwoorden,
ach gij antwoord niet, op staande voet,
krijgt gij uwe demessie, men zal uwe bur-
gerskleeren halen, en gij zult u hier ont-
kleeden, en gauw speelt maar uwen broek
af 1
Tamboer G. weigerde hem daar te ont-
kleeden zeggende ik ben hier in de Academie
niet waar Jules zijnen broek afspeelde. Ik
ga naar huis II De kommandant en adju
dant hielden hem vast en zonden intusschen
om de politie, die aanstonds aankwam, en
tamboer G. naar het politiebur^el leide waar
zijne burgerkleeren gereed lagen en willen
of niet moest zich ontkleeden zij hadden
zijne klak vergeten, niet tegenstaande dat
moest bij buiten, zoo was hij verplicht eene
nieuwe te gaan koopen.
Kommandant en Adjudant triompheerden
van geluk over hunnen heldendaad 11
Ziedaar hoe men bij de Pompiers handelt
met de IJperiingen! En burgemeester Colaert
heeft daar niets tegen te zeggen. Is het niet
schandelijk mijnheer de uitgever, 't geen ik
u hier schrijf is de waarheid ik ben alle dage
hereid om mijne verklaring in 't openbaar te
bekennen, ik zou dan nog wat meer kunnen
vertellen. l. g.
Mijnheer den uitgever,
Hebt gij wel deze tuindag op de markt
geweest en heb gij daar onze goede Harmonie
gehoort, maar wat zegt gij van de Fanfare zij
xac*
«w