TAN IJPEREN EN HET ARRONDISSEMENT.
Politiek, Nieuws-Handels- en Annoncenblad.
Philips Van Artevelde.
Negentiende jaar.
Zaterdag 7 October 1905.
Nummer 39.
Klerikale opvoeding.
^fconnementeprijs voorop betaalbaar 3.00 fr. por jaar toot den buiten. 2 50 fr. voor stad. Per 6 maanden i fr. 50 Per 3 maanden i fr. Annoncen: 16 cent
p^inikregei. Rechterlijke eerherstellingen: 1 fr. per regel. Akkoord per jaar of per maamd. 5 centiemen per nummer. Afzonderlijke nummers voor artikels, enz. 4 fr. per 100
Alle bertehten van verknopingen of andere bekendmakingen ten bureel® dezer gedrukt worden eens gratis ingelijfd De annoncen voor België, ter uitzondering der beide Vlaanderen, als-
flpde die row het buitenland worden ontvangen door den Office de Publicité, MagdalenastraaBrussel. Men wordt verzocht alle hoegenaamde artikels uiterlijk legen Vrijdag middag vrij
m enderteekend toe te zenden. Artikelen ongeteekend of personnaliteiten bevattende worden niet opgenomen.
Wij ontvingen, dezer dagen, het bezoek
van een jongen man, oudste zoon van eenen
vriend onzer kinder- en. schooljaren, Wij
hebben den knaap gekend ais hij in de wieg
lag; wij hebben hem zien opgroeien en man
worden. Nu komt hij zijne Rhetorika te ein
digen met schitterenden uitslag, in een onzer
bijzonderste katholieke onderwijsgestichten,
en hij bereidt zich, om, bij de Hoogeschool
van Leuven, zijne studiën aan te gaan voor
advokaat.
De vader is een voornaam koopman. Hij
behoort tot de liberale denkwijze, maar is
ver van hevig tezijn in zijne overtuiging Zij
ne kinderen zijn allen opgekweekt in katho
lieke gestichten, en, alhoewel wij hem daar
nooit over gesproken hebben, wij gelooven
dat hij wenscht ze te zien opgroeien als ma
tige katholieken onder goisdienstig oogpunt,
als matige liberalen onder politiek oogpunt.
Voor wat denzoon aangaat, onze betrek
kingen van hen waren altijd meer vaderlijk
dan vriendelijk. Telkens hij. gedurende de
verlofdagen, ons kwam bezoeken, hij was
ontvangen als kind van den huize, en daar
hij leerzuchtig v/as, stond onze boekenkss
geheel te zijnen dienste. Hij miek er gebruik
van, om ons boek op boek te ontleenen bij
miek er zelfs misbruik van, om somtijds te
vergeten zekere ontleende boeken terug te
brengen.
Wij bewaakten zijne lezingen buiten zijne
weet, en bestadigden met voldoening, dat
zijne liefhebberij eene ernstige richting nam,
en dat hij den voorkeur gaf aan boeken met
wijsgeerige strekkingen. Dit deed ons de
oogen sluiten over zijne vergetendheid. Wij
dachten vergenoegd bij ons zei ven: 't is tee-
ken at?* bet boek hem aanstaat, dat hij het
leest en ff «Heest't zal hem deugd doen, en
daar wij zoolang de ontfutselde werken niet
konden missen, wij kochten heel filosofisch,
bij de eerste gelegenheid, nieuwe afdruksels,
en stelden ze terug o'b de plaats der oude.
Geschiedkundig Ronïan.
Hoe ter nedergedrukt de Deutsche poor
ters ook zijn mochten, toch vonden de aan
moedigden woorden van Artevelde weerklank
in hunne harten. Zij juichten en jubelden als
in de dagen van voorspoed en overwinning
«n, wonderlijke macht der vaderlandsliefde,
zij vergaten voor een ©ogenblik hun lijden
om slechts aan de grootheid hunner geboorte
stad te denken.
De Opperhoofdman groette en verliet het
venster na de menigte streng aangemaand te
hebben het genomen besluit geheim te hou
den tot dat men ten strijde zou trekken. Dan
ging hij met de Schepenen en Dekens in de
raadzaal om er de maatregelen voor den
tocht te beramen, terwijl het volk langzamer
hand huiswaarts stroomde.
Lang duurde de vergadering niet, immers
het vertrouwen in Artevelde was zoo groot
dat zijne voorstellen schier zonder bespre
king aanvaard werden. Men besliste onmid-
delijk de poorten te sluiten en alle gemeen
schap met den buiten te veroieden. Derwijze
hoopte men den graaf en zijne Leliaarts op
het onverwachts te overvallen en de kansen
Buiten de stilzwijgende aanmoediging tot
eigene stadie en navorsching, hadden wy den
jongen nooit den minsten wenk gegeven,
nopens zaken die overtuiging en geest aan
gaan. Wij waren daartoe door niemand aan
gesteld.
Gelijk wij hooger zegden kwam onze
jonge vriend ons onlang bezoeken, en tot onze
groote verwondering, bracht hij ons alle de
door hem ontleende boeken terug, en was op
het punt ze op hunne plaatst te stellen.
Wij schoten uit in eenen vrolijken lachl
Die plaats was immers vervuld
En wat hebt gij met die boeken gedaan,
vriend f
Ach, mijnheer, wat spijt het mij; maar
wees ertoch niet boos om 1 Die boeken heb
ik eerst gelezen en herlezendan heb ik ze
ter lezing gegeven aan vrienden, en, gij ver
staat, om ieder zijae beurt te krijgen, de
zaak heeft aangesleept. Die boeken moesten
allen in 't Juikerke gelezen worden 't zijn
slechte boeken.
Watl slechte boekeu! Pas op! Voor
wien aanziet gij ons dan? Slechte boeken!
Mijnheer, mijnheer, neem het zoo hoog
niet opl 't Is bij manier van spreken. Ze zijn
wat men iu het kollegie slechte boeken
noemt; zij zijn als slechte boeken bestempeld
door onze professorswij allen, die ze ge
lezen hebben, wij noemen ze slechte boeken
uit gewoonte, want, in onze oogen, volgens
onze overtuiging, zij zijn boeken die leeren
denken, boeken die den geest openen, boeken
die ons, heel en al, onttrekken aan de domme
bekrompene kollegieopvoeding, en die ons
leeren dat er, in de geesteswereld, plaats is
voor iets anders, dan het: Magister dixit,
de meester heeft het gezegd
Zoo, zoo! antwoordden wij verstomd
bij dien onverwachten uitval.
Ja, ging hij voort, en wij bewonderden
hem in zijne jeugdige rechtzinnige geest
drift, ja, ik ben blijde dat ik er van af beni
want,'t is waarlijk omstootend, van, aan
groote jongens van twintig jaar zulke dom-
der zegenpraal te vermeerderen. Tevens
bepaalde men dat niet al de leden der gilden
en neringen aan den tocht zouden deel
nemen. De aanvoerders der parochiën werden
belast, elk in zijne omschrijving, de kloekste
en sterkste mannen uit te kiezen om ze
tegen den vijand op te leiden.
Al deze maatregelen, te gelijk met de
verzameling der levensmiddelen en de voor
bereiding van wapenen en oorlogstuig, verg
den het overige van den dag en zelfs een
gedeelte van den nacht en in den volgenden
morgen, rond tien uren, vereenigden zich
het leger op de vrijdagmarkt.
Helaas! het volkrijke Gent, eene der
bloeiendste steden van Europa, moest zijne
verlossing en zijne redding toevertrouwen
aan vijfduizend zijner zonen! Meer strijders
hadien de parochiemeesters niet durven
aanvaarden, om de groote worsteling voor
vrijheid en recht aan te gaan. De overigen
waren uitgeput door dea honger en de ont
beringen en onbekwaam het heil hunner
broeders op het slagveld te verdedigen!
Twee honderd wagens met wapenen en
werptuigen vervoegden de krijgers terwijl
men er slechts zeven met levensmiddelen
kon bemerken. Twee tonnen wijn, de laatste
welke de vroeger zoo rijke stad kon leveren,
werden ingselijks medegenomen. Zoo karig
me, bekrompene, kleingeestige, haatdragen
de opvoeding te geven. Als gij nu eens peist
dat ik daar, zes jaar laog mijne broeken ver
sleten heb op die stommi kollegiebanken, en
dat ik gedurende die zes jaar, niet anders ge
hoord heb danDit is zoo, en niet anders,
zulks is zoo gebeurd, en zulks is anders ge
beurd dat is waarheid en dat is valscbheid
en dat altyd zonder het minste onderzoek,
zonder het minste bewijs, zonder de minste
persoonlijke initiatief; altijd van buiten lee
ren, altijd stampen, altyd pompen, altijd
zwelgen, zoodanig dat ik nu twintig jaar oud
geworden ben, dat ik het wijde leven ia moet
en dat ik aleens niet weet hoe wereld aait
en draait, en te dom blijft om hooi te eten
Stillekens, stillekens, onderbraken wij
op balsemenden toon.
Neen, neen, laat mij voort spreken,
't Ligt reeds lang op mijn hart, en 't moet er
eens af. 't Gene ik u zeg, is zwaar en^ernstig
genoeg, maar 't is nog niets in vergelijking
met 'tgene gy zult hooren. Wat mij meest
opperst lag, wat ik onmogelijk kan verkrop
pen; 't was de haatdragende en lasterende
wijze op dewelke men ons leerde denken
over onze medeburgers, 'k Ben voorzeker
een katholieke jongen; wat zou ik anders
zijn, 'k heb nooit van anders iets gehoord 1
en 'k ben rechtzinnig in mijne overtui
ging; maar 't gene ik over mijn hert niet
kon krijgen, 't was de gedurige strekking,
die onze professors hadden, om andersden
kenden in onze oogen slecht te maken.
Luister: Gij zult het misschien ongeloovelijk
vinden, maar 't is toch biechtewaarin onze
laatste les van godsdienst, heeft onze profes
sor klaarduidelijk gezeid, en herhaald, en
erop gesteund: Hedendaags, en in alle tijden,
wordt de katholieke Kerk aangerand door
drij groote vijandende hoogmoed, de on
recht veerdigheid en de ontucht; ware het
niet van het zesde en zevende gebod, er
zouden geene liberalen in de wereld bestaan,
en zonder uitzondering, alle liberalen mogen
gerangschikt worden in een dezer drij klas-
voorzien van mondbehoeften, maar met
leeuwenmoed bezield, verliet het kleine leger
der Gentenaren zijne geboortestad In den
namiddag van den lsUn Mei om te gaan
overwinnen of sterven.
Bij hun vertrek hoorden de strijders hunne
medeburgers roepen. Voedt geene hoop
hier weder te keeren zonder overwinnaars
te wezen. Moeten wij vernemen dat gij ver
slagen zijt, dan steken wij de stad in brand,
om, als wanhopigen, door het vuur te
sneven
VII.
Sedert Kerste van Halewijn zoo laf en
verraderlijk door de dienaars van Wouter
van Massemen opgelicht werd, had de maagd
hoogst rampzaligo dagen beleefd. Wel had
de laaghartige edelman haar, zooals hij
gezegd had, naar Brugge bij heuren vader
gevoerd; het genoegen echter van dat weder
zien vermocht de droefheid niet te maligen
welke de scheiding van den edelen Artevelde
en diens gade, de teedere Lente van den
Broucke, haar veroorzaakt had. Wat meer
is, het tooneel is het kasteel van Eecke, had
de jonkvrouw diep getroffen; de wegvoering
van Gozewijn, die met ketenen beladen, naar
den kerker gesleurd werd en bovenal de
onzekerheid over het lot van haren geliefde,
hadden heur het hart verscheurd. Nog eene
sen, hooveerdigaards, dieven, ontuchtig-
aards1
En dan, sprak hij voort, en de tranen
sprongen in zijne oogen, en dan, mijnheer,
in dacht aan mijnen goeden vader, aan
mijne nonkels, aan zoovele vrienden, die
allen liberalen zijn, en die mij altijd de beste
der lessen, de beste der voorbeelden gegeven
hebben, en ik peisde in mijn eigen: Zulke
dingen moeten hooren, en niet mogen spre
ken, is algelijk wreed voor een kindl
En hij snikte er bij 1
Wij zelve waren tot tranen toe bewogen,
en wij zagen in inbeelding zoovele liberale
huisvaders, die, onbedacht en onbezind, aan
hunne kinders zulke opvoeding laten geven.
Wij zagen zoovele kinders, die door de
schuld hunner ouders, door priesterhanden
gekneed worden tot dweepers en fanatieken,
en die in hunne overtuigde verdwaaldheid,
niet aarzelen om de eer en de overtuiging
hunner ouders te verdenken, en spuigen in
vaders aangezicht 1
Aan wien de schuld?
Indien wij zooveel klerikale zonen van
liberale vaders tellen, aan wien de schuld
Peist er wel op, liberalen, nu de schoolgan-
gen gaan hernemen; aan wien de schuld?
Voor wat onze jonae vriend aangaat, hij is
getroost vertrokken. Wij hebben gezegd
Beste jongen, wij hebben ondervonden wat
gij nu ondervindt. Wij ook hebben eene kle
rikale opvoeding onderstaan. Wij hebben
denzelfden walg, denzelfden afkeer gevoeld
maar wij hebben moed gevat, wij hebben
gedacht, gestudeerd, geredeneerd voor ons
zeiven, en, God zij gedankt, wij zijn er in
gelukt, de schoolvodden onzer jeugd van
onze schouderen te schudden.
Wij hebben hem de Histoire comparée
des religions in de handen gestoken, een
allerslechtste boek, dat wij onze lezers aan
bevelen, en daar hij van goed bloed is, en
eenen helderen geest bezit, wij zijn zeker dat
hij zal eindigen met klaar te zien, bijzonder
lijk indien hij dikwyls het vers van Victor
andere zaak pijnigde haar diep en deed haar
soms van angst beven. Heur vader, door de
listen en de schijnheiligheid van Wouter van
Massemen misleid, had reeds herhaalde
malen aangedrongen om haar in een huwe
lijk met den snooden edelman te doen toe
stemmen. De maagd had echter tot nu toe
aan die pogingen weerstaan en eene verbin
tenis kunnen afweren die haar den doods
angst op het lijf joeg. Zij was er nochtans
niet in gelukt heuren afkeer voor den val
schaard door den verblinden ridder te doen
deelen. Te vergeefs had zij het hatelijke van
diens gedrag doen uitschijnen en den walge
lijken koop verteld dien hij haar in ruiling
van Gozewijns vrijheid voorstelde; da woor
den zijner dochter konden geenen indruk op
hem maken. Voor den overtuigden Leliaart
waren Wouters verknochtheid aan den
wettigen vorst en zijn diepe haat tegen de
opstandeliugen, meer dau voldoende waar
borgen van goede trouw en onbetwistbare
eerlijkheid; Zelfs ging de verdwaaldheid van
den hardnekkigen partijman soms zoo verre
zijn kind van ondankbaarheid te beschul
digen, heure genegenheid voor Gozewijn van
Herzrele eene misdaad te noemen en het
oogenblik te betreureD, waarop hij Kerste
aan Artevelde touvertrouwde.
(Wordt voortgezel).
HET WEEKBLAD
(29' Vervolg.)