öe rampzalige wegen in 't Front Société Nationale des habitations a bon marché Congres de Gaud Provincieraad v. West Vlaanderen en 't jaar 30 De kiezingen zijn voorbij, de gemoederen bedaard.... wij hernemen ons bovengemeld onderwerp waarover wij vroeger reeds han delden. De gemeentewegen in 't vroegere front bevinden zich in een erbarmelijken toestand. Dit ondervinden dagelijks de bewoners dezer ongelukkige streek, dit bestatigen de talrijke bezoekers van 't binnenland en van den vreemde, 't officieele Brussel alleen schijnt ervan onbewust. De wegenis van 't front maakt een zwarte vlek op de kaart en is 't schandaal van 't Land. De oorzaken van dezen bebroevenden en schadelijken toestand zijn velerlei. 1) Sommige gemeentewegen werden na den oorlog in goeden staat gebracht, maar werden opnieuw stuk gereden door 't druk vervoer voor den heropbouw en nog meer van 't ijzer voortkomende van 't slagveld. 2) In andere gemeenten werden de wegen aangelegd door de goede zorgen van Staat en Hoog-Commissariaat zonder ernstig toezicht en d'overname werd opgedrongen met 't mes op de keel. 3) Op andere plaatsen had men af te reke nen met de nalatigheid en zelfs zorgeloosheid der gemeente overheid. Dit was weleer een groote gave in d'oogen van Brussel er viel niets te betalen. Zoo gebeurde het dat, ten gevolge van aanhoudende klachten, een Toe- zichter van 't Beheer der Gemeentelijke wegenis van 't Ministerie van Landbouw drij naeenvolgende jaren in den besten zomertijd, natuurlijk, een bezoek bracht aan de fameuze Kriekestrate en aan twee andere even goede straten van Voormezeele. Ieder bezoek was gevolgd van groote beloften, dit ook was natuurlijk, maar wat wij min natuurlijk vin den, 't is dat 10 jaren na den wapenstilstand die baan van belang de groote verbinding tusschen Yper-Kemmel nu eerst in aan merking komt, niet om in goeden staat ge bracht te worden, zooals ze vóór den oorlog was, maar enkel om er boven op wat grove macadambrokken rond te gooien. Wij zullen hier ook nogmaals de buitengewone kans hebben dat zelf wat plat en elfen te rijden. Later dan, zal er wat van dien fijnen ge strooid worden.. en na eenige maandeh zul len de diepeputten, die slecht aangevuld werden, wederom verrijzen. Zonderlinge be zorgdheid voor de frontstreek 't Is waar, zij is zoo verre afgelegen in 't Westland. Ware ze in 't Walenland, dan was sedert lang reeds alles in goeden staat gebracht. 4) De verste afgelegen wegen, en vooral de gemeenschappelijke wegen tusschen twee gemeenten, worden, voor wat het herstel ervan betreft, meestal uit het oog verloren. En nochtans de aanpalende bewoners be talen evenveel belastingen en die wegen zijn van 't meeste r.ut voor alle verkeer voor handel en nijveiheid en voor 't toerisme. 5) De gemeentewegen verblijven dikwijls in slechten staat om reden van gebrek aan geldmiddels. Sommige gemeentebesturen leg gen genoegzame belastingen om de wegen in goeden staat te behouden. Andere, wat lam lendiger, aarzelen en laten de wegenis in een onmogelijken toestand. Onlangs werden door de Kamerleden eeni ge millioenen gestemd, ten voordeele der meest behoeftige gemeenten. Zouden onze Volksvertegenwoordigers wel gedacht hebben aan de verarmde gemeenten van 't Front 6) Een schreeuwend onrecht is dat onze gemeentebanen maar al te dikwijls ten ergste beschadigd worden ten gevolge van de her haalde en langdurige herstellingswerken aan de Staatsbanen. In algemeenen regel worden deze doorgaans jaarlijks 3 maanden of meer afgesloten voor de grootsche vermakingen... die zoo bitter weinig lang weerstaan. Alle verkeer wordt afgewend langs de smalle en brooze gemeentewegen, die door die zware en snelle vrachtautos gansch verbrijzeld en vermorzeld liggen. En daarmede bekommert de Staat zich niet het minst. Dat is onrecht- veerdig. 7) Dat het Toerisme een zeer voordeelige zaak is voor een land lijdt geen den minsten twijfel. De aanbrengst van vreemde munt verbetert den Wissel. Handel en nijverheid, alle bedrijven en ambachten, vinden er eene bron van winst. En dit alles eindigt met de inkomsten van den Staat grootelijks te doen aangroeien. Ook de steden waar vele Toerisme bestaat zijn bloeiend en welstellend. Voor Staat en stad dient het Toerisme zooveel mogelijk uitge breid te worden. Voor de gemeenten zijn de zaken gansch omgekeerd. Daar is voor hun geen voordeel met het Toerisme, wel integendeel hebben zij grpoter onkosten van onderhoud der wegen. Een treffend voorbeeld. Wat voordeel trekt de gemeente Zillebeke uit de groote massa Toeristen der Cote 60 Geen 't minste. En nochtans weegt op haar de groote last van den onderhoud der wegen die jaarlijks ver morzeld liggen en te vernieuwen zijn. Het is dus klaarblijkend dat de huidige toestand onredelijk is. Al de voordeelen gaan naar Staat en steden en de lasten wegen lood zwaar op de gemeenten. Nooit, nimmer nooit mogen wij rekenen op goede gemeentewegen zoolang 't tegenwoor dig stelsel in voege is. Het redmiddel, dat aan dezen onverdraag lijken en zeer schadelijken toestand een recht matige oplossing kan brengen, is de heffing der belastingen, bestemd voor het onderhoud der gemeentebanen, en het onderhoud dezer wegen aan het Provinciaal Bestuur toe te vertrouwen. Mocht in afwachting eene spoedige verbete ring gebracht worden aan onze ongelukkige gemeentewegen. Alzoo zou onze frontbe volking op denzelfden voet gebracht zijn van de andere Belgen en blijgemoed de jubel feesten van 't jaar 3o medevieren. Yper ling. A l'occasion de l'exposition de l'habitation a bon marché de Gand eut lieu le 16 Juin 192% la septième session du Congrès National d? s habitations a bon marché et des institutions de prévoyance sous la Présidence du Baron Delvaux de Fenffe, Sénateur - Gouverneur honoraire de la province de Liège. L'asris- tance était trés nombreuse, on y remarquait M. Dercover, Directeur Général de la Caisse d'Epargne et de Retraite et ses Directeurs Van Billoen et Dupont, M. Vinck, Sénafeur- Président de la Société Nationale des habita tions, le Directeur Général M. Gosseries, et de nombreux députés, sénateurs et personna- ges s'intéressant particulièrement a la question des habitations ouvrières. Notre région était représentée par M. L Geuten, administrateur délégué de la Société La Lys a Wervicq. La lutte contre les taudis composait le principal point de l'ordre du jour. Plusieurs rapports, forcément réduits, furent discutés. Nous donnons ei dessous celui exposé par M. Geuten. La matinée fut réservée aux rapports et a leur discussion, l'après midi eut lieu la visite guidée de l'exposition, suivie d'une conférence de M. Gosseries avec projections lumineuses, et terminée par une communication de M. Cauterman, Directeur du service technique de la Flandre Oriëntale sur l'urbanisation des nouveaux quartiers d'habitations. Dans la discussion générale, M. Geuten fit ressortir les differences de besoins etcoutumes suivant les régions de la Belgique, et appela l'attention toute particulière sur les mauvais baraquements imposés a nos malheureuses populations, victimes de la guerre. Tout en rendant un hommage mérité a la Société Nationale, il préconisa a eet effet de créer des fédérations provinciales, dont les conceptions seraient transmises a la Société Nationale par une délégation, ce qui fut admis a l'una- nimité. Et maintenant: al'ceuvre pour la disparition de nos taudis Les Taudis Au point de vue de leurs origines, les taudis se classent en 3 catégories bien dis- tinctes, suivant qu'elles ont pour causes 1° La rapacité de certains propriétaires exploitant leurs bicoques. 2U La survivance après 10 ans des baraque ments provisoires Nissen hutten en tóle ondulée et cintrée, construits ici en 1919-1920 pour durer 2 ans seulement, suivant la décla- ration du ministre lui-même. Leur état actuel de vétusté lamentable est un scandale. Des families nombreuses croupissent, exposées a touteslesintempéries, dans ces antresdélabrés. La promiscuité des sexes est immorul'e et contraire a toute dignité personnelle. Le cultivateur qui logerait ses vaches dans de pareils abris, n'en retirerait plus de lait, Cette situation doit cesser 3° La négligence, la misère, l'alcoolisme, la maladie ou le dévergondage des habitants eux-mêmes qui font de leurs demeures des foyers d'infection et de maladies contagieuses. R emèdes ie Catégorie. Toutdépend de la vigilance des administrations communales. La ferme- ture des taudis doit être décrétée, des disposi tions doivent être prises pour les remettre en bon état de commun accord avec les socié- tés agréées de construction ^habitations. 2e Catégorie. Ici pas d'hésitation, des habi tations définitives doivent ètre construites il est malheureux de devoir constater que ces victimes attendentdepuis i5 ans leurs maisons définitives. 3e Catégorie. II ne suffit pas de supprimer des taudis pour retomber quelques années après dans le même mal, c'est la rééducation des habitants qui s'impose. Voici quelques suggestions Visites fréquentes d'infirmières visiteuses, vigilance des administrateurs de sociétés locales, le jardinage (sport complet et trés profitable enseigné dans les confé- r mees des ligues du Coin de terre), lutte contre l'alcoolisme, conférences de la Croix rouge, oeuvre nationale de l'enfance, goutte de lait, ligue families nombreuses etc. Ce sont la autant de facteurs de rééducation qui sauvèront ces malheureux. Et si réde- ment la vraie m sè e s.ule est ciuse de leur malheur, l'interventiondel'assistance publique s'impose aussi. D autre part, ne perdons pas de vue que 1 air et le soleil sont aussi indispensables aux êtres humains qu'aux plantes et aux arbtes. On peut les considérer comme leur grand guérisseur. La suppression des taudis est une question sociale de grande envergure, l'avenir de notre race en dépend, et le remède le plus écono- miqueestla construction de maisons ouvrières. Saura-1-on jamais ce que coütent a l'Etat 1 alcoolisme, la tuberculose, 1' s dépots de mendicité, les prisons, etc etc.,sans même elileurer la question morale. Le róle dont la Société Nationale des habitations a bon marché est investi est des plus nobles. Het genoegen vernemen we dat de hee' F okaat Arnrand Lommez, bestendige afge vaaidigde van den provincieraad werd noemd. Onze hartelijkste gelukwenschen 1

HISTORISCHE KRANTEN

Het Ypersch nieuws (1929-1971) | 1929 | | pagina 2