tweede lot van 26 a. 23 ca. land, gelegen langs den Zonnebekesteenweg, aanbesteed voor 425 fr. en nog een derde lot van i ha. 23 a. 5o ca. land te Langemarck voor 2025 fr. De heer voorzitter stelt voor een gunstig advies uit te brengen daar de tegenwoordige pachtprijzen merkelijk hooger zijn dan de vroegere en dit dus voor den Openbaren Onderstand een zeer voordeelige verpach ting is. M. Missiaen. Ik geloof dat de raad zijn tijd verliest met de zaken van den Openbaren Onderstand te onderzoeken, vermits er niet de minste rekening met ons advies gehouden wordt. Onlangs nog was de raad bijna alge meen van advies dat er geen nieuwe ver pachting van het huis in de Casselstraat moest plaats hebben, en niettegenstaande dit werden er plakbrieven uitgeplakt en heeft er een nieuwe verpachting plaats gehad. In die voor waarden vraag ik mij af waarom men ons nog steeds wil lastig vallen met ons advies te vragen. Zoo wij werkelijk nog iets te zeggen hebben, dan stel ik voor dit punt, ten teeken van protest, tot de volgende zitting uit te stellen. M. Sobry. De raad is alleen geroepen zijn advies uit te brengen en t'is de bestendige afvaardiging die de beraadslagingen van den Openbai en Onderstand goedkeurt. Moest de raad weigeren zijn advies uit te brengen dit zou alleen aan de hoogere overheid vreemd voorkomen maar haar niet beletten de genomen beslissingen goed te keuren. Daar om geloof ik dat het beter ware de gebruiken te volgen en te zeggen zoo wij een gunstig of een ongunstig advies uitbrengen. De Heer Missiaen zinspeelt op een vroegere verpach ting. Voor dit geval heeft de hoogere overheid gelijk gegeven aan de meerderheid van den raad. De gemeenteraad is natuurlijk vrij, maar 't is niet omdat een ongunstig advies uitgebracht werd in eene zaak dat wij geen advies meer zouden mogen geven in andere zaken. Daarom stel ik voor tot de stemming over te gaan. M. Missiaen. Ik vraag eerst de stemming over mijn voorstel van verdaging. M. Sobry. Wij moeten gelukkig, zijn dat de goederen van den Openbaren Onderstand zoo wel beheerd worden en dat deze ver pachting nog eens zooveel meer ten voordeele van den arme zal opbrengen. Ik vraag dus dat de raad het voorstel van den Heer Missiaen zou verwerpen. De verwerping van het voorstel Missiaen wordt volgender wijze gestemd ja, de Heeren Declercq, Lemahieu, D'Huvettere, Vandamme, Delahaye, Vergracht, Vermeulen en Sobry neen, de Heeren Laton, Missiaen, Bonnet, Coulelle, Leuridan en Soetr. Vervolgens wordt omtrent bij zelfde stem ming een gunstig advies uitgebracht. Alleen de Heer Leuridan onthoudt zich ditmaal. 6. Openbare Onderstand. openbare verkooping van een perceel land en weide. De Commissie van Openbaren Onderstand vraagt de toelating een perceel land en weide te Yper gelegen, eener grootte van 83 a. 52 ca., openbaar te koop te mogen bieden. Volgens schatting van den Heer Ontvanger der Registratie en Domeinen te Yper heeft deze grond, gelegen bij de Cité Ligy, een verkoopwaarde van 10 fr. den m2 tot op een diepte van i5 m., daar dit kan dienen als bouwgrond, en 5 fr. den mz voor den grond daar achter gelegen. De totale raming van dit perceel bedraagt de som van 49. 255 fr. M. Vandamme. Is er daar nog pacht aan verbonden aan dit perceel M. Sobry. Het dossier vermeldt zulks niet. M. Lemahieu. Het is de pachter zelf die dezen grond zou willen koopen om er op te bouwen. M. D' Huve'tere. Als de pachter zelf dezen grond koopt dan is zijn pacht natuurlijk ten einde, doch is het een andere persoon die koopt dan loopt de pacht nog voort. Wij zouden dus moeten weten voor hoelang nog dit land verpacht is. M. Leuridan. Ik ben van gedacht dat de Openbare Onderstand beter zelf zou specu leeren op het voordeel dat daar een deel land als bouwgrond kan dienen. M. Missiaen. Vreest ge niet dat daar het zelfde zal gebeuren wat zich hier heeft voor gedaan met den grond van het gewezen Waterkasteel, die naderhand voortverkocht werd aan het dubbel van den prijs voor den welken de stad hem verkocht had M. Sobry. Voor den grond daar bij de Cité Ligy gelegen is het reeds een zeer schoo- nen prijs die aangeboden wordt. M. Missiaen. Telkens er gevraagd wordt grond te verkoopen heb ik mij er tegen verzet omdat dit een verarming is van den Open baren Onderstand die anderzijds zijn kapitaal heeft laten vastleggen en alzoo een zeer slechte daad heeft gesteld. M. Vermeulen. De heeren van den Open baren Onderstand kunnen in die zaak best de competentie van den heer Missiaen missen en voor alwie met zaken eenigsz ns vertrouwd is lijdt hetgeen twijfel dat zij daar een prach tige zaak hebben verwezenlijkt. M. Missiaen. Wanneer ik beweer dat het geld van den Openbaren Onderstand is vast gelegd, dat men er niet meer aan kan, is dit zoodanig waar dat mij nog niemand het tegen overgestelde heeft kunnen bewijzen. M. D'Huvettere. De weerde van het land is 't gebruiit er van. Wanneer de pacht van 't land nog loopt, is dit ongetwijfeld een zekere minderwaarde voor 't land, daarom zou ik vragen dat de Openbare Onderstand ons klaar en duidelijk zegge of er nog pacht is ja of neen. M. Vandamme. Ik zou vragen de zaak te willen uitstellen en inlichtingen te nemen bij de Commissie van Openbaren Onderstand. M. Sobry. Ik denk dat de kwestie genoeg onderzocht werd en 'k stel voor een gunstig advies uit te brengen. M. Vandamme. Mijnheer de Voorzitter, ik heb gevraagd de zaak uit te stdllen en ik wensch dat er hierover gestemd worde. Stemmen ja de heeren D'Huvettere, Van damme, Laton, Missiaen, Bonnet, Coutelle, Leuridan en Soete neen de heeren Lema hieu, Declercq, Delahaye, Vergracht, Ver meulen en Sobry. Het voorstel van den heer Vandamme is dus aangenomen en de zaak uitgesteld. 7. Openbare Onderstand openbare verkooping van bouwgrond. De Commissie van Openbaren Onderstand stelt voor i3o6 m2 bouwgrond gelegen langs den Meenensteenweg openbaar te koop te stellen op den instelprijs van i5 680 fr. M. Vandamme. Dezelfde vraag van zoo even dient hier gesteld te worden om te weten zoo er nog pacht aan dien grond ver bonden is of, zoo het maar een deel geldt uit een grooter perceel genomen, hoe de pachter zal vergoed worden voor de vermindering van zijn gebruik. M. Sobry. De bundel vtrneldt alleen maar dat die grond verpacht is aan 1000 fr. per hectare, maar ik weet niet voor hoelang. De raad zal dan zeker t'akkoori zijn om dit punt eveneens uit te stellen. Algemeene instemming. 8. Openbare Onderstand buitengewone werken krediet. De Commissie van Openbaren Onderstand vraagt de toelating een krediet in hare begroo ting te mogen inschrijven van 100.000 fr. voor het inrichten van twee wasscherijen met electrieke drijfkracht in het gasthuis en in het Nazareth, en een tweede krediet van 100.000 fr. voor het plaatsen van een toestel van X stralen in 't gasthuis. M. Missiaen. Het gebeurt niet dikwijls dat wij de Commissie van Openbaren Onder stand om harebeslissingen mogen gelukwen- schen, maar thans sluit ik mij van herte aan bij het gedane voorstel. M. Sobry. Wij zijn gelukkig dit te mogen vernemen. Ik ga dus over tot de stemming. Dit wordt met eenparige stemmen goedge keurd. 9. Stadseigendommen jachtrecht Zille- beke maken eener hutte. Het jachtrecht op Zillebekevijver is ver pacht voor 9 jaren aan M. Covemaker van Poperinghe, voor de jaarlijksche som van 25oo fr- Thans vraagt die heer, ten einde er de wilde eenden te kunnen schieten, een hutte van omtrent 4 m. op 4 m. op den barm van den vijver te mogen bouwen. Ik heb hem ge vraagd, zegt de Heer Voorzitter, dat hij jaar lijks 2 fr. den m2, 't zij 32 frank, zou willen betalen voor het gebruik van den grond. Hij heeft daarin toegestemd en thans vraag ik aan den raad de gevraagde toelating te willen verleenen. M. Bonnet. Zegt de aanvrager niet in welken trant hij deze hutte zal bouwen M'. Sobry. Het zal een uiteenneembare hut zijn in beton. M. Bonnet. Het kan wel niet gezegd worden dat onze vijver een perel van schoon heid is, maar om het uitzicht ervan niet te schenden zou ik voorstellen dat de hutte ge maakt worde 't zij in strooi, 't zij in riet of iets dergelijks dat met de omgeving van den vijver beter past. M. Vandamme. Ik zou nog willen verder gaan en vragen dat na einde van de pacht de hut den eigendom blijve der stad. M. Lemahieu. Ik kan mij niet heel en gansch bij de vraag aansluiten. Die hut heeft min of meer een bestendig karakter vermits zij in beton zal gemaakt worden. Om die hut te plaatsen zal er een put in den dijkwand moeten gemaakt worden en daarbij vraagt hij de toelating twee cementen platen te mogen uitnemen om schietgaten te kunnen voorzien. Ik denk dat dit schade zal doen en den dijk wand zal verflauwen, terwijl anderzijds groote uitgaven gedaan worden om hem te verster ken. Verder zult gij zien dat nog een nieuw krediet gevraagd wordt dat absoluut noodig is. Ik kom niet op tegen het voorstel van den heer Bonnet dat daar boven op den barm een hut in hout en strooi gemaakt worde, want eenden zijn zeer schuwe dieren en om ze te kunnen schieten is het noodig dat de jager zich kunne verduiken. Doch die hut zou ook op de eerste aanvraag van het stadsbestuur moeten weggenomen worden. In die voor waarden zal ik het gevraagde stemmen. M. Sobry. Mij dunkt dat wij onze pach ters, die ons schoon geld betalen, in de mate der mogelijkheid moeten voldoening geven. Reeds sedert zes jaren betaalt de heer Cove maker de schoone som van 25oo fr. en nu voor de driejaren pacht die nog overblijven vraagt hij een plezier aan de stad. Ik denk eerder dat de barm zal versterkt worden daar er, voor het maken der hutte, betonnen staken in den grond zullen geslegen worden. Daarbij heeft de pachter er alle voordeel bij de hut zoo kloek en zoo goed mogelijk te maken, want anders zou hij het eerste slacht offer zijner verwaarloozing zijn. Er is mis schien verzet tegen deze vraag omdat de heer Covemaker daar andere personen laat jagen. Maar niemand kan hem zulks beletten en nie mand wordt er door verhinderd. De vermel ding die in de pacht voorkomt waarbij deze persoonlijk is, wil alleen zeggen dat, na den dood van den pachter, de pacht aan een anderen niet mag overgezet worden. M. D'Huvettere. Ik kan mij niet aanslui ten bij de redeneering van den heer Voor zitter. De pacht loopt nog 3 jaren en alswan- neer men nu toelaat er een hut te plaatsen dan zal men verplicht zijn later denzelfden pachter te houden, zooniet zal de hut er weg genomen worden en zulks zal onvermijdelijk den dijkwand verflauwen. Voor wat mijbetrtfc ik zou beletten dat de zuiverheid van het water gelijk op welke manier henadeeligd worde. Op den vijver wordt gevaren met schuitjes die met motorkracht bewogen wor den, de ontsnapte olie blijft boven zwemmen en wij hebben dan het recht dit al te drinken. MSobry. Het varen met motorbootjes op den vijver is verboden en dit mag riet gebeuren. Dit werd den huurder van Zille bekevijver uitdrukkelijk gezegd. Ik stel voor thans tot de stemming over te gaan. M. Lemahieu. Ik kom alleen op tegen het uitdelven van den dijkwand en het uitnemen van twee cementen platen, maar ik heb er geen bezwaar tegen dat de hut boven op den barm gebouwd worde. Zoo de aanvrager daarmede niet instemt is hij vrij. Hij heeft de pacht aanvaard in den staat waarin zij zich bevond en alles blijft zooals vroeger. M. Declercq. Ik ben gansch van het zelfde gedacht als den heer Lemahieu. Hierop wordt de vraag van den heer Cove maker verworpen. Alleen de heer Sobry stemt ja. 10. Gemeenteopcentiemen op Staatsbelasting op 't inkomen hernieuwing. Vroeger waren de opcentiemen onvol doende om de uitgaven te dekken. Thans sluit de begrooting voor het jaar ig3o met een tekort van 27X.000 fr., om die reden denkt de heer Voorzitter dat de raad wel zal doen 70 opcentiemen te stemmen in plaats van 60 zooals vroeger. M. D'Huvettere. Ik denk dat dit voorstel buiten de dagorde valt. De dagorde vermeldt alleen de hernieuwing en niet de vermeerde ring. Zoolang de begrooting niet volledig ge stemd is kunnen wij niet met juistheid zeggen welk tekort er zal zijn. M. Lemahieu. Ik ben- t'akkoord met den heer Schepen van Financiën. Wij kunnen nog niet weten zoo de opcentiemen zullen moeten verhoogd worden en 't ware wenschelijk dit niet te moeten doen nu bijzonderlijk dat de Staat aankondigt de taksen te verminderen. M. Vermeulen. Ik meen dat wij de woor den van den heer Lemahieu mogen steunen-

HISTORISCHE KRANTEN

Het Ypersch nieuws (1929-1971) | 1929 | | pagina 4