Gemeenteraad van Yper 3 Yen lag der Zitting van 2 December 1929 M. Misvaen - Voor de klaarheid der begroo ting, want volgens de wettelijke staatshuis houdkunde moeten de gewone uitgaven door gewone ontvangsten en de buitengewone uit gaven door buitengewone inkomsten gedekt worden. Thans zijt gij opnieuw bezig, zocals verleden jaar, met dit alles over het hoofd te zien. De zitting wordt te 18 u. i5 geopend. Zijn tegenwoordig de heeren Sobry, burgemees ter-voorzitter Declercq, Lemahieu en D'Hu- vettere, schepenen Capoen, Laton, Soete, Missiaen, Bonnet, Coutelle, Vergracht, Ver meulen, Vandamme en Delahaye, raadsle den Versailles, secretaris. M. Sobry. Het proces-verbaal der laatste zitting is nog niet kunnen opgemaakt worden en zal enkel in een volgende zitting gelezen worden. Thans beginnen wij de bespreking der begrooting. M. Missiaen. Ik bemerk dat het punt door mij aangevraagd het tweede gerangschikt is od de dagorde. In mijn schrijven heb ik er op gewezen dat het wenscheUjk is deze kwestie zoo gauw mogelijk te bespreken, welnu ieder een weet dat wij vandaag met de begrooting niet kunnen gedaan hebben en alswanneer wij mijne vraag slechts na de begrooting zullen behandelen, zal zulks heden en nog in veel volgende zittingen niet geschieden. Daarom vraag ik dit punt eerst te willen afhandelen. M. Sobry. Wij hebben voldoening gege ven aan den heer Missiaen met zijne vraag op de dagorde tg plaatsen, maar in de laatste zitting werd er besloten vandaag niets anders te bespreken dan de stadsbegrooting. Moest de bespreking der vraag van den heer Missiaen een zekeren tijd vergen, dan zouden wij heden de oegrooting misschien nog niet kunnen aanvangen en 't is nochtans hoog tijd dat wij daarmede beginnen. Daarom stel ik voor de rangschikking der dagorde te laten bestaan. M. Missiaen. Ik dring aan opdat de raad een andere beslissing neme. De heer voorzitter legt hierop het behoud der bestaande rangorde ter stemming. Stem men ja de heeren Declercq, D'Huvettere, Capoen, Laton, Soete, Vandamme, Delahaye en Sobry neen de heeren Missiaen, Bon net, Coutelle, Vergracht en Vermeulen de heer schepen Lemahieu onthoudt zich. De hr Leuridan komt de raadszaal binnen. I. Stadsbegrooting voor ig3o. ic' Afdeeling Gewone Ontvangsten. 1) Interesten van rentetitels op den Staat en 't Gemeentekrediet net (7.462 fr. 72). M. D'Huvettere. Dit cijfer van 7 462 fr. is niet meer juist Sedert de begrooiing opge maakt werd zijn er nieuwe rentetitels bij gekomen, zoodat de interesten that s op 11.11,8 fr. 12 moéten gebracht worden. M. Sobry. Het is wd verstaan dat wan neer er geen besp-eking plaats heeft de artik L aangenomen zijn. 2) Interesten van i32 417 fr. mobilaire oor log-schade niet onderhevig aan herbeleg vol gens overeenkomst met den Staat, goedge keurd in zitting van 17-8-28 (interest gerekend tot 3i 12 ig3o) (72.121 fr. 20). M. S >bry. Dit is de interest sedert in Januari 1920 op 120.202 fr. oorlogsschade voor de meubels van het Stadhuis, der Stads bibliotheek, der Staatsmiddelbare School en der Stadsscholen. Doch dit cijfer moet op 66.111 fr. 10 gebracht word-, n in plaats van 72.121 fr. 20. M Missiaen. Ik zou willen weten op welke manier gij dit aanziet als een gewone inkomst He interest van 10 jaren zou volgens mij in de buitengewone inkomsten moeten vermeld worden en alleen de jaarlijksche interest is een gewone ontvangst. M. Sobry. Verleden jaar hebt gij dezelfde opmerking gemaakt en toch werd dit alzoo door den raad en door de bestendige afvaar diging goedgekeurd. M. Missiaen. En niettegenstaande dit hebt gij niets ontvangen. M. Scbry. Wij verwachten nog steeds die interesten en hebben er onlangs nog voor geschreven. Waarom zouden de achterstallige interesten thans in de buitengewone ontvang sten moeten ingeschreven worden M. D'Huvettere. Ik stem eenigszins in met de gezegden van den heer Missiaen. Maar de h 21" voorzitter zegt dat wij nog niets ont vangen hebben en nu wil hij nog de interesten verminderen. Hoe komt het dat wij in 11 jaar min zullen ontvangen dan in 10 jaar M. Sobry. Omdat dit de interest is van 120.000 fr. en niet meer van i32.ooo fr. zooals vroeger en ook omdat de interest bij misslag gerekend werd voor 12 jaar in plaats van n j. Het voorstel van den heer voorzitter de som van 66.111 fr. 10 als interest in te schrij ven wordt aangenomen. Alleen de heeren Missiaen, Bonnet en Coutelle stemmen neen. 3) Winstaandeel als aandeelhouder van "c Gemeentekrediet (915 fr.). 4) Aandeel in de verdeeling van een gedeelte van het bewaringsfonds derzelfde maat schappij (1600 fr.). M. D'Hnvettere. Het reservefonds geeft geen interest, dat bestaat niet. 't Is het super dividend en niet 't bewaringsfonds dat ons dit aandeel geeft. 5) Interest der loopende rekening bij 't Ge meentekrediet (3ooo fr.). M. Vandamme. Hoe komt het dat er in 1928 hiervoor niets ontvangen werd M. Sobry. Al de sommen die de Staat voor de stad bestemt gaan naar het Gemeente krediet, zoodat de stad daar altijd een loo pende rekening heeft waarop er interesten betaald worden. Het eene jaar beloopen die interesten hooger dan het andere, doch het moet zijn dat het Gemeentekrediet ons heeft laten weten dat er geen interesten waren voor 1928. M. D'Huvettere. Het Gemeentekrediet trekt steeds alles af van wat de stad ontvangt zoolang de stad daar schulden heeft. M. Sobry. Wij verhopen dat in rg3o onze ontvangsten hooger zullen zijn dan hetgeen het Gemeentekrediet ons zal aftrekken, en dat onze loopende rekening bijgevolg interest zal opbrengen. M. Missiaen. Ik bestatig dat het schepe nencollege niet weet wat er voor de stad inkomt of uitgaat. Dit artikel der begrooting wordt hierop gestemd, Alleen de heeren Missiaen, Bonnet en Coutelle onthouden zich. 6) Verpachting van bebouwde eigendommen (4.100 fr.). 7) Verpachting van onbebouwde eigendom men (23.200 fr.). 8) Verpachting van twee vijverhuizen, land en vischrecht (3.800 fr.). M. Delahaye. Betrekkelijk dit artikel zou ik willen vragen of er wel kwestie is een der vijverhuizen openbaar te verpachten in ig3o M. Sobry. Indien de pacht dan ten einde is, ja M. Vandamme. De pacht is niet uit, maar er kan door de stad opzeg gegeven worden vóór de 3 of 6 jaren om alsdan een nieuwe verpachting te houden en het is te hopen dat wij alsdan meer dan 800 fr. voor Zillebeke vijver zullen krijgen. M. Sobry. - Zoo de raad dit begeert, kunt gij een voorstel in dien zin indienen om daar over dan te beslissen. g) Verpachting van 't jachtrecht (5.880 fr.). 10) Verkoop van hakhout, oud ijzer en allerlei opbrengsten (5.000 fr 11) Erkenningsrechten van eigendommen (375 fr.). 12) Vergoeding voor water uit stadsgrach ten (19.200 fr.). 13) Opbrengst der waterleiding a) voor watervoorziening [5o 000 fr.) b) voor aan sluitingen (12 000 fr.). 14) Vergoeding voor de gasleiding(14 000 f.) M. Vandamme. Is de maatschappij thans tlakkoord om die som te betalen M. Sobry. In 't geheel niet, volgens haar contract moet zij slechts o,5o fr. per inwoner betalen, hetzij omtrent 7000 fr. M. Missiaen.De maatschappij is ook ver plicht gas te leveren dat gas is, en de stad zou wel doen het gas eens te doen ontleden. M. Declercq. Na de zitting zal ik hierover aan den heer Missiaen een kleine verklaring geven. M. Sobry. Verleden jaar hebben wij oQk reeds die som ingeschreven en wij verhopen wel ze eens te ontvangen. 15) Deel in de opbrengst der electrieke krachten (8.000 fr.) 16) Opbrengst der openbare weegschaal (Soo fr.) 17) Opbrengst van 't openbaar slachthuis (45.000 fr.) M. Vandamme. Is er hier wel rekening gehouden met den onlangs gestemden opslag In 1928 werd er reeds 45.340 fr. ontvangen. M. Sobry. Verleden jaar was er maar 40.000 fr. voorzien. M. Missiaen. Ik zou die som laten zooals ze is. Omdat gij meent hier een paar duizend frank meer te ontvangen zoudt gij dit bedras seffens verhoogen, terwijl gij het artikel 14 waar gij zeker zijt minder te zullen ontvangen' onveranderd laat. Dit wordt met eenparige stemmen goed gekeurd. 18) Opbrengst van 't openbaar vleeschhuis (i65o fr.) M. Lemahieu. - Wij hebben hier maar de som van i65o fr. voorzien omdat de pacht ten einde is in Mei ig3o. Wij zullen alsdan moeten beslissen wat er met het vleeschhuis zal gedaan worden. 19) Opbrengst der begravingsrechten (25.000 fr 20) Grondvergunningen op 't kerkhof (22.000 fr.) 21) Taks op ontgravingen (2000 fr.) 22) Aandeel in Staatsgrondbelastingen (320 145 fr.) M. Missiaen. - In 1928 waren de grond belastingen, de belastingen op roerende zaken en de bedrijfsbelasting in een zelfden post vereenigd waarop gij de som van 245.2o3.5o frank ontvargen hebt. Nu voorziet gij bijna het dubbel. Ik weet niet hoe gij uwe rekening maakt, te meer dat verscheidene categoriën lastenbetalers zullen vrijgesteld worden en dit een mindere opbrengst zal geven. M. Sobry. Het zijn dezelfde cijfers a's vet leden jaar. Daarbij zij zijn niet gesteund op hetgeen in ig3o zal betaald worden maar wel op hetgeen de belastingbetalers in 1929 betaald hebben. De Heer schepen van finan ciën heeft den Heer ontvanger der belastingen hierover geraadpleegd en volgens dezen ambtenaar zullen wij nog meer ontvangen. De Heer schepen D'Huvettere leest hierop verscheidene cijfers volgens dewelke men mag voorzien dat de opbrengst der grond belastingen nog met een negenste zal verhoo gen. En, voegt hij erbij, dit is geenszins te verwonderen nu, dat ai de nieuwe pachten geregistreerd zijn en deze met een derde of nog meer verhoogd werden. M. Missiaen. Gij kunt even goed 1 mil- lioen inschrijven, gij zult het toch niet ont vangen. Uwe voorgestelde cijfers berusten op 1 iets en in die voorwaarden is het niet noodig een begrooting op te maken. Verleden jaar reeds hebt gij, nadat al de anikels besproken waren, er hier en daar een veihoogd om uwe begrooting in evenwicht te brengen, üe cijfers zijn dus op niets gesteund. M. Sobry. Ik ben meer genegen te luiste ren naar den Heer schepen van financiën, te meei dat dit cijfer vroeger door de besten dige afvaardiging werd goedgekeurd. M. D'Huvettere. Ik zou voorstellende drie artikels, namelijk art. 22, aandeel in Staatsgrondbelastingen (320.145 fr.) art. 23, aandeel in Staatsbelastingen op roerende zaken (3g 400 fr.) en art. 24, aandeel in Staats bedrijfsbelasting (70.000 fr te samen te stemmen. Het is moeilijk ieder cijfer afzon derlijk juist te bepalen en zoo wij later een mogelijk tekort hebben op een cijfer, ware het een gansche formaliteit om dit te veihoo- gen. Het ware dus voor ons gemak deze sommen ineen te versmelten en-429 54b fr. in te schrijven. M. Leuridan. Alhoewel de ondergrond der redeneering van den heer Missiaen een schijn van waarheid heeft, toch meen ik dat hij mis is, want de ontworpen vermindering der lasten zal geen effect hebben op de be grooting van ig30, terwijl anderzijds de ver hooging der pachten, ik zou zeggen de perekwatie der registratierechten, zich wel "zal doen gelden in ig3o. M. Missiaen. De som voorzien in de begrooting is bijna het dubbel van hetgeen er in 1928 ontvangen werd, en ik beweer dat de pachten te Yper niet verdubbeld zijn van 1927 tot 3929. M. Leuridan. Het jaar 1926 is een keer punt geweest voor de verhooging der pachten. M. D Huvettere. Ik ken persoonlijk ver scheidene hofsteden waarvan de pacht meer dan verdubbeld is. M Missiaen. Vroeger reeds heb ik gelijk gehad. Laat ons maar den tijd afwachten en gij zult nog eens moeten bekennen dat ik gelijk had. Na een nog al lange bespreking waarbij er meermalen hetzelfde herhaald wordt stelt de j heer Voorzitter voor slechts een cijfer in te

HISTORISCHE KRANTEN

Het Ypersch nieuws (1929-1971) | 1929 | | pagina 2