76) Inschrijvingsrecht der leerlingen (4 900)
77) Toelage van Staat en Provincie aan de
Nijverheidsschool (58.37.3 fr. 40)
M. Sobry. Deze som moet op 63 912 fr. 60
gebracht worden volgers de goedgekeurde
begrooting.
78) Toelage van Staat en Provincie aan de
huishoudscholen (60.120 fr.)
M. Sobry. Niettegenstaande ons aandrin
gen zijn wij nog altijd de begrootingen van
sommige huishoudscholen verwachtende.
Daarom stel ik voor dit artikel nog eenigen
tijd voor te behouden. Eenparige instemming.
79) Toelage van den Staat aan de avond
scholen (3oofr.)
M. Leuridan. Wat zal de stad doen met
dit geschenk van 3oo fr. Zult gij het dan niet
gebruiken, vermits de avondschool voor vol
wassenen nog niet heropend is
M. Sobry. Dit is voor bestaande lagere
onderwijsklassen waar tevens bijzondere
avondlessen gegeven worden.
4C Afdeeling Buitengewone Ontvangsten.
80) Overschot der rekening van 1928
(352.577 fr. 64) Vermoedelijk beschikbare
som in de begrooting van 1929 gebracht
(222.282 fr. og), blijft als beschikbaar verschil
i3o 2g5 fr. 55.
8r) Kosten der Rechtbank voor Oorlogs
schade aandeelen der gemeenten terug
gaaf (4 000 fr.)
82) Verkoop van bouwgrond (too.000 fr.)
M. Missiaen. Waar is de stad zinnens
grond te verkoopen
M. D'Huvettere.Wij bezitten nog gronden
van het gewezen waterkasteel, langs de
Maloulaan, de Maarschalk Fochlaan, bij het
magazijn van den Boerenbond, de barmlan-
den, enz. Er zijn reeds verscheidene vragen
tot aankoop ingekomen.
83) Voorschot van den Staat voor ont
eigeningen (6.5oo fr
84) Onvoorziene ontvangsten (5ooo fr.)
85) Ontvangst op oorlogsschadevergoeding
a) in gelde (200.000 fr.); b) in titels (120.000
frank).
M. Sobry. Daar wij reeds een deel ont
vangen hebben moet de eerst vernoemde som
op 191.000 fr. verminderd worden.
M. Vandamme. De titels die gij voorziet
te ontvangen zullen zij titels blijven
M. Sobry. Ja, de interest ervan is reeds
voorzien in artikel 2 der begrooting.
86) Vermeerdering voor een jaar der tijde
lijke kredietopening op de Bank van Kortrijk
(5oo.öoo fr.)
87) Toelage der Provincie voor velobanen
(63.o 16 fr. 5o).
88) Afkorting voor oorlogsschade van stads
museum (25.000 lr.)
8l,) Heropbouw van 't Belfort. Toelage van
den Staat (1.060 844 fr.)
M. Declercq. Ik denk dat die som zal
moeten verhoogd worden.
M. D'Huvettere. Dit is van geen belang
voor ons daar de uitgaven in dit geval in even
redigheid zullen vermeerderen.
90) Vergoeding voor herstel der vestingen
en hovingen (100 000 fr.)
Op de vraag van den heer Vandamme of dit
op rekening is der oorlogsschade wordt be
vestigend geantwoord.
gO 33o aandeelen van xoo fr. in de Maat
schappij voor goedkoope woningen Ons
Onderdak (33.000 fr.)
92) Teruggaaf door den Ontvanger der
belastingen van de som v orzien onder art.
l56 der buitengewone uitgaven (68.885 ir. 19).
93) Opbrengst van verkoop van een grond
toebehoorende aan de provincie (heropbouw
van 't gerechtshof) (10.000 fr.)
94) Toelagen van Staat en Provincie in
verbeteiingswerken aan schoolgebouwen en
kosten van badiniichting (5o.ooo fr.)
g5) Vermoedelijk achterstal van stadsaan
deel in Staatscedulaire belastingen der opvol
gende opcentiemen over afgesloten dienst
jaren (t3o.ooo fr.)
96) Saldo der vergoeding voor oorlogs
schade der landen gelegen langs de Kasteel
gracht (33oo fr.)
97) Idem voor landen te Dickebusch (3oofr.)
98) OorlogsschadevergoedingCq.ooo.ocofr.)
M. Missiaen. Van waar komen die vier
millioen
M. Declercq. Van de oorlogsschade der
kazerne, van het stadsmuseum, van de stads
bibliotheek en van het theater.
M. Sobry. Bij de buitengewone ontvang
sten moeten wij hier nog twee sommen bij
schrijven, namelijk 6311 fr. 24 als ontvangen
oorlogsschade voor den gevel van het huis
Cousin in de Boterstraat, en 2460 fr. 40 voor
verhooging der nijverheidsschool.
M. Missiaen. Thans zijn wij gekomen
aan de uitgaven. Het is reeds meer dan 8 uur
en gezien wij dezen avond toch gansch de
begrooting niet kunnen afhandelen, dring ik
nog eens aan om thans mijne vraag te willen
bespreken.
M. Lemahieu. Ik steun het voorstel van
den heer Missiaen en vraag dat wij Maandag
aanstaande de begrooting zouden voortzet
ten. Doch ik vraag mij af of het wel noodig
is de vraag van den heer Missiaen te bespre
ken.
II. Vraag van den heer Missiaen Knech-
tenweezenschool Plaats waar ze dient gebouwd
te worden.
M. Missiaen. Dit is meer dan noodig en
gij zult het met mij moeten bekennen als gij
mijn brief gelezen hebt. Wanneer wij rekening
houden hoe de Commissie van Openbaren
Onderstand staat tegenover den gemeente
raad, dan stellen we vast dat zij de opinie der
bevolking niet vertegenwoordigt. Toekomen
de jaar zal die Commissie moeten vernieuwd
worden en daar het de gemeenteraad van nu
is die ze zal benoemen, is het noodig dat de
tegenwoordige beheerders het oordeel hunner
navolgers kennen. Zoo zij van nu reeds
weten van welk oordeel de volgende Com
missie zal zijn, zullen zij mogelijks voortaan
reeds in dezÊn zin handelen.
Volgens mij is het besluit, door de Com
missie van Openbaren Ondei stand genomen,
onder alle opzichten ongelukkig. De wees
kinderen moeten het openbaar leven kunnen
meeleven, en omdat zij het ongeluk hebben
gehad hunne ouders te verliezen moeten zij
niet als gevangenen aanzien worden. Nu zijn
zij afgezonderd van de stad, hebben niet de
minste aanraking met andere kinders en het is
hun niet mogelijk de lessen der muziekschool,
nijverheidsschool of andere te volgen. Zij
ondergaan een straf voor iets dat zij niet mis
daan hebben. En waar gaan die kinders nu
naar school Ter plaats zelf, zal men zeggen.
Maar wie iets van pedagogie kent weet dat
twee of drie onderwijzers niet al de lessen
van het lager onderwijs behoorlijk kunnen
geven en dat zulk onderwijs onvolledig moet
zijn. Hier in de stad hebben wij uitmuntende
stadsscholen, waarvan die kinderen niet ge
nieten kunnen. En op welke manier wordt
aan die kinderen een stiel aangek-erd Daar
kan dit niet gedaan worden. Zoo de weezen-
school echter in df srad moest gebouwd wor
den, zouden de kinderen daartoe alle gemak
hebben en wij allen een grootere waarborg
voor de goede opvoeding der kindeis. En dit
is niet alles, wij moeten ook trachten die
kinders eenig genot te verschaffen. Zij die
aanleg hebben voor muziek, tooneelkunst of
een andere liefhebberij, moeten daartoe in de
gelegenheid gesteld worden en zich, evenals
alle andere kinders, dit genoegen kunnen ver
schaften. Hoe ;s dit thans mogelijk Zoo de
ligging dier school buiten de stad alle nadee-
len en gevaren oplevert, zie ik niets dan alle
gemak en voordeel wanneer zij in de kom der
stad zal opgericht zijn. Daarom stel ik voor
dat de raad een wensch zou uitdrukken om
de Commissie van Openbaren Onderstand op
haar besluit te doen terugkomen.
M. Delahaye. Wij staan voor het vol
gende feit de eene helft der Commissie van
Openbaren Onderstand wil de beslissing in
1923 genomen goedkeuren, terwijl de andere
helft van gedacht is een nieuwe beslissing te
moeten nemen. Alle twee die fracties beoogen
beide het welzijn der kinders. De beslissing
van 1923 zegt dat de plaats, waar de weezen-
school voorloopig opgericht is, op 1 km.
der stad, buitengewoon goed gelegen is om er
een bestendig gesticht op te richten met een
boerderij erbij, en dit werd onderteekend door
een beheerder van den Openbaren Onderstand
die nu het protest indient.
Volgens dit protest zijn er twee gronden
voorgesteld. De ie grond is deze van de oude
gencarmeriekazerne. Welnu er werd vroeger
algemeen besloten de weezenschool voor
meisjes daar op te richten. De tweede grond,
die voorgesteld word, ligt nevens het gast
huis, en deze moest dienen om er de huisjes
voor oude, behoeftige menschen weer op te
bouwen. Deze beslissing van den Openbaren
Onderstand werd toen door den gemeente
raad met eenparige stemmen, dus ook door
den Heer D'Huvettere, goedgekeurd. En nu,
zooveel jaren nadien, komen ze af met een
protest. Er moet daarvoor een gegronde
reden zijn, en t is volgens dit protest dat de
kinderen de lessen der muziekschool en der
nijverheidschool niet kunnen bijwonen. Wat
is de weezenschool Daar zijn thans een 45
of 5o tal kleine kinderen die, na hun veertien
jaren, meest al de school verlaten. Thans zijn
er opnieuw vier kinderen die gereed zijn om
weg te gaan. Wat hun onderwijs betreft
moeten zij in niets onderdoen voor anderen!
Maar wanneer wij onze weezen van vóór den
oorlog,voor die ze gekend hebben, vergelijken
met deze van nu, staan wij verwonderd over
hunne gezondheid. Zij zijn allen blozend van
gezondheid, en wanneer wij 's avonds daar
voorbijgaan hoort men er de kinders spelen
en schreeuwen dat het een plezier is. 't Is
oprecht een openlucht school. Volgens mij is
dit protest antidemocratisch, bijzonderlijk nu
dat er overal gevraagd wordt de kinderen
voor eenige maanden in de open lucht te
mogen uitdoen. De plaats aangeduid nevens
het gasthuis schikt ook in 't geheel niet daar
de omgeving van een gasthuis, waar aller
hande zware zieken verblijven, een stille
plaats moet zijn. En zoo de knechtenweezen-
school te ver van de stad is afgelegen, dan
vraag ik mij af waarom de meisjes, die nu
voorloopig te Locre verblijven, hier nog niet
zijn Ik zal dus met plezier de beslissing, om
de school op haar huidige plaats te laten
blijven, goedkeuren.
M. D'Huvettere Ik kan niet instemmen
met den Heer Delahaye. Wij moeten al doen
wat wij kunnen om in stad te behouden wat
nuttig en schoon is. De gift werd voor niets
niet gedaan en het is volstrekt noodig dat die
school heropgericht worde. Daarbij het gege
ven onderwijs is geheel het tegenovergestelde
van hetgeen de Heer Delahaye beweert. Wij
hebben groote onkosten gedaan om de zwem
kom weer in te richten en ginder moeten de
kinders zich met een kuip vergenoegen. En
bij een tijdelijke ongesteldheid, waar zouden
de kinderen beter kunnen bezorgd worden
dan in de kom der stad Ik sluit mij ten volle
aan bij de gezegden van den Heer Missiaen.
M. Vandamme Dit verwondert ons niet.
M. D'Huvettere. Ginder kunnen de kin
ders geen bedrijf aanleeren, en deze die de
muzieklessen willen volgen moeten 's avonds
die lange, eenige baan volgen en hebben dan
nog iedermaal het gevaar van den overweg.
De bestemming der gift Godtschalck was voor
de kinderen een landbouwinrichting te Wyt-
schaete te bouwen, en daarmede is men nog
niet begonnen. Door het opbouwen der wee
zenschool in de stad zelf, zal de kleine ver
mindering van gezonde lucht rijkelijk vergeld
worden door tal van andere voordeelen.
Daarom zal ik tegen de genomen beslissing
stemmen.
M. Vermtulen. - Ik sluit mij aan bij de
heeren Missiaen en D'Huvettere. De sioetse-
school is altijd in de stad geweest en moet er
terugkomen. Hier in stad bezitten wij aller
hande inrichtingen van waterverdeeling, riolen
enz. waarvan de anderen ook moeten kunnen
genieten.
M. Ddahaye. In de school ginder hebben
ze ook het stadswater.
M. V er gr acht. Wanneer de landbouw
inrichting te Wytschaete zal weerkeen n. dan
zullen er twee boerderijen zijn, gezien tij de
school hier ook een hotstede is.
M. Lemahieu. De boerderij te Wytschaete
zal daar moeten terugkeeren gezien deze daar,
volgens den wil van den schenker, gesticht
werd ten bate der kinders van Yper die het
landbouwbedrijf willen aanleeren. Zoo de
kinders van Yper niet in voldoende getal zijn,
dan worden de kinders van het arrondisse
ment Yper en vervolgens deze van gansch de
provincie er aangenomen. Doch in de ver
onderstelling dat de weezenschool op den
Vlamertinghesteenweg gebouwd worde, is het
niet noodzakelijk daar een hofstede bij te
hebben. De gronden kunnen verpacht worden.
De school kan op haar vroegere plaats niet
meer terugkomen, gezien de grond verkocht
is geweest gevolg aan de vroeger genomen
beslissing.
M. Capoen. Ik ben wel overtuigd dat het
behouden der hofstede goed is omdat zij wel
uitgebaat wordt en dat er alzoo mogelijkheid
is melk en eieren in eerste hand aan de kinders
te bestellen.
M. Vermeulen. Die school bestond in
stad sedert eeuwigen tijd en wanneer wij nu
nog oude sloetsen tegenkomen zijn deze fier
tot die school behoord te hebben. Het zijn
allen bekwame vakmannen en ook goede
muzikanten, terwijl die kinders nu deze gele
genheid niet hebben.
M. Leuridan. Degedachten zijn gevormd,
eikendeen is er reeds vóór deze zitting mede
bezig geweest, zoodat al de welsprekendheid