Rede van E. H. Bonte, pastor.
Aan de Eerweerde Zusters van Belle's Godshuis
bij het 650 jarig jubelfeest der stichting
Eu ravenzwermen wild op puinen krassend gierden
tiire du Comte de Broqueville, xer Ministre et
Ministre de la Guerre, il est venu souvent ici
avec son chef, constater avec angoisse ce que
l'ennemi faisait petit a petit de votre belle cité.
Ypres, promue par la fatalité des évène-
ments au rang de chef ville de notre Belgique
inviolée, on a pu craindre longtemps que ce
triste privilège ne lui était aecordé que pour
mourir en beauté, léguant son nom seul a
l'une des deux plus grandes batailles de tous
les temps.
Eh que non pas Yprois de la guerre et de
l'après guerre, vous ne l'avez pas voulu I
Vous vous êtes remis au travail sur l'Ypres
anéantie de la guerre, vous avez refait une
Ypres nouvelle, qui, si elle n'a pas encore
toute la splendeur de l'ancienne, n'en est a
certains égards ni moins grande ni moins belle.
Rues retracées, maisons rebaties, églises
relevées, monuments reconstitués, vous n'avez
heureusement pas voulu oublier vos vieux
hospices, joyaux d'architecture et d'art, asiles
de charité et de prières.
Et c'est ainsi que grace a votre esprit
traditionnel et a votie piété filiale, nous pou-
vons fêter dans son cadre nouveau le 65oe
anniversaire de lliospice Belle.
Dans la chapelle reconstruite, nous ne
reverrons plus, hélas les tombes Belle et
Lichtervelde, mais nous pourrons revoir
longtemps encore, je l'espère, dans vos anti
chambres et parloirs, les trésors de peinture
et d'art flamand, que vous avez si heureuse
ment pu sauver, quand même, de l'afïreux
n&ufrage.
Et par dessus tout, ce que vous avez sauvé,
c'est l'oeuvre elle même, c'est la pensée
pensée pieuse et charitable des anciens
fondateurs et continuateurs, dont vous n'aurez
pas permis que la volonté fut prescrite, même
par la destruction, même par l'anéantissement
total.
En leur nom, je remercie done et l'Adminis
tration Communale de la ville d'Ypres et la
Commission d'Assistance Publique et enfin la
Supérieure et ses consoeürs les religieuses
gardiennes séculaires et fidèles de cette hospi-
talière maison.
C'est en leur. honneur, a tous et a toutes,
et a leur heureux et fécond avenir, que je léve
mon verre au passé et a l'avenir de l'hospice
Belle a Ypres et aux Yprois.
Zeer Eerweerde Jufvrouw
Eerweerde Zusters
Daar Z. Eerweerde Heer Deken, door de
jaarlijksche vergadering der HH. Dekensin
't bisschoplijk paleis te Brugge, belet is hier
vandage tegenwoordig te wezen, heeft hij mij
belast Ued. de innige gevoelens van bewon
dering en dank uit te drukken, die hij, evenals
al de piiesters van stad, koestert tegenover
het jubelvierend gesticht van Belle-Godshuis.
Als wij over ons land zien, overal ontwaren
wij gestichten die oprezen en stand houden
ten bate van den lijdenden of geringen even-
mensch Kinderkribben, weezengestichten,
gestichten voor blinden en doofstoihmen,
toevluchtsoorden voor krankzinnigen, klinie
ken, hospitalen en gestichten voor ouder
lingen.
Als wij nu dien staat van zaken in ons land
en andere landen vergelijken met den staat
van zaken ten tijde van het roemvol Roomsch
Keizerrijk, wat oneindig verschil 1 In dat
Keizerrijk immers, dat geheel de toenmalig
bekende wereld beheerschte en aan wiens
hoofd de Romeinen stonden, die zich aan
schouwden als overbeschaafd zoodanig dat
zij alle andere volkeren Barbaren noemden...,
in dat Keizerrijk was er niet één weezenge-
sticht, niet één hospitaal, niet één toevluchts
oord voor arme ouderlingen. De ongelukkige
menschen waren verstoken en misprezen en
men aanzag het als eene schande een almoes
aan den arme toe te reiken.
Wie heeft er nu die radicale omwenteling
te weeg gebracht in dat zoo machtig en zoo
ikzuchtig keizerrijk Radicale omwenteling,
die nog steeds voortduurt. De Zaligmaker en
zijne leering Navolgers van den God-Mens ch
beoefenden Christelijke liefde, stichtten toe
vluchtsoorden voor alle slach van ongelukki-
gen en de eerste die eene gemeente deed
ontstaan, om op groote schaal werken van
bermhertigheid uit te oefenen, was de Heilige
Martha, zuster van Lazarus, in de nabijheid
van de stad Marseille. Verders wat ook te
bemerken is, 't is dat hedendaags, indien
landbesturen en leeken, die onze zienswijze
niet deelen ook zulke oorden stichten en be
giftigen, 't is het voorbeeld der discipelen van
Christus, dat hen daar toe aanzet en dat zij
navolgen.
Christus heeft gezegd Wie aan den ge
ringen mensch, uit liefde tot mij, goed doet,
't is alsof hij het mij aandeed en Zalig de
bermhertigen, want zij ook, bij Mij, zullen
bermhertigheid vinden Vóór 65o jaar,
Jufvrouw Christine, wed' van Heer Salomon
Belle, het voorbeeld navolgende van zooveel
andere en begeerende den Zaligmaker te
dienen in het dienen zijner schamele lidmaten,
verwekte dit nu jubelvierend gesticht.
Zij, alsook al de Zusters, die hier sedert
65o jaar, naar het voorbeeld der stichteres,
den evenmensch bijstonden en uit liefde des
Heeren al hunne krachten besteden, om men-
schenliefde te plegen, verdienen onze be
wondering.
Maar die bewondering moet natuurlijker
wijze gepaard gaan met gevoelens van dank
baarheid en zoo moeten wij, samen met al
onze behoeftige medeburgers, dankbaar her
denken de menschlievende daad gesteld door
Jufvrouw Christine, wede van Heer Salomon
Belle we moeten dankbaar herdenken het
gedoken en kommervol leven van al de
Zusters die hier werkzaam waren en we
moeten aan Ued., Zeer Eerweerde Jufvrouw
en Eerweerde Zusters woorden van innigen
dank toe sturen.
Wij, menschen, kunnen U, Zeer Eerweerde
Jufvrouw en Eerweerde Zusters, welgemeend
bedanken, maar om U naar weerde te ver
goeden en beloonen zijn wij onmachtig. Dat
laten wij den Heer over en wij smeeken Hem,
U met de mogelijkheid van nog lange jaren
uw menschlievend werk voort te zetten, ook
te verleenen innige vreugde en welvaren, in
afwachting van de oneindige belooning des
eeuwigheids.
Messieurs de Lichtervelde, je viens de dire
que le clergé de la ville d'Ypres ainsi que
tous nos concitoyens doivent se le considérer
comme un devoir impérieux, d'admirer le
geste généreux de la fondatrice de eet asile de
charité chrétienne et de Lui en savoir gré. Et
comme il nous est impossible de transmettre,
je dirais personnellement a la Demoiselle
Christine, douairière de Messire Belle, l'ex-
pression de notre admiration et de notre
reconnaissance, il est tout naturel que nous
l'offrons a Vous, qui êtes ses dignes parents.
Voila pourquoi j'invite toutes les personnes
ici présentes a lever leur verre a l'honneur de
Demoiselle Christine, de toutes ses filles en
religion et de Vous autres, Messieurs de
Lichtervelde, qui marchez si dignement sur
les traces de votre digne parente.
12SO - 1930
Het was een gulden tijd Geen enkel stad op aarde,
Die bogen mocht op roem en Yper evenaarde.
De steê, die machtig groot, met knechtschap onbekend,
Het roer van Vlaandren hield, met Brugge en met Gent.
Het was een gulden tijd Toen neringen en gilden,
Steeds wilden wat was recht en wonnen wat zij wilden.
Toen tempels weidsch en grootsch, en Halle en huizen pronkten
Met gevels, fijn als kant, en koopliên tegenlonkten.
*t Was ook een liefdetijd Zes eeuw en half is 't leên
Dat binnen Ypers veste een nieuw gesticht verscheen.
*t Was Guines Christina, met freule Elisabeth.
Die heel het grootsch ontwerp in werking had gezet.
En, englen van geduld, bij dage en bij nachte
Het afgesloofde volk, hun moederzorgen brachten.
Waar, onder 't zelfde dak, men ziekten, ouderdom,
Maar ook nog zusters vond, van hoogen adeldom,
Die rijkdom, toekomst, pracht en al 't genot van 't leven
Verzaakten, om zich gansch aan de oudjes weg te geven,
En 't ziek en zuchtig volk van gansch de aloude stad
Te omhelzen als een doel, een nooit gekenden schat.
O BELLE Dierbaar huis 1 Wie kan uw glorie vatten
Wie kan, door de eeuwen heen, uw grensloos offer schatten
Niet enkel 't godshuis, neen, maar gansch de vlaamsche stede
Had deel in uwe zorg, uw hulp, uw steun, uw bede.
Toen, wild als een orkaan, de peste met geweld,
De schaamle Ypersteê, barbaarsch had neergeveld
Toen straten, aaklig doodsch, geblaakt door oorlogsgloed,
Zich kleurden purperrood van al 't onnoozel bloed
Toen helsch geschut en brand door donkre luchten zwierden
Toen kwam de Belle voor. Met koenen heldenmoed
Schonk 't edel zustertal, de steê, zijn laatste gulpe bloed.
Zoo ging het eeuwen lang, zes honderd vijftig jaren,
Tot de oorlog kwam op land en steê gevaren.
Waar vroeger Yper stond, eens Vlaanderens kleinnood,
Daar was het leven weg, daar heerschte alleen de dood
Gebroken lag de steê, geknakt haar nijverheid,
Maar bloeien doet ze weer in al haar heerlijkheid.
Men vroeg titanenwerk en 't wonder is geschied,
Uit woesten puinenhoop rees Yper uit den niet
In middeleeuwschen dos. Met nieuwe pracht omgeven
Straalt weerom onze steê in pas ontloken leven.
En al wat name draagt, brengt dankbaar hulde en groet,
Met eerbied en ontzag strooit bloemen aan haar vcet.
Voorbij de nare droom 1 De zonneglans na regen
Het lijden is nu uit De toekomst straalt weer tegen
Ook voor dit toevluchtsoord Het Belle's liefdehuis
Rees ook op zijne beurt uit puinen en uit gruis.
Het opent lijk weleer, zijn wel voorziene zalen,
Om de oudjes van de steê met liefdezorg te onthalen,
't Is weer, lijk eeuwen leên, een huis van zoete rust.
Waar zelfopoffering de levensweeën sust.
Veel schatten zijn vergaan, veel zoete herinneringen
Zoo duurbaar aan het hart der eedle kloosterlingen,
Maar wat er niet verging en nooit en zal vergaan,
Wat immer duren zal en immer zal bestaan,
Dat is de Bellegeest, die voor geen tijd moet zwichten,
De geest, die leven doet en wondren kan verrichten
De geest, die op het werk zijn stempel heeft gezet,
De geest van Christina en van Elisabeth
Uw steê is fier op U Uw glorievolle naam
Blijft eeuwig ongerept in haar archieven staan.
Uw steê is fier op U Uw onverwelkbre faam
Zal nooit, dat zweren wij, bij 't nageslacht vergaan 1
Yper, 2i Januari ig3o. Jos. Van den Driessche.