Oommages de Guerre - Belgas en France
Obligation du Remploi
Remploi en matière de batelierie
Provinciaal £euwfeestcomiteit
De Carnavalstoet
van Zondag 2 Maart aanstaande
Een die ze geluk wenscht.
gouvernement mème.
M. Vermeulen. II faudra alors que cette
nouvelle proposition soit soumise a nouveau
a la decision des conseils communaux
M. Butaye. Actuellement, la commune
de Woesten ayant également marqué son
accord avec la première proposition, il y a 22
communes qui acceptent de remiser ou d'uti-
liser le béton démoli. Nous verrons mainte-
nant ce qu'il pourra être fait d'accord avec
1'EtatetM. Hoebeke, et nous continuerons
la discussion de cette question, la plus diffi
cile que nous ayons eue a résoudre jusqu'ici,
lors de notre prochaine réunion du deuxième
dimanche de Mars.
La réunion est levée a 16 heures 3o.
Le Doclr Brutsaert s'est préoccupé d diverses
reprises du régime des dommages de guerre pour
les Beiges sinistrês en France.
Monsieur le Ministre des Affaires Etrangères
lui a remis une note relative a cette question,
note que nous sommes heureux de pouvoir publier.
Les Beiges sinistrês en France doivent se
conformer a l'obligation du remploi telle
qu'elle est définie par l'article II de l'Arran-
gement franco beige du 9 Octobre C919. Cet
article stipule que nos compatriotes seront
admis au bénéfice de la législation frangaise
sous la condition qu'iis affecter.t la totalité (1)
de l'indemnité allouée a la reconstitution ou a
la remise en état des biens endommagés ou,
si cette reconstitution est impossible, a la
reconstitution de biens ayant une affectation
analogue.
En présence des difficultés d'ordre pratique
que l'application de ce principe causait aux
sinistrês, les deux Gouvernements se sont mis
d'accord pour donner une interprétation moins
étroite a la règle établie par l'Accord franco-
beige.
Quant aux immeubles, en cas, notamment,
d'impossibilités matérielies ou légales, les
sinistrês peuvent désormais effectuer le rem
ploi sur un autre emplacement de la même
commune, ou sur un terrain d'une commune
limitrophe, contigu a remplacement de i'im-
meuble détruit.
En présence des termes formels de l'Arran-
gement du 9 Octobre 1919, le Gouvernement
frangais a estimé que cette interprétation était
la plus large qu'il fut possible de donner,
en ce qui concerne les immeubles a la
disposition relative au remploi.
Suivant la règle admise depuis 1921, la
reconstitution des meubles meublants peut se
faire sous forme dffine réinstallation en France
ou en Belgique, a condition que les meubles
destinés a y pourvoir soient achetés dans le
pays oü les dommages ont été subis, si la
réinstallation a lieu dans l'autre pays.
Les Gouvernements beige et francais ont
conclu le 27 Mars 1929 un Accord spécial
concernant le remploi des indemnités allouées
aux propriétaires de bateaux. En vertu de
cet Accord, le remploi des indemnités,allouées
par le Gouvernement francais aux proprié
taires de bateaux beiges détruits en France,
devra s'effectuer, en principe, en France.
Cette exigence sera considérée comme rem-
plie du moment oü le bateau aura été fran-
cisé et immatriculé dans un bureau de
navigation fluviale frangais.
Toutefois. si au moment du dommage, le
bateau beige naviguait en France sous le
régime de l'admission temporaire, la francisa-
tion et l'immatriculation en France du bateau
de remplacement ne seront pas exigées. En
ce cas, le bateau de remplacement devra être
acquis ou construit en France, a moins qu'il
n'appartienne a un type qui ne peut être con
struit que dans les chantiers beiges.
La réciprocité doit être observée en ce qui
concerne le remploi des indemnités accordées
par le Gouvernement beige aux bateaux fran
cais détruits en Belgique.
Les remplois effectués conformément aux
dispositions énoncées ci-dessus, et antérieure-
ment a la mise en vigueur de l'Arrangemer.t
sont admis comme valables.
Enfin, les réparations aux bateaux endom
magés par faits de guerre se feront dans le
pays qui en a la charge. Toutefois, celles qui
ont été effectuées avant le ir Janvier 1921
sont admises en validité de remploi par les
deux Gouvernements, qu'elles aient été opé-
rées en Belgique ou en France.
(1) Indemnité de reparation, indemnlté de remploi, indem-
nité complémentaire de remploi, etc...
Vergadering gehouden in het Provinciaal
Hof te Brugge, den Vrijdag 3i Januari ig3o,
te 10 uur 3o.
De H. Gouverneur brengt een laatste hulde
aan wijlen den H. G. Vercruysse, gewezen
burgemeester te Kortrijk, die sedert de laat
ste vergadering overleden is. Hij groet den
heer L. Gillon,zijn opvolger als burgemeester,
die hem in het Eeuwfeestcomiteit vervangt.
De H. Vanden Bussche, Voorzitter der
Provinciale Landbouwkamer is ook sedert on
ze laatste vergadering overleden. Hij is in zijne
betrekking vooralsnu niet vervangen door de
-Landbouwkamer.
Tevens begroet de heer Voorzitter Mgr
Lamiroy die de vergadering voor de eerste
maal met zijne tegenwoordigheid komt ver
eeren.
De Heer Dokter Glorieux heeft eene breed
voerige nota gezonden om de bewoording na
der te bepalen door bespreking die in de laat
ste vergadering plaats had nopens het ont
werp van bebloeming der graven van de slacht
offers van den oorlog.
Er wordt akte gegeven aan den heer Glo
rieux van zijne bemerkingen.
De H. Gouverneur, namens het bureel
houdt er aan te herinneren dat hij het stand
punt der stad Brugge aanneemt dewelke per
delegatie van het Provinciaal Comiteit de
feestelijkheden in de hoofdplaats inricht.
Hij dringt echter aan opdat alle betwistingen
wederzijds zouden van kant gelaten worden.
De bebloeming der graven van onze helden
zou volstrekt geen aanleiding mogen geven tot
tweedracht.
Medewerking van het leger. De H. Generaal
Bevelhebber der provincie vraagt van nu reeds
te weten indien, ja dan neen, deze medewer
king zal gevraagd worden en, in bevestigend
geval, welke medewerking.
Er werd aan de bijzonderste steden geschre
ven om een bepaald antwoord te bekomen.
Kortrijk, Oostende, Brugge, Dixmude, Veur
ne, Thielt, Rouselaere, hebben geantwoord.
(Nota der Redactie. Wij vragen aan wien het
aangaat hoe het komt dat Yper daar nog niet
bij is
De Centrale Woudmaatschappij te Brussel
vraagt dat in alle gemeenten een boom zou ge
plant worden ter herdenking van de Eeuw
feesten. Een omzendbrief werd in dezen zin
naar al de gemeentebesturen van de provincie
gezonden.
Het uitvoerend Comiteit dat de Provinciale
Prijsvlucht voor Duiven inricht, heeft bedankt
voor de toelage van 20.000 fr. die verleend
werd en verplicht zich stipt de voorgeschre
ven voorwaarden te volgen.
De Commissie tot V erf raaiing van het Lande
lijk leven besluit, in overeenstemming met de
beslissing van het provinciaal comiteit, zijne
werking te beperken tot de bebloeming van de
scholen, alle nuttelooze jurykosten zullen ver
meden worden. Eene toelage van 5ooo fr. zal
verleend worden om die bebloeming aan te
sporen. De diplomas en medailles zullen daar
enboven gegeven worden en de hulp van het
schooltoezicht kan worden ingeroepen.
Ver schillende aanvragen om toelagen zijn in
gekomen van de Tuinbouwmaatschappij Ste-
Dorothea, te Rousselare, l5.ooo fr.;Hofbouw-
maatschappij van Beernem Boomteeltkring
van Iseghem, 5ooo fr.Hofbouwmaatschappij
van Yper, i5.ooo fr. Werk van den Akker,
Poperinghe, 5ooo fr. Maatschappij Flora,
Veurne Geitensyndicaat, Vladsloo Veree-
nigde Oudstrijders, Hooglede, 5ooo fr. Bel
gisch Vlasbazenverbond, 100 000 fr. Hoen-
derbond, Rousselare Handels en Nijver
heidskamer, Yper, 200.000 fr. Feestcomi-
teit van De Panne, 25o.ooo fr. om feesten
en een monument op te richten.
De verschillende vragen kunnen ongelukkig
lijk niet in aanmerking genomen worden, het
vermogen van het Provinciaal Comiteit is
daartoe ontoereikend.
Provinciale Tentoonstelling van Hof- en
Tuinbouw, te Brugge. Als gevolg op de tus-
schenkomst van den heer Olivier tijdens de
algemeene vergadering van het provinciaal
comiteit op 3o September 1. 1., werden pogin
gen gedaan om eene overeenkomst te be
trachten.
In eene vergadering van het Bestendig Bu
reel werden ontboden de vertegenwoordigers
van de Koninklijke Maatschappij voor Hof
bouw en Fruitboomkundedewelke in 1928, het
initiatief der provinciale tentoonstelling geno
men had, van den Provincialen Bond der Hof-
bouwgilden van West Vlaanderen, dewelke
bereid was aan de Koninklijke Maatschappij
zijn medewerking te verleenen en eindelijk
van de Provinciale Commissie tot Bevorde
ring van Tuinbouw en Klein veeteelt, voorge
zeten door de H. Olivier.
Daar werd voorgesteld dat een comiteit
samengesteld uit drie vertegenwoordigers van
elkeen der bedoelde lichamen, de provinciale
tentoonstelling te Brugge zou inrichten. Korts
na deze vergadering kwamen twee brieven
toe Een van de Provinciale Commissie tot
Bevordering van Tuinbouw en Kleinveeteelt,
die verklaart niet te zullen tusschenkomen
in de tentoonstelling te Brugge en hare aan
vraag te behouden tot 100.000 fr. toelage om
tentoonstellingen in te richten te Kortrijk
en te Rousselare. Een van de Koninklijke
Maatschappij voor Hofbouw- en Fruitboom-
kunde van Brugge die verklaart aan de in
richting der provinciale tentoonstelling van
hof en tuinbouw te vei zaken.
Het Bestendig Bureel, gezien dezen toe
stand en in acht nemende dat van alle kanten
aanvragen om toelagen toekomen, stelt voor
te verdeelen onder de steden-hoofdplaatsen
van een bestuurlijk arrondissement of daaraan
gelijkgesteld, hetzij dus Brugge, Oostende,
Kortrijk, Yper, Thielt, Rousselare, Veurne,
Dixmude, de provinciale toelage van 25o.ooo
fr. De verdeeling zal geschieden in evenredig
heid van de sommen die, door bedoelde
steden, op de gemeentefondsen, voor de
eeuwfeesten, ingeschreven zijn. 200.000 fr.
zijn beschikbaar voor het wegvallen der pro
vinciale tentoonstellirg van hof en tuinbouw.
Daarenboven schrijft de Nationale Eeuw
feestcommissie dat het ontworpen banket van
de burgemeesters, te Brugge, schijnt dubbel
gebruik te maken met eene gelijkaardige
bijeenkomst diete Brussel moet plaats hebben.
Het banket van de burgemeesters zal dus ook
wegvallen en 5o.ooo fr. zijn daar nog be
schikbaar.
Er werd naar voornoemde steden geschre
ven om te vernemen welk het bedrag is der
stedelijke begrooting voor de eeuwfeesten.
Naar luidt der antwoorden wordt de provin
ciale toelage verdeeld als volgt
5o.ooo fr. aan Brugge, Oostendeen Kortrijk.
3o.ooo fr. aan Rousselare.
20.000 fr. aan Yper.
10.000 fr. aan Thielt, Veurne en Dixmude.
Een overschot van 20.000 fr. moet dienen
als tusschenkomst in de onkosten van aan-
plakbrieven, diplomas en medailles voor paar-
den-en veeprijskampen, e^.
Moet de weermaker met de maskertjes
zijn, dan belooft de stoet van dees jaar
prachtig te wezen.
Het weder van verleden jaar was noodlottig
en het is te verwonderen dat het Comiteit
nog de noodige krachten bezit om met
nieuwen moed de inrichting van onzen Carna
valstoet te bewerken.
Vergeet niet dat, met den Carnavalstoet,
Yper een harer belangrijkste dagen beleeft,
voor wat de kleine nering betreft. Geheel
Yper heeft er voordeel van. Al de wijken der
stad worden bezocht en de stoet ire'ct alle
straten door.
De neringdoeners in het bijzonder, en al de
andere inwoners in het algemeen, hebben
voor plicht het inrichtingscomiteit te steunen.
Dit is een feest dat jaarlijks moet plaats
grijpen en daarom is er geldelijke hulp noodig.
Vergeet niet dat al de leden van het Comiteit
alles in 't werk stellen om wel te gelukken en
dat zij er geen persoonlijk belang in vinden.
Het ordewoord moet dus zijn Wij zullen
hunne werking ondersteunen.
Naar wij, uit goede bron vernemen, is de
bijtreding reeds verzekerd van de prachtige
maatschappij uit Kortrijk Le retour de la
chasse Ath zendt ons haar vermaarde
Papillons Roubaix de aangename Bigo-
phones du Cul du Four Poperinghe
Vooruit geeft ons een nieuwe groep en
ongetwijfeld veel volk. Staden komt af met
hare reuzin Johanna, bijzonder groot succes
Dickebusch en Waasten zorgen voor muziek.
Naar het schijnt is men nog in onderhan
deling met andere groepen uit Kortrijk en
Brugge onder meer.
Voeg daarbij de Ypersche maatschappijen
die ongetwijfeld niet ten achteren zullen
blijven, iedereen is daarvan overtuigd.
Men mag zich dus aan een overgrooten
bijval verwachten. Het zal krioelen van volk
in Yper stede den 2n Maart aanstaande, daar.
is er geen twijfel meer.