Gemeenteraad van Yper
4
Verslag der Zittiig van 28 April 1930
De zitting wordt te 17 u. x5 geopend. Zijn
tegenwoordig de Heeren Sobry, burgemees
ter-voorzitter Declercq, Lemahieu en D'Hu-
vettere, schepenen Capoen, Laton, Leuri-
dan, Missiaen, Coutelle, Vergracht, Ver
meulen, Vandamme enDelahaye, raadsleden
Versailles, secretaris.
X. Proces verbaal der zitting van 3i-3 3o.
Na lezing, door den Heer secretaris gege
ven, wordt dit proces-verbaal zonder opmer
kingen goedgekeurd.
2. Driemaandelijksch overzicht van stadskas.
De Heer D'Huvettere, schepen van finan
ciën, geeft verslag over den toestand der
stadskas en leest een lange reeks cijfers af
waaruit blijkt dat er, met het belangrijk over
schot van 1928, thans nog een klein overschot
blijft na de reeds gedane ontvangsten en uit
gaven voor het dienstjaar 1929 en voor het
oerste kwartaal ig3o
M. Vandamme. Dit verslag werd waar
schijnlijk aan het schepenencollege medege
ceel J, gezien dit punt regelmatig op de dag
orde werd gebracht.
M. D'Huvettere. Neen, dit driemaande-
Iijksch overzicht der stadskas is verplichtend.
M. Vandamme. Ik zou toch willen vragen
dat men in 't vervolg dit verslag zou voegen
bij de bundels die ter beschikking der gemeen
teraadsleden liggen. Zaterdag ben ik de
dossiers komen onderzoeken en dit verslag
was er niet bij.
M. Lemahieu. 't Is mogelijk dat dit ver
slag er voor enkele oogenblikken weggeno
men werd, maar dezen morgen stak het in
den bundel, want ik heb het er gezien.
M. Sobry. Het blijkt dus uit dit verslag
dat de toestand der stadskas onrustwekkend
is. Voor 1929 is er tusschen de ontvangsten
en uitgaven van den gewonen dienst een ver
schil in min van 593.960 fr. 46 en van
298 656 fr. 33 voor den buitengewonen dienst.
Voor 1930 overtreft dit verschil een weinig de
5oo.ooo fr. De groo ste spaarzaamheid wordt
ons dus opgelegd.
M. Missiaen. Gij zegt dit toch zeker niet
voor de raadsleden, want zij doen geen uit
gaven.
3. Leening van 500.000 fr. bij 't Gemeente
krediet van België Aanvullende btraad
slaging.
M. Sobry. De gemeenteraad heeft in zijn
laatste zitting beslist een leening van 5jo.ooo
frank bij het Gemeentekrediet aan te gaan,
doch die beraadslaging werd door den heer
Gouverneur aan de stad teruggezonden met
verzoek erin te willen vermelden voor welke
uitgaven die leening wordt aangegaan. Van
die leening van 5oo 000 fr. waren er 244 000
frank voorzien om de vroeger ontworpen
wei ken te kunnen uitvoeren en 256 000 fr.
voor andere nieuwe uitgaven.
De vorige leening van 1 millioen werd aan
gegaan voor de volgende werken besteeni-
ging Noordlaan en Basculestraat, leggen
eener riool in de Arsenaalstraat, versterken
dijkwand Zillebekevijver, bouwen van aan
hoorigheden in de school der St-Janstraat,
bouwen van een afsluitingsmuur in de school
St'-Elisabethstraat, plaatsen van electrische
drijfkracht te Dickebusch vijver, aankoop van
grond aan den Openbaren Onderstand voor
den muur in de Ste-Elisabethstraat, herstellen
buitenwandeling tusschen de Meenenpoort en
de Zwemkom, inrichten stortbaden en plaat
sen eener motopomp te Dickebusch. Alhoe
wel deze twee laatstgenoemde werken nog
moeten uitgevoerd worden, hebben wij nu
reeds meer dan 1 millioen uitgegeven, zoodat,
tengevolge van de ontoereikendheid der lee
ning van 1 millioen, de stad verplicht is
een nieuwe leening aan te gaan om die reeks
werken te kunnen voleindigen.
Ik stel' dus voor een aanvullende beraad
slaging te nemen waarbij gezegd wordt dat de
leening van 5oo.ooo fr. moet dienen vooreerst
om het meerderbedrag der vroeger ontworpen
werken te dekken en vervolgens ook nog
voor de stadstoelage aan de Staatsmiddelbare
school, voor het aandeel der stad in de ouder
domspensioenen, voor aankoop van boomen,
voor het verplaatsen der tramlijn langs de
Noordlaan, voor de versterking van den dijk
wand aan Zillebekevijver, voor eeuwfeesten
en voor draineering van het kerkhof.
M. Leuridan. Gij hebt daar straks, Mijn
heer de Voorzitter, als eindoverweging op
het verslag van den heer Schepen van finan
ciën, met veel ernst gezegd bezuinigingen te
moeten doen. Ik zal mij thans onthouden
omdat ik mij herinner dat gij vroeger zoodanig
haastig zijt geweest nog een som van 5o ooo
frank bij te stemmen voor de eeuwfeesten.
Nadat wij erin gelukt waren een som van
5o.ooo fr. te doen aannemen voor het bouwen
van twee werkmanswoningen hebt gij, in
tegenspraak met uwe gewone doenwijze, mid
del gevonden er nog 5o.ooo fr. bij te doen
voor feestelijkheden, Dit was volstrekt over
bodig daar we dit jaar niet de minste reden
tot feesten hebben, en dit krediet van 5o.ooo
frank is, voor een deeltje, oorzaak van het
tegenwoordig tekort. Nu zegt gij dat wij
moeten sparen, maar wij konden beginnen
met die 5o.ooo fr. te sparen.
M. Sobry. Wij weten dat sommige leden
van den gemeenteraad niet willen dat er eeuw
feesten zijn. Die verloting van twee werk
manshuizen is een gift, een geschenk en dit
zal meer jaloerschen maken dan gelukkigen.
Het is nu 100 jaar dat ons land bestaat en ik
vind dat wij er alle reden toe hebben ons te*
verheugen in het geluk en den voorspoed van
België.
M. Missiaen. Ik zal mij insgelijks ont
houden omdat wij ons vroeger ook onthielden.
Wij zijn van oordeel dat de stad reeds schul
den genoeg heeft en dat er meer gehoor zou
moeten gegeven worden aan hetgeen de bur
gemeester zegt maar niet doet. Vroeger heb
ik gevraagd in welke voorwaarden die leening
aangegaan wordt, nu nog kennen wij die
voorwaarden niet. Zoo de raadsleden oordee-
len dat z'i niettegenstaande dit die leening
toch mogen goedkeuren, moeten zij het
weten, doch wat mij betreft ik leen mij daar
toe niet. En sl moest ik nog de voorwaarden
kennen, dan zou ik die leening toch niet goed
keuren om de reden die ik reeds vroeger aan
haalde.
M. Sobry. Die leening werd vroeger
reeds door den gemeenteraad gestemd en nu
zijn wij eenvoudig maar geroepen eenigen uit
leg te geven nopens de uitgaven die bij middel
dier leening zullen gedaan worden.
M. D'Huvettere. Het is waardatde voor
waarden ons door het Gemeentekrediet nog
niet werden kenbaar gemaakt, doch het
eenigste dat wij nogniet met zekerheid kennen
is wat wij als interest zullen moeten betalen.
Voor wat den duur der leening betreft, dit
hangt af van de stad zelf. Wij zijn zinnens die
leening aan te gaan voor 60 jaren en dit zal
ons toegestaan worden. De interest hangt af
van hetgeen het Gemeentekrediet zelf aan
zijne geldverschieters moet betalen en zal,
naar alle waarschijnlijkheid, 6.60 of 6.65
bedragen.
M. Sobry. Men weet dat, in 1927 en 1929,
het Gemeentekrediet bemachtigd werd groote
leeningen aan te gaan voor 60 jaren. Die
leeningen zijn onderschreven en het Gemeen
tekrediet is dus in staat ons die som van
5oo.ooo fr. te leenen. Wij kunnen door
niemand beter gediend worden dan door het
Gemeentekrediet.
M. Missiaen. Het ware nog beter geen
leeningen aan te gaan.
M. Sobry. Maar dan moet men ook min
der verteren.
M. Missiaen. Hetis het schepenencollege
dat de uitgaven doet.
M. Sobry. Neen, het is de meerderheid
van den raad die dat beslist.
M. Missiaen. Het is het schepenencollege
dat verantwoordelijk is en dat op de meerder
heid zou moeten kunnen rekenen. Doch gij
zijt te laf om die verantwoordelijkheid te
dragen.
De heer Voorzitter legt hierop de door hem
voorgestelde aanvullende beraadslaging ter
stemming.
Stemmen ja de Heeren Declercq, Lema
hieu, D'Huvettere, Vandamme, Delahaye en
Sobry neen de Heeren Missiaen en Cou
telle onthouden zich de Heeren Capoen,
Laton, Leuridan, Vergracht en Vermeulen.
4. Financiën Aanvraag tot krediet-
opening Vernieuwing.
Daar de inkomsten der stad niet tijdig
inkomen en om hare verplichte uitgaven te
kunnen doen, werd de stad vroeger bemach
tigd een som van 5oo.ooo fr. te ontleenen bjj
de Bank van Kortrijk onder vorm van loopen-
de rekening. Alle jaar is de stad verplicht die
kasbe werking te vernieuwen en gezien de stad
zich thans in denzelfden toestand van vroeger
bevindt, stelt zij nogmaals voor deze krediet
opening voor een jaar te vernieuwen.
Stemmen :,a de Heeren Declercq, Lema
hieu, D'Huvettere, Vandamme, Delahaye en
Sobry neen de Heeren Missiaen en Cou
telle onthouden zich de Heeren Capoen,
Laton, Leuridan, Vergracht en Vermeulen.
5. Dienst van het Lijkenvervoer Aanbe
steding Proces verbaal Goedkeuring.
Op 23° April 11. werd er overgegaan tot de
openbare aanbesteding van het lijkenvervoer
voor den duur van een jaar in te gaan op ln
Juni 1930.
Hebben ingeschreven 1) We Hoflack,
Groote Markt, Yper met volgende prijzen
1', 2e en 3e klassen met twee paarden, 75 fr.
4e klas, om g u., een paard 3o fr. 5e en 6e
klassen 20 fr. en 2) Cyrille Vandermeersch,
Seminariestraat, Yper ie klas 60 fr. 2' klas
55 fr. met bekleeding en 5o fr. zonder beklee
ding der paarden 3e klas 25 fr. 4' klas
20 fr. 5' klas :'i5 fr. en 10 fr. voor de 6e klas.
Voor vervoer buiten de stad 3 fr. per kilo
meter.
M. Sobry. Gezien, na de noodige rucht
baarheid. de aanbesteding regelmatig is ge
schied en de Heer Vandermeersch het langste
aanbod gedaan heeft, st-.-l ik voor dezen
laatsten als aan besteder uit te roepen.
M. Leuridan. De heer Voorzitter zegt
dat er voldoende ruchtbaarheid werd gemaakt
ik denk niet .dat er daarvoor iets bijzonders
werd gedaan.
M. Lemahieu. Dit bericht van aanbeste
ding werd aan de vier plaatselijke weekbladen
gezonden met bede het kosteloos te willen op
menen. Die dit niet hebben willen opnemen,
zijn daar vrij van. Verders werd dit bericht op
het stadhuis aangeplakt en al de huurhouders
der stad werden afzonderlijk verwittigd. De
gemaakte ruchtbaarheid is dus meer dan
voldoende.
De uitslag der aanbesteding wordt hierop
met eenparige stemmen goedgekeurd.
6. Openbare Onderstand Vërpachting
van landgoederen Kohier van lasten.
M. Sobry. Dit lastenkohier beslaat vier
groote bladzijden en daar de raadsleden voor
zeker er reeds kennis van genomen hebben, zal
het wel nutteloos zijn er nog lezing van te
geven.
M. Lemahieu. Het spijt me te moeten
verklaren dat ik hierop geen gunstig advies
kan uitbrengen. Vooreerst voor wat de ver
pachting betreft. De oude pachters wier pacht
ten einde loopt hebben regelmatig opzeg ge
kregen, alhoewel zij niet begeeren van hun
land af te zien, en het spijt me de Commissie
van Openbaren Onderstand zoo te zien han
delen in strijd, niet met den letter, maar met
den geest der wet. De Commissie van Open
baren Onderstand was niet verplicht dit te
doen, maar zij kon met haar oude pachters
overeenkomen vooraleer hen opzeg te geven en
tot een nieuwe openbare verpachting te beslis
sen. Dit is, meen ik, toch wel den geest der