VAN N ESTE Een goede Raad bevonden, waren door de vlugheid der aan randing verrast en, toen zij kwamen toege sneld, sloeg de woestaard op de vlucht. Het slachtoffer, gehuwd en vader van vijf kinderen, werd in een naburige woning gedragen, waar de bijgeroepen geneesheer van I.ange- marck bestatigde dat de man 5 diepe gaten en een beet in het hoofd bekomen had. Op een plaats lagen zelfs de hersens bloot. Na een eerste verband werd het slachtoffer naar het hospitaal van Yper gebracht, waar de wonden werden toegenaaid. Naar het schijnt zou een heel nietige reden de oorzaak dezer aanranding zijn. Onderweg gedroeg Terryn zich op een onbetamelijke manier tegenover de meisjes die in de autobus aanwezig waren, en Freyn zou hem eenvoudig gezegd hebben dat hij daarmede moest ophou den. Het is nu reeds de tweede maal dat Terryn iemand anders ongelukkig slaat. Koopt uwe diamanten - briüanten bij diamanthandelaars, dus uit eerste hand, het is uw profijt. Altijd in magazijn keus van honderde steenen. 29, Groote MarKt, Yper Poperinghe. Brand. Zaterdag, rond middernacht, is er op den St-Jans hoek brand ontstaan In de hofstede van landbouwer Ver- haeghe. De woning kon gevrijwaard worden. Acht zwijnen zijn in de vlammen omgekomen. Zuydschote. Inhaling. Zondag vierde de parochie de plechtige inhuldiging van den nieuwen herder, E. H. Dejaegher. De plechtigheid en de liturgische aanstelling werden door Z. E. H. Vermaut, deken van Yper, voorgezeten. Een prachtige stoet met talrijke groepen en verscheidene praalwagens haalde den nieuwen pastoor in aan het ge hucht Luzerne en leidde hem kerkewaarts. Verschillige maatschappijen en twee muzieken van Bisseghem, waar E. H. Dejaegher ge durende 24 jaar onderpastoor was, waren opgekomen om de feesten op te luisteren en hunnen gewezen onderpastoor hunne dank bare genegenheid te betuigen. Westroosebeke Diefstal. Verleden week meldden wij den diefstal die in het munitiedepot -van het bosch van Houthulst gepleegd werd. De manier waarop de dieven te werk zijn gegaan en hun ongehoorde stout moedigheid lieten vermoeden dat de daders met het park en den bewakingsdienst goed bekend waren. Immers de bewakers worden er na zeer korten tijd afgelost en de dieven hebben zoo hun oogenblik weten te kiezen dat zij toch nog eenigen tijd hadden om onge stoord te kunnen werken. Na den bewaker overvallen, gebonden en met een graszode in den mond in een barak te hebben opgesloten, hebben zij dan tot vijfmaal toe een decauviile- wagentje gevuld met allerhande oorlogsmate riaal en een groote hoeveelheid poeder, het welk zij vervolgens tot bij den steenweg voer den en op een autocamion laadden. Het onderzoek echter liet weldra toe twee der bandieten aan te houden. Naderhand wer den er te Oostende nog vier aanhoudingen gedaan, zoodat er thans reeds zes van die schuimersbende in het gevang te Kortrijk zijn opgesloten, te weten Lesaffre Sevèie, 33 jaar oud, van Wervick Barve Alphonse, 29 jaar, van Oostende Hess Gaston, 32 jaar Sommier Claude, 36 jaar ;Lagache Theodore, 26 jaar, en Barrez Auguste, 27 jaar, deze vier laatste van fransche nationaliteit. Tegen den genaamden Hess Gaston bestond er reeds een bevel van uitdrijving voorvroegere feiten. Deze zaak schijnt nu een groote uitbreiding te zullen nemen, want men komt thans nog, in het munitiepark «Duitschland» van Breedene, mm—n—1 de ontdekking te doen van onderstanden waar alle soort oorlogsmateriaal en andere voor werpen, voortskomende van diefstallen ge pleegd in villas te Oostende, geborgen waren. Onder de aangehoudenen bevinden zich twee gekende kommunisten. Een andere was een meestergast belast met de afbraak der betonnen onderstanden en te Middelkerke wonende. Hij ontvreemde het dynamiet dat hem voor zijn werk was toevertrouwd en ver- ying het door gewoon kanonpoeder. Een andere aanhouding geschiedde in nog al zonderlinge omstandigheden. De betrokken persoon, die nog niets vermoedde, werd door de rijkswacht gevraagd om met zijn auto den aangehouden meestergast naar het gevang te willen overbrengen. Zulke vraag kan maar moeilijk geweigerd worden, doch de eigenaar van de auto was niet weinig verwonderd toen men, in het gevang gekomen, hem zelf ter beschikking van den Procureur des Konings stelde. Het onderzoek, dat ijverig wordt voortge zet door den heer Onderzoeksrechter Devos van Yper, zal uitwijzen in hoever ieder der aangehoudenen in die verschillige diefstallen en plunderingen gemengd is en wellicht zul len nog andere feiten aan het licht gebracht worden. Oorlogsvisioenen DE VLUCHT Alweer, den ganschen dag, had, in de verte, het kanon gegromd Dat was echter geen nieuws meer sinds lang waren zij daaraan gewend. Doch met den avond scheen het gedonder dichterbij te ko men en dat verwekte angstigheid. Het was een zachte, schoone, stille, gouden avond. De menschen van het dorpje kwamen buiten op hun drempel staan. Alle gezichten waren naar 't Oosten gekeerd en aller oogen staarden schrik-starend, en aller ooren luister den, met ingespannen aandacht, om ieder geluid!op te vangen. Het roffelde aanhoudend, als een verwij derd onweer, maar af en toe met zwaar-bon zende slagen, die eventjes de ruiten deden rinkelen. Dat daver-rinkelen der ruiten was een aller akeligst en angstwekkend geluid, 't Was tel kens of 't gevaar eensklaps vooruitsprong, met reuzenschreden. Er kwam een vage woe ling in het dorpje. Iets als een windvlaag, die er dreigend overheen streek. Iets, dat uit het schemerig verschiet scheen aan te ruischen en te zwellen iets, dat de harten deed kloppen en de beenen deed beven. Menschen liepen dwars over de straat naar elkander toe, vereenigden zich tot kleine groepjès, schenen elkander nare dingen mee te deelen. En plotseling was daar een vrouw, die akelig huilde een vrouw, niemand wist waar-vandaan gekomen, halfnaakt in ge scheurde lompen, met een schreiend kind op den arm en die snikte og Ze zijn te Leuverghem z'hèn mijne man vermeurd en ons huis in brand gesteken Ze komen noar hier Ze komen Ze komen Eerst was er een kort oogenblik als van ge- consterneerde stilte. Zij konden dat niet zoo dadelijk bevatten en keken de vrouw aan, roerloos, met wijd- angstige oogen. Maar eens klaps riep een jongétje 't Es waar 't brandt ginder en allen keerden, als on der een schok, zich om en zagen een rossigen, rookenden gloed, over de verre boomen aan den einder. Looverghem stond in brand dat wisten zij terstond aan de richting en Looverghem was slechts anderhalf uur verwijderd van hun eigen dorp Wat nu te Looverghem gebeurde, zou straks ook te Baevel gebeuren hun gan- sche dorp, met alles wat zij bezaten, zou door den wreeden', woesten vijand vernield worden Met wilde kreten, met wanhoopskreten, stoven zij uit elkaar, elk naar zijn eigen huis a—i^—3 toe. Aan iets te redden door verdediging was geen denken alleen de vluqht, de panische vlucht, met wat zij dadelijk redden konden, was de eenige uitkomst. Reeds kwamen de eerste vluchtelingen uit Looverghem, uitzinnig van schrik, in Baevel aan. Doch niet een hield er zich op. Zij schreeuwden slechts, in 'twild voorbij rennen, wat de huilende vrouw met het kind had uit gegild Ze komen Ze komen Ze branden en vermoorden en weg waren ze, met rij wielen, wagens en karren of te voet één griezelige stroom van vluchtende, schreeu wende, strompelende, vallende, schreiende wezens, één vioed van overweldigende, men- schelijke ellende, die in een dikke stofwolk 't gansche dorp als een orkaan doorzweepte en, aangezwollen door reeds meehollende honderden en honderden uit Baevel zelf, als een apocalyptische horde aan den rooden horizon verdween. Vosken (Vosken van den Berg, zooals hij in de wandeling werd genoemd) hoorde dat wild geraas van verre aanbruisen. Hij woonde daar met vrouw en kinderen op, de hoogte, even buiten het dorp, in een klein huisje, dat alleen stond en vanwaar zich een ruim en prachtig vergezicht over den ganschen omtrek uitstrekte. Dat wijd en prachtig vergezicht was zeker niet 't geen Vosken daar het meest aan zijn woning hechtte. Het is zelfs meer dan waar schijnlijk, dat hij er nooit anders dan met een verstrooiden of onverschilligen blik naar keek. Hij had er ook geen tijd voor. Vosken was marskramer en vellenploter en van den och tend tot den avond reed hij meestal met zijn hondenkar over de wegen. Zelfs de oorlog had hem zijn vermoeiend bedrijf niet doen staken en hij was maar zooeven van een urenlangen rit teruggekomen en zat met vrouw en kinde ren aan 't avondmaal, toen hij 't gedruisch hoorde aanzwellen. Hij lei zijn vork neer en ging buiten zien. Hij zag die wilde, vluchtende benden den heuvel oprukken maar van het hooge punt, waar hij stond, ontwaarde hij meteen wat zij, die nog beneden waren, veel minder duidelijk, of zelfs in het geheel niet konden zien de gansche, verre, aschgrauw wordende Ooster kim in brand een brand, die zich heel snel naar 't Westen uitzette, opvonkend als het ware uit honderd plaatsen tegelijk, als een omcirkelende vuurslang, die weldra alles zou verslinden. Vosken schonk ternauwernood eenige aan dacht aan de voorbijstormende, angstig ver wilderde menigte hij omvatte met één enkelen oogopslag het gruwelijk gevaar en holde weer naar binnen. Op 1 gilde hij, tot vrouw en kinderen. Op Alles brandt af Geen menuut te ver liezen Vluchten Vluchten 1 Zeg ik ulder En hij begon te vloeken en te razen, omdat de door schrik verlamde vrouw en kinderen niet dadelijk begrepen en opvlogen. Hij rende naar het hok, waar zijn twee sterke trekhonden vastgtketend lagen en spande ze hijgend voor 't karretje a^n. De viouvv had ijlings al 't geld uit het la*adje ge haald, de dochter scharrelde wat kleeren bij elkaar, het zoontje nam een zwaar roggebrood en een homp spek onder den arm. De honden blaften wild en jankten bij het stalletje, als bezielde wezens, die al het somber tragische van de gebeurtenis heel duidelijk begrepen. In enkele minuten was men klaar. De wan hopige moeder had neg zooveel meer willen meenemen, doch het kleine karretje was reeds overladen. Zij konden er nog nauwelijks zei ven in. Zij schreiden luid en snikten om alles wat zij daar nog moesten achterlaten het scheurde hun door 't hart, maar 't moest, het moest, er was geen oogenblik meer te verlie zen, zij hoorden de vernieling in de verte aan- loeien, en zij werden meegenomen in den wil den storm der vluchtelingen, terwijl daar in de diepte de eerste huizen van het dorp reeds brandden... 't Vervolgt. Diamantslijperij 48, Hondstraat Yper

HISTORISCHE KRANTEN

Het Ypersch nieuws (1929-1971) | 1930 | | pagina 3