6 BZ L J A H T som op 4000 fr. teruggebracht. M. Sobry. Wij zullen dan dit punt uit stellen en later erover beslissen. 5) M. Leuridan. Het is een openbaar geheim dat er door onze collega's van beide linkerzijden een comiteit gesticht is ter ver dediging van het officieel onderwijs. Iedereen weet dat, ten andere het comiteit heeft ervoor gezorgd dat de noodige ruchtbaarheid eraan gegeven worde. De bevolking werd verrast door een strooibrief met wiens bijbedoelingen wij niet t'akkoord gaan. Men heeft ons ge vraagd in dit comiteit bij te treden, doch ik houd eraan hier in 't openbaar aan die Heeren te zeggen dat wij, vlaamsche nationalisten, ons niet leenen tot die ongezonde bijbedoe ling die in dit schrijven is bevat. Zij hebben er in gezegd dat het vrij onderwijs hier te Yper op lager gebied maar diende om een bekrompen, sectarischen geest aan te kwee ken. Daarmede hebben ze ons dadelijk allen lust ontnomen eraan deel te nemen. Ze heb ben zich onmiddellijk ontmaskerd en verraden in hun strijd tegen het vrij onderwijs. Zij moeten dus van ons geen toetreding ver wachten, maar wel een scherp toekijken naar hun vingers. We hebben eraan gehouden dit hier te zeggen, ook nog omdat we een beetje leedvermaak hebben er te mogen bijvoegen dat de bestuurder der jongensschool, be noemd door de gratie Gods en vooral door die der katholieken, nu aan die heeren stank voor dank geeft. Dat doet ons pleizier. Ze hebben het verdiend door een verdienstelijke vlaamschen onderwijzer een stamp te geven en een creature te benoemen die bij hen niet be hoort. Ik wil er nog bijvoegen dat wij ons in 't kort ermêe zullen bemoeien om meer ge zonde toestanden te eischen, voornamelijk in de stadsmeisjesschool. Daar zien we onze kindertjes, die pas den kindertuin verlaten hebben, reeds met verbasterde woorden naar huis komen. Ik zal weldra een voorstel indienen opdat er vóór den derden graad geen verbas terd fransch onderwijs gegeven worde. De andere vlaamsche katholieken zullen alsdan eens de gelegenheid hebben te toonen tot hoe ver ze het vlaamsch genegen zijn. Ik verwacht mij eraan dat de socialisten ons zullen zeggen dat wij eerst moeten zorgen voor onze eigen deur te vagen, doch ik mag hier verklaren dat wij niet te klagen hebben van de vrije lagere volksscholen, maar wel van de betalende scholen, doch die ontsnappen aan onze contro le. In de vrije lagere scholen gebeurt er geen wetsverkrachting, wat wel het geval is in onze officieele stadsmeisjesschool. M. Missiaen. Ik ben gelukkig over het geen de heer Leuridan zegt omdat dit mij de gelegenheid geeft hier openlijk hulde te bren gen aan den nieuwen bestuurder der stadsjon- gensschool, die het goed meent met zijne school en niets ontziet om ze te doen bloeien. Hij handelt niet uit politiek opzicht noch uit haat, maar doet al wat hij kan voor den bloei zijner school. Ik weet hem dank voor hetgeen hij reeds in zoo een korten tijd heeft weten te verwezenlijken en voor den eerbied die hij, door zijn handelwijze, zoowel van leerlingen als van onderwijzers en ouders heeft weten af te dringen. Wanneer de heer Leuridan een steen werpt naar de katholieken, dan komt de aap seffens uit de mouw. Het is uit spijt om dat zijn beschermeling niet benoemd werd en wij een bestuurder verkozen hebben boven den propagandist eener politieke partij, die ten slotte tegen het officieel onderwijs gekant is. Men kan immers geen twee meesters te gelij ker tijd dienen en de vlaamsche nationalisten roemen er steeds op vooruit en vooral katho liek te zijn. De heer Leuridan meent ons te bedreigen wanneer hij zegt dat hij scherp zal toezien, doch we vragen niets beter dan dat er zóu nagezien worden wat er in het comiteit gebeurt.Er werd ons door de nationalisten zelf, wanneer de strooibrief reeds was uitgegeven, gevraagd om van het comiteit te mogen deel- maken, en wij hebben geantwoord dat alwie het met het officieel onderwijs goed meent welkom is bij ons. Het is gelijk van waar ons de hulp toekomt. Die bond was er noodig, waht anders ging de officieele school hier te niet. Wat nu betreft den zin dien in den strooi brief voorkomt, waren de bestuurder en som mige andere leden van het comiteit, van oor deel hem weg te laten, doch de meerderheid heelt beslist dat hij moest behouden blijven. Van dit gezegde trekken wij niets terug, wij hou den staan dat het vrij onderwijs sectarisch is, dat men er zells aan de kinders den haat tegen hun eigen ouders inprent. En wij verklaren hier dat wie met ons niet is, tegen ons is. Wij zullen ervoor zorgen onze scholen te bescher men. Voor wat het laatste betrett van de gezeg den van den heer Leuridan, wij zijn volledig t'akkoord om de wet op het taalgebied te doen toepassen, maar eer we het gelooven dat die wet in de officieele scholen niet wordt nage leefd, moeten we de bewijzen ervan hebben. Ge zijt ons voorgtloopen met te zeggen dat wij u zouden toeroepen eerst te zorgen voor uwe katholieke scholen. Daar mogen wij alleen maar betalen en daarmee is het al. Zoo gij het werkelijk goed meent, begint dan met de subsidiën af te nemen aan de vrije scholen die deze wet niet naleven. Doch wij zeggen u moeit u met uwe scholen, wij zul len ons met de onze bezig houden, en de scholen zullen alzoo van weerskanten goed bewaakt worden. M. Leuridan. Ik had mij niet aan een zoo klare bekentenis verwacht dat, spijts de verwachtingen van een deel van het comiteit, dit laatste toch besloten is van den gestichten bond een soort vechtmachine tegen het vrij onderwijs te maken en niet zoozeer den bloei van het officieel onderwijs als zoodanig zal betrachten maar wel het voeren van den strijd tegen het vrij onderwijs. M. Missiaen. De schooloorlog is ons opgedrongen geweest. M. Sobry. Ik ben heel verwonderd te hooren dat de officieele scholen socialistische of liberale scholen zijn. M. Bonnet. Wie heeft dat gezegd M. Sobry. De heer Missiaen zegt onze scholen Dit zal ik nooit dulden. M. Missiaen. -- Wij verdedigen het officieel onderwijs, waar de opinie van iedereen ge ëerbiedigd wordt. M. Leuridan. Er bestaat slechts een middel om uwe werking weer goed te maken, en 't is het herroepen van die onzuivere bij bedoeling. M. Missiaen. Er bestaat niet den minsten reden om die woorden, die in den omzend brief voorkomen, te herroepen. Had men begonnen met ons gerust te laten, dan zouden wij u ook met rust gelaten hebben. 6) M. Vandamme. Het is nu vier jaar geleden dat ik gevraagd heb bij den Staat te willen aandringen om den Poperinghesteen- weg in orde te brengen, en er voorlanden en borduren aan te leggen van aan den spoorweg tot aan het krankzinnigengesticht. Ik heb dit sedertdien nog verscheidene malen herinnerd, doch er werd nog niets gedaan. Iedermaal werd er mij geantwoord dat dit een Staats- baan was en dat het de Staat was die deze werken moest uitvoeren. Het is thans opnieuw een echten modderpoel. De heer Vermeulen heeft over kort ook dezelfde vraag gedaan voor den Dickebuschsteenweg. Alhoewel de toestand aldaar zoo erg niet is, ware het toch wenschelijk dat beide steenwegen weldra in orde zouden gebracht worden. M. Sobry. Tijdens de laatste zitting werd er gevraagd dat het schepencollege of een afvaardiging van den raad naar het ministerie zou gaan om er voor het uitvoeren van sommige openbare werken aan te dringen. Wij hebben daarop naar den heer Van Caeneghem, minister van openbare werken, geschreven om met hem daarover een verhoor te mogen hebben. In zijn antwoord heeft de heer Minis ter ons den korten inhoud gevraagd der wer ken van openbaar nut over dewelke wij hem willen onderhouden. Wij hebben hem daarop seffens laten weten dat wij wenschten te han delen namelijk over de verbreeding van den Veurnesteenweg tot aan Yper-Hoekje, de verbetering der Dickebusch- en Poperinghe- steenwegen, het bevaarbaar maken der vaart van Yper naar de Leie, begonnen in 1864, of ten minste een klein deel ervan, en ook nog over de overneming door den Staat van den steenweg van Yper naar Komen, zooals dit reeds door al de burgemeesters der betrokken gemeenten werd gevraagd, ofwel over de ver vanging van die roubenitebaan in een kalsijde. Thans wachten wij nog op het antwoord van den heer Minister. M. Bonnet. Bestaat er een technischen dienst voor het wegenisstelsel M. Sobry. De stad heeft een ingenieur, een toeziener en een hulp toeziener die aan gesteld zijn voor de openbare werken. M. Bonnet. Meest al onze gemeentebanen verkeeren in een deerlijken toestand en doen veronderstellen dat wij geen technischen dienst hebben. M. Lemahieu. Thans is men bezig met een deel dezer buurtwegen te herstellen. Voor wat betreft den steenweg naar Komen, waar niemand nog door kan, heeft de stad die baan nooit willen overnemen, gezien het slecht werk dat aldaar verricht werd. Dit werd nog gedaan ten tijde van het Koninklijk Hoog Commissariaat. Al de burgemeesters der ge meenten, op wiens grondgebied die baan ligt, hebben gevraagd om die baan door den Staat te doen overnemen, omdat dit een baan is van groot verkeer die twee steden met elkaar verbindt, en dat het onderhoud ervan zeer kostelijk is. Doch ik weet niet of men daarin zal gelukken. 7) M. Capoen. Hoever staat het nu met het akkoord met de electriciteitsmaatschappij? Want het ware wenschelijk, zooals het dezen avond hier nog gezegd werd, dht den buiten daarvan ook zoo spoedig mogelijk zou kunnen» genieten. M. Sobry. Het is te betreuren dat de provincie West-Vlaanderen onder dat opzicht nog zoo ten achter is. Er zijn nu nog 52 ge meenten van de provincie waar geen electri- citeit is. M. Lemahieu. Buiten die 52 gemeenten zijn er ook nog veel steden waarvan de bui tenbevolking van de electriciteit beroofd is. Het contract is zoodanig opgesteld dat dit niet mogelijk is. De maatschappij heeft het monopolium en om dit te veranderen zou er,, volgens mij, een wet moeten gestemd worden. De openbare zitting wordt hierop te ig u. i5- opgeheven. Beker Armand Donck Excelsior Club Willen is Kunnen »v Zilveren Hoofd Na den uitslag van de eerste ronde, ge speeld in Hotel Excelsior, had men kunnen denken dat Willen is Kunnen geen vrees meer behoefde te hebben voor het behouden van den kostelijken schat, en dat de uitslag, 4 tegen 2, nog ging vermeerderd worden in het lokaal zelf van Willen is Kunnen Eh wel neen 't is gegaan gelijk bij de voet balspelers Als ze zeker zijn van te winnen, ze krijgen nen klop En zoo is het ook afge- loopen op het biljart. Van 4 - 2 ten voordeele van 't Zilveren Hoofd, is het resultaat gebracht op 7-5 ten bate van Excelsior Club.'JEn triomfantelijk is de Coupe verhuisd en voor goed staat ze nu te prijken in het lokaal der Excelsior Club. Hoera voor de over winnaars. DE MATCHEN Gruwez Junior speelde tegen Versaëvel André In den beginne nam André de leiding en liet zijn tegenstrever verre achter hem. Wardje had het liggen Te kort, te veel óf te letter effect" (en hij kan er geven hé nonkel), er rond draaien zoohaast er een klein gatje was, enz. enz. Effen at gezegd 't was om den moed te doen zakken van onder in de hielen. Langs den eenen kant veel onkans en dan ook. zeker een beetje... klop klop Denkt wel 1 André stond aan 42 tegen 14, (moeije geen èn) en in korten tijd aan 82 tegen 46 Iedereen dacht de partij is afgeloopen. Maar opeens, zooals een peerd die spoor of zweep heeft gevoeld, zette Wardje alle zeilen open, vond den voordeeli- gen wind en vaarde, vaarde zoo snel dat hij welhaast André in de hielen zat. Door de dreef van zijn tegenstrever zoodanig ontsteld,., scheen André door zijn lange beenen te zak ken en stond aan 94 tegen 90. Daarop 96/94 om dan te blijven blokken aan 98/96. De vier laatste puntjes voor de Excelsior Club boven halen, was maar een fluit werk, en "binst dat de supporters hun kakkernesje in den hemel staken, ontving André van zijn volk een cigaar... met een gouden bandetje 'twas nen donderslag 1 De tweede match was veel kalmer Clinckemaille Polfliet. Beide spelers waren bang van elkander en speelden een schoone match. Gëorges vloog, nochtans al rap tot x5 punten voren. Zijn tegenstrever, die in den beginne wat onkans had, behield toch volle vertrouwen, stopte een nieuw pijpke, gaf vuur op alle gemak en mikte zeven puntjes, 't Was een succes. Hij deed nog beter en aan een zestig tal punten had hij Georges ingehaald en zells voorgesteken. Willen is Kunnen kwam weer op, speelde beter en profiteerde van een oogenblikje slaptitude om zijn 75,te punt te maken en den voorzitter van Excelsior Club op zijn gemak te laten zitten aan zijn 73. Een schoone strijd, beiden verdienden te winnen, 't was voor Willen is Kunnen een kostelijk puntje. En of men het hoorde, mie ken ze leven, waren ze blij I I De derde match Bontemps R. Versaevel was een duchtige klopping voor het Zilveren Hoofd. Fern and die deed wat hij wilde, hij was in»

HISTORISCHE KRANTEN

Het Ypersch nieuws (1929-1971) | 1931 | | pagina 6