't Komensch Roetje
WerklooshEid en Ouderdomspensioenen
A propos de 1'Evacuation d'Ypr?s
Yper's Proefveld
Het Fonds der GebreKkelijken
en Verminkten
S
Madame Vandendriessche
Chirurgien - Dentiste
49, Rue de Dixmude, 49 - YPRES.
Monsieur le chanoine Delaere a regu de M.
Ie major de gendarmerie Dumont une charmante
lettre quevu l'iniérét que prendront les Yprois
a la lireil nous autorise d reproduire.
Permettez moi de vous les réciproquer de
tout coeur. Puisse Dieu vous conserver long-
temps encore au haut idéal de Charité auquel
vous avez consrcré tous vos efforts depuis de
nombreuses années. Puissiez vous longtemps
encore, Monsieur le Chanoine, goüter les
satisfactions incomparables d'une carrière
pastorale vouée a une oeuvre d'émouvante
beauté qui est comme le couronnement de
cette carrière longue et fructueuse dont Dieu
seul est a même de juger des mérites.
Et cette conversation reporte irrésistible-
ment mes pensées a des événements déja
vieux de 3 lustres. Ce tut au soir du 3 mai
igt5, au chateau de La Lovie que la par
ticipation officielle a l'évacuation d'Ypres fut
décidée. j'aimais cette vieille ville oü j'avais
passé un an, en igi3 a l'école d'équitation.
Que de souvenirs ar< h tecturaux et artistiques
on y rencontrait J 'y ai passé des mois en
tn'y rassassiant des tableaux multiformes de
son antique splendeur. J'aimais a flaner dans
ses rues, a visiter ses églises, a pénétrer par-
fois même dans ses Krottenhuizen jusqu'oü
se respirait l'ambiance des choses révolues
Partout des coins propices aux méditations,
aux reveries sentimentales, aux aspirations
de l'ame pour le culte du beau.
Vous comprendrez mon émotion lorsque
nous apptimesqu'Ypres venait d'être« livrée»
aux Anglais. Sans avis préalable, sans en
avoir référé au Colonel Trembloy, chargé
d'une mission protectrice, le chef de la mission
Beige attachée a l'armée Britannique avait
consenti a l'évacuation compléte des habi
tants d'Ypres et a la disposition de la ville
-comme réiuit militaire pour l'armée britan
nique. J'ai retrouvé la notification officielle
de cette décision dans les archives person-
nelles de feu le Colonel Trembloy.
Et au cours de la soirée du 3 mai igi5,
j'adjurai mon chef de sauver Ypres. Je
finis par le persuader que le vandalisme iné
vitable des troupes allait infliger a notre
trésor artistique et historique un préjudice
irréparable. Je télégraphiai au G.Q.G. Beige,
a M. de Broqueville. Je fis immédiatement un
rapport a l'Armée Britannique. Je requis,
dès le lendemain, la camionnette beige en
service a Poperinghe. J'eus une conversation
avec le général Ryeroff, conversation qui prit
udRon agressif mais qui se termina, heureuse-
ment, par l'envoi a Ypres de policiers anglais
et de lorys (camions) d'évacuaiion.
La Providence avait fait mieux, Monsieur
le Chanoine. Vous étiez la! Je n'avais pas
encore eu l'honneur de faire votre connais-
sance. C'était télépathiquement si je puis
employer ce mot que mes faibles efforts
s'unissaient aux vótres.
Et onze trains transportèrent au Petit
Palais a Paris et a l'abbaye de Valoir les
-trésors sauvés de la région de 1'Yzer.
Hier laten wij 't antwoord volgen dat wij in
ons nummer van 26 Januari 1924 opnamen
in antwoord aan Yper Proefveld.
Schoenmaker blijft bij uw leest.
Wanneer een boer spreekt over paarden of
land, een koopman over handel, een lasten-
betaler over taks of supertaks, dan kan het
wel gebeuren dat die lieden heel interessant
zijn, en hun publiek 't een en 't andere aan
leeren maar wanneer diezelfde lieden het
liebben over techniek, dan zullen zij enkel die
genen interesseeren die er nóg min over weten
te vertellen dan zij zeiven 't is te zeggen
bitter weinig want de bevoegden zullen
eventjes de schouders ophalen en den rede
naar den rug toekeeren.
Welke bekrompenheid waire het dan niet
vanwege die personen, moesten ze hunne
bekwaamheid neerpennen in een dagblad
om alzoo hunne dwaasheden nog rapper aan
den man te brengen en zich natuurlijk nog
wat belachelijker te maken.
Nochtans een lastenbetaler (zoo teekent hij
toch) schreef den 22° December ig23in Het
Ypersche in 't lang en in 't breed (betrekke
lijk het verstandige van zijn schrijven) over
de meest moderne wegenistechniek hij had
het over de eensteenige betonbekleeding waar
van de Rhoubénite een der meest gekende
systemen is.
Het staaltje van de baan van Meenen moest
voldoende zijn volgens den «deskundige om
alle verdere proefnemingen met dat systeem
daar te laten, nochtans het moet iedereen in
't oog springen dat de kilometer in Rhoubé
nite gelegd alléén nog berijdbaar is de maca
dam welke nochtans veel herstelkosten mee
bracht is schier onbruikbaar geworden de
kalsijden door Gheluwe en Gheluvelt zijn
eveneens vol kuilen en gaten.
Dat de eensteenige betonbekleeding niet
kan hersteld worden is valsch, de schrijver
zal er zich kunnen van overtuigen binnen
enkele maanden dat alles eens goed gaan
onderzoeken en bezien zal zeer leerrijk, en
een nuttig wandelingske voor hem wezen.
Wat betreft de aanmerking nopens sleet
en fondatie, daarvoor heeft de schrijver geen
ander&gegevens dan zijne dwalende gedach
ten, hoe zou hij immers kunnen weten dat op
het Komensch kalsijdje geene fondatie van
o,20 m. steen zal zijn hij mag gerust wezen,
de fondatiën zullen sterker zijn dan deze
zijner gezegden, zooniet...
Als die lastenbetaler een man is die geerne
elders proefvelden ziet nemen, wel dat hij dan
eens tot Brussel ga, in het Ter Kamerbosch,
op de Terveuren laan, zal hij proeven zien
van grooteren omvang en dat uitstapje zal
veel goed doen aan de gezondheid zijner ge
dachten. F. STEIJAERT
Ingénieur bij het H. Koninklijk Kommissariaat.
Opsteller van het projekt der baan
Yper Komen.
P. S. De ongelukkige staat waarin dit
rampzalig roetje van den beginne af en sinds
acht jaren zich bevindt getuigt maar al te wel
langs welken kant de dwalende gedach
ten te zoeken waren
Bij het bijzonder fonds, dat door de wet van
i December ig28 ten bate van gebrekkelijken
en behoeftigen werd tot stand gebracht, waren
er, op i December ig3o,dus in twee jaar tijds,
reeds 40.500 aanvragen toegekomen. De Com
missie voor tegemoetkomingen had, op gezeg
den datum, reeds 2g ooo aanvragen onderzocht
waarvan er zo.ooo gunstig werden opgelost en
g.ooo verworpen.
Naar de antwoorden, die de Heer Minister
van Nijverheid, Arbeid en Sociale Voorzorg
gaf op verscheidene vragen die hem daarover
gesteld werden, kan mén uitmaken dat, om tot
het voordeel van het fonds der gebrekkelijken
toegelaten te worden, de aanvrager behoeftig
moet zijn. Daardoor verstaat men dat zijne
dagelijksche inkomsten het volgende barema
niet mogen overschrijden
a) 2o fr. indien hij ongehuwd is en alleen
leeft
b). 17 fr. indien hij ongehuwd is en bij fami
lie inleeft
c) 23 fr. indien hij getrouwd is, zonder
kinderen
d) 27 fr. indien hij getrouwd is, en een kind
heeft 3i fr. wanneer hij twee kinderen heeft
35 fr. met 3 kinderen, enz.
De vergoeding van het bijzonder fonds
wordt verleend aan de gebrekkelijken, ver
minkten, geboren gebrekkelijken, verlamden,
dooven, stommen en blinden, wier bestendige
werkonbekwaamheid ten minste 3o t. h. be
draagt. Als gebrekkelijke dient beschouwd de
persoon die een bestendig nadeel in zijn bewe
gingsorganen onderging.
Worden, volgens artikel 2 der wet, van dit
voordeel uitgesloten de slachtoffers van arbeids
ongevallen die begunstigd zijn 't zij met een
rente verleend op grond van de vergoeding
van schade wegens ongevallen, 't zij met een
bijzondere vergoeding verleend door de voor-
zorgs- en onderstandskas, op grond van het
Koninklijk Besluit van 2g December ig2ö, ge
wijzigd door dat van i5 Februari jg3o. Alleen
de slachtoffers die geen wettelijke noch bijzon
dere vergoeding trekken, kunnen het voordeel
van de wet van i December ig28 genieten.
De Commissie der tegemoetkomingen aan
de gebrekkelijken en verminkten heeft, in hare
interpretatie van artikel r der wet van 1 Decem
ber ig28, geoordeeld dat de zenuwen en gees
teszieken, de lijders aan rhumatiek of vallen
de ziekten, enz., geen gebrekkelijken zijn in
den medicalen zin van het woord, daar zij in
hunne bewegingsorganen niet aangetast zijn.
Deze kunnen dus van het voordeel van die
wet niet gr nieten.
Evenwel de Commissie onderzoekt steeds
ieder geval afzonderlijk en besluit dan of de
aanzoeker ja of niet als gebrekkige moet aan
zien worden.
Consultations tous les jours de 8 a 12 h. et
de 2 a 5 h.
De Heer Senator Mertens heeft aan den Heer
Minister van Nijverheid, Arbeid en Sociale
Voorzorg de volgende vragen gesteld
i° De nieuwe wet op de ouderdomspensioe
nen treedt in voege in ig3l.
Is de werklooze verplicht de bij de wet
voorziene bijdrage te betalen Zoo ja, op wel
ken grondslag zal zijne bijdrage worden be
rekend
Indien de werklooze de bijdrage niet be
taalt, verliest hij dan zijn rechten op het pen
sioen en in welke maat
Ziehier het antwoord dat de Heer Minister
daarop gaf
Gedurende de perioden van werkloosheid
zijn de loontrekkenden niet meer in dienst bij
een werkgever en trekken dus geen loon meer,
zoodat zij niet meer verplicht zijn de bijdra
gen te betalen voorzien bij de wet op de
ouderdomspensioenen (wet van 10 December
ig24 tot 1 Juli ig3t, en wet van 14 Juli ig3o,
vanaf dezen datum). Bovendien dient de werk
gever ook niet meer te storten.
Men mag evenwel niet uit het oog verlie
zen dat om van rechtswege op 65 jaar de
ouderdomsrenteverhooging (kosteloos pen
sioen) voorzien bij de wet van 14 Juli ig3o te
ontvangen, op de rekening der loontrekken
den de stortingen moesten worden gedaan
voorzien bij de artikelen 35 eu 36 dezer wet.
Werden dus de stortingen onderbroken, om
eenige reden, dan kan hun die verhooging niet
van rechtswege worden toegestaan, doch en
kel in de voorwaarden bepaald bij artikel 38.
Het is juist om de arbeiders deze moeilijkheid
te besparen en hun het voordeel te behouden
van artikel 35, dat artikel 37 der wet te hun
nen behoeve een uitzonderlijke bepaling voor
ziet luidende
De verzekerde die, in den loop van 't jaar,
gedurende minder dan tien maanden en meer
dan vier maanden als verzekeringsplichtige in
dienst van een werkgever werkzaam was, kan.