Herinneringsmedaille nan het Eeuwfeest
Kiekenkweekers,
Gemeenteraad van Yper
L'abbaye St-Martin a Ypres
sera-t-elle resiaurée
L. MONKERHEY - VAN NESTE
A
Nous lisons dans La Nation Beige du
j" Mars
II n'est bruit dans le Landerneau Yprois
que de la non reconstruction, ou plutót de la
reconstruction seulement partielle de l'antique
abbaye St-Martin.
Les inteilectuels Yprois, soucieux de sau-
ver de l'oubli leurs précieux souvenirs histori-
ques, en même temps que Ies monuments qui
en furent les témoins, forment un bloc com
pact contre une minorité qui semble vouloir
subordonner a de mesquines raisons les gra
ves considérations d'ordre esthétique et histo-
rique.
Tous ceux qui ont visité Ypres peu de
temps avant la guerre, ont pu admirer les nom-
breuses et savantes restaurations accomplies
en cette ville, soucieuse de restituer a ses
monuments leur splendeur d'autrefois L'im-
posante cathédrale de St-Martin n'attendait
plus que l'achèvement de sa flèche, tandis
que la vaste abbaye annexée et pour laquelle
elle avait été construite, formait un ensemble
trés caractéristique avec ses réminiscences
même de la Renaissance, dans la partie édifiée
par le célèbre évêque et théologien Jansénius.
C'est dans ces superbes batiments abba-
tiaux,témoins de tant de souvenirs historiques,
que l'administration communale d'Ypres se
proposait de centraliser différents services,
notamment sa bibliothèque, son riche dépot
d'archives, détruit en 1914 et, enfin, le riche
musée bien connu, dont on ne sauva même pas
les précieuses séries numismatiques.
Quatre années de bombardements inces
sants réduisirent en un vaste amas de ruines
cette riche abbaye et, a l'heure actuelle, l'aile
du XI11' siècle, seule, a été reconstruite.
S'arrêter a mi chemin serait incompréhensible
et, cependant, on nous assure que dans les
milieux officiels appelés a décider de lr ques
tion, certaines personnalités seraient d'avis de
se borner a la reconstruction dusud de la ga
lerie du cloitre, avec ses belles arcatures du
XVe siècle, encadrée de mesquines construe
tions, au lieu de celles de jadis qui, par leurs
proportions imposantes, donnent a la cour
intérieure cette quiétude, reflet de cette paix
de l'ame chantée par les pcètes.
A l'heure même oü Ton cherche a relever les
vestiges de nos puissantes abbayes du moyen
age, serait-il permis de ne pas reconstruire
dans son intégrité une abbaye que la récente
guerre seule a su détruire. Ce serait une faute
contre l'histoire et contre l'architecture.
Ministerie vaji binnenljndsche Zaken
en Volksgezondheid.
Bij koninklijk besluit van 12 Februari ig3r
zijn vereerd met de Herinneringsmedaille
van het eeuwfeest
Bas-Warneton
De heer Deprez, J., gemeentesecret iris.
Becelaere
De heeren Lameire, H., burgemeester
Degrijse, P., gemeentesecretaris
Decottenye, T., gemeente beambte
Durnay, A., gepensionneerde veldwachter.
Boesinghe
De heeren Debackere L.gemeenteraadslid
Van Eecke, Th., gemeenteontvanger
Govaerts, B., veldwachter
Coquel, J., Degrave, A., en Torsy, A.,
brandweergasten.
Komen
De heeren Bauden, H,, en Desmarets, O.,
politieagenten.
Hollebeke
De heeren Garain, B., gewezen gemeente
raadslid
Odent, C., veldwachter.
Noordschote
De heeren Soenen, A., burgemeester
Noliet, A., gemeenteraadslid
Toortelboom, J., gemeenteontvanger
Del va, M., veldwachter.
oostnieuwkerke
De heeren Vanden Bu!cke, C., burge
meester
Reyns, E gemeenteraadslid
Vandepitte, P., gemeentesecretaris.
Proven
De heeren Camerlynck, P., schepen
Haghebaert, H., gewezen schepen
Top, A., gemeenteraadslid
Butaye, C., gepensionneerde veldwachter.
Leden van het brandweerkorps
De heeren Jonckiere, J., en Ryon, E.,
luitenanten
Decae, C., L'Epée, R., Ryon, H., en Ver-
lynde, G., brandweergasten.
Waasten
De heeren Menet, D., gemeenteraadslid
Domicent, V., vleeschkeurder
Dubrulle, E., en Struyf, E., politieagenten.
Leden van het brandweerkorps
De heeren Bossuwé, H., luitenant bevel
hebber
Jourdin. A., luitenant
Cardinael, G., en Delbarge, G., sergeanten;
Cardinael, H., en Leterme, D., brandweer
gasten.
Wervicq
Leden van het brandweerkorps
De heeren Gallant, P., kapitein
Bevernaege, M., en Decour, G., luite
nanten
Vercruysse, A., sergeant klaroenblazer
Bonnier, C., Delmotte, C., Gadeyne. C.,
en Vanslembrouck, D., sergeanten
Decherf, L., Dierynck, C., Pype, L., en
Vandenbroele, H., korporalen
Balloy, C., brand weergast.
Yper
Leden van het brandweerkorps
De heeren Vergracht, M., kapitein
Dochy, A geneesheer luitenant
Seys, E., onderluitenant
Delahaye, G., adjudant
Talon, A., sergeant majoor
Bedd.leem, E., Cnockaert, A., en De-
wachter, E., sergeanten
Gallens, A., Pyncket, V., Vandevelde, V.,
en Van Eenaeme, J., korporalen
Bonneel, C., Bouten, D., Boutens E.,
Cnockaert. A., Deruddere, P., Faes, H.,
Geeraets, R Landerwyn, A., Sinaeve, J.,
Soete, E., Ver Eist, H., Wenes, A., Wenes,
M., Tancré, Tancré, H., Geeraets, A.,
Lacante, H Angiliis, E., Coutrez, A.,
Becquaert, I., Degrou, E., Desmedt, C.,
Kerrinckx, I., Landerwyn, I., Pyncket, C.,
Coutrez, A., Clinckemaillie, C., Goethals,
Beirnaert, E., Pinteion, F., Verdoene, E.,
Victoor, H., Christiaen, J., Verminck, A.,
brandweergasten.
Zantvoorde (Yper)
De heeren Vandermarlière, E., gemeente
secretaris
Pattyn, C., veldwachter.
zlllebeke
De heeren Boudry, J., Sercu, H., Vulsteke,
E., gemeenteraadsleden
Frimout, H., gemeentesecretaris
Dewitte, A gemeenteontvanger
Boudin, E., veldwachter.
Aan allen onze beste gelukwenschen.
Voor de verwarming van uwe kiekenhokken
hebt gij goede anttiracletkolen
van doen. De ectlte soort is altijd ver
krijgbaar in de Magazijnen van
9, Koeimarkt, YPER.
Verslag der Zitting van 2 Maart 1931.
De zitting wordt te 17 u i5 geopend. Zijn
tegenwoordig de Heeren Sobry, burgemees
ter voorzitter Lemahieu en D'Huvettere,
schepenen Laton, Soete, Missiaen, Bonnet,
Coutelle, Vergracht, Vand^mme en Delahaye,
raadsleden Versailles, secretaris.
1. Proces verbaal der zitting van g Fe-
bruari ig3c.
De heer Secretaris geeft lezing van dit
proces verbaal, waarna het zonder opmer
kingen wordt goedgekeurd.
M. D'Huvettere. Vooraleer met de be
grooting te beginnen zou ik u willen kennis
geven van den staat der geldmiddelen dien ik
zoo juist kom te ontvangen.
Hierop leest de heer D'Huvettere een
reeks cijfers, waaruit wij meenen te hooren
dat er nog 25.000 fr. in kas is en nog 260.000
fr. bij de Bank van Kortrijk beschikbaar blijft,
doch wij kunnen het meerendeel der cijfers
noch hooren noch verstaan tengevolge van
het lawijd gemaakt door de kermisorgels die
daar buiten op de Markt vol ip aan 't draaien
zijn.
M. Missiaen. Ik hoor niets
M. D'Huvettere. Het is ik niet die te
licht spreek, het zijn de orgels die te luide
spelen. Dezen namiddag ben ik langs den
grooten en kleinen blok gepasseerd, en ik ben
daar om zeggens triomfantelijk ontvangen
geweest op een reeks klachten die mij door de
bewoners aldaar werden uiteengezet. Ik moet
het bekennen die menschen hebben reden van
klagen, het is daar een modderpoel waar men
geen beest zou doorjagen. De menschen moe
ten aldaar van 's morgens vroeg door het slijk
en zij zijn reeds gansch besmeurd en bevuild
vooraleer zij zelfs op de autobus geraken. Dit
is niet menschelijk. Niettegenstaande de finan-
cieele toestand der stad niet al te schitterend
is, denk ik dat er middd ware om die men
schen voldoening te geven. Wij hebben eener-
zijds dien hoop steengruis die daar ter plaats
en te onzer beschikking ligt, wij laten het
thans voor niets door anderen weghalen, en
anderzijds hebben wij hier zooveel werkloo-
zen. Ware het te veel gevraagd dat men
eenige onder hen daar enkele uren voor dit
verbeteringswerk zou gebruiken Ik denk van
neen, gezien de noodige materialen reeds ter
plaats liggen, doch het behoort niet aan mij
maar aan den heer Schepen van Openbare
werken die vraag te beantwoorden. Iedereen
ontziet langs daar te gaan, zij met brood,
met kolen of gelijk met welk andere benoodig-
heden. Overlaatst moest er daar een zieke ge
haald worden en de auto van het Rood Kruis
heeft door de straat niet gereden, maar heeft
er letterlijk moeten door zwemmen. Om al
die redenen onderwerp ik uit voorstel aan uw
welwillend onderzoek.
M. Lemahieu. Ik ondersteun het voorstel
van den heer schepen D'Huvettere, zooveel
te meer dat de stad in onderhandeling is met
den Staat over een verwisseling van grond ten
einde aldaar een goede, nieuwe straat te kun
nen aanleggen tot aan de Bascule. Moest er
daar. nu, op de plaats waar die straat zal
komen, wat steengruis op gevoerd worden
dan zou dit een goede bedding zijn voor dien
weg.
M. Missiaen. Het is mij onmogelijk iets
te hooren.
M. D'Huvettere. Er is een spreekwoord
dat zegtgelukkig de volkeren die geen histo
rie hebben, en ook gelukkig de sprekers die
men niet hoort.
M. Bonnet. Het voorstel van den heer
schepen D'Huvettere verheugt me. Wanneer
wij vroeger daarvoor aandrongen, werd er
ons steeds geantwoord dat die straat aan den
Staat toebehoorde, nu vernemen we met vol
doening dat men daarvoor in onderhandeling
is. Doch, moest men nu steengruis op dien