-3
- HYPOTHECAIRE -
BELEGGINGSBANK
19, Arenbergstraat, Antwerpen
Grondpandobligatiën 4,75 °/0 netto
Kasbons met Premie 4 °/0 netto
dan handelen om wel te doen Wanneer er
geen goeden wil is, kunnen we niets doen.
M. Vandamme. Er zijn verscheidene ar
tikels der ontvangsten die gewijzigd werden
en die door den gemeenteraad nog niet on
derzocht werden. Indien wij eerst die artikels
moesten bespreken
M. Declercq. Ik steun het voorstel van
den heer Soete om eerst artikel vijf der dag
orde te behandelen.
Dit voorstel wordt door de overige raadsle
den bijgetreden.
5. Gemeenteopcentiemen op Staatsbelasting
op 't inkomen Hernieuwing en verhooging.
M. D'Huvettere. Wij zijn gekomen aan
een der belangrijkste en ingewikkeldste
punten der begrooting, namelijk aan de
opcentiemen. Belangrijk omdat dit voor den
gewonen dienst de meeste geldmiddelen en
inkomsten oplevert. Ingewikkeld, vooreerst
omdat zij het gevolg zijn van de nieuwe
fiscale wet van 22 Januari laatstleden ten
tweede omdat zij steunen op nieuwe grond
slagen waarvan wij de stevigheid niet kennen
en waarvan wij de wezenlijke waarde maar
bij gissing en vergelijking kunnen vaststellen,
en ten derde omdat deze grondslagen groote-
lijks veranderd en zelfs ingetrokken zijn. Wij
moeten hier kunnen beslissen met kennis van
zaken en daarom acht ik het noodzakelijk
eenige uitleggingen te verschaffen, doch zon
der de minste vooringenomenheid u een les
te willen geven, dit is noch mijn recht noch
mijne bedoeling. Onze gezamenlijke aandee-
len, vermeld onder artikelen 23, 24 en 25 der
ons voorgelegde begrooting, steunende op
Staats grondbelasting, belastingen op roe
rende goederen en bedrijfsbelasting, en voor
komende voor de gezamenlijke som van
5oo.ooo frM zijn afgeschaft en ons onttrokken
ingevolge de bepalingen der wet van 22 Ja
nuari ig3l, maar wij mogen integendeel op
zeilde grondslagen onbepaalde opcentiemen
leggen. Er dient bijgevolg onderz< cht te wor
den wat deze drie belastingen, onder oogpunt
van opcentiemen beschouwd, kunnen geven.
Onder artikel 3o der begrooting komen zij
voor ter som van 736.000 fr., alzoo voorzien
voor het geval dat de drie grondslagen onver
anderd zouden gebleven zijn en in de ver
onderstelling van 70 centiemen ten honderd.
Bracht men deze centiemen op 80 0 0, zij
zouden een inkomst geven van 841.150 fr.,
doch zij zijn geheel veranderd en wij moeten
dus nagaan tot hoevei 1. De grondbelastingen
waren gesteund op-een kadastrale waarde van
5.000.000 fr., waarop de Staat een belasting
vorderde van 10 °/o. Zonder gevaar zich aan
teleurstellingen bloot te stellen mag m°n nu,
voor het dienstjaar ig3t, deze kadastrale
waarde op minstens 7-000-000 ff- schatten.
Maar van een anderen kart heeft de Staat de
taks zijner grondbelasting van 10 tot 7 ver
minderd, hetgeen voor gevolg heeft dat de
Staat minder zal ontvangen dan vroeger.
Inderdaad, hij ontving 10 u/o op 5 000.000,
't zij Soo.ooo fr., nu zal hij 7 ontvangen op
7.000.000, of 4go.ooo fr., 't zij een verminde
ring van 10.000 fr. Laat ons nu den grondslag
der opcentiemen onderzoeken voor de belas
ting op roerende goederen. Deze hebben een
groote verandering ondergaan. Voor ig3t is
de belasting op de aangewende kapitalen afge
schaft, maar blijven nog bestaan de lasten
geïnd bij de bron, zooals de lasten op aan
deelen en interesten van actiën en obligatiën
in banken en nijverheidsgestichten. Maar van
welk bedrag kan die belasting hier te Yper
wezen
M. Bonnet Weet de heer schepen dan
niet dat er hier te Yper twaalf naamlooze
maatschappijen zijn
M. D'Huvettere. En zoudt gij mij kun
nen zeggen welk dividend zij uitkeeren
M. Mtssiaen. Gij kunt dit weten bij den
ontvanger der belastingen.
M. D'Huvettere. Het is van hem dat ik
geholpen werd om de cijfers te bepalen. Ik
mag u verzekeren dat het maar een mager
beestje is. Blijven dan ook nog bestaan de las
ten op bedienden. In ig2g bracht deze belas
ting nog boven de 100.000 fr. op, nu mag men
ze nog ten hoogste op 8000 fr. schatten. Voor
wat de bedrijfsbelastingen betreft, deze zijn tot
nu toe nog onaangeroerd gebleven, zoowel in
basis als in ten honderd, men mag dus nage
noeg de opbrengst van ig2g als basis aan
nemen voor ig3i. Voor het dienstjaar ig2g
beliepen zij tot de som van 278.117 fr. Dit
cijfer kan weliswaar eenige bijkomende veran
deringen in min of meer door tijdelijke feiten
of omstandigheden ondergaan, maar wij
mogen toch de voormelde basis behouden.
Wij bekomen alzoo voor de drie grondslagen
vatbaar voor opcentiemen 4go.ooo fr. voor
de grondbelastingen, 8.000 fr. voor de taksen
op roerende goederen en 278.000 fr. voor de
bedrijfsbelasting, 't zij een totale som van
776.000 fr. De te stemmen opcentiemen moe
ten dienen om het verbroken evenwicht der
begrooting te herstellen of ten minste om het
tekort bestaande tusschen ontvangsten en uit
gaven aan te vullen. Mij steunende op voor
gaande basis van 776.000 fr., laat ik u hier een
opgaande schaal kennen van hetgeen de
opcentiemen zullen opbrengen navolgens het
ten honderd dat gij zult stemmen. De uitslag
heeft mij verbaasd, oordeelt liever zelf. 70
geven 543.200 fr., 80 °/0 geven 620.800 fr.,
85 65g 600 fr., met go 0/o bekomt men
6g8-40o fr. en met g5 ts het 737.200 fr. Het
blijkt hieruit dat, om een gelijk bedrag van
736.000 fr. te behouden, gij de opcentiemen
op g5 zult moeten brengen en wel in acht
nemen dat, door het verhoogen van dit cijfer
op g5 °/o het bedrag der lasten niet zal ver
zwaard worden tengevolge van de verminde
ring van den grondslag Er dient ook nog in
acht genomen te worden dat, van de hier
boven bekomen cijfers, nog een som van
22 000 fr. dient afgetrokken te worden uit
hoofde der vermindering van grondlasten ten
voordeele der kroostrijke gezinnen. Ik stel
dus voor g5 opcentiemen te stemmen om al
dus, zonder verzwaring der lasten, het bedrag
van verleden jaar te behouden. Het behoort
thans aan den raad dit voorstel te onder
zoeken. Het is een heel ingewikkelde zaak,
doch ik ben steeds ten dienste van gelijk wien
om hem, in de mate der mogelijkheid, alle
gewenschte inlichtingen te verschaften.
M. Leniahieu Ik ben niet geheel t'ak
koord met mijn achtbaren collega, den heer
schepen van financiën, wanneer hij meent dat
het kadastraal inkomen na de herziening ervan
slechts 7 millioen zal opbrengen. Ik denk dat
het meer zal zijn, want hier te Yper nog meer
dan elders zijn er vele huizen die nog niet
gekadastreerd zijn, andere zijn niet geschat
aan hunne werkelijke weerde. Er zijn er wel
iswaar eenige, doch het zijn uitzonderingen
en voor het meerendeel zal de kadastrale
waarde verdubbeld worden. Ik denk dat mijn
gezegden gegrond zijn, want ik Ook heb mijn
inlichtingen genomen, en het kadastraal in
komen zal minstens 10 millioen bedragen.
Nu voor wat de opcentiemen betreft, ik heb
mij in het schepencollege ertegen verzet om
ze op 85 te brengen, ik wil wel toegeven tot
80 maar niet meer. De rédenen hiervan heb ik
reeds tijdens de laatste zitting uiteengedaan,
ik zal ze hier nog eens herhalen. Voor veel
landgebruikers van een weinig belangrijke
hofstede zal deze verhooging een meerder
uitgaaf van minstens 1000 fr. beteekenen per
jaar voor de opcentiemen alleen. In dit tijd
stip van algemeene crisis is dit de lasten veel
re veel bezwaren, nu dat de pachten reeds
zoo opgeSlegen zijn. Hétzelfde mag gezégd
worden voor de bebouwde eigendommen.
Het meerendeel der inwoners zijn pachters
en het zijn zij die deze nieuwé lasten zullen
moeten afdragen. Moest die taks op de eige
naars vallen dan zou ik ermede t'akkoord zijn,
doch thans zal ik om die aangehaalde redenen
de 85 opcentiemen niet stemmen.
M. D'Huvettere. Niemand is in staat met
zekerheid te zeggen wat de kadastrale weerde
zal opbrengen. De schatting der goederen zal
slechts in den loop van het jaar ig3i gedaan
worden, en thans reeds zijn de pachten aan
't verminderen. In de Commissie van Open
baren Onderstand, en de heer Missiaen kan
dit met mij getuigen, is er reeds voorgesteld
geweest groote vermindering op de pachten
toe te staan, niettegenstaande deze meest
allen vrijwillig door de gebruikers zelf zoo
hoog gedreven werden. Als het waar is dat
de slechte jaren voor de deur staan, dan zul
len de grondgoederen ook in weerde vermin
deren. De Openbare Onderstand is een der
grootste grondbezitters van de streek, de
waarde zijner goederen werd reeds herzien
en zal dus niet meer,verhoogen. Wanneer wij
dus aannemen dat het kadastraal inkomen
7 millioen zal bedragen, dan komen wij met
go opcentiemen nog aan de som niet die wij
vroeger ontvingen met Jo, daarvoor moeten
wij g5 opcentiemen stemmen. Met die ver
hooging zal niemand meer betalen dan vroe
ger, omdat de basis zooveel verminderd is.
M. Missiaen. Als ik mij goed herinner
heeft de heer burgemeester gezegd dat die
nieuwe belastingen het voorstel waren van
het schepencollege. Welnu, ik bestatig dat
tot hiertoe nog niemand anders dan het
schepencollege het woord heeft gevoerd en
dat niet een lid ervan met het gedane voorstel
t'akkoord is.
M. D'Huvettere. Dit bewijst onze onaf
hankelijkheid.
-- N. M.
Telefoon 254.42 HandelsregisterAntwerpen 74
Uitstaande Hypotheken Fr. 120.000.000,
Stelt verkrijgbaar»
voor 5 of iojaar. -Zesmaandelijksche coupons.
voor 5 jaar maximum. Ieder jaar terugbetaal
baar mits 3 maand opzeg. - Zesmaand. coup.
Kostelooze inschrijvingen, bij den
Heer ROBERT SOUBRY, Wisselagent
Dixmudestraat, YPER.
M. Missiaen. Men zou dan beter zeggen
dat het een voorstel was van een schepen.
M. Lemahieu.Het schepencollege bestaat
uit den heer burgemeester en de schepenen.
Voor wat mij betreft, ik heb het u gezegd, ik
was in het schepencollege niet t'akkoord om
de opcentiemen op 85 te Depalen, ik wil wel
toegeven tot op 80. Ik heb de redenen gegeven
van mijne houding en heb dit gedaan in be
woordingen die niemand kunnen kwetsen
noch beleedigen, zulks komt nergens te pas.
Daarbij ik heb zelfs veel vrees dat de opcen
tiemen niet zullen goedgekeurd worden
wanneer wij ze hooger dan 80 bepalen,
immers de heeren Ministers Houtart en Baels
heoben zelf verklaard dat, alhoewel er voor
de opcentiemen geen wettelijk plafond is, zij
die niet zullen goedkeuren in geval de ge
meenten ze te hoog stemmen. En thans reeds
is er zoo een vooibeeld.
M. D'Huvettere. Dan staat de minister
boven de wet Voor wat mij betreft ik houd
mij aan de bepalingen der wet.
M. Missiaen. Ik denk niemand beleedigd
te hebben met te bestatigen dat de schepenen
ondereen over het voorstel niet t'akkoord zijn.
Aan den heer schepen Lemahieu moet ik
zeggen dat het me verwondert te hooren dat
er hier nog veel huizen zijn die niet gekadas
treerd zijn. Ik denk dat dit niet het geval is,
want van zoodra een huis verkocht wordt
moet dit onmiddellijk bij het kadaster bekend
gemaakt worden. Een tweede zaak is de meer
waarde der huizen. Dat er gebouwen zijn die
nog beneden hun weerde geschat zijn, dat
aanvaard ik, doch hoeveel zulke gevallen zal
men vinden, dat is een andere zaak. Als de
kadastrale waarde nu zal verdubbelen, zooals
men het beweert, dan zal de belasting, en
bijgevolg de opcentiemen ook verdubbelen,
en niettegenstaande dit zoudt gij nu nog de
opcentiemen willen verhoogen. De menschen
zouden dus minstens drie maal meer móeten
betalen dan vroeger. Ik vraag mij af zoo het
nu wel het oogenblik is dergelijke maatregelen
te nemen. Wat ons betreft, wij zullen er tegen
stemmen omdat het niet aan de oppositie
behoort het schepencollege de middelen ter
hand testellen om de stad slecht te besturen.
Zij die de uitgaven voor het vrij onderwijs
hebben goedgekeurd, zullen nu ook moeten
zorgen inkomsten te vinden, wij van onzen
kant zijn er radikaal tegen.
M. Leuridan. Het avontuur dat de pro
vincie Brabant in het ministerie van Binnen-
landsche Zaken ontmoette, is de kwestie die
hier door den heer schepen Lemahieu aange
raakt -werd. De provincie Brabant, die om
zoo te zeggen nochtans dicht bij den hemel
gelegen is, werd door het ministerie in het
ongelijk gesteld voor wat betreft het heffen
van opcentiemen. Dit is een voorsmaak, een
klaar bewijs van hetgeen zou gebeuren met de
stemming van een klein provinciestadje zooals
Yper. Het is dus zeer duidelijk dat de heer
Lemahieu gelijk heeft wanneer hu beweert
dat onze beslissing niet zou goedgekeurd
worden. Alhoewel de stad Yper de speciali
teit heeft van leeningen aan te gaan voor het
beredderén van haar bestuur, meen ik toch
aan het schepencollege den raad te moeten
geven liever zijn toevlucht te nemen tot de
verhooging van den leeningslast, waarvan
onze nakomelingen ook hun deel zullen moe
ten afdragen, liever, zeg ik, dan al die belas
tingen op dit jaar en op de tegenwoordige
generatie te willen leggen. Heeft het schepen
college daaraan reeds gedacht