M. Missiaen. Zal de nieuwe wet in voege treden in ig3i of in ig32 M. Lemahieu. In ig3i voor wat de ge- meentefiscaliteit aangaat en geleidelijk voor wat de vermindering der grondbelasting be treft. M. Missiaen. Neen, in ig32. Ge aanziet ons toch niet als kinders. M. Sobry. M. Missiaen, ik gebied u nog maals te zwijgen, gij hebt het recht niet te spreken. M. Missiaen. Ik erken uw gezag niet, dat weet gij al lang. M. Sobry Gij beleedigt mij in het uit oefenen van mijn ambt, ik stel een proces verbaal op tegen u. Doch niets baat. De heer Voorzitter belt, slaat op den tafel, maar alles is te vergeefs, de heer Missiaen wil ,het hoofd niet buigen en van beide zijden wordt er nog een tijd lang van langs om luider en verward dooreen geschreeuwd M. Lemahieu. 80 opcentiemen op dezelfde grondslagen van de grondbelasting zullen een vermeerdering opbrengen van 116.000 fr. Wij moeten dus de opcentiemen verhoogen, en als gij dit niet doet dan is dit moedwillig het even wicht in de begrootingonmogelijk maken. Het schepencollege is zoo dom niet als gij beweert, vermits andere steden, zooals Meenen en Oostende, ons om inlichtingen geschreven hebben. Het is dus een bewijs dat ze ginder voor dezelfde moeilijkheden staan als wij hier. Gij spreekt ook altijd van minderheidssche pencollege, ik ben schepen genoemd geweest met tien stemmen, dat is geen minderheid meer. De voorstellen die ik hier vroeger ge daan heb, onder meer de veihooging der taks op de iijkstaatsie, de taks op de marquises, enz. werden met algemeene stemmen gestemd. Men zal dus niet kunnen zeggen dat ik geen inkomsten heb bezorgd. Nu, tengevolge der ongelukkige nieuwe wet, zal de stad 160.000 fr. minder ontvangen en zien wij ons verplicht die nieuwe voorstellen te doen. Ik zou eens willen weten hoe onze nakomelingen de twee einden aaneen zullen doen. Wij hebben steeds alles gedaan wat mogelijk was om de stad goed te besturen, maar de raad heeft ons daarin dikwijls tegengewerkt. M. Missiaen. Omdat we in u geen ver trouwen hebben. M. Lemahieu. Heeft de raad vertrouwen gehad in u uij hebt nu reeds driemaal uwe •candidatuur gesteld en telkens hebt gij slechts drie stemmem bekomqn. Gij moet niet denken dat iedereen u hier genegen is. Wij willen thans de noodige inkomsten zien stemmen door den raad. Wij weten dat het altijd on aangenaam is nieuwe lasten te leggen, maar nu zijn wij ertoe gedwongen om het evenwicht in de begrooting te kunnen herstellen. M. Missiaen. Ik wil nog een vraag stellen aan den Heer Vandamme om te weten of dit voorstel van de katholieke partij uitgaat. M. Vandamme. Het is alleszins van mij niet. M. Missiaen. Ik dank u voor die inlich ting. Dit voorstel gaat dus niet uit van de ka tholieke partij, maar van het schepencollege. Wanneer de katholieken een stadsbestuur willen hekelen, dan zijn het steeds de steden Moescröen en Meenen, die door de socialisten bestuurd zijn, die zij als voorbeeld aanhalen. De heer Lemahieu heeft straks ook gewag gemaakt van wat te Meenen gebeurt. Is hij bereid hier te Yper een openbaar debat aan te gaan over het beheer der stadsfinanciën te Yper en te Meenen Ik gelast mij ermede den heer schepen van financiën van Meenen daar voor naar Yper te doen komen. M. Lemahieu. Dit is niet noodig, wij weten reeds wat ze te Meenen gedaan hebben, ze hebben daar 100 opcentiemen gestemd op de grondbelastingen en 125 op het mobilair. Ik moet dit debat niet aanvaarden en ik heb enkel gezegd dat Meenen en Oostende ons inlichtingen hebben gevraagd. M. Missiaen. Ik constateer dat de heer Lemahieu dit debat niet durft aanvaarden. Hier te Yper ontvangt de stad 3oo.ooo fr. der Commissie van Openbaren Onderstand, terwijl Meenen 450.000 fr. aan den Open baren Onderstand moet geven. Dit maakt dus reeds een verschil van 750.000 fr. De stad Meenen heeft ook nog 3 millioen fr. oorlogs schulden en 1 millioen en half frank naoorlog- sche schulden voor steun aan werkloozen, het uitvoeren van werken om de werkloozen werk te verschaffen, enz. Dus heeft de stad Meenen den last van intrest en afkorting van 4 1/2 millioen fr. Als wij de vergelijking van den financieelen toestand van Meenen en Yper moesten doen, dan zoudt gij moeten be. kennen dat de stad Meenen, wanneer zij dien last niet had, wel een half millioen frank over schot zou hebben. Moest gij daarover twijfe len, dan ben ik steeds bereid den heer Sche pen van financiën van Meenen te vragen hier een openbaar debat te komen houden. Nu voor wat onze stadsbegrootmg betreft, is er altijd spraak van cijfers die op niets berusten. Gij zegt dat er een tekort "is van 245 410 fr., maar artikel 3o was reeds gebaseerd op de kadastrale waarde zonder vermindering, dus zouden de opcentiemen minder opbrengen als er niet 100 opcentiemen gestemd werden. De heer schepen van financiën heeft dit hier gezegd. In ig2g werd er 4gg.g73 fr. ontvan gen, maar nu voorziet men 756.000 fr. voor ig3l, dus 236.000 fr. meer gebaseerd op de nieuwe kadastrale weerde. M. Lemahieu. Neen. M. Missiaen. Maar de heer schepen van financiën heeft hier die geschreven verklaring afgelezen. Het zijn zijn eigen woorden die ik kom te herhalen, indien gij wilt kunt gij u met hem verstaan om dit te verrechtveer digen. M. Lemahieu. -- De heer schepen van finan ciën zal zelf den noodigen uitleg geven. M. Missiaen. tóenevens het tekort van 245.410 fr. dient er dus nog 236.000 fr. bijge voegd te worden, dat maakt samen 481.410ft. Verders is er nog een som van 80.000 tr. die wegvalt, daar de Openbare Onderstand dit bedrag voor de ouderdomspensioenen niet meer betaalt, dit maakt dus samen een tekort van 56i 410 fr. Gij zijt dus bezig met een put te maken die onze nakomelingen zullen moe ten vullen, en wij willen dit beletten. Er zijn eenige belastingen gestemd geweest voor een bedrag van 34.700 fr., maar er blijft toch nog een tekort van 526.710 fr. in den gewonen dienst alleen. Laat ons nu de nieuwe voor stellen onderzoeken. Vooreerst wordt er voorgesteld de opcentiemen tot op 80 te verhoogen. Dit werd reeds gediscuteerd en het stuit mij tegen de borst dat men in elke zitting weer opkomt met voorstellen die vroe ger met groote meerderheid van stemmen verworpen werden, en dat men alzoo onzen tijd nutteloos verspeelt. Het is goed voor dezen keer. Wij zijn hier de zotten niet van het schepencollege en we willen niet dat een kleine minderheid ons als zotten behandelt. Moest dit echter nog voorvallen dan zullen wij eenvoudig de schrabbing van die punten der dagorde vragen en in geval van weigering zullen wij de zitting verlaten. Verders wordt er nog voorgesteld 5o opcentiemen te stem men op de bedrijfsbelasting op wedden, loonen en pensioenen, waarvoor er vroeger slechts 25 opcentiemen gestemd werden. Dit voorstel voorziet nu zelfs de vrijstelling niet meer van de wedden en loonen beneden de 20.000 fr. En wanneer wordt dit voorstel gedaan Twee dagen nadat de bedienden 6 °lo afgetrokken werden door den Staat. Het schepencollege meent dus dat deze verminde ring, die ook door de nationale maatschappij der Belgische spoorwegen wordt toegepast, niet voldoende is. De looaen waren gebaseerd op den index 700, is dit waar of niet, Mijn heer Vandamme M. Vandamme. Men beweert het toch. M. Missiaen. Het zijn de gegevens van De Tijd die ik hier aanhaal, en nu dat de index nog 8i5 staat, worden de loonen met 6 verminderd en voegt het Schepencollege er nog 5o opcentiemen bij. Is dit het middel om de crisis op te lossen We hebben hier vroe ger gevraagd naar middelen uit te zien om de scherpe crisis eenigszins te verzachten, doch er werd niets gedaan en hier is niet een werk- looze die door toedoen van het schepencol lege al ware het maar een uur heeft kunnen werken. Door het verhoogen der opcentie men, zult gij dus de koopkracht der loontrek- kenden nog verminderen en de crisis ver scherpen. Het schepencollege stelt ook nog voor 80 opcentiemen te stemmen op de baten van de vrije beroepen en van alle winstgeven de betrekkingen. Weet gij wel wat gij doet De werklieden die in Frankrijk gaan werken worden bij de vrije beroepen gerekend omdat de bedrijfsbelasting hun niet bij de bron afge houden wordt, en gij zoudt deze menschen, die 's morgens vroeg moeten opstaan en 's avonds laat thuis komen, om ver van huis een bete brood te gaan verdienen, met 80 opcen tiemen willen belasten Het is schandalig al- zoo die werkmenschen te willen treffen, om dat zij het geluk niet hebben hier in België werk te vinden. M. Lemahieu- Een persoon, die alleen is en een loon van gioo fr. trekt betaalt niets aan den Staat en zal ook niets aan de Stad betalen en een bediende met vier kinderen, -—sa———--—-—-- 5 die ig.175 fr. trekt moet ook niets betalen, terwijl de landbouwer, de kleine neringdoe ner reeds vanaf 3700 fr. moet betalen. Daarbij ontvangt die bediende met vier kinderen jaar lijks 4080 fr. als kindervergoeding, hetgeen een landbouwer of handelaar niet krijgt. M. Missiaen. Ik verdien zooveel niet en ik moet reeds betalen, ik weet dus niet waar gij die cijfers haalt. De menschen, die in Frankrijk werken en die de g/10 der werk lieden van Yper uitmaken, zijn aanzien als vrije beroepen en zouden nu 80 opcentiemen moeten betalen. M. Lemahieu. Die personen hebben ook meer ontlasting dan de landbouwers en de neringdoeners, zij hebben reeds een ontlasting in de hoofdsom. Ik heb hier de officieele tabel voor mij liggen. Er zijn veel winkeliers die meer te betalen hebben dan deze die 20 000 fr. loon trekken. M. Leuridan. Ik houd eraan hier een verklaring te doen. Ingevolge het voorstel der Handelskamer, dat Dij het schepencollege moet toegekomen zijn, komen wij op onze vroegere houding terug. Immers, na studie, heeft het voorstel der Handelskamer ons doen inzien dat het billijk en redelijk ware dat die belasting zou beginnen vanat i5.ooo fr. Vroeger waren wij, door de onvoldoende inlichtingen die de heer Voorznter ons gaf, van een ander gedacht, het is dus een her ziening van onze houding in deze zaak en die verklaring doen we hier met gerust gemoed, vrank dat we zijn te erkennen dat we ons vroeger bedrogen hebben. Door het steeds uitstellen dier belasting zijn er hier bedienden die sedert twee jaar niets betalen, en het is toch een Deetje wraakroepend dat ambtenaren, die een wedde van 6®.000 fr. trekken, niets moeten betalen tengevolge van het geschil dat bestaat tusschen het ministerie van Binnen landsche Zaken en de stad Yper. Wij zijn dus t'akkoord die belasting te leggen op de wed den, loonen en pensioenen vanaf l5.ooo fr. M. Missiaen. Wanneer ge dit voorstel onderzocht, hebt ge dan rekening gehouden met de werklieden die in Frankrijk moeten gaan werken M. Leuridan. Ik erken datzij ten onrech te in de klas der vrije beroepen vallen en ik zou willen, wettelijk gespioken, die onrecht vaardigheid zien ophouden. M. Missiaen. De kleine bedienden zoo wel als de groote worden 6 °/0 afgetrokken van hun loon, en nu zoudt gij ze nog willen een grootere belasting opleggen. Wanneer er hier ambtenaren zijn met een hooge wedde en die niets betalen, dan is dit onze schuld niet maar die van den katholieken minister. Moes ten er honderd personen zijn die ten onrechte vrijgesteld zijn maar een enkele die getroffen wordt, dan nog zouden wij niet aarzelen die honderd niet te doen betalen om dien eenen niet te treffen. M. Leuridan. Hadt gij het voorstel der Handelskamer gezien, dan zoudt gij moge lijks ook wel eenigszins van gedacht veran deren. M. Missiaen. Ik heb het niet gezien. M. Deciercq. Ik moet den heer Leuridan doen opmerken dat het voorstel der Handels kamer overeenstemt met hetgeen door ons werd voorgesteld. M. Missiaen. Hebt ge gezien dat er nu geen onderscheid meer gemaakt wordt tus schen de loonen van boven de 20 000 fr. of min, zelfs niet meer van t5.ooo fr. M. Lemahieu. De Staat ontlast reeds zooveel. Gij zoudt willen dat al de lasten door dezelfde zouden gedregen worden. M. Missiaen. Ja, door de rijken. M. D'Huvettere. Verlangt de heer Mis siaen nog dat ik hem den gevraagden uitleg geve M. Missiaen. Neen, 't is niet meer noodig. M. Sobry. Wij zullen stemmen om de vier millioen fr. uitgaven te kunnen betalen die gestemd werden en dan nog wel voor het grootste gedeelte door de socialisten en natio nalisten, die nu het meest opkomen tegen alle redelijke voorstellen om de noodige inkomsten te hebben. M. Leuridan. Zelfs al was het nog waar, ik wil zulks nog toegeven, dat de benarde toestand der stadskas het gevolg is van de nieuwe fiscale wet, dan nog zijn de gevolgen dezelfde. Ge staat voor de moeilijkheid en ge kunt op onze welwillende medehulp niet rekenen. Het feit is dat ge in de patatten zit. Ge moet eruit komen door de hulp van ieder een, zooniet zult gij er van langs om dieper in gaan. Het feit is er en de oorzaak doet nu weinig ter zake. M. Lemahieu. Wij kunnen eruit geraken

HISTORISCHE KRANTEN

Het Ypersch nieuws (1929-1971) | 1931 | | pagina 5