Vonnis - Eerherstel
Inauguration d'une Plaque
en l'Eglise Anglicans, a Ypres
II nous faut vivre si chrétiennement, si sain-
tement, que nous soyons prêts a rendre a
Dieu, chaque jour, notre ame immortelle
La Maitrise, sous l'habile direction de M.
l'abbé Denys, curé de la paroisse St Nicolas,
chanta ensuite l'hymme Animarum o Sal-
vator et le De Profundis et M. le Doyen
conduisit alors les autorités devant la nouvelle
plaque, encore voilée par les coiileurs britan-
niques. M. le Général Harington fit tomber
le voile et M. le Doyen, après quelques priè-
res liturgiques, bénissait la magnifique plaque
de marbre. M. le général, M. le bourgmestre
Sobry et M. le lieutenant-colonel Higginson
y déposèrent ensuite, le premier une belle ger-
beetles deux autres des superbes couronnes
et. après une minute de recueillement, la cé
rémonie se clótura par l'hymme national An
glais God Save the King et par la Braban-
/qonne joués aux orgues.
M. le Doyen montra encore aux autorités
-ofïicielles les tombeaux mutilés des evêques
d'Ypres se trouvant dans la nef principale
derrière le maitre autel, et les reconduisit en
suite au grand portail oü il en prit congé.
Pendant ce temps une foule considérable
défila devant la plaque commémorative et ad-
mira longuement la beauté et la finesse des
armoiries du royaume britannique et de ses
différentes colonies qui se trouvent repro
duces au milieu de la plaque, encadrées
d'une inscription anglaise et latine, dont voici
la traduction A la gloire de Dieu et a la
mémoire d'un million de morts de l'Empire
Britannique qui tombèrent au cours de la
«grande guerre 1914 1918, et dont une grande
part dort en terre beige.
Cette plaque est la quatrième de ce genre
qui est posée en Belgique par les soins de
I'Imperial War Graves Commission, les trois
autres se trouvent a Bruxelles, Malines et
Mons, et elle contribuera certainement a
attirer dans notre vi'.le un nombre toujours
croissant de visiteurs Anglais.
Toutes les personnalités anglaises, mention-
nées ci-dessus, étaient arrivées déja depuis
la veille dans notre ville et avaient assisté, le
lundi soir, a la sonnerie du Last Post
sous le mémorial de la Porte de Menin. La,
ils se sont entretenus encore longtemps
avec M. le commissaire de police P. Vanden-
braambussche, H. Vermeulen et F1 Vande-
voorde, dévoués membres du Last Post
Committee et leur ont exprimé, avec leurs
felicitations pour l'exécution si parfaite de la
sonnerie par nos braves clairons des pompiers,
toute leur satisfaction et toute leur gratitude
pour eet émouvant hommage rendu journel-
lement a leurs chers disparus.
Dimanche après midi, a 14 h. 3o, a eu lieu
en l'Eglise Anglicane S4 Georges, a Ypres,
l'inauguration d'une plaque commémorative,
dédiée a la mémoire des Morts du 2ie régi
ment de Londres, First Surrey Rifles, qui
tombèrent dans la défense du saillant d'Ypres.
Outre une délégationde 1x0 soldats anglais,
appaitenant a ce régiment, assistèrent encore
cette cérémonie M. Sobry, bourgmestre
d'Ypres, M. Vandenbraambussche, commis
saire de police, plusieurs Yprois et de nom-
breux membres de notre colonie Anglaise.
Après l'hymne O God, our help in ages
past chanté par l'assistance, et une legon
de la Bible lue a haute voix, M. le Brigadier
Général H. B. P. L. Kennedy, C. M. G.,
D. S. O., colonel honoraire du régiment,
dévoila la plaque en cuivre qui porte Inscrip
tion suivante
In proud memory of all ranks of the 21 st
London Regiment, First Surrey Rifles, who
fell for King and Country in the Ypres
salient 1914-1918
Après une allocution de circonstance, pro-
noncée par le Rév. G. R. Milner, desservant
de l'Eglise Anglicane, et la sonnerie du Last
Post une minute de silence fut religieuse-
ment observée par toute l'assistance et aussi-
tót suivie par les accents du Reveille
Le Général et un grand nombre d'Anglais
déposèrent ensuite des gerbes et des couron
nes devant la plaque et la cérémonie se ter-
mina par plusieurs prières liturgiques et
l'hymne national Anglais.
Le même jour une seconde plaque fut égale-
ment inaugurée dans cette église. L'inscrip-
tion que porte cette plaque est libelléecomme
suit
To the glory of God and in proud and
sacred memory of all ranks of the 6 th Pals
Btn Kings Shropshire light infantry 20 th
light Division, who gave their lives in the
great war 1914-1918
IN ZAAK
Vandamme Gustave, werkman, gehuis
vest en wonende te Yper, toegelaten tot de
kostelooze rechtspleging bij vonnissen ver
leend door de rechtbank van Eersten Aanleg
zitting houdende te Yper, tweede kamer, in
date van elfden Januari, en eersten Maart
negentien honderd zeven en twintig, woonst-
kiezende ter studie van Meester Amand
Lommez, advokaat-pleitbezorger, gehuisvest
en wonende te Yper, Maloulaan, elf, eischer
hebbende als pleitbezorger Meester Lommez
pleitbezorger, pleitende gezegde Meester
Lommez
TEGEN
1) Missiaen Edgard, volksvertegenwoor
diger, gehuisvest en wonende te Yper
2) De Samenwerkende Maatschappij De
Ontwikkeling uitgeefster van het weekblad
«De Werkman», wier maatschappelijke zetel
gevestigd is te Yper
3) De Samenwerkende Maatschappij Het
Licht», uitgeefster van het dagblad «Vooruit»,
wier maatschappelijke zetel gevestigd is te
Gent, Lieven de Winnestraat, 27, verweer
ders hebbende voor pleitbezorger Meester
Glorie, pleitbezorger, pleitende Meester Le-
jour Robert, advokaat bij het beroepshof van
Brussel.
VONNIS
Gezien de dagvaardingen om voor deze
rechtbank te verschijnen in date van tienden
en veertienden Maart negentien honderd
zeven en twintig geregistreerd
Gezien de overige stukken van het geding
Gehoord partijen in hun middelen en be-
sluitselen
Aangezien de vraag strekt tot het herstellen
der schade welke de eischer beweert onder
gaan te hebben ten gevolge zekere artikels
verschenen in de dag- en weekbladen Naar
de Verlossing en De Werkman te Yper
en Vooruit te Gent.
Aangezien het eerste dezer artikelen, dit
van September negentien honderd zes en
twintig, nummer van het propagandablad
Naar de Verlossing een antwoord uit
maakt, zooals de schrijver zelf het zegt, op een
artikel verschenen in het Kiesblad Reusje
Dat men dus, om over gezegd artikel juist
te kunnen oordeelen en het goed te begrijpen,
hetzelfde in verband moet stellen met het
artikel van Reusje
Aangezien Reusje al schertsend over de
vaagborstels sprak welke de socialisten in
werking gingen stellen, en waarmede zij
alreeds een broodverkooper en den huisbe
waarder, alsook zekere italiaanders buiten
gevaagd hadden.
Aangezien de eerste verweerder daarop
antwoordde in het propagandablad Naar de
Verlossing nummer van September negen
tien honderd zes en twintig Wanneer in de
klerikale partij iemand schandalen uitsteekt,
oneerlijkheden pleegt, of andere toeren uit-
mm 5
steekt, dan trachten de klerikalen hun man
aan zijne straf te onttrekken, om hem kort
nadien opnieuw in de gelegenheid te stellen
zijne misdadige handelingen voort te zetten
We willen hier de onlangs gebeurde historie
van den kapelaan van Watten niet aanhalen,
want iedereen weet dat het wel waar is wat
we hier zeggen. Welnu bij de socialisten zijn
we onmeedoogend met dieven, slechterikken,
kwaadwilligaards, luierikken, enz., en we
vagen hen zonder aarzelen de straat op. En
we zijn daarin ten volle t'akkoord met het
volk van Yper, dat op tienden October ook
de kwaadwillige, onbekwame en hartelooze
klerikale en liberale gemeentebestuurders van
het stadhuis zal jagen, om ze te vervangen
door goede socialisten.
Aangezien zulk artikel niet moest dienen, en
niet gediend heeft, zooals het beweert de
eerste verweerder die het geschreven heeft,
om een algemeen princiep van socialistische
politiek uit te drukken dat het enkel een
antwoord en een uitleg was over de werking
der vaagborstels waarvan spraak in het
Reusje met daarenboven een vergelijking
tusschen de alreeds gedane wegvaging en de
aanstaande gemeentekiezingen.
Aangezien de gegeven uitleg hierop neer
komt dat er vaagborstels gebruikt zijn
geweest om dieven, slechterikken, kwaad
willigaards, luierikken, enz. weg te vagen.
Dat de lezers dus mochten besluiten dat de
weggevaagde brooddrager, huisbewaarder en
italiaanders dieven of slechterikken of kwaad
willigaards of luierikken, enz. waren.
Aangezien de huisbewaarder waarvan
spraak in het Reusje de eischer was en
niemand anders kon zijn, dat het dus niet
noodig was hem bij name te noemen, om op
hem het artikel van Naar de Verlossing
toe te passen.
Aangezien de redenen waarom hij zijn ont
slag zou ontvangen hebben, en waarvan er
geen bewijzen ingebracht noch aangeboden
worden, ten uiterste van aard zijn om zijn eer
en goede faam te krenken.
Aangezien verweerder zich niet kan veront
schuldigen met te zeggen dat men te dien
tijde in kiesperiode was, want indien de
gazetschrijvers dan wat van hun koelbloedig
heid en voorzichtigheid mogen verliezen,
zulks slechts maar kan aangenomen worden
tegenover politieke mannen, en niet tegen
over private personen, zooals de eischer die
geenszins deel nam aan den politieken strijd.
Aangezien de tweede en derde verweerder
wederzijdiglijk op date van tienden en veer
tienden October, een en twintigsten Novem
ber en vijfden December negentien honderd
zes en twintig, en zestienden Januari negen
tien honderd zeven en twintig in De Werk
man voor wat aangaat de samenwerkende
maatschappij De Ontwikkeling en vierden
October, achtsten en zeventienden November,
dertienden December negentien honderd zes
en twintig en tienden J anuari negentien hon
derd zeven en twintig, in Vooruit voor
wat betreft de samenwerkende maatschappij
Het Licht artikelen uitgegeven hebben
waarin zij aan hun lezers laten weten dat de
eischer het huidig geding had ingespannen, en
dat hij werk bij het Stadsbestuur van Yper
gevonden had.
Aangezien de dagbladschrijvers voor plicht
hebben hun lezeis in te lichten, en datzij
ongetwijfeld het recht hebben alle berichten
uit te geven welke zij van belang achten, hoe
klein ook, maar dat wanneer zij van een
privaten persoon schrijven, welken zij bij
name noemen, zij geene beleedigende uit
drukkingen mogen gebruiken, zooals partij
verrader, spioen, enz. welke van aard zijn te
doen gelooven zonder bewijzen dat bedoelde
persoon zich oneerlijk zou gedragen hebben
jegens hun.
Aangezien dus gezegde artikelen beleedi-
gend zijn voor den eischer
Aangezien de alzoo berokkende schade
moet hersteld worden, zoowel op stoffelijk.