daar de vrijheid nemen te zingen wanneer
zulks verboden is. Ik heb met spijt bestatigd
dat het verbod overtreden is geweest. De zan
gers zijn, weliswaar, aanstonds en zonder
protest uiteengegaan, dit is schoon van hun
nentwege, maar zij hadden veel beter nooit
begonnen. Ik verhoop dat gij t'akkoord zult
ztjn om te zeggen dat ik wel gedaan heb in
't belang der stad Ik begeer ook wel te staan
met de Duitschers, maar we zijn meester in
ons huis zooals zij meester zijn in hun land
en zooals een werkman eens zegde tot den
koning ik ben meester in mijn schulp, gij
in uw paleis
M. Letiridan. Er blijft nog steeds een
donker punt. Uw verweer is ontroerend maar
niet overtuigend. Hoe verklaait ge dat de
politiecommissaris, als hij geweten heeft dat
het verbod van 's morgens te 7 u reeds gege
ven werd, dan gewacht heeft van tusschen te
komen tot juist op het oogenblik dat de eerste
noten werden aangeheven Hoe is het uit te
leggen dat het van 's morgens reeds door den
burgemeester zou verboden geweest zijn aan
de Duitschers, die nochtans aan tucht gewoon
zijn, en dat de gezangen alleen 's avonds door
den politiecommissaris verboden werden
H oe heeft men op zoo een lompe manier te
werk gegaan Het is uij die er de verant
woordelijkheid van draagt en het is gij die ons
daarop moet antwoorden. Hetrt gij 's morgens
ja ot neen aan cle Duitschers verboden op de
Groote Markt te zingen En hoe komt het dan
dat de politiecommissaris slechts een seconde
vóór de uitvoering deze komt verbieden? Hoe
zit dit samen Wij hidden u zeer beleefd doch
dringend daarover uitleg te geven.
M. Sobry. Het is nochtans zeer klaar,
maar wat baat een bril aan wien niet zien
wil Ik heb wel besloten dat er's avonds op
de Markt niet zou gezongen worden, maar
als de Duitschersr.u toch dit verbod overtreden
dan is het heel natuurlijk dat de politiecom
missaris lusschenkornt om deze overtredirg
te beletten.
M. Leuridan Is dit wel waar
M Sobry. Ik heb het zoo geschreven en
aan mijn woord mag men niet twijfelen.
M Leuridan. Ja, gij hebt het geschreven,
doch nadien. Uw briet is immers maar van
den 8 November gedagtr ekend.
M. Missiien. Er werd hiér gevraagd wat
het oordeel van het schepencollege in die
zaak was, en gezien er daarop niet geant
woord werd, wil ik de houding van het sche
pencollege kenbaar maken. In de laatste zit
ting werd et tegen dit verbod protest uitge
bracht door den hr schepen Delahaye en door
mij. Het is in de vorige vergadering van het
schepencollege, waaropik niet kon tegenwoor
dig zijn daar ik voor zaken van den Openba
ren Onderstand weerhouden was, dat er
besloten werd de Duitschers op de Groote
Markt niet te laten zingen. Had ik op die zit
ting moeten tegenwoordig geweest zijn, ik
zou mij tegen dit besluit verzet hebben. Doch
gezien er hier nu door een lid der katholieke
fractie, door den woordvoerder der nationa
listen en namens de socialistische partij tegen
dit verbod geprotesteerd werd, moeten wij
logisch zijn met ons zelf en daaruit het besluit
trekken dat de groote meerderheid der bevol
king door dit uitgevaardigd verbod geschokt
werd. Daarom moeten wij in de mate van het
mogelijke een zeker eerherstel doen, enik stel
voor een brief van verontschuldiging te sturen
naar den voorzitter der duitsche koorzang-
maatschappij. Wanneer wij het toerisme in
onze stad willen bevoordeeligen, moeten wij
toonen dat de Duiischers hier niet slechter ge
komen zijn dan de Franschenen de Engelschen,
en wij dienen ons te verontschuldigen met te
zeggen dat het alleen het gevolg is van een
misverstand dat het hen hier verboden werd
te zingen.
M. Sobry. Dit ware een onwettige daad
vanwege den gemeenteraad, ge hebt het recht
niet u te verzetten tegen een bevel door het
politiehoofd genomen.
MLeuridan. G' hebt u laten opmaken.
M. Sobry. In 't geheel niet. Ik heb er al
leen van gesproken aan het schepencollege
alhoewel ik dit niet moest doen. Wij waren
allen van gedacht dat het dien dag niet paste
de Duitschers hier op onze Markt te laten zin
gen, ongelukkiglijk hebben zij het anders ge
oordeeld en daardoor de overheid miskend.
M. Missiaen. Ik vraag de stemming over
mijn voorstel.
\t. Sobry. Ik verzet mij ertegen, dit voor
stel is onwettig.
M. Lemahieu. Daar het schepencollege
hieibij insgelijks betrokken is, gezien zijn ad
vies gevraagd werd, moet ik er nog bijvoegen
dat wij na genomen inlichtingen vernomen
hebben dat sommige personen gereed zouden
staan om de zangers uit te schuifelen, en dat
anderen van zin waren de schuifelaars af te
trommelen. Op Aller heiligen, dag van herden
king onzer dooden, is het hier verboden te
dansen. Wat zou het dan geweest zijn indien
de Duitschers gezongen hadden en door eeni-
gen uitge floten werden Een gevecht hierop de
Markt rond de Duitschers, en dat op Aller
heiligendag Wat zouden de gazetten, niet
alleen de plaatselijke maar die van gansch het
land door en van den vreemde, dan er over
geschreven hebben, en hoe zou de bevolking
alsdan geoordeeld hebben Wij staan den
Heer Burgemeester ter zijde in deze zaak, hij
heeft zeer wel gedaan met alle mogelijke wan
orde te willen vermijden. De gazetten hebben
ook geschreven dat de Duitschers het fransch
kerkhof bezocht en er kronen neergelegd had
den. Het papier is fraai, maar het is heel on
voorzichtig vanwege dezen diehet programma
kenbaar gemaakt heeft,te meerdat detoelating
om te zingen niet gegeven wérd en de Duit
schers vroeger ook geen schriftelijke toelating
bekomen hebben. Ik was bij het fransch kerk
hof tegenwoordig en de Duitscheis hebben
daar hoegenaamd niet geweest en ook geen
kroon neergelegd. Dat zij hier bij het gedenk-
teeken der Vpersche gesneuvelden een kroon
zouden plaatsen en er zingen, dit is heel be'
tamelijk, maar 's avonds paste het niet op de
Markt te zingen. Daarom zal ik die motie niet
stemmen.
M. Vandamme. Wie is die profeet die u
op voorhand verwittigde dat er zou gefloten
worden
M. Leviahieu En wie is de profeet die in
de gazetten geschreven heeftdat de Duitschers
de toelating bekomen hadden om te zingen
Alswanneer er nu een uitdrukkelijk verbod
bestaat, dan zou in gr lijk welk ian.i alwie dit
verbod over het hoofd ziet aanstonds den bak
invliegen.
M. Delahaye. Iedereen was spijtig dat
de zanguitvoering verboden werd juist op het
oogenblik dat ze zou beginnen. Indien de
Voorzitter der koorzangmaatschappij 's mor
gens door den heer Burgemeester verwittigd
werd dat hij niet mocht zingen, dan vind ik
ook dat het tengevolge moet zijn van een mis
verstand dat hij toch wilde zingen. De voorbe
reiding van de zanguitvoering heelt een heelen
tijd geduurd, en indien de heer politircommis
saris daar een half uur vroeger had moeten
bij komen en zeggen dat het zingen verboden
was, dan zou dit geen zooveel opspraak noch
gerucht verwekt hebben. Alles had veel beter
geweest.
M. Leuridan. - Hoe kwam het dan dat de
politiecommissaris zoolang wachtte, als hij
het verbod kende
M. Sobry. Omdat hij wel verhoopte dat
de Duitschers niet zouden zingen, gezien het
hen verboden was.
M. Leuridan. Heel de Groote Markt
stond vol toehoorders, en naar men mij heeft
gezegd stond de zangbestuurder reeds rechtop
een stoel...
M. Missiaen. Jazeker, en hij had reeds
zijn stok omhoog geheven om het teeken van
begin te geven.
M. Leuridan. Iedereen wist dus door die
voorbereiding, die eenigen tijd ingenomen
heeft, dat er zou gezongen worden. Het is
zeer onbehendig geweest dit op het allerlaatste
oogenblik te verbieden en dgtardoor heeft men
blijk gegeven met plaaggeest bezield te zijn.
M. Missiaen. Ik vraag dat men zou over
gaan tot de stemming over mijn voorstel.
M. Sobry Ik kom daartegen op, de raad
heeft het recht niet zich met mijn politierecht
te bemoeien noch de genomen maatregelen af
te keuren Dit is mij beschuldigen en deze
onwettelijkheid zal ik niet laten begaan.
M .Leuridan. - Ge hebtu laten beïnvloeden
en door een paar loebassen laten in het oor
fluisteren dat er zou gevochten worden. Zij
zouden een half cozijn pinten betaald hebben
om ruzie te stoken, want om het zeil te doen
daarvoor zijn ze te laf. Doch daarvoor ook
hebt gij uwe politie om de ruststoorders in te
rekenen. Als het hier zoo ver gekomen is dat
een lofwaardige daad moet achterwege blijven
omdat het zou kunnen zijn dat eenigen er zich
tegen verzetten, dan is dit noch min noch
meer anarchie.
M. Missiaen. Dit is zoo en voortaan, tel
kenmale dat er patriotische feesten hier in
stad zullen ingericht worden, zal ik den bur
gemeester verwittigen dat wij zulh.n tegen
manifesteeren. Wij zullen dan eens zien of liij
die-leesten ook zal verbieden.
M. Sobry. Ik vraag den vrede hier in
w«—3
stad. Wij zouden de eersten moeten zijn om
daarvan hrt voorbeeld te geven.
M. Bonnet. Waarom werd er hier voor de
Duitschers niet gehandeld zooals voor de
Franschen en de Engelschen als zij naar Yper
komen
M. Leutidan. Wij zullen blijven aandiin-
gen zoolang er niet geantwoord wordt op de
vraag wie u dit besluit heeft doen nemen.
M. Sobry. Vermits ik u nu zeg dat het ik
en ik alleen is. Gij hebt het recht niet mij te
verdenken.
M. Missiaen. Wie heeft er u dan verwit
tigd dat er zou gevochten worden
M. Sobty. Dit is de zaak der politie. Ik
vraag dat wij tot de dagorde zouden overgaan.
M. Missiaen. En ik vraag uitdrukkelijk
de stemming over mijn voorstel een brief van
verontschuldiging te zenden.
M. Sobry. Dit is onwettig en in dit geval
stel ik de voorafgaandelijke kwestie.
Stemmen ja de heeren Lemahieu, Dela
haye, ü'Huvettere, Vergracht, Vermeulen en
Sobry; neen de heeren Missiaen, Capoen,
Laton, Leuridan, Soete, Bonnet en Coutelle.
De heer Vandamme onthoudt zich.
M. Leuridan. M. Vandamme, gij laat ons
nu zitten.
M. Sobry. De voorafgaandelijke kwestie
is verworpen met zeven stemmen tegen
zes. Hewel, Mijnheeren, gaat dus maar over
tot een onwettelijkheid.
M. Leuridan. Wij zuilen het met een
gerust herte doen.
M. Sobry. Maar met dat verschil dat,
wanneer gij u aan de wet niet onderwerpt, gij
gevaar loopt uwe stemming door de hoogere
overheid verbroken te zien.
Stemmen ja de heeren Missiaen, Capoen,
Laton, Leuridan, Soete, Bonnet en Coutelie;
neen de heeren Lemahieu, Delahaye, D'Hu-
vettere, Vergracht, Vermeulen en Soury. De
heer Vandamme onthoudt zich.
2. Rousselarestraat Erkent i g als bh ut t-
weg van groot verkeer Aanvraag.
M. Sobry. - Wij hebben een brief ontvan
gen van den heer gouverneur waarbij hij ons
ontvangst meldt van de aanvraag aan het Minis
terie van Openbare Werken gericht om de
Rousselarestraat, van aan 't gehucht Wieltje
tot aan Oostnieuwkerke, te willen aannemen
en bevoordeeligen als straat van groot verkeer.
Deze biief, den :2'n October vei zonden, is de:i
heer gouverneur slech's enkele dagen nadien
toegekomen, na door de andere betrokken
gemeenten onderteekend te zijn. De heer gou
verneur heeft ons nu gevraagd over die aan
vraag een onderzoek van commodo en incom-
modo te doen en hem daarna het advies van
den gemeenteraad te willen overmaken. Tij
dens het onderzoek van voor en tegen werden
er geen opmerkingen gedaan, en thans heeft
de raad over die gedane vraag te beraadslagen.
M. Lemahieu. Deze vraag is zeker nut
tig, omdat we alsdan vooreerst veel meer toe
lagen van Staat en provincie zullen kunnen
ontvangen dan nu, en daarbij omdat w"ij dan
ook de mogelijkheid zullen kunnen inzien daar
een velobaan te maken. Dit ware een groot
voordeel, daar deze straat is den koi tsten en
gémakkelijksten weg tusschen Yper en Rous-
selare.
VI. Bonnet. Ik wilde omtrent hetzelfde
zeggen als de heer schepen Lemahieu. Deze
aanneming zal voor Yper een groot voordeel
zijn omdat we alzoo rond de stad beter banen
zullen hebben.
M. Vandamme. De heer schepen Lema
hieu zegt dat wij meer toelagen zullen ontvan
gen, maar dan ook zullen er meerdere werken
moeten uitgevoerd worden. Indien het ver
keer op die baan toeneemt, vrees ik dat zij
niet breed genoeg zal zijn en dat er onteige
ningen zullen moeten gedaan worden. Zou
dit soms later niet nadeelig uitvallen voor
de stad
M. Lemahieu. Die straat is reeds ver
breed geweest tusschen Passchendaele Kruis
straat en Oostnieuwkerke en op het grondge
bied Yper is ze breed genoeg. De Pilckem-
straat is veel smaller en ze is nochtans ook
een baan van groot verkeer. De onteigeningen
tusschen Passchendaele en Oostnieuwkerke
zijn misschien nog niet allen betaald, maar zij
werden toch reeds gedaan en al de aldaar
gebouwde huizen staan thans een weinig
achteruit van den weg.
De heer Voorzitter legt het voorstel van
aanvraag ter stemming. Dit wordt eenparig
aangenomen.
3 Autobusdienst Komen-Yper a) A
Vandaele-Vandewalle. b) L. en M. Vandoo-