6 lijkheid van het voorstel nadruk te leggen. Want niettegenstaande de schijnbare tweeta ligheid volgens de 20 per honderd handteekens die op loensche manier werden rondgehaald, is Yper een eentalige vlaamsche stad Moest men de optelling doen der eentalig fransch sprekende inwoners van Yper, dan zou hun getal verpletterend gering zijn. We moeten daarvan rekening houden en mogen ons niet laten beïnvloeden door de kunstmatige hand teekens die ingezameld werden oin tot het vretteliik minimum te geraken en alzoo de tweetaligheid te behouden. Wanneer we al dien ballast wegwerpen, dan moeten we bekennen dat het voor de stad Yper meer dan tijd is haar vlaamsch aangezicht, dat geschon den is, te herstellen. De Belgische wetgeving, voor zoolang ze nog bestaat, is er op uit de eentaligheid van het vlaamsche land strict toe te passen. Te Brussel zijn ze zoodanig ver vaard dat ze er slechts een middel zien om de nationalisten meester te worden, en 't is dat alle franskiljons flaminganten worden. Het komt er dus op aan het herstel te doen der schenning van het openbaar wezen van Yper. De verstoksten gaan ermede t'akkoord dat tweetaligheid hier onzin is, en men zou nog verstandiger zijn het eentalig fransch voor te staan dan de tweetaligheid, ik denk niet dat Yper zich even belachelijk zal willen aanstel len als de stad Brussel, die, naar den naam van haar eigen burgermester, een boulevard Max laan bezit. Wat beteekent dit als rue Schutte laere straat Toeristische redenen kunnen hier redelijker wijze niet ingeroepen worden. Het is zoo in alle landen, wij alleen zijn zulke kreupele bastaards. Brugge, de toeristenstad bij uitstek, die 's winters, wanneer Yper ver laten is, nog van de vreemde bezoekers verge ven is, geeft ons het voorbeeld van eentalige straatnaamplaten. Heizelfde geldt voor Kor- trijk... M. Bonnet. Verschooning, ik heb daar nog onlangs gezien rue Voorstraat. M. Lenridan. Dan zal het een schilder zijn die vergeten heeft zijn werk op te doen Te Leuven, Mechelen en elders nog zijn de straatnaamplaten eentalig in 't vlaamsch opge steld. Ik weet wel dat ik hier zal mogen hoo ren dat de platen nog maar onlangs vernieuwd werden, dat het zonde en jammer ware deze op den oud ijzer hoop te moeten werpen. Dat alles telt niet voor mij. Wij kunnen' niet wachten totdat ze versleten zijn, dit spoor van de oude opvatting moet seffens weg. Onze ras-en taaltrots verzet er zich tegen, hij moet weer boven komen en daarom vraag ik dat heel de raad dit voorstel zou Siemmen. M. Missiaen. Wat de heer Leuridan daar komt te zeggen, is heel waar en juist, en moest er ons niets beletten dit te doen, dan zou ik het voorstel met veel pleizier stemmen. Ik deel het gedacht van den heer Leuridan nopens de 20 handteekens, maar het feit is er en daardoor heeft de gemeente raad vroeger een beraadslaging moeten nemen waarbij de stad verplicht is al hare aankondigingen in htt vlaamsch en in het fransch te doen. Ik heb vroeger aan het ministerie van Binnenlandsche zaken ge vraagd of de stad Yper het recht heeft een talige straatnaamplaten te plaatsen, en het antwoord van den minister luidde dat deze platen moeten aanzien worden als een bericht tot het publiek en door dit feit dus tweetalig moeten zijn. Ten andere, die kwestie is thans van weinig belang. Eerlang zal er in bestuur lijke zaken een nieuwe wettelijke regeling ge troffen worden, en ik zie niet in waarom de raad, die binnen een jaar moet herkozen wor den, nu dit besluit zou nemen. De stadsbe- grooting wordt vandaag neergelegd en ieder een mag alle uitgaven voorstellen die hij wil, maar ik verwittig u dat, wanneer hij niet te gelijkertijd de noodige ontvangsten voorstelt, ik er tegen stem. Wanneer men echter aan de stemming over het ingediende voorstel houdt, dan mort feitelijk de voorafgaandelijke kwestie gesteld worden, aangezien de wet dit verbiedt en de minister van binnenlandsche zaken het genomen besluit der eentaligheid niet mag goedkeuren. M. Leuridan Ik kan deze zienswijze niet bijtreden. Wettelijk is het niet uitgemaakt dat de straatnaamplaten onder toepassing vallen van dit ongelukkig uitzonderingsartikel der wet. Van het kabinet Renkin konden wij ons aan geen andere verklaring verwachten, en het is niet omdat de brief van den minis ter tn het vlaamsch is opgesteld, dat hij ons '■evredigt. Deze zienswijze van den minister kan nog door een Koninklijk Besluit verbro ken worden, wij beschikken daarvoor reeds op zekere macht en we hebben ook nog onze vlaamsche pers om onze rechtmatige vraag te verdedigen. Ik begeer juist dit experimentje doen omdat ik niet geloof dat het antwoord in het Koninklijk Besluit identisch zal zijn aan dit in het schrijven van den minister ge geven. Ik vraag dus de stemming over het voorstel. M. Sobry. Dit is een onwettelijke daad en ik stel de voorafgaandelijke kwestie. M. Leuridan. Dit is in de wet nergens te vinden dat de straatnaamplaten gelijk gesteld zijn met de berichten. De heer schepen Mis siaen heeft alleen maar een persoonlijken brief gekregen, maar dit is geen wettelijkheid. Uwe bevestiging als zou ons voorstel strijdig zijn met de wet, is een pure misleiding. M. Lemahieu. Wat de heer Leuridan zegt is de waarheid, want op den buiten van stad zijn de straatnaamplaten eentalig vlaamsch. Als de wet dit nu werkelijk moest vereischen dan zouden die platen ook twee talig moeten zijn, en nochtans, zoo b. v. voor de Drie Zottenstraat, is dit riet zoo. M. Missiaen. Ik verzet mij tegen het voorstel zoolang de noodige ontvangsten niet gestemd worden. M. Leuridan. De man die links van u zit heeft reeds jarenlang dit deuntje afgezaagd. M. Missiaen. Maar alswanneer men tegen mijn princiepen opkomt, dan trek ik er van onder. M. Leuridan.De heer Burgemeester heeft u vroeger zoo dikwijls gezegd, wanneer gij nieuwe uitgaven voorstelde, van ook de in komsten te zoeken, maar dan antwoorddet gij telkens dat dit uw werk niet was maar dit van de meerderheid. M. Miss<aen Ja, maar thans is er dit ver schil dat, wanneer er uitgaven gestemd wor den en niet de noodige inkomsten, ik er seffens van onder trek en terug mijn vroegere plaats ga innemen. M. Leuridan. Ik vraag de stemming over het voorstel. M. Sobry. Ik stel dan de voorafgaande lijke kwestie. M. Leuridan. Pit is niet noodig, de heer Missiaen heeft zich reeds door den heer Le mahieu laten overtuigen. M. Missiaen. In 't geheel niet, ik houd mij aan den brief van den heer Minister. M. Leuridan. - In dit geval stel ik vast dat de stad in overtreding is met de taalwet. Dan moet de Drie Zottenstraat ook rue des trois fous genoemd worden. M. Lemahieu. Gezien dit een uitgaaf van 20.000 fr. zou vergen, ware het niet beter daarvoor nog een jaar te wachten en die be slissing aan den nieuwen raad over te laten M. Leuridan. Dat is chantage die ge met die 20 000 fr. wilt plegen. Wat ik vraag is eenvoudig de platen af te knippen of te her schilderen, zoodat dezelfde straatnaamplaten zouden kunnen dienen. M Sobry. De platen afknippen, dit ware iets mooi M. Leuridan. Ja, wij weten dat gij met de esthetiek van Yper zeer ingenomen zijt. M. Lemahieu. Ik ben met het voorstel van den heer Leuridan t' akkoord, doch zal mij onthouden gezien het te kostelijk is. M. Leuridan. Maar waar haalt gij die som van 20.000 fr. M. Missiaen. Het is omdat die som ons toegestaan werd als oorlogsschade voor de straatnaamplaten. M. Sobry. Gezien men aan h«*t voorstel houdt, stel ik eerst de voorafgaandelijke kwes tie. Stemmen ja de heeren Missiaen. Delahaye D'Huvettere, Bonnet, Coutelle, Vergracht Vermeulen en Sobry neen de heeren Ca- poen, Laton, Leuridan, Soete en Vandamme. De heer Lemahieu onthoudt zich. 12. Waterloopen Aanvraag van krediet M. Sobry. Ik stel voor bij artikel 29 der stadsbegrooting voor ig32 een som te voegen van 4 985 fr. 82, zijnde de som die wij aan de gemeente Boesinghe verschuldigd zijn voor het reinigen van een waterloop, werk dat door haar in onze plaats gedaan werd. Om die schuld te kunnen vereffenen moet zij eerst in de begrooting zijn. M. Lemahieu. Ik heb niets tegen dit voorstel, wij moeten die som betalen, maar wij hebben ook nog zulke verplichtingen aan de gemeente Zonnebeke. Daar zijn de staten nogniet kunnen opgemaakt worden tengevolge van het afsterven van den heer arrondisse- ments ingenieur, doch wij mogen ons in 't kort eraan verwachten deze staten te ontvangen. Ik heb alleen maar den raad willen verwittigen dat wij later nog zulke vragen zullen ont vangen. M. Vandamme. Is dat voor de Yperlee- die gereinigd werd Werd dit werk reeds- uitgevoerd, want zeisom zeggens gansch ver vuld met vuiligheid M. Lemahieu. Wij weten dat er daar allerhande voorwerpen ingeworpen worden, doch jnen moet de overtreders op het feit zeil kunnen pakken. Binnen kort zal er daar voor de overstroomingen van die beek geen gevaar meer zijn, daar men aan het gehucht de Biijke een doorsnede zal maken om het water naar de vaart te leiden en alzoo de hooge vaart te spijzen. Daaivoor echter moe ten wij nog een weinig geduld hebben. M# Vandamme. De heek werd niet ge- kuischt en nu moeten wij aarvoor betalen. M. Lemahieu. De beek werd geheel gereinigd en ditop aanvraag van den ingenieur van Bruggen en Wegen, daar men anders aan de vaart niet had k>mnen werken. M. Sobry. Ik stel voor tot de stemming over te gaan. Al de raadsleden keuren het voorstel goed. ■3. Stadsbegróoting voor ig32 Neder- legging. M. Missiaen. Ik heb de eer de stadsbe grooting op het bureel neer te leggen. Zij is- opgemaakt maar nog niet gereed om uitge deeld te worden. Dit zal nog een acht dagen duren, daar zij nog moet gedrukt worden. Wij hebben er echter toch aan gehouden ze van daag neer te leggen, om ze in de eerstvolgen de zitting te kunnen bespreken. De gewone dienst sluit in evenwicht, er is een klein over schot van 2o5 fr. Inden buitengewonen dienst komen er verscheidene zware posten vuorr namelijk een som van 600 000 fr. als gemeen- tetcelage aan de werkloozen voor de jaren 19.31 en ig32, daarna nog 360.540 fr. als ach'erstal in de pensioenen van leeraars en onderwijzers, en i5g.5oo fr. als aandeel der stad in het achterstal der ouderdomspen sioenen van de verloopen jaren, 't zij te samen een som van 1.120.040 fr. Verders hebben wij nog een alkortiDg van 100.000 fr. te belalen voor het opmaken van het rooiïngsplan der stad, maar het ware misschien goed die som af te nemen onzer oorlogsschade voor de kazerne. Toch zal het noodig zijn twee nieuwe leeningen aan te gaan, ten eerste, en van 600.000 fr. voor de hulp aan de werkloozen, aflosbaar in 5 jaar, hetgeen een jaarlijkschen last van i3o 000 fr. beteekent, en ten tweede een leening van 52o.oco fr. om de schulden der stad te kunnen betalen. D. ze laatste lee ning zou aflosbaar zijn in 3o jaar, wat een last van 45.000 fr. per jaar zou bijmengen. Er zul len dus minstens 170 000 fr. nieuwe gewore- inkomsten moeten gevonden worden, en wij zullen daarvoor verplicht zijn de gemeenteop- centiejnen van 70 tot op 85 ofwel 90 te ver- hoogen voor een termijn van 5 jaar. Het juist bedrag is ï.og niet vastgesteld, want wij moeten ook niet meer ontvangen dan wij noodig heb ben. Ik moet ook nog doen opmeiken dat het een bestuurlijke begrooting is die we opge maakt hebben, en niet een socialistische. In dien ze niet mocht aangenomen worden, dan ga ik mij eenvoudig op mijn stoeltje zetten als te voren. M. Sobry. Wij nemen akte van deze neerlegging. 14. Mededeelingen. M. Sobry. Er zijn geen mededeelingen te doen, alleen is er een persoonlijke zaak die in de geheime zitting moet besproken worden. M. Leuridan. Aangaande de kwestie der waterloopen, zijn er een reeks ingezetenen der stad die door hunne eigenaais lastig geval len worden voor het betalen van een deel der kosten in het reinigen der Bellewaerdbeek. Er is hier vrot ger reeds algemeen eiken i geworden dat üe Bellewaerdbeek in zeer slechten staat heisteld werd door de oor'ogs- herstelliog en dat de reden is dat een tweede herstelling noodig is g- weest. Het is dan ook niet redelijk dat dit slecht werk van vroeger nu door enk- len moet uitgezweet worden, en ik zou willen vragen dat het schepencollege aan den stadsontvanger het bevel geve om voorloopig zijne eischen van betaling te schor sen, ten einde toe te laten de zaak eens te on derzoeken. M. Lemahieu In 1921 werd die beek door den dienst van het Hoog Koninklijk Commissariaat gedolven. Het was alsdan on mogelijk dit werk wel te doen, omdat de beek. die te midden het front gelegen is, heelemaal toegeschoten was. Er was geen beek meer en op veel plaatsen heeft men groote moeite ge had om de vroegere bedding terug te vinden. Tengevolge der bornputten waren de oevers slap, nu en toen is er een weinig ingevallen en in 1929, door den harden winter, zijn ze gansch-

HISTORISCHE KRANTEN

Het Ypersch nieuws (1929-1971) | 1931 | | pagina 6