Remise du Drapeau a la Fraternelle
2 «aan—
rung daarover welke hij zal trachten uiteen te
zetten.
Spreker verdeelt zijn voordracht in drie
deelen
i) De kenteekens der crisis, 2) de oorzaken,
3) de mogelijke redmiddelen.
De kenteekens begonnen reeds weinige
jaren na den oorlog in zekere groothandelsza
ken te verschiinen, namelijk de suiker, de
petrool, de koffie, de rubber, enz., al uitheem
sche producten wier voortbrengst gedurende
den oorlog sterk had toegenomen en die wel
dra bewezen aan overproductie te lijden. In
Europa kwam zij later en deed zich eerst ge
voelen in de landen welke den oorlog verloren
om naderhand gansch Europa aan te tasten.
Zij liet zich gevoelen in de vervoernijverheid
en trof de scheepvaart op geweldige wiize.
Talrijke banken sprongen, fabriek n vielen
stil, de koolmijnen, de weverijen enz in een
woord alle nijverheden werden getroffen De
kleine nijverheid ook werd slachtoffer der
crisis. Hij haalt het voorbeeld aan van
Iseghem met zijn schoenen en borstelfabrie
ken Van daar die toenemende, die schrikke
lijke werkeloosheid, In alle landen is het
vraagstuk der werkeloosheid aan het hoofd
der dagorde Over de geheele wereld zijn er
twintig millioen atbeiders werkloos.
In den handel ook gaat het slecht en is de
toekomst onzeker. De handelsreizigers klagen
en hun aantal mindert van dag tot dag In de
hotels, waar dagelijks handelsreizigers lo
geerden of aten, zi»*t men er nog een tiende
van v oeger. Ook de landbouw is op een
ongehoorde wijze door de crisis getroffen en
alle regeeringen staan met een erg landbouw-
problema te kampen. In verscheidene landen
is de toestand zoo benard, dat men mag zeg
gen dat er 3o millioen landbouwers zijn die
hunne producten schier niet kunnen verkoo
pen en dat hunne schulden tegenover banken
en andere geldeischers tot 35 milliarden
beloopen.
Het is een abnormale organische crisis. Na
den oorlog van 1870 kregen wij in de jaren
1880 een groote crisis die wel tien jaren duur
de. Thans schijnt ze nog erger te zullen zijn.
Welke zijn de oorzaken ervan Hoe is die
crisis gekomen En waarom grijpt zij zoo
diep in het bestaan 'der naties Een groote
reden is de overproductie ten eerste gedu
rende den oorlog in de landen die aan den
strijd geen deel namen en ten tweede in de
oorlogvoerende landen wanneer de krijg ge
daan was om de geledene schade te hersttllen
en de landen te doen herbloeien. Maar men
ging overal te ver en wanneer de leemte ge
vuld en de schade hersteld was, stond men
voor een reu/enproductie, voor een gc-.weld
van machinisme dat de noodigheden der
wereld ver overtrof. Vandaar de stocks die
blijven liggen, die onverkoopbaar schijnen,
die op de markten wegen, die de prijzen neer
jagen. Men had gedroomd van rationalisatie,
van trusts. Men had de hoedanigheid vervan
gen door de hoeveelheid. Deze theorie lijdt
thans schipbreuk. Sommige landen trachten
de crisis door het protectionisme tegen te
werken met het gevolg de verdeeling der
goederen te beletten en de crisis nog scher
per te maken.
De mogelijke redmiddelen. Hij heeft deze,
zegt spreker, geput uit zijn eigen ondervin
ding, uit zijne studiën en uit de betrekkingen
welke hij binnen- en buitenlands heeft. Er
zijn twee soorten van redmiddelen deze van
algemeenen aard, die van hooger hand moeten
komen, en deze van privaten aard. Van de
eerste moet er meer en meer gestreven worden
naar echten vrede. De ontwapening moet
komen op economisch zoowel als op politiek
gebied. De volkeren moeten elkander beter
en beter leeren kennen en met elkander meer
en meer handelen.
De vloed der goederen moet zijnen natuur
lijken gang gaan en voor gevolg een betere
verdeeling hebben. De rol der banken moet
worden wat zij vroeger was steun aan han
del en nijverheid, Zij moeten niet verder uit
zien naar exploitatie, zij moeten de eerlijken
helpen door de crisis te geraken. Dit zijn be
langrijke middelen om het leven goedkooper
te maken. De Staat moet medehelpen. En hoe
lang zal nog het coëfficiënt duren Men kan
toch niet eeuwig blijven vergelijken met een
toestand, die totaal anders was dan nu. De
plicht der regeering is verder vertrouwen te
zaaien en te helpen dat allen met moed de
tegenwoordige moeilijke tijden doorstaan.
Van de middelen van privaten aard. Ieder
een moet in zijn vak betrachten beter en
beter voort te brengen niet naar de massa
streven maar naar de hoedanigheid. Iedereen
moet van een anderen kant meer en meer
zuinig zijn. Wij hebben een tijdstip van geld-
verkwisting beleefd en velen hebben er de
waarde van het geld vergeten. De tegenwoor
dige tijd is daar om riie waarde opnieuw aan
te leeren. Wij moeten aan ons vak onze beste
krachten toewijden en zien dat onze beste
zonen ons opvolgen. Niet zooals wij dikwijls
zien, dat de beste leeren voor advokaat of
geneesheer enz. Neen, de beste elementen
moeten in handel en nijverheid blijven. Ook
de vakscholen moeten hervormd worden en
meer en meer passen op de noodwendigheden
der streek Het Walenland is op dit gebied
ver vóór het Vlaamsche land.
Iedereen moet ook het zijne bijdragen om
het leven goedkooper te maken. Elk moet in
zijn loon, zijn wedde of zijn gewin een ver
mindering aanveerden. Loonen, wedden en
gewinnen moeten niet blijven in betrekking
met den bloeienden tijd van vroeger, maar in
evenredigheid gesteld worden met den tegen
woordigen toestand. Er moet geleefd worden
naar de tegenwoordige mogelijkheden. Elk
moet zijne levenswijze aanpassen aan de leest
van het hedendaagsch economisch leven.
Meer bezuiniging, meer arbeid, dat is de
toekomst. Arbeid moet koning wezen. Het
we ze goede tijden, het weze slechte tijden,
de werker zal altijd zijne baan vinden. De
wereld mag gaan zóó zij wil, iets dat u nie
mand kan ontnemen dat is uwe vakkennis,
dat is uw vlijt aan 't werk. Het individualisme
zal altijd de bovenhand hebben.
Deze voordracht, welke ruim anderhalf uur
duurde, werd met de meeste aandacht gevolgd
en dikwijls door handgeklap onderbroken.
Ook was de Heer Voorzitter de tolk van allen
wanneer hij dea Heer Robert Gits van harte
bedankte, er op wees welken talentvollen
redenaar de Handel en Nijverheid van West-
Vlaanderen in hem bezaten, toonde hoezeer
hij de aandacht zijner toehoorders had weten
te boeien en hem om zijn schoone voordracht
geluk wenschte.
des 3' et 23' Regiments de Ligne
Section d' Vpres
Dimanche ont eu lieu les festivités organi-
sées a l'occasion de la remise du drapeau a la
section locale de la Fraternelle des Anciens
Combattants des 3e et 23e régiments de ligne.
Apiès une réunion du Comité Central, qui
s'est tenue a 1' Hótel du Nord local de la
Fraternelle, les anciens se sont rendus, en
cortège, a 11 h. 45, déposer des fleurs au mo
nument anglais de la Porte de Menin et au
Cimetière frangais St-Charles a la Potyze.
Un banquet réunit ensuite tous les anciens
au local oü la bonne et franche camaraderie
d'antan et l'animation la plus vive ne cessè-
rent de régner.
A 3 h. 3o ils se rendirent a la plaine de l'Es-
planade oü la remise du drapeau devait avoir
lieu et oü ils furent regus par la musique du
3e de ligne. Parmi les autorités présentes, on
y remarquait le général Neuray, président de
la Fraternelle des 3e et 23e le général Lam
bert M. Louis Baril, délégué de la Section
de Bruxelles et secrétaire de l'Union des Fra-
ternelies M. Auguste Van Loo, délégué de la
Section Anversoise M. Aimé Mouqué, délé
gué de la Section d'Ostende M. l'avocat
Valcke, vice président de la Section d'Osten
de M. Maurice Seys, secrétaire général de
la Section, etc.
Le président de la Fraternelle exposa en
quelques mots la raison d'être des fraterrelles,
qui ne veulent plus la guerre, mais se rendent
compte que la seule fagon de l'éviter est de
se montrer unis et forts, et remit ensuite le
nouveau drapeau de la Section d'Ypres entre
les mains de son président, M. Charles Dedul
le. Celui ci remercia en flamand, donna la si
gnification delafètede ce jour et de l'emblème
qu'il venait de recevoir. et termina en faisant
un 3£>pel a la Paix qu'on ne peut obtenir que
par i'unification de tous les efforts sous un
seul et même drapeau.
M. Joseph Chaignon, membre du Conseil
d'Administration de la Fraternelle, prit
ensuite la parole au nom des camarade-s
wallons.
Dans un discours d'une haute portée mo
rale, il rappela les sentiments que svnthétise
le glorieux emblème de la Patrie emblème
issu des journées mémorables de i83o et qui
caractérise l'union de tous les vrais Beiges.
II magnifia les sentiments profonds qui,
durant la grande tourmente, animaient tous
les combattants flamands et wallons frater-
nellement unis et emportés dans un même
élan de patriotisme ardent, un matin d'at-
taque, dans lts boueuses tranchées des
Flandres et adiessa un vibrant appel,
pour que, dans la paix comme dans la guerre,
tous les anciens restent fidèles au poste d'hon-
neur, prés du drapeau, et continuent a veiller
aux destinées de la Patrie que certains esprits
égarés s'effoicent de meurtrir et de déchirer.
En termes élogieux, il remercia le cher et
dévoué Président, Général Neuray, qui dans
la direction de la Fraternelle, met tout son
dévouement, toute son ame, tout son clair
voyant patriotisme. A ces remerciements il
associa M. l'avocat Valcke, Vice-Président,
l'ouvrier de la première heure, le fondateur
de la Fraternelle le dévoué seciétaire Mau
rice Seys, travailleur infatigable, cheville
ouvrière du groupement.
II adressa les plus vifs remerciements au
capitaine de réserve Emile Laheye, qui avait
bien voulu assumer la tache ardue. de l'orga-
nisation des festivités de ce jour, tache cou
ronnée d'ui. succès incomparable.
En ter mes bitn sentis, il salua la présence
de M. Louis Baril, secrétaire général de
l'Union des Fraterntlles, qui se dépense sans
compter pour la cause noble et belle que ce
puissant organisme a inscrit a son programme
d'action.
II remercia M. Fernand Coppin, Président
de l'lnterfraternelle de Warnêton et membre
de la Fraternelle de l'Artillerie a Chevai;
M. Fernand Dumortier, Vice Président de
rinteifraternelle de Warnêton et membre de
la Fraternelle du l3 A tous deux grands
amis de la Fraternelle des 3m' et 23m'.
II adressa un cordial merci a tous les cama-
rades wallons et flamands qui avaient bien
voulu venir nombreux a Ypres en ce jour,
affirmant ainsi une fois de plus, leurs senti
ments patriotiques, dans cette région rrfême
oü soufflent malheureusement des courants
contraires qui affligent profondément ceux
qui aiment la Belgique.
II rappela ensuite le souvenir des glorieuses
victimes de la guefre, grands artisans de
notra Indépendance et de nos Libertés, et
rendit un hommage ému a leur mémoire.
Dans une belle péroraison, il adressa un
'salut respectueux a Sa Majesté le Roi, obser-
vateur fidéle de nos institutions nationales,
pour lesquelles, Lui aussi II a combattu, et
qui, au-dessus des contingences et des pas
sions, représente le principe indispensable de
l'autorité et termina par le cri de Vive la
Belgique I Vive le Roi Cri répété par les
nombreux spectateurs qui avaient tenu a
assister a cette belle cérémonie.