mhh ■h 3 Wat de verweerders De Carne betreft Aangezien het artikel door hen gedrukt, insgelijks enkel een critiek is op de schriften van den eischer uitgegeven als wederant woord op niet minder vinnige kiesbriefjes Aangezien gewraakte artikels verschenen zijn in een tijdperk van politieke opgewonden heid, en dat dergelijk tijdperk immer getuige nis geeft van een algemeene ongebonden heid Om deze redenen, Gelieve de Rechtbank, de eischer van zijn eisch té ontzeggen en hem te veroordeelen tot de kosten Bij akt van pleitbezorger tot pleitbezorger in datum van zevenden November negentien honderd dertig, in de bewoordingen die hier als overgeschreven worden aanzien, betee- kende Meester de Grave aan Meester Bulc- kaert, dat negen stukken waarvan de eischer wilde gebruik maken om zijn eisch té staven, tef Griffie der rechtbank van Veurne waven nedergelegd, ter inzage der tegenpartij, en bij besluitselen in datum van achtsten derzelfde maand, gaf hij het volgend antwoord Aangezien het vast staat in het huidig geding, dat de verweerder tijdens de kies campagnevan 1929, den eischer met beleedi- gingen, laster, eerroof en valsche aantijgingen hebben aangevallen, zonder dat hij zeil in de thans gevoerde polemiek of tusschen de poli tieke mededinging ingewikkeld was Aangezien het dus staande blijft dat al de schadelijke bewoordingens jegens den eischer gericht, enkel gedrukt geweest zijn om hem in zijn eer aan te randen, zoowel als leeraar en schrijver dan als privaatpersoon Aangezien de politieke doeleinden der verweerders evenmin als de werkelijkheid der door hun voorgelegde feiten, hunne handel wijze niet kunnen verrechtvaardigen Aangezien het hier niet enkel geldt te weten of de beschuldigingen van dokumenten- vervaisching. tekstverdraaiïng, oneerlijkheid, dokumentendiefte, gedienstigheid voor de Duitschers, tijdens den oorlog, gegrond zijn maar wel en meer indien zulke beschuldigin gen mochten geuit worden bij gebrek aan een wettelijk en mogelijk bewijs (art. 443 en vol gende van het strafwetboek) Aangezien zekere verweerders denken in dees proces te mogen optreden als woord voerders voor het Vlaamsche Volk, alsof zij het monopolie hadden van al hetgeen den Vlaamschsprekende mepsch aanbelangt, en alsof het noodig was enkel tusschen de Vla mingen te begrijpen degenen met hen, dikwijls bij onverstand of bij onwetendheid, Vlaande rensonafhankelijkheid willen verwezentlijken; Aangezien eene politieke houding en nog rnin deze die veel meer de vernieling van den echten Vlaamschen geest behartigt dan het welzijn van het volk, n,iet toelaat iemand die aan de politiek niet meedoet, met de zwaarste en meest onteerende aantijgingen aan te vallen «Aangezien de verweerders aan den eischer niet kunnen verwijten dat hij een polemiek voerde tegen de Vlamingen Aangezien men «polemiek» niet kan noe men het publiceeren van dokumenten zooals deze overdrukt in de enkele boeken door den eischer geschreven Un livre noir de la trahison activiste», Flamenpolitik «Lettre ouverte au Roi La trahison activiste au front beige», «Mémoire au Roi», noch het feit van in de pers aan aanvallen een antwoord te geven Aangezien Van Severen, die een zooge zegde polemiek ten zijnen bate inroept, in de onmogelijkheid is dees door een pertinent voorbeeld te bewijzen Aangezien de eischer nooit door processen de aandacht van het publiek ofj zich heett trachten te vestigen, dat hij slechts als getuige gedagvaard door het Openbaar Mi nisterie in de zaak De Beuckelaere verscheen en een dagblad Pallieter door het gerecht deed veroordpelen, wegens lasterlijke aan tijgingen Aangezien het doel van den eischer enkel was de waarheid over oorlogsgebeurtenissen openbaar te maken door de verspreiding van dokumenten waarvan de echtheid niet te loochenen valt Aangezien zeker zijne handelwijze of ge dachten mochten besproken worden, doch niet de oorzaak zijn van onteerende of laste rende aanvallen Aangezien Van Severen noch niemand een enkel voorbeeld zou kunnen geven, niet alleen van het overdreven gebruik door den eischer van allerhande uitdrukkingen, maar zelf niet van eene enkele overdrevene uitdruk king Dat indien Van Severen zijn eigep ge woon gebruik van overdrevene uitdrukkingen als verschooning wil doen doorgaan van zijne aanvallen jegens den eischer, hij tevens als dagbladschrijver niet kan vergeten dat de wet palen stelt aan de vrije bespreking, met aan iedereen te verbieden lage beleedigingen, eerroovende of lasterende en leugenachtige aantijgingen tegen zijn tegenstrever te richten; Aangezien Van Severen geen bewijs in brengt van een dokumentenvervalsching, dat hij hier gesommeerd wordt den boek te noe men en het dokument aan te duiden waar er eene vervalsching zou plaats gegrepen heb ben Aangezien Van Severen in zijne verdedi ging als andere verschoóning voorlegt, dat hij als dagbladschrijver de verplichting had over de enkele vervalsching, die hij nu aan den eischer in zeer voorzichtige woorden verwijt, zijne lezers in te lichten Dat hij nooit werkelijk getracht heeft, daar hij die beschul digingen van vervalsching in zeer algemeene bewoordingen heeft omschreven en in een beleedigenden vorm, met den eischer als de meester van den gehoonde Frank Heine te doen doorgaan, en zonder de minste uitleg ging of commentaar Dat het opschrift waar over Van Severen bekent te moeten beant woorden, louter beleedigend lastertaal is, en geen inlichting, geen informatie en nog min der een bewijs Aangezien Van Severen ook. niet kan steunen op het feit dat de eischer steeds in achting stijgt bij ieder mensch die ietwat over zijn werkdadige vaderlands en vlaanderens- liefde kent, om te beweren dat hij geenszins schade lijdt dcor kwade beschuldigingen tegen hem gerichtDat eischer daardoor ten minste schade lijdt bij de partijgenooten der ver weerders, en bij degene die min of meer 'hunne beweging genegen zijn Aar gezien het eerherstel, door dees pro ces gevorderd, niet eene publiciteit of een reklame uitmaakt, aan den eischer overi gens gansch overbodig, maar de gepaste voldoening voor de lastertaal der verweerders; Wat Verhaverbeke in het bijzonder betreft Aangezien Verhaverbeke de verantwoor delijkheid van het lasterend op chrift gedrukt in De West Vlaming van zeven en twin tigsten April negentien Honderd negen en twintig poogt te ortwijken, met te beweren dat Van Severen als eigenaar hoofdopsteller van het gezegde weekblad, en gekend zijnde als^schrijver van de ten laste gelegde artike len, alleen kan worden vervolgd met het oog op art 18 van de grondwet Maar aangezien Van Severen, alhoewel hij de verantwoordelijkheid van kwestieus opschrift óp zich neemt, niet uitdrukkelijk bekent of bewijst dat hij de schrijver is van dat opschrift Dat daarenboven moet opgemerkt worden dat de wet geen verschil maakt tusschen den beheerder en den eigenaar hoofdopsteller van een blad in art. 18 van de grondwet Dat er nog moet aangemerkt worden dat het feit een lasterlijk opschrift onder den naam van een blad en in vette letters te druk ken, de verantwoordelijkheid daarstelt, zoo wel van den beheerder als van den eigenaar- hoofdopsteller dat ze zelf wegens die om standigheid in solidum verantwoordelijk worden wegens het gedrukte Wat Rousseeu betreft Aangezien de naam gedrukt onder het artikel verschenen in De West-Vlaming op den dertienden April negentien honderd negen en twintig, de eischer ten genoege van recht stelt in zijne actie jegens Rousseeu Aangezien Rousseeu, indien hij werkelijk de schrijver niet was van dat artikel, minstens protest had moeten aanteekenen voor het misbruik van zijn naam bij het beheer van het blad hetgeen hij niet deed, en dat beheer had moeten verantwoordelijk stellen voor de schadelijke gevolgen van dat misbruik Wat Claeys betreft Aangezien dezen verweerder zijn laster taal poogt te verschoonen, met aan te wijzen op de hevigheid eb de ongebondenheid van de kiescampagne in negentien honderd negen en twintig Dat die omstandigheden, indien ze aanvallen uitleggen tegen politieke mededin gers, niet het minst lasterlijke aantijgingen verrechtvaardigen, bijzonderlijk als ze gericht zijn tegen een derde persoon die aan de poli tiek niet meedoet Aangezien noch het besluit van Minister Devèze, waarop dezen verweerder steunt, noch het vonnis van den Krijgsraad van Bra bant, in zake De Beuckelaere, de beteekenis hebben van eene veroordeeling der boeken van den eischer wegens vervalsching der dokumenten erin gepubliceerd weet dat de echtheid dier dokumenten in twij fel niet kan gebr cht worden, dat die echtheid bekend is geweest door de Belgische Militaire Overheid, door Minister Devèze, door het Hoogste Gerecht in DuitschlanJ, door Duif- sche Volksvertegenwoordigers in openbare zitting van den Reichstag, door de heele Duitsche pers, zonder uitzondering, door bekentenissen en de handelingen van de leiders der Vlaamsche Nationalisten, en eindelijk door het officieus orgaan der Vlaamsche Natio nalisten Vlaanderen Aangezien dus Claeys niet de minste reden had om den eischer te lasteren of te belté- digen Aangezien hij in zijne verdediging zelf niet wil verzaken aan lastertaal, namentlijk in de woorden Aangezien er niets beleedigens steekt ir* het feit een boek, dat door heeï het Vlaamsche Land met algemeene minachting werd beje gend, en in sé getuigt van groote vlaamsch- haterij, aan de kaak te stellen Dat eischer aan de Rechtbank vraagt deze zinsnede in de besluitselen van de ver weerders te vernietigen bij toepassing van artikel io36 van het burgerlijk Vorderingswet boek Wat de con soorten De Carne betrejt Aangezien niemand met die verweerders zal aannemen dat de artikels en teksten in. Voor Vlaanderen verschenen rond vierden en elfden Mei negentien honderd negen en twintig, louter kritiek uitmaken Dat ze buiten dat argument niets voor leggen voor hunne verdediging, tenzij de on gebondenheid der kiescampagne, die noch voor hen noch voor iemand verrecht va'ar-, diging kan worden voor een lastertaal Om deze redenen, Gelieve de Recht-, bank Den eischer toe te kennen de verschillige;. eischen van het inleidend exploot Daarenboven de vernietiging van de zins nede hierboven bedoeld, wegens haar belee digend en lasterend vorm te bevelen - Alles ten koste der verweerders. Bij akte van pleitbezorger tot pleitbezorgeh in datum van acht en twintigsten Novemoer negentien honderd dertig, in de bewoordingen welke hier als wedergegeven aanzien worden beteekende Meester de Grave aan Meester Sulckaeit, dat het nummer 3i2 verschenen op, Zaterdag acht en twintigsten April (Ooster- maand) negentien honderd acht en twintig van 't blad Vlaanderen op zelfden datum ter Griffie der Rechtbank was nedergelegd, hem verklarende dat bij gebreke kennis te nemen van voormeld stuk, binnen den termijn van drie dagen, het uit de Griffie zou getrok ken worden en er verder zou voortgevaren! worden Ter zitting van veertienden Januari negen tien honderd een en dertig, de pleitbezorgers der partijen verschenen ter balie der Recht-, bank, hernamen en ontwikkelden hunne; besluitselen en middelen van verdediging en! vroegen er de toewijzing van. Dè Rechtbank verleende ter zitting van negen en twintigsten Januari volgende, het vonnis waarvan de inhoud volgt VONNIS Gehoord partijen en gezien de stukken des gedings Aangezien aanlegger schadevergoeding eischt uit hoofde van eerroovende, lasterende en beleedigende aantijgingen, beschuldigingen en aanvallen verschenen in het weekblad De West-Vlaming (nummers 3g3 en 3g5)i van dertienden April en zeven en twintigsten April negentien honderd negen en twintig, in het verkiezingsblad Voor Vlaanderen ia twee nummers verschenen omtrent elfden Mei en zes en twintigsten Mei negentien honderd, negen en twintig, in het weekblad De leper-' sche Bode nummer 126. Aangezien, Verhaverbeke beweert dat hij. slechts beheerder is van het weekblad De West Vlaming dat verweerder Joris vaa Severen eigenaar opsteller van dit blad is p dat deze in België gehuisvest is en de verant woordelijkheid draagt van al wat in dit blad verschenen is dat volgens artikel 18 van de Grondwet de beheerder niet dient vervolgd te worden 'Aangezien zulks moet aangenomen worden; Aangezien inderdaad Van Severen bekent verantwoordelijk te zijn voor het gecritikeerd artikel verschenen in het nummer 3g3 getee- kend is door verweerder Cyrille Rousseeu

HISTORISCHE KRANTEN

Het Ypersch nieuws (1929-1971) | 1931 | | pagina 3