Crédit Foncier de Belgique
4
Uitgifte van Grondobligatiën
BANQUEdeCOURTRAI
een concert gegeven werd door de socia-
listische harmonie.
Voorziende dat er soms moeilijkheden
zouden kunnen voortspruiten, uit het feit
dat de gemeente overheid, na de processie,
ten stadhuize wierd begeleid door de leden
van het pompierskorps en der harmonie
Ypriana, en gezien het een officiëlen dienst
betreft die jaarlijks plaats heeft, begaven
wij ons bij den heer Bonnet, gemeente-
raadslid, aan wien wij vroegen het concert
te willen doen ophouden tot wanneer de
overheid op het stadhuis was.
Hij antwoordde mij dat het, het aanko-
mend muziek was die moest stoppen op
mijne opmerking dat het een officiëlen
dienst was, zegde hij, het zijn dan de
muziekmeesters die het moeten weten, wij
hebben niet verder aangedrongen.
Toen de overheid met het muziek voorbij
kwam, werd er onder de menigte gejouwd
en geroepen ha hoe krapule.
M. Missiaen. Dit was welgezeid.
M. Sobry. Houdt ge staande dat men
wel gedaan heeft te roepen crapule
M. Missiaen. Ja, ik trek niets terug van
hetgeen er met zooveel reden gezegd werd.
De heer voorzitter neemt hierop eenige
nota's en vervolgt de lezing van het verslag
der politie
Maandag 3on dezer v.rnam ik dat M.
Messiaen bij de leden van het muziek en
het pompierskorps gegaan is en hun toege-
roepen heeftlafaards krapuls, zuiks werd
ons gezegd door Bonus Michel muzikant
der harmonie Ypriana, en brievenbesteller.»
Ziedaar, Mijne Heeren, wat er gebeurd is.
Het muziek is al spelen, na de processie,
samen met de overheid teruggekeerd, zooals
het de gewoonte is, en het redelijkste voor de
socialisten was van aan de politie te gehoor
zamen. Met dit niet te willen doen, moesten
er onlusten zijn.
M. Bonnet. Die gij zelf verlangd hebt,
doch wij verzekeren u dat het de naaste maal
zoo goed niet meer zal verloopen en dat het
klinkende onlusten zullen zijn indien zich nog
dergelijke feiten mochten herhalen.
M. Sobry. Ik mag u de verzekering geven
dat ik geen woord gesproken heb in den stoet.
M. Bonnet. Het is gij zelf die aan het
muziek het bevel gegeven hebt de marsch
Sambre et Meuse te spelen.
M. Sobry. Ik heb aan het muziek geen
bevelen te geven en heb dit ook niet gedaan,
Gij moogt zulks vragen aan den chef, M.
Van Egroo
M. Missiaen. Het is hij zelf, vermits gij
hem nu vernoemt, die dit mij gezegd heeft.
M. Sobry Dit is geen waar. En voor wat
betreft het roepen ahoe moogt gij uw
handen kussen als gij daarvoor niet vervolgd
wordt.
M. Missiaen. Gij weet dat ik daarvoor
niet bevreesd ben.
M.Soézy. Ik vraag aan den raad geen
gevolg te geven aan de dagorde door den
heer Bonnet voorgesteld. Moest ze gestemd
worden, dan zou ze natuurlijk door de hoo
gere overneid verbroken worden. Doch de
raad zal zulk geen onwettige daad willen stel
len. De gemeentewet zegt dat de burgemees
ter als hoofd der politie boven den raad staat
en dat zijn politiebesluiten moeten gtëer-
biedigd worden. Ik vraag dat er voortaan een
einde zou gesteld worden aan de onlus en in
Yper en dat wij allen samen zouden doen
voor de stad w at we kunnen om, zooals de
heer schepen Missiaen het zegt, de stads
financiën te verbeteren.
M. Bonnet. Maar daarvoor moet gij eerst
het voorbeeld geven.
M. Sobry. Laat ons de stad voorspoedig
maken en laat, wanneer gij hier in den raad
komt, uwe politieke gedachten van kant om
er uitsluitend en alleen het welzijn der stad te
behertigen. Ik heb, met te handelen zooals ik
gedaan heb, de grondwettelijke viijheid van
al de inwomers geëerbiedigd en ik vraag dat
er thans rust en eendracht in de stad zou
mogen heerschen.
M. Missiaen. Ik moet hierop nog eenige
woorden antwoorden. Wij hebben niet ge
vraagd om op de Botermarkt te spreken, wij
vroegen slechts om in geval van slecht weder
in de Halle te mogen spreken. De burge
meester zegt ook nog dat wij gevraagd heb
ben om de autobussen op de Vandenpeere-
boomplaats te mogen plaatsen. Dit is ook
geen waar. Wij hebben alleen maar een aan
duiding gegeven en het moet zijn dat het
schepencollege ze goed heeft gevonden, ge
zien het er op ingegaan is. Doch daarmede
heeft men ons geen plezier gedaan en het was
ons wel onverschillig waar deze autobussen
geplaatst werden Wat het hangen van roode
vlaggen aan de masten betreft, deze masten
zouden zeker rot geworden zijn moesten er
roode vlaggen aanhangen De burgemeester
spreekt ook alsof wij weldra zouden geëischt
hebben dat er roode vlaggen aan de open
bare gebouwen zouden hangen, doch hij weet
heel goed dat zulks niet mogelijk is, dat het
zelfs verboden is en dat volgens de wet niet
anders dan officieele vlaggen aan de openbare
gebouwen mogen hangen. De toespraken van
Vandevelde op de Groote Markt zouden de
zekerheid der bevolking in gevaar gebracht
hebben 1 Denkt ne keer, is dat niet wreed
Het verwondert ons dat er elders sedert lang
geen revolutie is uitgebroken, gezien hij reeds
zoo menigmaal gesproken heeft. Waarom
moest dit juist hier te Yper gevreesd worden?
't Is effenaf kinderachtig. Er wordt een voor
gaande ingeroepen, het verbod aan de
nationalisten gegeven. Doch er bestaat ook
nog een ander voorgaande. In 1922, toen de
eerste socialistisctfe vlag hier te Yper inge
huldigd werd, vroegen wij ook aan burge
meester Colaert de toelating om politieke
toespraken op oe Markt te houden. En toen
nochtans waren de socialisten nog aanzien
als het uitschot der samenleving, toen wist de
bevolking nog niet wat socialisten waren, ter
wijl ze nu reeds de socialisten begint te ken
nen en inziet dat zij waarlijk zoo slecht niet
zijn als men ze haar had afgeschilderd. Die
aanspraken werden toen door den heer Colaert
toegestaan en daar de stad alsdan nog geen
kiosk bezat, werd er een bij middel van bal
ken en planken op de Markt opgetimmerd.
Dan werd er daar het volk toegesproken,
niet door Staatsminister Vandervelde, maar
door eenvoudige politieke en syndicalistische
leiders, waaronder ik zelf o. m. aanwezig
was. Uw voorgaande is dus een ellendig argu
ment. Het zou een algemeene regel worden,
zegt de burgemeester, politieke meetings in
't openbaar te houden. Hij moet er zich echter
aan verwachten dat wij, zooals tijdens de
vorige kiezingen, meetings zullen geven op
alle hoeken der stad en dan nog wel zonder
hem de toelating daarvoor te vragen. Gij
moogt u eraan verwachten dat wij onze mee
tings zullen houden waar het ons past. Wij,
socialisten, willen niet behandeld worden als
burgers van vijfde klas en hebben evenveel
recht als alle andere burgers. Wij zullen dus
aan niemand de toelating vragen voor het
houden onzer kiesmeetings en staan zelf borg
voor de rust. Dat het een gebruik is na de
processie naar het stadhuis te komen, 't is
mogeltik, doch wij hebben niet gevraagd dit
af te schaffen niettegenstaande men dit in veel
steden niet doet en dat deze daarom niet
slechter bestuurd worden. Maar wat wij wil
den, was dat het muziek op straat zoo ophou
den van spelen terwijl het conceit op de kiosk
bezig was. En hier vraag ik aan den heer
schepen Delahave als ik hem niet gezegd heb
dat ons c'oncert niet zou beginnen zoolang de
processie van de Markt niet was. (De heer
schepen D» lahaye knikt bevestigend). Was
dat dan zoodanig erg naar het stadhuis te
komen zonder dat het muziek aan 't spelen
ging Zou de waardigheid der stad daardoor
in iets verminderd zijn Al de incidenten zou
den alsdan geen plaats gehad hebben en de
ondervraging van heden ook piet. Gij vraagt
ons dat er vriendschap en vrede in de stad zou
bestaan, doch het zijn de katholieken zelf die
BELGISCH GRONDKREDIET
lumliizi Maatschappij gaatieht ii 1835
INTREST 5 ZUIVER VAN
ALLE TEGENWOORDIGE
EN TOEKOMENDE LASTEN
j Die obligatiën uitgegeven door deze maatschappij
met een bestaan van bijna 100 Jaar, en beschermd
door de SOCIÉTÉ GÉNÉRALE DE BELGIQUE,
zijn eene volstrekt zekere plaatsing.
©néér meer zijn zij geklasseerd in de portefeuille
van de ALGEMEENE SPAAR- en LIJFRENTKAS
en van talrijke maatschappijen.
AGENTSCHAP
Naamlonze Vennootschap gesticht in 1873
Hypotheekleeniagen aan voardaelige voorwaarden.
dat niet doen. Indien zij niet kunnen besturen
zonder mistevredenheid en onlusten te ver
wekken, dat ze dan besluiten ontslag te
nemen. Tot nu toe heeft in het schepencollege
de beste overeenkomst niet opgehouden te
heerschen tusschen den heer Delahaye, die
schepen van openbare werken is en tenge
volge van zijn ambt dan ook de meeste uitga
ven doet, en den schepen van financiën. Dit
is een bewijs dat wij, alhoewel er geen akkoord
bestaat tusschen katholieken en socialisten,
dus wel gezorgd hebben voor het voordeel
der stad, en wij zijn dan ook besloten alzoo
voort te doen Indien er twist en tweedracht
heerscht, dan is de schuld daarvan aan
anderen, en diegenen die de socialisten op de
teenen stampen, moeten tr zich aan verwach
ten in hun broek geschopt te worden.
M. Sobry. Laat ons nu voort doen.
M. Bonnet. En de stemming over de
dagorde
M. Sobry. Ik vraag dat gij ze zoudt
intrekken.
M. Bonnet. Daar doe ik niets van en ik
eisch dat erover gestemd worde.
M. Delahaye. Ik vraag dat de raad ze zou
verwerpen.
M. Sobry. De heer Bonnet vraagt de
stemming.
M. D'Huvettere. Tot waar leidt die dag
orde Moest de wedde van den burgemeester
op 10 fr. terruggebracht worden, dan zou
ieder schepen, die slechts de helft der wedde
van den burgemeester trekt, maar 5 fr. ont
vangen. Voor de raadsleden ware deze som te
verdeelen door twaalf, zoodat elkeen van ons
slechts 41 centiemen zou trekken voor een
heel jaar hier te zitten. Indien, zooals de heer
Bonnet het zegt, goed werk goed moet betaald
worden en slecht werk ook slecht moet betaald
worden, ben ik toch van oordeel dat wij wat
meer verdienen dan 41 centiemen per jaar.
Of is dit voorstel misschien gedaan om de
crisis te verhelpen
M. Bonnet. De heer D'Huvettere heeft
anders niet gedaan dan mij eens hartelijk
doen lachen, maar ik trek mijn voorstel niet
terug. Als het waar is wat de heer D'Huvet-
tere zegt, dan zal hij toch ook moeten aanne
men cfat een smid, die een steenhouwer zou
nemen voor knecht, dien niet zou kunnen
betalen als een smidsgast. En daarbij heeft de
stadskas, bij die vermindering van wedden, er
alles bij te winnen.
M. Sobry. Ik vraag dat wij deze zitting
zouden sluiten met de eenvoudige verwerping
der voorgestelde dagorde. Ik verwacht dat
van den raad.
M. Missiaen. Die dagorde heeft geen an
dere weerde dan een protest, zij is niets
anders dan een blaam voor den burgemeester.
Wij weten dat zij niet zal aangenomen wor
den, maar de beroeiing die de incidenten in
stad verwekt hebben, de drie politieagenten
die hier in de zaal aanwezig zijn alsmede die
menigte toehoorders, dat alles geeft mij reeds
volledige voldoening.
M. Sobry. M. Bonnet trekt gij uwe dag
orde niet in
M. Bonnet. Neen.
M. Sobry. Laat ons dan erover stemmen.
Stemmen ja de heeren Missiaen, Bonnet
en Coutelle neen de heeren Lemahieu,
Delahaye, D'Huvettere, Laton, Vandamme
en Sobry onthouden zichde heeren Capoen,
Leuridan, Soete en Vergracht.
16. Meiedeelingen.
1) M. Sobry. Wij hebben een brief ont
vangen van een visscher, die gevraagd heeft
om les te mogen geven in 't visschen en van
wege M. Mahieu, pachter van Zillebekevijver,
een weigering heeft opgeloopen om een visch-
kaart te ontvangen. De maatschappij Hen-
gelaarsbelangen en vischteelt steunt de
vraag van dien visscher. De stad heeft echter
een contract gesloten met den heer Mahieu
die .den vijver pacht en aan wien de visch-
vangst toegestaan werd. W ij zijn dus gebon
den met den heer Mahieu, en kunnen aan de
vraag geen voldoening geven.
M. Vandamme En wat zegt het artikel
14 van het pachtcontract
De heer voorzitter geeft er lezing van en
daarin staat er o. m. oepaalddat alle visschers
op gelijken voet moeten gesteld worden.
M. Delahaye. Het is dus niet redelijk dat
men aan dien visscher de toelating weigert.
M. Bonnet. Ik zou meer belang in deze
bespreking stellen, moest de tweede partij,
die in het geval betrokken is, ook gehoord
zijn geworden. Waarom zou de heer Mahieu
dien persoon geweigerd hebben Er moet