IN DEN STORM ROOT Dancing Victoria—Palace De Lustige Pierrots uit Antwerpen 13-8-1932 I-Iet Ypersche-2e Bijvoegsel-JL,a JFtepion d'Ypres N° 19 STAD YPER, St-Jacobstraat (dicht bij de Gr. Markt) Mengelwerk van Het Ypersche Nr 4 Roman door A. BRULEZ (Vervolg) Kalm bleef het echter niet. Nauwelijks waren vader en zoon ingeslapen of de beschie ting begon, zoodat zij opgeschrikt en half ge kleed naar den kelder moesten vluchten. Sprakeloos, rillend van koude en angst volg den zij iederen slag na 't gruwelijk gefluit, en prevelden soms een gebed in de bange stilte die volgde. De toestand der stad verergerde dan ook van dag tot dag, André werd aan zijne droo- merijen onttrokken door de immer toenemende beschieting, de steeds aangroeinde troepenbe wegingen en door zijne uitstapjes in de stad, die hij met toewijding deed, 't zij om hulp te bieden aan gekwetste, aan noodlijdende of verhuizende medeburgers. Ten einde de droevige, lange avonduren te helpen voorbijvliegen had hij een dagboek aangelegd waarin hij de voornaamste gebeur tenissen dag voor dag neerpende. Na een zijner bezoeken aan de stad gaf hij er aldus den toestand van terug Vandaag heb ik het akeligste schouwspel aanschouwd dat ik ooit te zien kreeg: het uitzicht der stad, na wekenlange beschieting, is zoo droevig dat ik het nooit vergeten zal. Zoodra ik buiten kom, zijn reeds overal de teekens der verwoes ting zichtbaar de muren der huizen zijn door spekt met roode pleisteis, waar de bomscher ven zijn afgebotst op de baksteenen nergens is er een ruit gansch gebleven en de straten zijn als omgewoeld, vol bulten en kuilen, voor het station liggen de plaveisteenen als uitge goten, de stadslantaarns zijn er als zwavel stokken afgebroken, de sieraadboomen lig gen lang en stijf geveld of tot splinters uiteen geslagen tusschenin, uitgezweepte aardklom pen, stukken hout en glasscherven. Overal vertoonen opengescheurde huizen, hun scheef- hangenden of vergruisden inboedel, andere zijn toegevallen als kaarthuisjes, waaronder zij vaak hunne inwoners bedolven verder zijn ze uitgebrand en vertoonen niets meer dan zwartgewolkte muren. Op andere plaat sen laait de vlam nog hoogde lucht in en lekt en knaagt en knettert of laat zich onder 't ge- streel van den wind nog langer uitrekken om nieuw voedsel te bereiken. Op de markt zijn onze eeuwenoude, prachtige Hallen versmol ten of vergruizeld tot een armzalig wrak ter wijl de uitgebrande toren als een geraamte hoog de lucht in rijst en om wraak roept, daar in ter zijde gestaan door den zwaar opschie- tenden zustertoren van St-Maartenskerk. Hier en daar liggen omgesphoten, gerad braakte karren, munitiewagens en verpestende paardenkrengen, met uitpuilende blauwe dar men als fietsbanden of dikgezwollen balg, als een draakballon. En toch leven er nog menschen tusschen die rookende en puindreigende overblijfsels burgers huizen in kelders en kasematten soldaten schuilen in verlaten gebouwen legerbenden stappen zingend en fluitend door die verwoesting, paarden draven met vuur- slaanden hoefslag doer de straten, motorfiet sen schieten als schichten voorbij en zwieren in duizelige vaart de straathoeken om. En straks of morgen begint de slachting weer Akelig, droevig, hemeltergend en wraakroe pend. In zulke omstandigheden vond Mijnheer Terdam het al roekeloos nog te willen blijven. André, jongen, zeide hij, na een hevige beschieting, ik weet niet waarom wij hier nog langer zouden blijven. Het wordt hoe langer hoe slechter Ja, vader, maar waar naartoe vroeg hij met een anstigen blik, daar hij graag gewacht had tot hij wist waar Elza verbleef. Wel niet ver, meende vader ik neem het voorstel aan van Pieler Das, en wij ver huizen al onze meubelen naar zijn huisje op den Vlameiting.-chen Steenweg. Daar is het neg kalm. Br st zoo beaamde Andté met een zucht van vei lichting. Ik zal den wagen vragen van Ghes k ere, die met zijn muilezel alles zal verhuizen. Andié begaf z:ch op weg in de eeiste uren van den dag. Alies w s kalm, geen schot viel, niemand zou gedacht hebben dat hij zich in een helegerde s ad bevond. Alleen 't geronk van een paar kwaad brommende motor-vogels snorde door de lucht en hun stil zwevend geraamte stak grauw af als een ontzaglijke sylphide op den spoiloos blauwen mantel der luchtaf en toe, geraakt door de zon op hun blinkenc harnas, schoten zij gensters uit. Al met eens schrikte de jongeling op, door de losbranding van drie kanonschoten in zijne nabijheid. Instinctmatig had hij zich in een deurportaal geworpen, maar hij dacht onmid- dellijk aan de drie anti-aircraft kanonnen die op 't .Vlinneplein stonden, hoorde drie nieuwe schofen knallen en zag inderdaad nu zes witte, watten bellen openzwcllen in de rich ting van een der vliegtuigen. De vliegenier scheen er zich weinig aan gelegen te laten, want hij k erde op zijn vlucht terug en be schreef twee groote kringen boven zijn aan vallers Andié 'stond nog met belangstelling deze bewegingen na te zien, toen er zich een snel, schurend gefluit deed hooren, gevolgd door een geweldigen knal en op het Minne plein st< eg er eene dikke, zwarte rook en stofwolk de lucht in, waarop een regen volgde van aarde, stukjes staal en splinters hout. Ze schieten reeds op de aangeduide batterij I dacht hij, en hield zich stil in zijne deurholte. De vliegenier beschreef nog een kring en een schot kwam neer, vetl nader, vlak in een huis der Elvcrdiriuhestraat. De wolk die opsteeg was rood van 't pannengruis en meteen weerklonk een scherpe kreet: Hulp Hulp die akelig weergalmde in de eenzaamheid. Alle gevaar misprijzend vloog André naar 't beschadigd huis toe, doch eer hij het kon bereiken liet hij zich plat ter aarde vallen, daar een derde granaat haar akelig gefluit liet hooren, die toch verder van hem en dichter bij haar doel terecht kwam. Toen hij zich op richtte, z^g hij nog twee engelsche soldaten uit een keldermond kruipen, om ook hulp te bieden. De deur van 't getroffen huis, door de lucht verplaatsing uit hare hengsels geschokt, lag schuins in den gang gevallen en knelde tegen den muur, het lichaam van een jong meisje, dat eene bloedige wonde aan het hoofd droeg. Juist toen A; dté de plaats bereikte opende zij de oogen en riep nogmaals, doch veel flauwt r hulp De twee soldaten sprongen bij, hielpen de deur verwijderen en 't meisje te been brengen, doch zij wankelde weer, sloeg beide atmen om André en smeekte in een zucht. Mijnheer Terdam vader... moeder in de keuken I.. Daarop sloot ze de oogen weer en viel in bezwijming. Tot de engelsche soldaten dieniets verstaan hadden zeide hij See her father and mother in the kitchen Hij vleide 't meisje voorzich tig op de platgelegde deur en, met zijn zak doek, legde hij een verband op de hoofdwon de. Bij toeval zag hij een gereedgestèlde kruik water op de trap staan en trachtte door besprenkeling het meisje weer te doen bijko men, toen de engelschen uit de keuken riepen I say... come here Hij liep er henen en moest hulp bieden om twee bewustelooze lichamen uit te trekken van onder het neergestorte keukengewelf dat schuins door de kamer hing. Daar ook werd met fiisch water gewerkt om het stof uit de aangezichten te verwijderen en het leven weer op te wekken, terwijl een der engelschen weg liep om een ambulanciewagen te halen- De redders waren zoozeer bekommerd met hun werk, dat zij niet eens meer hoorden hoe de granaten, die hun doel nader bereikten, slag op slag den grond deden daveren. Zonder dat zij erin gelukt warende slacht offers tot bezinning te brengen, hc orden zij met genoegen den autowagen voor de deur stil houden twee met rood-kruis-ombande armen kwamen te voorschijn en, zonder nut teloos gepraat, zooals alleen de engelschen dat kunnen, werden de drie gekwetsten opgeladen en in vlugge vaart buiten schot gevoerd. (Vervolg aanslaande wcekj. i —I 11-11 Hl-Ill HM— Ter gelegenheid der Tuindagfeesten - Zondagen 14 21 Oogst 1932 - met bijzondere volle medewerking van het vermaard Jass Band Orkest L i Buitengewoon nieuw programma met SELEFONE waar wij onzen KOMIEK JAM in volle werking zullen zien die iedereen zal doen lachen. Virders alle Zondagen BAL met verandering van Orkest.

HISTORISCHE KRANTEN

Het Ypersch nieuws (1929-1971) | 1932 | | pagina 9