Gemeenteraad van Yper
09 instelling der Niauws Gemeenteraden
2
beperking der uitgaven.
En de Regeering kan dat doen, zoo ze wil.
Zoo nam de Fransche minister president een
dekreet waarbij tot 3t December ig33 alle
aanwerving van ambtenaren, agenten, bedien
den en werklieden in de besturen en Staats
inrichtingen geschorst werd.
Dat kan onze regeering ook.
Het is onverklaarbaar dat de Staat iioo
ordonnansen, knechten van de officieren moet
onderhouden, wat ruim i5 miljoen kost in
het jaar.
Het is onverklaarbaar dat bijna alle hooge
legeroversten in werkelijken dienst 100 in
valide zijrU en zoo aan den Staat honderden
miljoenen dubbele wedde onttrekken.
Het i&jonverklaarbaar dat de Staat door de
pensioenwet van 14 Juli ig3o kostelooze bij
dragen geeft zoo de belanghebbende geen
24.000 fr. belastbaar inkomen heeft. Hoeve-
len zijn er niet, die goed door de wereld gera
ken en nog een pensioen van den Staat a!s
geschenk krijgen.
Het is onverklaarbaar dat de Staat dat leger
bedienden en bureelratten blijft onderhouden.
Volgens de laatste gegevens telt het personeel
der belastingen duizenden bedienden, te veel
in de middenbesturen en veel te weinig in de
provincie.
Het is onverklaarbaar hoe de Staat de
schreeuwende misbruiken in zake werkeloos
heid blijft dulden. Er zijn veel werkloozen
die gelegenheid tot werken hebben, maar ze
niet willen te baat nemen of door hun syndi
caat teruggehouden worden er zijn er velen
die pogen van hun patroon een bewijs van
werkeloosheid machtig te worden om al
doppende toch te werken. Zoo de vergoeding
slechts 10 van het loon ware, dan zouden
de werkloozen zich zelf komen aanbieden
brengt de vergoeding op 100 hoeveel
werklieden zullen er nog aan 't werk blijven
Het is onverklaarbaar dat de Staat al die
miljoenen aan werkloozensteun vergooit zon
der er iets voor in de plaats te krijgen. Hoe
veel werken van openbaar nut konden niet in
het leven geroepen worden met die sommen
en welken dienst zou men niet bewijzen aan
de werkloozen zelf ze zouden het geschon
ken geld niet meer moeten aanzien als een
toegeworpen aalmoes maar het met fierheid
aanzien als een rechtmatig loon.
Het is onverklaarbaar hoe de Staat dat
leger vreemde werklieden in alle ondernemin
gen duldt, terwijl zijn eigen kinderen geen
werk hebben en moeten onderhouden zijn.
Het is onverklaarbaar hoe de regeering de
onbeschaamdheid duldt t an talrijke kamer-
heeren die 42.000 fr. opstrijken en een hoop
bij bedieningen hebben enkel en alleen omdat
ze gekozenen des volks zijn en de rest aan hun
hielen vagen. Een zitpenning kon in dat
domein odk al wonderen verrichten.
Het is onverklaarbaar hoe de Staat die hon
derdtn commissiën en zendingen in den
vreemde, welke miljoenen aan 't land kosten,
nog voort dul lt; echter buitenkansjes en winst
gevende uitstapjes voor de uitgelezene afge
vaardigden die het wonderwel aan boord leg
gen om het nuttige met het aangename te
paren.
Het is onverklaarbaar hoe de Staat de
oorlogswoekeraars, de markenzwendelaars,
de oorlogsschade-uitbuiters voort van hun
onrechtvaardig verkregen miljoenen laat ge
nieten
Het is onverklaarbaar hoe de Stdat volhardt
in de dwaze drift van bouwen en breken, on
teigenen van eigendommen, aankoop van oor
logstuig, enz. om korten tijd nadien heel den
boel weer onderst boven te keeren. Dat is wat
men in Vlaanderen noemt, het geld met hamers
breken
De oorzaken der misplaatste uitgaven ken
nen, op de hoogte zijn der misbruiken is iets,
maar den stier'bij de horens pakken is wat
anders.
Ons budjet is een doorboord vat, of beter
een Danaïdenton zonder bodem. Men diende
vooraleer er nieuwe miljoenen in te gooien,
de spleten te stoppen, een bodem er in te leg
gen met den oorlog te verklaren aan alle geld
verspillingen
Handen af van 't spaargeld en den voort
brengenden arbeid wegruimen van al de
wantoestanden in alle regeeringsmiddens en
de miljöeren zullen opdagen zon^pr altijd de
lasten op den zelfden rug te leggen.
Zoo niet dan is het evenwicht in 't budjet
een hersenschim, die op bittere ontgoocheling
uitdraait en staan we toekomende jaar voor
dezelfde moeilijkheden. E. Kerbo
Zitting van Maandag 9 Januari 1933, om 17 nar
1. Eedaflegging der nieuw verkozen raads
leden.
2. Opmaken der voorrangslijst.
3. V er kiezing der Schepenen. Eedadeg-
gi»g-
4. Proces verbaal der zitting van 27 De
cember iq32.
In het Staa sblad van 3l December zijn de
onderrichtingen verschenen, aangaande de
aanstelling der bij de jongste vernieuwing
verkozen gemeenteraadsleden, waarvan het
mandaat, bij toepassing van artikel 78 der
gemeentekieswet, op 1 Januari tg33 aan
vangt.
Evenwel blijven, overeenkomstig artikel 83
van gezegde wet, de huidige gemeenteraden
hun ambt waarnemen, indien de aanstelling
van den nieuwen raad mocht uitgesteld zijn.
Aanstelling en beëediging der raadsleden
Het college der in bediening zijnde burge
meester en schepenen moet de belangheb
benden ter aanstellingsvergadering oproepen.
Wanneer de bevoegde overheid in het ver
vullen dezer formaliteit zou blijk geven van
onwilligheid, zou een bijzonder commissaris
in haar plaats moeten optreden, onder de
voorwaarden voorzien bij artikel- 88 der
gemeentewet.
Üe aanstellingsformaliteit bestaat in het
afleggen van den politieken eed die, voor de
burgemeesters, schepenen en gemeenteraads
leden, bepaald is als volgt Ik zweer ge
trouwheid aan den Koning, gthoorzaamheid
aan de Grondwet en aan de wetten van het
Belgisch Volk
Door de eedaflegging zijn de raadsleden in
hun bediening bevtstigd. De eed moet ter
openbare vergadering en in de handen van
den burgemeester of van diens plaatsvervan
ger afgelegd worden.
Indien de titelvoerder van het nieuw bur
gemeestersmandaat benoemd is, moet deze
de aanstellingsvergadering voorzitten na eerst
den eed te hebben afgelegd in de handen van
den gouverneur of van dezes afgevaardigde.
Is er nog geen ni-uwe burgemeester benoemd
of heeft de nieuwe titelvoerder den eed nog
niet afgelegd, zoo is het de burgemeester,
die op dat oogenblik in functie is, of degene
die hem overeenkomstig artikel 107 der ge
meentewet vervangt, die de aanstellingsver
gadering moet voorzitten vermits de gemeen-
teoverhedei in bediening blijven tot dat de
nieuwe raadsleden zijn aangesteld.
Indien de burgemeester of de waarnemende
burgemeester niet herkozen is, behoudt hij
zijn tweevoudige hoedanigheid van raadslid
en van burgemeester of van schepen, en bij
gevolg zijn bevoegdheid om de aanstellings
vergadering voor te zitten en om den eed der
nieuwe raadsleden af te nemen totdat hij,
door de aanstelling van laatstgenoemden, be
hoorlijk vervangen is.
Dus, voor wat Yper betreft, zal de aanstel
lingsvergadering van den gemeenteraad, die
Maandag aanstaande plaats heeft, nog voor
gezeten worden door den heer Sobry, uittre
dende burgemeester en niet herkozen raadslid(
tenware de nieuwe burgemeester intusschen-
tijd benoemd worde en deze reeds zi jn eed
in handen van den heer Gouverneur zou afge
legd hebben.
Is de burgemeester opnieuw gekozen, dan
blijft hij. zoolang hij niet herbenoemd of ver
vangen is, zijn functie van burgemeester, zelfs
na de raadsaanstelling, uitoefenen, doch om
zijn hoedanigheid van raadslid te behouden
welke onontbeerlijk is voor de uitoefening van
zijn burgemeestersambt en die hij door de
aanstelling van den nieuwen raad zou verlie
zen, moet hij als raadslid den eed afleggen
met zijn collega's daar hij zijn eiger. eed
niet kan afn men, wordt hij aanzien als
tijdelijk belet en voor het vervullen dezer
formaliteit, vervangen door een der raads
leden, naar de anciënniteit
Worden als ontslagnemers aanzien de
gemeenteraadsleden die, na twee achtereen
volgende oproepingen tot de eedaflegging
ontvangen te hebben, zich zonder wettige
reden onthouden den eed te komen afleggen.
Iedere verkozen candidaat mag, na de goed
keuring zijner verkiezing, aan het hem op
gedragen mandaat vóór zijn aanstelling ver
zaken. Om geldig te zijn moet deze verzaking
aan den raad schriftelijk bekend gemaakt
wore en.
Mogen niet tot de beëidiging toegelaten
worden de tot gemeenteraadslid verkozen
candidaat die met zijn mandaat van raads
lid onvereenbare ambten uitoefent, bij
voorbeeld een beroep of ambacht uit hoofde
waarvan hij van de gemeente een wed le of
toelage ontvangt, alsook sommige personen
van eenzelfden raad uit hoofde van de banden
van bloed of aanverwantschap die tusschen
hen bestaan
De beslissing, waarbij over de geloofsbrie
ven der verkozenen uitspraak/wordt gedaan,
bepaalt, over 't algemeen, de raadsleden die
onder de toepassing dezer bepaling vallen en
duidt degenen aan, dieniet tot de beëediging
mogen toegelaten worden, indien hun bloed
of aanverwant aangesteld is.
In geval van geschil kan de bestendige de
putatie geroepen worden om uitspraak te doen.
Rangorde der Raadsleden
Onmiddellijk na de eedaflegging wordt er
tot het opmaken der voorrangslijst van de
raadsleden overgegaan
De voorrangslijst wordt geregeld naar de
dienstjaren der raadsleden en dit te rekenen
van Jen dag der eerste inbedieningtreding en
ingeval van gelijken diensttijd, naar het aantal
bekomen stemmen.
De thans in bediening zijnde raadsleden
moeten dus, als zij hei kozen zijn, volgens hun
dienstjaren, staan bovenaan de lijst, mits
evenwel niet uit het oog te verliezen dat,
ingeval van onderbreking in het mandaat van
raadsheer, de diensten vóór de onderbreking
niet in aanmerking komen voor de dienst-
jarenbepaling de andere raadsleden worden
gerangschikt volgens de bekomen stemmen.
Onder het aantal bekomen stemmen dient
alleen verstaan het getal stemmen, welke, bij
toepassing der van kracht zijnde kieswet, aan
eiken candidaat na overdracht der lijststem-
men werden toegekend en zooals dit getal
blijkt uit de processen .verbaal der verkiezing.
Onder het huidig stelsel zou er geen andere
berekening der stemmen voor het rangschikken
der raadsleden kunnen toegelaten worden
zonder in strijd te zijn met de klare en juiste
bepalingen der wet.
Bij staking van stemmen tusschen candida-
ten eener zelfde lijst wordt de voorrang be
paald door de orde van candidaatstelling.
Indien er staking van stemmen bestaat
tusschen candidaten van verschillende lijsten
wordt de voorrang vastgesteld volgens den
leeftijd.
De vaststelling van de voorrangsorde der
zonder strijd verkozen gemeenteraadsleden
dient behoudens de toepassing van artikel
107, lid 3, der gemeentekieswet geregeld