2 a Hande s- en Nijverheidskamer YPER Algemeeie Vergadsriog ran II Februari 1933 CHRMBRE DE COMMERCE D'lfIDUSTRIE La Prochaine Conférence Manèlaire et Economique Internationale. Fédèration des Sinistrés de l* Arrondissement d'Ypres Compte-Rendu de la Reunion du 12 Février 1933 op de overige gedeelten Waarom de dóór* snede niet uitdelven op eene diepte dat den Bodem der vaart uit goeden grond kan samen gesteld worden en de oevers ook, zooals in .lïandere deelen De heer Ingenieur spreekt vao glooiingen met uitgekozen gronden. Glooiingen en bodem uit bijzondere gronden en de vaart Yper Komen ware verwezenlijkt. Voor wat betreft de bergkanten die kunnen njtorten, men behoeve slechts de geul wijd genoeg te maken opdat de instortingen de vaart niet kunnen bereiken. Er zijn verscheidene soorten van metalen. "De eene weerstaan aan de guurheden van het weider, de andere niet. Koper, zink, lood weerstaan, maar tizer niet. Daarom bedekt -mSn ijzer met eene laag wit van lood of zink m^t olie gemengd. Er zijn verscheidene soorten van gronden. 3e eene weerstaan aan de guurheden van het w^der en de andere niet. Waarom ware het nigt mogelijk de Ypersche klei te Hollebeke re.Fedekken met een soort grond die weer staat Men kent het vraagstuk. Wie geeft ons de oplossing Een laatste woord. De heer li genieur Aug. D. doet beroep op den heer Minister Sap als zoon der streek. Wij doen op hem beroep als zoon van het Westland ten voor- -deele der Hoofdstad van dit Westland, opdat h j haar teru^geve wat zij door den oorlog vejtJoor, niet alleenlijk om haar roemrijk ver eden maar ook om wat ze leed én voor de 'ryheid van het Westland én voor de vrijheid van het Vaderland. Een Ypctsch Kind. De heer Hector Vermeulen zit vóór. Een groot aantal leden hebben, gezien de belang- -i;feheid der dagorde, er aan gehouden tegen wqordig te zijn. De heer Toussaert geeft lezing van het ver slag der laatste algemeene vergadering dat goedgekeurd wordt. De heer Voorzitter bedankt de leden om •jjpne talrijke opkomst, hetgeen bewijst hoe gróót het belang is welke zij stellen in de oplossing van het punt dat aan de dagorde staat. Gedurende üeze laatste maanden, zegt hij, was het onmogelijk, om reden der kies- periode, bij de hoogere besturen aan ie drin gen. Nu echter dat er opnieuw een stand vastige toestand nestaat, is het oogenblik gekomen om onze werking voort te zetien ten voordeele der voltooiing van onzen waterweg naar den Yzer. Er blijft uit te voeren het baggeren van het bovenpand, het baggeren bij bteenstraete, de vervanging der ijzerweg- orug bij Caeskerke en ook, om onze verbin dingen met Veurne en Duinkerke te verge makkelijken, de verlenging van het Sas der Fhitele, hetgeen reeds in 1914 besloten was. Een afvaardiging van uw bestuur had daar over een oudeihou 1 met ons nieuw schepen college, en de heer Burgemeester Van der Ghote heeft "beloofd een gehoor te vragen aan den heer Minister Sap. Wij verwachten den uitslag van du bezoek om onze werking aan te vangen. Maar een nieuw feit heeft zich opeens voorgedaan de vergadering van Dixmude. Door de besluiten aldaar genomen, wordt de verbinding der Leie aan den Yzer op de dag orde der openbare meening gebracht en de kwestie van het herstel onzer vaart Yper- Komen op den voorgrond geschoven. In 1914 was deze verbinding om zoo te zeggen opge ost en, ware de oorlog hier niet alles komen vernielen, dan zouden thans de schepen tusschen Komen en Yper varen. De door snede van den berg van Hollebeke is niet onoplosbaar en moeilijker werken dan dit -worden thans uitgevoerd. - Spreker doet een terugblik in de geschie denis van Yper. Eerst den tijd van den groolen bloei en macht, wanneer langs Nieuw- poort de wollen van EngelantJ en Spanje den Yzer en de Yperlee opvaarden. Werd de stad Yper in 1914 1918 vernield omdat zij iet kruispunt is aller wegen tusschen twee stroombekken, zoo werd zij Ook, om hare ligging, gedurende de MiddeleeuWsche oorlo gen een machtig bolwerk dat dikwijls van meester veranderde en een gewichtige sleutel was in de handen van zijn ovprheerscher. Ook werd hier alles onderworpen aan de noodwendigheden der verdediging. Dütar ligt de- groote oojzaak van den val onzer stad. Onder onze bevolking bleef niettemin een geest van heröpbeuring bestaan en in de jaren i635 1640 werd de vaart Yper - Yzer gegra ven. En nauwelijks was deze verbinding geschapen of de Yperlingen betrachtten om hunne stad ook aan de Leie te verbinden. De geschiedenis leert ons wat het al kostte aan moeite om voor dezen weg eene oplossing te bekomen, want het was slechts na de ont manteling onzer vestingen en wanneer ein delijk een nieuwe lucht kon geademd worden dat de pogingen gelukten en dat in 1862 de werken aangevangen werden. Het is ons belang en ook onzen plicht te ijveren voor het herstel der vaart Yper Komen. Moesten wij aan dezen plicht tekort blijven, dan zouden wij onwaardig zijn van onze voorouders en eene verantwoordelijkheid vol schande dragen tegenover de geslachten, die ons zullen volgen. Eene langdurige bespreking volgde op deze uiteenzetting. Verscheidene handelaars haal den feiten en cijfers aan die bewijzen in welke ondergeschiktheid zij zich bevinden tegenover hunne confraieis der steden met waterweg. Het minste dorpje, dat langs een ijzerweg of eene tramlijn ligt, is sedert den oorlog zoo goed gelegen als Yper. Allen drukten hunne verontwaardiging uit over het feit dat, vijftien jaren na het einde van den oorlog en bijna twin- tig jaren na het begin, Yper nog moet bedelen om van het Vaderland terug te bekomen het gfen het tot zijne verdediging bezigde. De marteling, door onze stad en onze bevolking geleden, verdiende beter beloond te worden. Alle leden waren t'akkoord om, na het bezoek van den heer burgemeester, onmiddellijk eene beweging aan te vangen. Een lid maakt bekend dat de Nationale Maatschappij van Buurtspoorwegen betracht aan Vrouw Wed. Van Limburg, wier familie sedert langen tijd een vervoerdienst uitoefent tusschen Merckem en Yper te beletten haren dienst voort te zetten. Het bestuur wordt belast de heeren Burgemeesters der betrokken gemeenten daarover in te lichten en hunne tusschenkomst te vragen. Leden klagen over de verachtering der briefbestelling in de Maarschalk Fochlaan. Stappen zullen daarvoor aangewend worden. Het stationneeren der ledige autos van de krameniers op de maikt is eene groote be lemmering voor het verkeer en voor het plaats nemen der voeilieden, en het bestuur wordt belast de aandacht van het stadsbestuur daarop te vestigen. De inrichting der markt wordt ook besproken en het bestuur stelt voor eene commissie van bevoegden te be noemen om dit vraagstuk grondig te onder zoeken. De heer Voorzitter geeft uitleg over de inrichting der iod,! Handelsfoor. Alles doet een prachtigen uitslag voorzien. De inschrij vers zijn reeds talrijk en een schoone tomoola zal aan de bezoekers geschonken worden. De heer Voorzitter maakt bekend dat de algemeene vergadering van Zaterdag 4 Maart zal gepaard gaan met eene voordracht gege ven door den heer G. L. Gerard, Bestuurder van het Comité Central Jndustriel over het aanstaande Wereldsch Economisch Con gres De Voorzitter vestigt de aandacht der leden op de voornaamheid van den spreker en de belangrijkheid van het onderwerp. Hij drukt de hoop uit dat de leden er aan zullen houden talrijk aanwezig te zijn. De Schrijver. Ed. TOUSSAERT. Samedi 4 Mars 1933, Conférence par Monsieur Gustave L. Gérard, Directeur Général du Comité Central Industriel sur M. l'avocat Arth. Butaye, président, assisté de M. L. Geuten, directeur de la Coopérative pour dommages de guerre, k Wervicq, ouvre la séance a 14 h. 3o. Parmi les délégués présents, nous remar- quons M.M. Deleu, bourgmestre de Mes sines, et Vermeulen, ff. bourgmestre de Saint- Jean. M. Ie Dr Brutsaert, ancien représentant, qui n'a jamais cessé de prouver toute sa sym pathie a la cause des sinistrés, vient peu de temps après se joindre a eux. M. Ie Président fait a l'assemblée l'exposé de Ta question du paiement en titres et dit oü en sont actuellement les choses, après des échanges de lettres avec le ministère, et après différentes audiences qui, par suite des rema niements de ministères et aussi par suite des difficultés financières dues k la crise, n'eurent pas le résultat attendu. M Geuten dit qu'ón a peut être eu tort d'accepter sans protester les titres en paie ment au moment oü ils cotaient presque le pair. A ce moment, la perte était quasiinsighï- fiante, mais maintenant que les titres ne valent plus que les trois quarts, les sinistrés sont dans l'impossibilité d'effectuer le reaipïói et se trouvent Irustrés d'un quart de leur avoir. M. le Président lui fait observer que, d'après la législation en vigueur sur les dom mages de guerre, ce paiement en titres n'a jamais éié légal. Aussi k la dernière lettre ministéiiclle, la Fédération a t elle répondu qu'tlle ne pouvait accepter ce paiement en titres dépréciés, aussi longtemps que l'Etat ne consentait a compènser la perte subie par la réalisation de ces litres. Mais une nouvelle crise minis!érielle est survenue et la situation est restée inchangée. A Dinant, on se propose d'intenterun procés a l'Etat, mais M-.te Pié- sident trouve qu'il serait préférable d'avoir encore une entrevue avec M. le Ministre des Finances Le moment favorable parait venu, et la Fédération pourrait, avant d'avoir recours aux mesures exirêmes, demander une nouvelle audience ministérielle. Les délégués présents approuvent cette proposition et décident d'en informer, ainsi que précédemment, les déégués des sinistrés de Dinant et de Visé, et la Chambie de Com merce d'Ypres, de Roulers, de Furnes tt Ue Nieuport, afin de s'assurer leur appui. Le deuxième point a l'ordre du jour est le manque de commissaires d'Etat aupiès du Tribunal des dommages de guerre. Depuis cinq ou six mois il ne restait plus que deux commissaires d'Etat et M. le commissaire principal Verveicken avec deux inspecteurs de remploi. Fin décembre, un des deux com missaires ne fut pas renommé, de sorte qu'au lieu d'êt e terminée cette année, la liquidation des dommages de guerre durera encore deux ou trois ans. M le Président dit qu'il a re^u une lettre de M. le directeur général Verhaeghe, l'infor- mant de ce que les inspecteurs adjoints sont, depuis le dénut de cette ani ée, aussi commis- sionnés en qualilé de commissaiie de l'Etat, et qu'ainsi M. le commissaire principal est assisté de trois adjoints pour l'apurement des demandes en réparation. M. le Président estime que c'est jeter de la poudre aux yeüx les inspecteurs du remploi n'ont pas la compétence dts commissaires de l'Etat dont la profession est tout autre, et leur besogne exige déja tout bur temps. M. le directeur général dit encore que le nombre des demandes restant a instruire s'élève a 154, alors q^e suivant une iéponse du ministre, parue aans les Questions et Réponses du 9 février il en reste encore 676 a Bruxelles et a Ypres, plus I28,devant le Tribunal. En plus de cela, il reste encore environ ioou dossiers a terminer par des homologa- tiors ou des transactions, concernant la recon struction d'immeübles par l'Etat ou la restau- ration des terres. Or, ces affaires demandent autant de temps et autant de travail que les autres. Bien qu'il ne reste efïectivement plus qu'un seul commissaire pour instruire toutes ces affaires, il ya trois présidents du Tribunal qui sont tenus a siéger au moins une fois par semaine. Enfin, tous les chiffres officiels se contredisent et donnent lieu a des confu sions M. le Président se propose done de répon- dre a MVerhaeghe que ses explications ne donnent pas satisfaction et de lui faire reraar- quer en mème temps la contradiction entre les chiffres donnés. La Fédération est dans l'impossibilité de connaitre au juste ce qui se passé dans les bureaux de la caserne mais ceux qui pour leurs affaires ont a fréquenter le Tribunal des dommages de guerre constatent que la ma- nière de voir exprimée par M. le directeur général ne concorde pas avec la réalité des faits. II serait bon d'avoir a ce sujet un entre- tien avec M. le directeur général. En atten dant, il est regrettable de voir que Ton ait renoncé, sans motif fondé et simplement pour plaire a la galerie, aux services d'un commis saire d'Etat rapide et expérimenté. Le dernier point de l'ordre du jour compor- I

HISTORISCHE KRANTEN

Het Ypersch nieuws (1929-1971) | 1933 | | pagina 2