M. Van der Ghote. Voor artikel 19, on derhoud van straten en openbare plaatsen, wordt zelfde inkrimping voorgesteld. Dit artikel is dus van 80.009 fr. op 72.000 ver minderd. M. Van der Ghote. Artikel 53 der uitga ven, voor het personeel der waterleiding, wordt van 45.000 fr. op 41.500 fr. herleid. M. Leuridan. Ik zie dat dit hier op het personeel betrek heeft. M. Missiaen. Ja, dit is voor de loonen. Zullen die ook verminderd worden M. Delahaye. Neen, doch er zijn twee stadswerklieden afgestorven. M. Van der Ghote. Artikel 54, water leiding verscheidene kosten, wordt van 100 000 fr. op 91.000 fr. verminderd. Dit maakt samen een besparing van 35 000 fr. M. Van der Ghote. Het schepencollege stelt ook voor artikel 39 der gewone uitgaven, zijnde de jaarwedden van den secretaris, de brigadiers der politie en van de politieagen ten, met i5 000 fr. te verminderen. Uit ver- rechtvaardigt zich omdat een der politieagen ten op pensioen gestel 1 en niet vervangen wordt. Uit artikel wordt dus op 2o5.goo fr. gebracht. Verders mag artikel 65 der gewone uitgaven, dat een krediet van 10.000 Ir. voor zag als aandeil der stad in het Nationaal Crisisfonds, uitgeschrapt worden gezien er daarvoor nu ook niets meer in den buiten gewonen dienst voorzien wordt. Er werd immers besloten de vroeger voorziene som van 90 000 fr dit jaar in de begrooting niet in te schrijven, aangezien wij niet weten wat of wanneer wij zullen moeten betalen. Daarom vragen wij nu ook het krediet in den gewonen dienst uit te schrappen. M. Missiaen. Het is zonderling dat gij dit niet weet. Heeft het Werkloozenfonds niet betaald Welnu de stad moet to geven op de uitgaven van het crisisfonds, het is dus gemakkelijk om uit te rekenen. M Van der Ghote. De stad heeft tot hiertoe nog geen enkele rekening ontvangen, zoodat wij om zeggens zeker zijn dit jaar daarvoor niets te moeten uitbe alen. M. Missiaen. Moest gij de rede gelezen hebben die de heer Jaspar verleden Donderdag heeft uitgesproken, dan zoudt gij van een ander gevoelen zijn. M. Van der Ghote. Wij zullen dit afwach ten. Artikel 65 valt dus weg. Ingevolge de gestemde veranderingen aan de verordening op het watergebruik, dient artikel 14a der gewone ontvangsten, betrekkelijk de opbrengst der watervoorziening, vermeerderd te worden met 27.500 fr., zijnde ongeveer i5 °/0 van het geïnd bedrag. Dit artikel wordt dus tot op 193.5oo fr. verhoogd. Ingevolge ook het ultimatum, dat wij van de Commissie van Openbaren Onderstand ontvingen, moet het artikel 43 der gewone uitgaven, pacht van het politiebureel, met 1000 fr. vermeerderd en van 4000 fr. op 5ooo fr. gebracht worden. Te zamen zijn er dus in den gewonen dienst voor 142 800 fr. uitgaven in meer en voor 6o.5oo fr. uitgaven in min, zoodat de uitgaven sluiten met een dtficiet van 82.3oo fr., wat in den gewonen dienst een deficiet laat van 8.3oi fr. 00. De begrooting, zooals ze vroeger opgesteld was, sloot met een tegoed van 4.646 fr. 11, zoodat de gewone dienst der ttadsbegrooting nu sluit met een tekort van M. Leuridan. Wij hebben ons onthou den om door een neen stemming de uitzinnige houding niet te hebben van de uitgaven te hebben gestemd zonder voor de noodige in komsten te zorgen, doch wij hebben ook niet ja gestemd omdat gij hier in een half uur tijd door dun en door dik in de cijfers hebt gekorven. Door den nood gedwongen zijt gij er wat onbezonnen doorgegaan, hetgeen u in den loop van het jaar nog bittere verrassingen zou kunnen bezorgen. 6) Mededeelingen. 5 M. Leuridan. Tijdens de laatste geheime zitting werd ons het besluit medegedeeld dat door het schepencollege genomen werd aan gaande de vraag van den heer professor Daels, voorzitter der vlaamsche wetenschappelijke congressen, die aan de stad een toelage vroeg voor het Yperman's feest dat men hier zinnens was in te richten. Er werd door ons alsdan gezegd dat ook wij terugdeinsden om daarvoor een toelage van i5.ooo fr. te stemmen, en dat was ons ingegeven door onze bezorgdheid voor de schaarschte van de financiën der stad. Maar nu heeft de heer professor Daels, met wien het schepencollege hier een ondei- houd heeft gehad, zijn eerste vraag om toela ge herleid tot een tamehjk kleiner en meer aanneembaar bedrag en, gezien den moeilij ken geldelijken toestand der stad, besloten het schpon en grootsch plan van hulde aan Yper- man op te geven Thans echter heeft hij be sloten dit plan van hulde aan Yperman, een der wereldberoemdheden en een der lichten op geneeskundig gebied, tot een meer beschei den feest te bepalen en tevens een congres van verpleegkunde en sociale geneeskunde, ditmaal hier binnen de muren onzer stad, te houden. Daarvoor vraagt hij nu, bij mijn monde, een toelage van 5ooo fr. Ik moet hier niet het be lang onderlijnen van dit congres van verpleeg kunde en sociale geneeskunde, de vertegen woordigers van het democratisch gedeelte on zer bevolking weten hoe belangrijk dit vraag stuk is, nu vooral in den nijpenden nood waarin ons volk zich bevindt. Ik ben over tuigd dat dit voorstel voor het verleenen eener toelage van 5ooo fr., dat later normaal op de dagorde zal moeten gebracht worden indien de raad er in princiep over t'akkoord gaat, gunstig zal onthaald worden. Ik moet hier terloops doen opmerken dat al de steden in Vlaanderen, die vroeger de eer en het voorrecht hadden den zetel te zijn van dit congres, altijd een veel grootere som dan 5ooo fr. gegeven hebben en het is dus, gelet op den nood waarin we ltven, dat men die som heeft willen beperken. Van een anderen kant voorziet artikel 111 onzer begrooting een kreditt van 3o.ooo fr. voor feesten en plech tigheden en, zoo men van oordeel moest zijn dat het niet mogelijk is een toelage van 5.000 frank afzonderlijk te stemmen, dan zou men ze van voornoemd krediet kunnen afnemen. Ik zou dezen avond nog het akkoord van den gemeenteraad willen hebben over het beginsel. Alhoewel er geen hoogdringendheid bestaat om dit voorstel te stemmen, zou ik toch willen vernemen zoo de raad ermede instemt, opdat ik het Comiteit der vlaamsche wetenschappe lijke Congressen onmiddellijk zou kunnen ver wittigen en het alzoo toelaten de noodige voorbereidselen te doen voor het inrichten der hulde aan Yperman en voor het houden van een congres te Yper. Ik vraag dat er hier door een stemming zou uitgemaakt worden of de meerderheid bereid is dit nieuw voorstel bij te treden. M. Van der Ghote. Ik ben van oordeel dat de mededeeling van mijn collega, Meester Leuridan, ons verrast. Wij waren allen t'ak koord om te verklaren dat de financieele mid delen van stad en ook wel de stoffelijke toe stand ons niet toelieten het plan van den heer professor Daels te aanvaarden om een con gres op touw te zetten en de ontworpen hulde aan Yperman te brengen, te meer dat wij voor het oogenblik nog niet over voldoende open bare gebouwen beschikken om dit congres met den noodigen luister te doen doorgaan. Ik vraag dat er hier dezen avond daarover nog niet zou beslist worden. inkrimping te doen van 10 op sommige uit gaven, namelijk op artikel 14, onderhoui der bebouwde eigendommen, dat vroeger 65.000 frank bedroeg en met 6.5oo fr. zou vermin derd worden, heigeen dit krediet dus op 58.5oo fr. terugbrengt. De raadsleden maken hiertegen geen op mei kingen, zaodat de heer voorzitter dit voorstel goedgekeurd verklaart. M. Van der Ghote. Artikel i5 der gewo ne uitgaven, onderhoud der wandelingen hovingen en beplantingen, zou ook met 10 verminderd en van 60.000 fr. op 54 000 fr. gebracht worden. Algemeene instemming. De raadsleden verklaren zich nogmaals hiermede t'akkoord. M. Van der Ghcte. Voor het oogenblik worden er daarvoor drie werklieden gebezigd, twee te Dicketiusch en een te Zillebeke. Wij ^ijn van gedacht een dezer werklieden ander weik te laten verrichten. M. Missiaen. In dit geval moogt gij het voorzien kreJiet met 3o verminderen. M. Leuridan. Maar dan moet gij een ander artikel veihoogen, want er worden toch geen wetklieden afgeschaft. Dit voorstel wordt eveneens zonder op merkingen aangenomen. 3.754 fr. 89 Om dit tekort aan te vullen, stel len wij voor bij artikel 49, plaatsgeld op marktkramen en uitstallingen, nog 4000 fr. bij te voorzien, gezien wij daarvoor nu reeds een som van i5.ooo fr. ontvangen hebben. Dit zou aldus maken dat de gewone dienst sluit met een excedent van 2j5 fr. it. Voor wat den buitengewoaen dienst betreft, dienen nog de verschillige leehingen ingeschreven te worden, namelijk die van 525.ooo fr. en die van 200.000 fr., die wij voorstellen onder artikelen 102 en io3 der buitengewone ontvangsten te voorzien. Wij hebben daar als ontvangsten in meer, te zamen728 3gt fr.öoen geen ontvang sten in min Voor de buitengewone uitgaven, hebben wij samen 741.253 fr. 32 in meer en 56 054 fr. 04 in min. Wij staan dus met 728.391 fr. 60 ontvangsten in meer tegen 685.199 fr- 28 uitgaven in meer, zoodat de buitengewone dienst sluit met een overschot van ongeveer 56 000 fr. Het schepencollege stelt daarom voor een som van 5ooo fr. te voorzien voor de centrale verwarming van den stadsschouwburg Deze som zou inge schreven worden onder artikel 164b van de buitengewone uitgaven. Verders zouden wij onder artikel 184 ook nog een som van 20.000 fr. inschriiven voor de eerste werken aan de vijv-rs. En om t'« indigen stellen wij voor artikel 89 der buitengewone ontvangsten, zijnde het vermoedelijk achterstal van stads opcentiemen op Staats cedulaire belastingen der opvolgende opcentiemen van afgesloten dienstjaren, met 3o 000 ir. te verminderen gezien de inkrimping der belastingen over 't algemeen. Voor artikel 89 zouden wij dus nu maar 52o 000 fr. meer voorzien. Alzoo zou de buitengewone dienst sluiten met een over schot van 1278 fr. 5o. Willen wij thans over het geheel der begrootiag stemmen M. Leuridan. Dit is een Blankenberg sche rekening waarin niemand klaar ziet, en ik ben overtuigd dat er daar verrassingen zul len zijn wanneer gij op uw gemak de samen telling en de verschillige berekeningen zult doen. Ik heb echter in 't geheel mijn gerust stelling niet Dit is geen kriti» k, doch ik meen dat het volstrekt onmogelijk is hier" in open bare zitting die berekeningen te doen, om wille der ingewikkeldheid ervan. Men zou dienen de iwee eindcijfers juist op te maken, want ik geloof niet dat het de echte totalen zijn die ons daar werden medegedeeld. M. Missiaen. Het is een ware apothe kersrekening. Doch ik wensch de cijfers te hebben en vraag nu hoeveel de gewone ont vangsten bedragen. M. Seys. De totalen zijn waarschijnlijk nog niet gemaakt. Dit werd voorloopig gedaan door van de vroeger gemaakte totalen af te trekken en bij te voegen. M. Van der Ghote De samentelling van al de artikelen zal nu opnieuw moettn gedaan worden. Doch de begrooting is in evenwicht, daar zijn wij zeker van. Willen wij dat nu aan het schepencollege overlaten M. Missiaen. Wanneer de telling gedaan is, zou ik toch begeeren de cijfers te hebben. M. Seys. Het ware misschien gemakke lijk om door de bureelen een lijst te laten op maken van al de gewijzigde artikelen. M. Delahaye Het is de gewoonte, wan neer de raadsleden hunne begrooting hier wil len laten, de veranderde cijfers in de bureelen te doen invullen. M. Van der Ghote. Willen wij thans over het geheel der begrooting stemmen M. Missiaen. Dit is van geen belang, want al moest de begrooting in haar geheel verworpen worden, dit zou toch niet tellen indien de artikelen ervan afzonderlijk goedge keurd werden. De heer voorzitter vraagt toch de stemming. Stemmen ja de heeren Lemahieu, Dela haye, Van der Mersch, Pattyn, Jv. Cornillie, de heeren Seys, Biebuyck en Van der Ghote onthouden zich de heeren Missiaen, Bonnet, Coutelle, Vergracht, Van Alleynnes, Leuri dan en Verheke. M. Van der Ghote. Men ziet dus dat de ze stemming toch haar nut heeft. M. Van der Ghote. Zijn er raadsleden die wenschen een vraag te stellen M. Lemahieu. Om welken datum zou dit congres hier plaais hebben M. Leuridan. Dit is altijd in vollen zomer, binst den verloftijd. Dit zal ofwel in Juli, ge zien het verlof nu met i5 Juli aanvangt, ofwel in Oogst zijn. M. Lemahieu. Ik ben er niet tegen, maar ik zou liever hebben dat het niet samenpast met ons Tuindagfeest. M. Leuridan. - Dit ware beter ook, want het zou een vermindering van glans en luister zijn voor beide feesten. Het congres ware door het Tuindagfeest verminderd en zou om zeggens ongezien voorbijgaan, daarbij is het kermislawaai voor het houien van een congres ook niet zeer gunstig. M. Leuridan. Ik kan mij niet vereenigen met de opmerking van den heer Burgemeester nopens het ontbreken van ontvangstgelegen heid. Deze zaal hier, bijvoorbeeld, is schitte rend. M. Van der Mersch. Volgens verklaring van den heer professor Daels is zij te klein. M. Leuridan. Het is daarom dat ik zoo-

HISTORISCHE KRANTEN

Het Ypersch nieuws (1929-1971) | 1933 | | pagina 5