De Verbinding Yzer-Leie 2 Da Vaart van Yper naar Komen De Vaart bij haar monding in de Leie. Le Canal son embou chure dans la Lys Daarin werd ook bewezen dat de vaart Yper Komen bet goedkoopste, daar al de noodige onteigeningen gedaan zijn en de vaart op gansch de lengte reeds bestaat en slechts hoelt hersteld te worden, en ook het beste ontwerp is daar zij ontegensprekelijk de kortste verbinding van het Leie met het Yzerbekken daarstelt. Het is met het doel de openbare meening en de hoogere kringen in te lichten en ze van al dezs waarheden te overtuigen, dat de Comiteiten onzer Handels en Nijverheids kamer en onzer Federatie der Geteisterden besloten hebben dit tweede en zoo belangrijk bezoek aan het kanaal Yper Komen in te richten. De heer Claeys, Hoofd ingenieur en Be stuurder der diensten van Bruggen en Wegen in West-Vlaanderen, de heer Dewulf, Inge nieur bij dezelfde diensten, en ook de heer Pockelé, Conducteur van Bruggen en Wegen te Yper, hebben met de meeste welwillend heid en met de toelating van den heer Sap, Minister van Openbare Werken, aanvaard aan dit bezoek deel te mmen en het, met hunne gekende bevoegdheid, door allen noo digen uitleg nog leerrijker en interessanter te maken» Het programma van dit bezoek van van daag is als volgt opgesteld Om 9 u. 3o, Ontvangst der uitgenoodigden ten lokale der Handels en Nijverheidskamer, Hótel du Sultan Groots Markt. Om iou., Bezoek aan het kanaal Yper Komen in het gedeelte gelegen bij Yper en de monding in hit kanaal Yper Yzer. Om li u. 3o, Ontvangst ten stadliuize door den heer Burgemeester. Om li u 45, Uiteenzetting betreflende de vaart door den heer Hoofd Ingenieur Claeys. Om 12 u 3o, Lunch aangeboden door de Handels-en Nijverheidskamer in het Hötel Ypriaca», Meenenpoort. Om 14 u., Vertrek per autocar naar de doorsnede van Hollebeke en verders naar Houthem en Komen. De toetredingen zijn reeds talrijk toege komen en alles doet voorzien dat 29 Juli een allergewichtigste dag voor Yper zal zijn. Mocht hij voor het welzijn van Yper en van ons allen met den gewenschten uitslag be kroond worden, 't is te zeggen de inzet zijn eener nog machtiger beweging die ods naar het einddoel leidt het herstel onzer be staande vaart Yper- Komen I Naar aanleiding van dit bezoek wordt er, onder de handtiekening van de Heer en J. Van der Ghote, aduokaat en burgemeester van Yper Arth. Butaye, advokaat en voorzitter van de Federatie der Geteisterden, en H. Vermeulen, brouwer en voorzitter der Handelskamer, een zeer interessante brochure uitgegeven, die wij het genoegen hebben hier in ons blad te mogen overdrukken De tijdperken van het leven van Yper In de Middeleeuwen was de stad Yper, de hoofdplaats van het Westland, een belangrijke handelsstad wier bloei dien van Brugge en van Gent evenaarde. Door haar bevoordeeligde ligging tusschen de Leie en de Yzerkom, en aan den samen loop van alle verkeerswegen te lande, door hare verbinding met de Yzer langs de Yperlee, kenden hare nijverheid en haar handel een buitengewone bedrijvigheid waarvan de praal- gebouwen, die uit dit tijdstip zijn bewaard gebleven, nu nog steeds getuigen. De schier eindelooze oorlogen en oneenig- heden, alsmede de besmettelijke ziekten kwa men echter dit bloeitijdperk stremmen en de ligging; der stad, die het begin van haar groet- wording was geweest, was dan ook de oorzaak van haar verval. Tengevolge, immers, van haar gewichtige strategische ligging, werd Yper eea versterkte stad waarvan het bezit de heerschappij over het Zuiden van Vlaanderen verzekerde. De wegen die naar de stad leidden, dienden van dan af en dit gedurende verscheidene eeuwen voor het heen en terugtrekken der tegenover er staande strijdmachten, die bij voor- steeds de streek hier als slagveld namen, waarheid werd eens te meer door de en van 1914 1918 bevestigd. Niettegenstaande de stad in 1854 ontman teld werd, had Yper in 1914 nog grootendeels haar inkomstbronnen, die aan een versterkte stad eigen zijn, bewaard. De wereldoorlog heeft dien toestand ongelukkiglijk veranderd geen enkele dezer levensbronnen werd aan Yper teruggeschonken. Daardoor begint voor haar dus een nieuw levenstijdperk. gen tot 1 m. 80 toe te laten. Alwie dit kanaal bezocht en voornamelijk het ongeschonden gedeelte nabij Komen (sie photo), heeft er kun? nen bestatigen welken schoonen waterweg daar zal verwezenlijkt worden, den dag dat hij voor de scheepvaart zal geopend worden. De vaart beslaat een oppervlakte van 92 hectaren land eener huidige waarde van meer dan 2 5oo.ooo frl de sluizen, in haar tegen- De stad bezit in haar onmiddellijke omge ving noch koolmijnen, noch steengroeven. Om haar talrijke werkei sbevolking het bestaan te kunnen verzekeren, om haar handel en nijverheid te kunnen uitbreiden, moet zij dienvolgens met de onmisbare middelen be giftigd en in een toestand gesteld worden die van aard is dezen vooruitgang te bevoordee ligen. Deze kwestie was steeds het voorwerp der bekommering van alle klaarziende Yper- lingen 1 Het is namelijk om aan deze behoefte te voldoen dat, van i636 tot 1640-, de vaart Yper- Yzer gegraven werd in vervanging der ver- shjkte Yperlee. Het is insgelijks met dit doel dat reeds van in 1667, de Yperlingen de ver binding Yper Leie inzagen en beraamden. Deze verbinding was gedurig ter studie en binst de twee volgende eeuwen werden tal rijke ontwerp n opgemaakt. Het is echter slechts omtrent i860 dat de verbinding Yper-Komen bepaald besloten werd, en de werken werden in 1864 begonnen. Door hare uitsluitende en nog zoo onvol doende verbinding met de Yzer, bevindt Yper zich thacs aan het einde eener straat zonder uitgang, afgesneden van alle waterwegverbin ding met de nijverheidsstreken van het bin nenland en van het Noorden van Frankrijk. De verwezenlijking der verbinding van Yper met de Yzer en met de Leie zou den vrijen doorgang en een grootere verhandeling der koopwaren mogelijk maken. Met deze bij komende uitrusting begiftigd, zou de stad Yper haar handel en nijverheid terug zien bloeien e» aan haar arbeiders eindeltjk het noodige werk in hun geboortestreek zelf kunnen verschaffen. Wanneer wij, zoo om haar roemrijk verle den als om de maiteldood die zij onlangs voor het behoud van Belgiè onderging, aan het Land deze krachtinspanning vragen ten voordetle der stad per, teneinde haar toe te laten het bestaan harer bevolking te verze keren, dan vragen wij slechts wat, in den loop dezer laatste eeuw, zoo mild aan hare zuster steden, Gent en Brugge, gegeven werd. Het land heeft het zich nooit moeten beklagen met die steden alzoo meegaande te zijn geweest. En waarom zou het hier anders zijn Getrouw aan de traditie onzer voorvaderen, zullen wij, voor wat ons betreft, geen rust nemen dan wanneer wij het ons gestelde doel bereikt hebben en er toegekomen zijn aan de martelaarsstad Yper het middel te doen geven dat voor hair uitoreiding en haar bloei onmis baar is en waarop zij ontegensprekelijk recht heeft. De vaart Yper - Komen De vaart van Yper naar Komen vereenigt zich, te Yper, met het kanaal Yper Yzer heel dicht bij de kaai, eindpunt van dit laatste, en mondt uit in de Leie stroomopwaarts de stad Komen. Haar lengte bedraagti5.540meter. Te Hol lebeke doorsnijdt de vaart de scheidingskruin tusschen het Leie en het Yzerbekken. Zij telt zestien sluizen, waarvan zeven de stijging van de Leie tot aan Hollebeke en negen de helling naar de vaart Yper Yzer moeten overwinnen. Al de sluizen hebben een breedte van 5 m. 20 en een voldoende bruikbare lengte om de binnenschepen va» 3oo ton te versassen, het geen juist de tonnemaat is der schepen die op het Leiepand, waar de vaart haar oorsprong neemt, kunnen varen. De verschillige panden zijn aangelegd in dubbel vak, zoodat de sche pen overal kunnen kruisen, en zijn voorzien voor een waterhoogte van 2 m. 10, 't zij vol doende genoeg om de diepgang der vaartui woordigen verwoesten toestand, vertegen woordigen nog een waarde van meer dan 21 millioen er zijn daar nog andere kunstwer ken die op meer dan 600.000 Ir. mogen geschat worden, zoodat er daar in 't geheel een kapitaal van ruim 25 millioen verlaten ligt en aan 't vei kwijnen is. Het graven der vaart werd in 1864 door een maatschappij aangevangen, doch, na enkele jaren, vielen de werken stil tengevolge der moeilijkheden die men, bij het maken van een gemetselde tunnel, in de scheidingski uin te Hollebeke ondervond. In 1889 werden de wei ken door den Staat hervat doch nogmaals onderbroken in 1893 door het instorten van een gedeelte van het gewelf der nieuw gemaakte tunnel in beton. Tengevolge van een aanbesteding-wedstrijd, in 1909 uitgeschreven, werden de voltooiïngs werken der vaart ondernomen door het stel sel der gracht in open lucht. Korts vóór den oorlog, stortte ook de groote brug in die, aan den grintweg van St-Elooi, gebouwd was op de plaats waar vroeger de tunnels werden gemaakt, en deze nieuwe tegenslag stelde een einde aan de werken. De Aard van den grond Iets dat eigen is aan den grond der streek van Yper, is de aanwezigheid eener dikke laag klei, die algemeen onder de benaming van Ypersche klei bekend is, omdat zij in gansch het omliggende aan de oppervlakte van den grond verschijnt. De dikte dezer laag vermeerdert in de richting van het Noord westen In Fransch Vlaanderen, te Arques heeft zij een dikte van enkele meters, te La Madeleine bij Rijsel van 5 m te Mar quette van 9 m. te La Gorgue bereikt zij reeds 3g m., te Hazebrouck 55 m., te Belle 98 m. en te Bcurbourg en Duinkeike meer dan 100 m. In België heeft zij, in de omstreken van Doornijk, een dikte van enkele meters, te Moescroen is deze laag reeds 5o m. dik, te Zulte 80 m., te Rousselare 109 m., te Lich tervelde i3x m., te Oostende i36 m., en te Blankenberghe 177 m. Deze kleilaag bevindt zich niet alleen te Yper aan de oppervlakte van den grond, maar wordt er insgelijks aangetroffen tot aan de hoogte van Rousselare tn van Dixmude. Te Hooglede, even als te Hollebeke, is zij met een Panisellaag bedekt. Men vindt daarover uiterst belangwekkende inlichtingen in de aardkundige kaart, opgemaakt volgens Blan- chard. Het is op deze laag Ypersche klei dat gansch de stad Yper gebouwd is, op haar rusten de grondvesten van al de Ypersche monumenten en van de muren der eeuwen oude vestingen. Het is ook op deze laag, en dit namelijk op een afstand van meer dan dertien kilometer, dat de vaart van Yper naar Komen rust. Zoo lang zij in haar natuurlijken staat behouden blijft en steeds denzelfden waktegraad heeft, vormt zij een der beste onderlagen. Doch, eens blootgeleg.d en aan de warmte der zon en aan al de guurheden van het weder bloot gesteld, verandert de waktegraad dezer klei laag, die dan inkrimpt of zwelt en alzoo een ongehoorde kracht ontwikkelt. Het is deze zweikracht, die de Ypersche klei bezit van zoodra zij met water doordrongen wordt, die oorzaak was der instorting van de tunnels en van de groote brug van Hollebeke, terwijl wat verder de sluizen, in 1912 in de sleuf van Hol lebeke, doch in de niet omwoelde kleilaag, gebouwd, in even goeden staat bewaard zijn gebleven als de andere sluizen der var.rt Zie photo).

HISTORISCHE KRANTEN

Het Ypersch nieuws (1929-1971) | 1933 | | pagina 2