De Holde aan Jan Yperman
4
Redevoering van den heer
Jan Van der Ghofte, Burgemeester
Hier laten we de redevoeringen volgen die
werden uitgesproken bij de onthulling der gedenk
plaat van Jan Ypermanen die we verleden
week, bij plaatsgebrek, niet konden geven.
Redevoering van den Heer De Saegher,
Voorzitter der Commissie
van Openbaren Onderstand.
Achtbare Damen en Heer en,
Op dit oogenblik zijn wij vreemden en
Yperlingen uit alle standen, ingewijden en
niet ingewijden in de geneeskunde, geestdrif
tig geschaard voor de bronzen gedenkplaat
door de Commissie van Openbaren Onder
stand dezer stad opgesteld aan den gevel
van het vroeger hospitaal Belle, om eene zoo
laatkomende hulde te brengen aan dezen die
zekerlijk onder de merkweerdigste zonen van
Yper en gansch het Vlaamsche land moet ge
rangschikt worden.
Jehan Yperman is de naam van den held
van dit herdenkingsfeest. Zoon van een poor
ter van deze stad, alwaar hij geboren werd
rond 126j en stierf rond 1331Yperman
wijdde zich toe aan de geneeskunde.
In I2g5, reeds gehuwd zijnde sedert tien
jaren, trok hij naar Parijs om er de alhier on
bekende heelkunde te gaan studeeren onder
de leiding van den befaamden Lanfranc van
Milanen.
ln 1304 kwam hij naar zijne geboortestad
terug als meester in de genees- en heelkunde.
Van toen af wierd hij door de magistraat
van stad belast met den dienst van het hospi
taal Belle, in hetwelk hij werkzaam is ge
weest tot den dag van zijn afsterven in i33i.
Doch het was niet in stad, maar buiten
de poorten van stad dat meester Yperman
zijne woonstede koos onmiddellijk na zijne
terugkomst. Hij wilde leven onder het werk
volk, die de groote massa uitmiek der bevol
king. Die massa trouwens, dicht geechaard
in houten of leemen huizekens luiten de
vestingsmuren, had meest bthoefte aan
geneeskundige zorgen en gezondheidsleer.
Yperman beminde den arme en in 1327 wierd
hij door de Stad als geneesheer der armen
vergoed.
In die middeleeuwsche tijden hadden de
burgers of Poorters immers alleen let recht
en de geldelijke middels om binnen de muren
der vestingen te wonen.
Twee maal, in i312 en i325, treed Yp°r-
man op als krijgsdokter en het mag gezegd
worden dat onze held onder alle geneeskun
digen de eerste was, die werkzaam geweest is
als geneesheer op een slagveld.
Het was slechts in i3i8 dat Yperman, op
verzoek van de Magistraat, zijne inwoonst
nam in stad, alwaar hij in 1324 het huis be
woonde nevens en ten Zuiden van het Hospi
taal Belle, 't is te zeggen hetzelfde huis voor
hetwelk wij ons op dit oogenblik bevinden en
dat bijna geheel vernietigd door den oorlog,
in denzalfden bouwtrant hersteld wierd.
Doch niet alleenlijk heeft Jehan Yperman
de genees- en heelkunde roemrijk binst jaren
uitgeoefend ten behoeve van rijk en arm,
maar hij heeft ook merkweerdige handschrif
ten nagelaten, te weten verhandelingen over
geneeskunde en verhandelingen over heel
kunde.
Die werken, welke Yperman in de laatste
jaren van zijn leven gemaakt heeft, waren op
gesteld in 't Vlaamsch en het dient hier opge
merkt te worden dat Yperman de eerste is
geweest onder de geleerden, die zijne werken
schreef in de moedertaal en zich onttrok aan
het algemeen gebruik dat nog twee eeuwen
lang moest in voege blijven na hem, van de
latijnsche taal te bezigen voor de uiteenzetting
der wetenschappelijke zaken.
Hoe kwam het dat die handschriften van
Yperman uit België verdwenen zijn, en dat
hun bestaan onbekend is gebleven aan San-
derus zelf, den grooten historie schrijver van
Vlaanderen der I7e eeuw, die al de boekerijen
van België en elders doorsnuisterd heeft
Wij weten het niet.
Een feit is het dat een kopij van die hand
schriften eerstmaal, vijf eeuwen na den dood
van onzen meester, door een beroemden
boekenliefhebber, M. Van Hulthem van Gent,
ontdekt wierd te Londen in het sterfhuis van
een zekeren Richard Heber. Die kopij dag
teekent van 135en is bewaard in de Konirk
lijke bibliotheek van Brussel.
Vervolgens in i865 wierden er door Dok
ters Carolus en Snellaert andere kopijen van
bovengenoemde handschrifren aan den dag
gebracht.
Ware het niet geweest van de toevallige
ontdekking gedaan door Van Hulthem, nooit
of nooit zou er van den beroemden heelkun
digen Yperman nog spraak geweest zijn en
begraven bleef voor altijd eene groote naam
onder het stof der eeuwen
Maar het stond geschreven dat, zooals de
geliefde geboortestad van Yperman na den
wereldoorlog uit hare puinen heldhaftig moest
opstaan en door hare heropgebouwde praal
gebouwen de getuigenis bewaren van hare
vroegere grootheid en macht, zoo ook moest
eensdaags herleven, een roem, die groeide en
bloeide en in Yper stad en in het gansche
Vlaamsche land en buiten het Vlaamsche land,
in die heuglijke tijden dat Vlaanderen vol
weelde en pracht aan het toppunt stond der
beschaving.
Multa renascentur qucejam cecidere. Menige
dingen herleven en herworden, die reeds ver
vallen waren.
Ja Yperman, uwe edele figuur, die in de
I4e eeuw gansch de geneeskunde in België
beheerscht heeft, zooals later het figuur van
een André Vésale, den stichter der Anatomie,
deze der i6e eeuw beheerschte, uwe edele
figuur, zeg ik, moest na vijf eeuwen weêrom
schitteren en de roem van uwen naam aan de
nageslachten overgeleverd zijn.
Het is daarom, Meester Jehan Yperman,
dat wij hier staan het oog gericht op het huis
dat gij bewoond hebt en op het Belle hospi
taal, waar gij zoovele jaren gewrocht hebt,
roemrijke telg van eene roemrijke stad, en
wij roepen uit
Hulde aan U, Yperman, omdat gij de
stichter geweest zijt der heelkunde in het
Vlaamsche land en dat uwe roemrijke naam
de geneeskunde der 14' eeuw beheerscht
heeft
Hulde aan U, Yperman, omdat gij uwe
moedertaal bemind hebt en deze, twee eeuwen
vroeger dan eenig andere geleerde in om
't even welk land, gebruikt hebt als weten
schappelijke taal.
Hulde aan U, Yperman, omdat gij de
eerste onder alle geneesheeren heldhaftig op
het slagveld weikzaam zijt geweest en als
dusdanig de vader der krijgsdokters ver
dient genoemd te worden.
Hulde aan U, Yperman, den grooten
volksminnaar uit de Middeleeuwen.
Om te eindigen, bedank ik de Koninklijke
Vlaamsche Akademie, die geweerdigd heeft
op ons verzoek twee afgeveerdigden te zen
den om de plechtigheid van dezen dag bij te
wonen de Heer Professor Van de Velde en
Dokter Willems, gansch bevoegd om de be
langrijkheid van het werk van Meester Jehan
Yperman op wetenschappelijk gebied te doen
uitschijnen.
Ik heb gezegd.
Ik houd eraan van meet af de heéren Voor
zitter en Leden van de Commissie van Open
baren Onderstand te bedanken voor de uitnoc-
diging die zij tot het Stadsbestuur hebben ge
richt en zoodoende aan de stad de gelegen
heid gegeven hebben deel te nemen aan de
Ypermanhulde vandaag op touw gezet.
Yperman is immers ten hcogste waardig
dat zijn herdenken vfreerom als voor den o«r-
log in stad in eere gebracht worde.
»Uwe betooging van heden, Mijne Heeren,
is van groot bedied.
Gij huldigt vandaag niet alleen een der
misschien meest verdienstelijke personen die
eertijds in dienst stonden van Yper's instellin
gen van de Openbare Weldadigheid, maar te
vens ook brengt gij hulde aan eenen Yperling
die de roem van Yper en van Vlaanderen in
zeer hooge mate heeft weten te bevestigen.
Jan Yperman, die te Yper vanaf 1304 tot
ongeveer 1329 als heelkundige aan het Belle
Godshuis werkzaam was, mag immers aan
zien worden en wordt ten rechte aanzien als
de Vader van de Vlaamsche heelkunde. Hij
behoorde tot den grooten tijd van Vlaanderen;
tot den tijd van Jacob van Maerlant, van Jan
Boendale, van Ruusbroeck, van Jacob van
Artevelde waarvan Dr Snellaert schreef
Het was in den tijd van Maerlant dat de ge
neeskundige wetenschappen het meeste licht
in Vlaanderen hebben verspreid. De schoone
dagen der gemeenten, schoone dagen van de
goede en de schoone Vlaamsche dichtkunst
waren even rijk aan geneeskundigen Claes-
kijn, Hendrik van Holland, de pastoor van
Hamme, B.ameblat, een aantal van welke de
namen onbekend gebleven of geworden zijn,
en allen namen van hooge verdiensten. Een
naam stijgt boven de aaderen in die schoone
reeks mannen van de wetenschappen, de naam
van Jan Yperman.
Van zijne drie teruggevonden wei ken is
het vooral de Cirurgie, ontdekt in i836, door
Dr Carolus in 1854 vertaald en waarvan Prof.
Dr Van Leersum in 1912 eene definitieve uit
gave bezorgde, die de wetenschappelijke ver
diensten van Yperman in hel daglicht heeft
gesteld en ons toelaat te bevestigen dat Yper-
mah met Johan van Helmont en Jan Paliyn
een prachtig drietal Vlamingen daarstelt die
ÜP heelkundig gebied het hooge peil van
Vlaanderen's ontwikkeling ten dien tijde be
wijzen.
Twee eeuwen voor den Franschen geleer
de Ambroise Paré wist Jan Yperman zich aan
het traditionneel gebruik vaq het lattjn, d^t de
taal der geleerden was, los te rukken om in de
taal van zijn volk voor zijnen zoon de vrucht
van zijne ervaringen en van zijne kunst neer te
pennen.
Hij was een geleerde leerling van den
Milaneeschen geneesheer Lanfranc die te
Parijs doceerde, was hij op de hoogte van ai
wat op heel- en geneeskundig gebied voor
hem was voortgebracht, maar eerlijk en een
voudig wist hij steeds te geven aan degenen
die hem den weg hadden gebaand wat hen in
rechte toekwam.
Hij was een man van groote cultuur, innig
overtuigd van de noodzakelijkheid van dezen
onmisbaren grondslag van alle wetenschappe
lijke waarde. Volgens Yperman moeten de
heelkundigen zich allene niet verstaen van.
medicinen maer otc coenen sine boecen van
naturen dat heet philosophic, want gramma-
riae, logike, rothorike ende ethike, deze vier
consten leeren alle dine met redenen proeven.»
Hij was een gewetensvol en voorzichtig
heelkundige die nooit zonder gezonde redenen
eene heelkundige bewerking op eene zieke
waagde en die op het einde van zijne levens
baan de troostende, eerlijke en eenvoudige be
kentenis mocht afleggen ende ic mester
Jan Yperman ne deet noint want hets te aven-
tuerlic ende te aventuerlic omme de pacient.»
En in verbeelding zie ik hem na zijn zoo
karig betaald dagwerk wandelen in de straten
van Yper. Hij is alom bekend, door allen ge
ëerbiedigd, geprezen door zijne stadsgenoo-
ten, geprezen door de Magistraat van Yper
die hem tweemaal als krijgsheelkundige aan
stelde. Hij is op wandel. Met belangstelling
gaat hij de voltooiingswerken van de Laken
halle beschouwen en volgen. Misschien wel
gaat hij zijne oude buren van uit zijn oud
kwartier groeten. En tehuis gekomen, als bra
ve huisvader met de toekomst van zijnen zoon
bekommerd, pent hij neer al wat hij onder zijn
scalpel heeft aangetroffen, al wat hij van zijn.