4 als ik in het schepencollege getreden ben, heb ik kunnen bestatigen dat dit zoo was. In het dossier heb ik gezien dat deze onderhar.delin gen reeds sedert 1924 begonnen, dus over negen jaar. Wanneer ik in het schepencollege was, kende ik de onderhandelingen die daar over plaats hadden omdat ik er zelf aan deel genomen heb en zelfs nog samen met d^n heer landmeter Devriendt de zaak onderzot ht heb. Het is echter nu meer dan een jaar dat geen enkel li i van den raad daarover iets ver nom n heett, de raad weet niet wat er gedaan werd, en nu kt mt men ors zeggen, bij brief gedagtetkend van den 28 December, dat wij vandaag een beslissing moeten nemen en die m irgen per teleg am aan het ministerie moe ten laten kennen, of zooniet dat er niets meer aan te doen is Dit is niet aanneemh k en ik heb dit hier reeds vroeger gezegd dat het mij niet mogelijk is over iets te beslissen zonder in het dossier te zien tot wat wij ons verbin den, en nog minder iets aan te nemen waar van wij de gevolgen niet kunnen nagaan. In den brief staat er geschreven dat al de vroe gere beslissingen "van den raad door het nieuw akkoord vernie'.igd zijn. Daarin lees ik ook gezien den slechten toestand der wegenis...» Het is dus niet zooals de heer schepen Dela haye het zegt, de Staat betaalt de gaslantaarns niet, maar geeft i5 000 fr. voor het herstel len der wegenis. Al het overige, wat wij vroe ger grëischt hebben, wordt teruggeh uden en ontvalt ons De huizen dier wijken zullen aan den Staat niet blijven, maar karnen in handen van andere eigenaars, hetgeen noodzdk<-lijker wijze tot alleihande moeilijkheden zal aanlei ding geven. Alzoo voor de rioleering, zijn drie ot vier huizen samen aan het rioolnet verbonden alhoewel het stadsreglement uit drukkelijk bepaak dat ieder huis afzonderlijk moet aangesloten zijn. Wanneer die huizen aan verscheidene zull-n toebehooren, dan zal de eigenaar van een huis al het vuil water van twee of drie andere huizen moeten aanvaarden. En indien hij weigert en het water afsluit Wat dan Dit zijn natuurlijk moeilijkheden waarin de stad niets te zien heeft, doch wij moeten toch, voor zooveel het in ons bereik is, de 001 zaken vermijden die kunnen aanlei ding geven dat de inwoners gedurig in p'oces zijn. Al de tegenwoordige voorwaarden zijn anders dan dtza die wij vroeger kenden. En ik ben alleen niet die de zaak niet ken, de heer schepen z<T: had nog een der brieven niet gezkn. Hoe wilt gij dan dat wij dit vooistel aanvaarden Daarbij ik geloof dat er vanwege den persoon, die met de stad daarover onderhandelt, een weinig chantage is. Hij zegt da' het akkoord nog dit jaar moet gesloten werden omdat er in de begrooting van ig33 een som voorzien was voor de over name en niet ia de begrooting voor 1934 Dit zijn lolltkens. Zegt mij in welk artikel der begrooting voor iq33 er een som voor de overname dier twee wijk ;n voorzien was. En zelfs nog in de veronderstelling dat dit zoo was, het is pas acht dagen geleden dat wij de buitergewone uitgaven gestemd hebben, hoe wist hij dat wij het niet gebruikte krediet, «ndien er een zou bestaan habben, niet in de begrooting voor 1934 overgenomen hebben? Volgers mij weet die persoon heel goed dat het een sl chte zaak is voor de stad, en hij is bevreesd dat metons wat meer tijd te gunnen, onze oog in zullen opengaan en <iat wij zullen weigeren. Ik zal dit voorstel dan ock niet goedkeuren, alhoewel ik een van de eerste geweest ben om de overname dezer twee wijken door de stad te vragen. In geval gij dit nu moest beslissen, wat zult gij dan doen met de andere private straten die hier in stad z:jn Hier zijn nog tal van private straten die ook langs weerskanten met huizen bezet zijn en waar mer.schen wonen die even g ied als de andere belastingen betalen. Als gij r.u het princiep aanneemt, wat zult gij dan daarmee doen Men mag dus niet overhaastig te weik gaan zonder de kwestie grondig in te studee- ren en thans zonder kennis van zaken een stemming uitbrengen. Wat mij betreft, ik zal dit thans niet goedkeuren omdat het, voor een dergelijke beslissing te nemen, niet op enkele uren kan aankomen en de raad later, tijdens de eerstvolgende zitting, beter iD staat zal zijn over de zaak te oordeeien. M. Vat der Mersch. Ik ben volledig It'akkoord met den heer Missiaen wanneer hij 'verklaart dat de laatste brief van den Staat ions slechts den 28 December is toegekomen en men daarop seffens een antwoord vraagt, doch dit is geen reden om vandaag geen be slissing te nemen. Ik zou voorstellen alleen artikel twee van het ons onderworpen ak koord niet aan te nemen, omdat dit oorzaak kan zijn van veel moeilijkheden tusschen de eigenaars en tegen het reglement der stad is, gezien dit de gezamenlijke aansluiting van twee of drie huizen aan de rioleering niet toelaat. Ik vraag dus de overeenkomst met den Staat te stemmen, op voorwaarde dat artikel twee afgeschaft worde, omdat het tegenwoordig voorgesteld akkoord volgens mij de beste manier is om in deze twee wijken de zoolang verwachte verlichting te hebben en alzoo aan de bewoners ervan voldoening te geven. Indien dit artikel twee wegvalt, dan bestaat er niet het minste gevaar meer de overeenkomst te stemmen. De stad ofwel de bewoneis uier huizen zullen dan later ver plicht zijn de aansluiting 1e doen, doch dit is een kwestie die nader kan onderzocht wor den en waarover wij naderhand nog altijd kunnen beslissen. Anders zie ik geen moeilijk heden meer, en op die voorwaarde kan het voorstel geheel wel aangenomen worden. De heer Seys treedt de raadszaal binnen. M. Delahaye. Ik zal antwoorden aan de heeren Missiaen en Van der Mersch. De heer Missiaen zegt niet op de hoogte te zijn der onderhandelingen die over deze zaak gevoerd werden Deze onderhandelingen echter wer den verleden jaar afgebroken en zijn nu juist terug begonnen. Ik versta ook niet welk be letsel er zou zijn artikel twee aan te nemen. Hier in den raad werd de wegenis dezer wijken reeds overgenomen en het is de ge woonte dat de huizen, wanneer ze verkocht worden, aan de waterleiding aangesloten w orden Van de 136 huizen dezer twee wijken zijn er thans reeds juist too huizen die de wa terleiding hebben. Als een huis veikocht w irdt, moet de kooper eeist de voorwaarde aanvaar den de riool te veranderen. In de Ligywijk zijn veel suaties die rechtstreeks naar de moerbuizen loopen en het is dan mogelijk dat sommige, door het niet onderhouden of tijdig reinigen ervan, zouden verstopt zijn. Voor wat de wegenis betieft, de Slaat doet er thans reeds niet de minste kosten meer aan, maar het is de stad die de herstelling ervan moet doen en zoo hebben wij reeds verleden jaar de Lindendreef vermaakt Gij zult u allen nog herinneren dat wij hier daarvoor een kiediet gestemd hebnen Thans is er in die wijken nog slechts een zaak te kort, en 'c is de open bare verlichting. Als wij het artikel twee niet aannemen, dan trekt de Staat zijn handen er van af en krijgen wij niets De Staat heeft deze wiiken gebouwd voor de stad en nu geeft hij nog^eèn s im die meer dan het dubbel bedraagt daa hetgeen het plaatsen der gasve:lichting zal kasten. In 1926 reeds werd het door den raad aanvaard en beslist de wegen over te nemen in den staat zooals ze waren Indi n men r.u de zaak niet in 't oneindige wil verschuiven, dan is het beste wat wij kunnen doen het akkoord te aanvaarden zooals het ons voor gesteld wordt. De Staatsontvanger, wanneer hij een dier huizen verkoopt, wijst den kooper telkens op de verplichting van aansluiting De rioleering, de gas en ook de waterleiding liggen reeds in die straten, zoodat de stad daarvoor geen kosten meer zal moeten doen Alleen zijn er eenige huizen die in hun hofje diie aansluitingen heuben, doch wanneer de suatie zou verstopt zijn dan kan de stad den bewoner van dit huis daarop wijzen. Ik ben dus van het tegenovergesteld advies van den heer schepen Van der Mersch en vraag dat wij het ons voorgesteld akkoord zouden waarnemen. Met de som die de Staat ons zal geven, zu'len wij meer dan genoeg hebben om de suaties en de vei lichting te betalen, en met het o vei schot zullen wii misschien nog de herstelling van het ander deel der Lindendreef kunnen bekostigen. Indien wij die echter nu uitstellen, dan zullen wij misschien nog jaren en jaren moeten wachten vooralei r die ver beteringen te kunnen doen. M. Missiaen.De heerschepen zegt nu dat de raad reeds vroeger beslist heelt de wege nis dezer twee wijktn over te nemen. Ik zou graag eens willen kennis nr men van deze be slissing. Sedert ik hier in den gemeenteraad ben, werd dit toch nooit gestemd. Vroeger misschien Wanneer ik in het schepencollege was, dan was het juist het in orde brengen der straten dat steeds tusschen Staat en stad het twistpunt was voor de overname. Indien de wegen reeds overgenomen w aren, dan hadden de onderhandelingen en besprekingen, die daarover plaats hadden en waarvoor de heer Devriendt nog is tusschengekomen, geen re den van bestaan meer. Dit is dus een teeken dat de overname nog niet gedaan werd, en nog nooit werd ons het bewijs gegeven dat die straten overgenomen waren. Doch de briefis alzoo niet opgesteld, hij spreekt in de eerste plaats van den slechten toestand der wegen, en het is voor het herstellen der straten dat de Staat een som van 25.000 fr. aan de stad toe kent op voorwaarde dat zij ook de verlichting wa—wa—a— dier straten bekostigt. Die som is dus niet voor de verlichting, maar wel om de wegenis in orde te brengen. Daarbij gij moet niet den ken dat de Staat ons daarmede een geschenk doet, dit mag niet ah een cadeau aanzien worden, maar het zal voor de stad in de toekomst een zwaren last zijn van onderhoud en leggen van voorlanden. Immers, eens dat de wegenis overgenomen wordt, dan vallen die straten in het openbaar domein en moeten zij, zoowel als de andeie straten van stad, van voorlanden vooizien zijn en vervolgens steeds in goeden staat onderhouden worden. En ik vraag hier nog eens, wat zult gij dan doen met de andere private straten De eigenaars die daar gebouwd hebben moeten op denzelf den voet als de Staat behandeld worden. Men moet thans niet zeggen dat de Staat deze wij ken gebouwd heeft in het belang van de stad, zij werden gemaakt omdat er hier toen nog geen huizen waren voor de menschen die de streek kwamen ophouwen, het was dus een nationaal belang. En wat meer is. de Staat komc nu te.ug in 't bezit van al de k >sten die hij vroeger daarvoor gedaan heeft. Die huizen werden gemaakt in de jaren 1920 of 1921, dus op een oogenblik dat de prijzen der matei ialen nog zeer laag waren. Nu worden die huizen vei kocht aan een prijs die. in de huidige tijden, misschien wel goedkoop kan schijnen maar die, gezien alles zoo gestegen is toch altijd de gedane kosten dekt. Verders heeft de Staat altijd den interest van zijn gele ontvangen door het verhuren der huizen, en nu komt hij nog terug in 'c bezit van het uitgegeven kapitaal. Niettr ger staande de ->taat verplicht was te zorgen dat de streek herbouwd werd, geeft hij nog lasten aan de stad. M. Delahaye. Hoeveel denkt ge dat die straten aan de stad gekost hebben voor het leg gen der rioleering en der gas- en waterleiding M. Missiaen. Ik herhaal dat het voor de stad een zwaren last zal zijn cm alles te onder houden en dat later hetzelfde zal moeien ge daan Worden in de andere straten die de stad nu niet wil oveit.emem Ik ken hier in stad een straat waar de bewoners de waterltiding to taal uit eigen beurs betaald heoben. Gij zegt dat er thar.s in dit geval een verschil is, doch hoever gaat dit vcischi; Ik zeg niet dat ik a priori tegen het voois el gekant ben, maar het is mij niet mogelijk het goed te keuren op een eerste zicht of bij het lezen van een of twee brieven die men bij een eerste lezing niet vei- staat. Gij moet eerst de blieven verscheidene malen herlezen vooraleer den z n ervan te vat ten. In het ministerie heb* en ze daar de spe cialiteit van brieven te schrijven die op ver schillende manieren kunnen uitgelegd wordtn. Om opsteller in het ministei ie bene etnd te woi - den moet men daarvoor ren spi ciaal exaam ondergaan en brieven kunnen schrijven die dubbelzinnig zijn of waarvan de tweede regel reeds het tegenoverges'elde is van wat inrle eeiste lijn bevat is. Wij mogen ons niet laten afschrikken door die beareiging van hooger hand Mm zegt ons gij moet het seffens aan vaarden of ge krijgt niets Welnu, dat is niet waar, dat is geen manier van handelen, het is geen diplomatie. Het is dezelfde handelwijze als die van den heer burgemeester die hier over- laatst beweerde dat wij de taksen tegen den 1 December moesten stemmen, zooniet da' het provinciaal bestuur ons een specialen commis saris ging zenden. Ik ht b daarover inhch ingen gevraagd en vernomen dat zulks geen waar is. Met dergelijke bedreigingen voor den dag ko men is getn manier van handelen. Nu gij moogt ervan doen wat ge wilt, ik zal, voor wat mij betreft, in die condities het voorstel niet goedkeuren, zooveel te meer dat het sche pencollege er zelt niet over t' akkoord is. M. Van der Mersch. Het is alleen maar op artikel twee dat ik van gedacht verschil. M. Missiaen. Dit is reeds veel 't Is al of niet, wij moeten artikel twee stemmen of niets aannemen. M. Seys. Ik moet aan den heer Missiaen antwoorden dat de heer Burgemeester hier niet gesproken heeft van een commissaris. Hij heeft alleen maar gezegd dat, zoo de taksen tegen den l December nitt gestemd waren, de staa ze op eigen kosten ging moeten innen. M. Missiaen. Hij heeft misschien wel niet gesproken van een commissaris, maar hij heeft toch het woord dwangmiddelen ge bruikt hetgeen op hetzelfde neerkomt, gezien de dwangmiddelen juist bestaan in het zenden van een commissaris. M. Seys. Ik denk niet dat de heer Bur gemeester daarvan gesproken heeft. M. Missiaen. Ik ben het zeker, want ik heb dit woord opgeteekend en moest ik hier mijne nota's hebben, dan zou ik u dit kunnen toonen. t

HISTORISCHE KRANTEN

Het Ypersch nieuws (1929-1971) | 1934 | | pagina 4