PAULAI Prijskamp 't Bieden 10-2-1934 Met Yp&rsche- 2e Bijvoegsel - JLa Fiégion d'Ypres 45 Zondag 18 Februari 1934 Ten bureele dezer kan men de voor gaande nummers van het mengelwerk bekomen. Mengelwerk van Het Ypersche Nr 11 STAD YPER 10 tr. - 10 fr. Inleg 9 Fr. par Speler Roman door A. BRULEZ (Vervolg) Nauwelijks echter had hij de deur epen of hij bleef een oogenblik als verslagen staan. De lach die reeds op zijn lippen speelde ver stierf en zijn aangezicht versomberde. Wat was er dan Wij zagen Paula zitten met hare hand in die van een student, die haar met sprekenden liefdeblik in de oogen keek. Vóór haar stond een glaasje likeur, dat haar door hem aange boden was. Door dit tafereel geschokt, was Raph een •ogenblik met de deur in hand blijven staan. Een eogenblik slechts, hij hervatte zich, trad met een gedwongen glimlach vooruit en stak het meisje de hand tee. Zij bloosde, maar dadelijk weer vrij lachend, stond ze op en ons beiden de hand reikend zei ze Oh Raphke en Gustzijt gij reeds aan gekomen De student, die aldus in zijn gezelligheid gestoord werd, dronk zijn glas in eens uit, gaf haar vriendelijk de hand en ging heen met een groet, en den blik der zelfbewuste zekerheid. Ik had u nog niet verwachtWat drinkt ge vroeg Paula. Twee Jack-op deed hij ernstig. Gij zijt vroeg aan, dezen keer kwam ze, bestellend, terug. Ja, zei ik en meende er iets bij te voegen maar Raph brak af en zei Wij zijn vroeger gekomen om u eens te verrassen.... zooals we daar komen te zien.... in der minne Och, Raphke, want ge nu denkt Omdat ik even met Daniel zat en hij mij een glaasje deed mee drinken 1 Ge Waart daar zoo goed en gezellig bijeen, hij liefderijk tegen u aanleunend, met zijn blik in den uwen, uw handje in de zijne... 't spijt me bijna dat ik u kwam storen I Proficiat 1 Trek uwe schouders niet op, Paula, ik ben niet blind. Zijn wij ook geen echte, beste vrienden En zijn wij ooit zóó zóó vertrouwelijk met elkaar geweest bracht hij er in een adem, schijnbaar gestoord, uit. Zij lachte eenigszins gedwongen, maar ant woordde niet. Ik zelf, niet wetende wat ik er moest tusschenbrengen, vroeg dan Wie is dat Kent gij hem niet vroeg ze daarop haastig. Dat is Daniel Libeer, vierde jaar advokaat. Hij komt hier nochtans al lang, maar dikwijls laat, of tusschen de les uren. Maar denk toch niet dat ik ermée verkeer Waarom zou ik dat niet mogen denken vroeg Raphi Waarom omdat het niet is,... omdat ik niet wil verkeeren. We lachten beiden met dien uitleg en Raph trok de schouders op. Ik ga naar 't klooster 1 voegde zij er blozend bij. Dat zal wel... van Sint-Ariaan, zeker Neen, neen, werkelijk naar 't klooster I Ziet ge niet dat ge ons doet lachen, Paula vroeg ik. 't Staat u vrij, zei ze, maar 't is zoo Hm 1... moeten zien deed Raph, en voegde erbij Drinkt ge intusschen iets meê Dat is verboden in 't klooster I zei ik. Maar 'k ben er nog niet 1 lachte Paula, Toch neem ik nu niets, ik moet gaan koffie drinken. Zoo vroeg Raph teleurgesteld. Om dat ik het u vraag, en daareven met Daniel Juist daarom, Raphke, 't zou te veel zijn. Van twee wordt ge zeker zat Laat af, 'k zal een bittertje nemen voor den eetlust. Hij had een oogenblik de verbittering voe len stijgen, dat zag ik, omdat zij zoolang ge aarzeld had iets aan te nemen. Ze was altijd zoo voorkomend geweest, en nu, juist met hettusschenkomen van dien Daniël, scheen ze 't niet. Toen zij echter met haar glaasje na der kwam en lachend op onze gezondheid dronk, verdween Raph's slechte luim en hij werd weer heel opgeruimd toen ze naast hem kwam neerzitten en sprak Met al die kibbeling, ging ik bijna ver geten ute danken om de schoone reeks prent kaarten die gij mij hebt gestuurd. Zoo, was 't u aangenaam Oh, ze zijn zoo mooi, 't zijn fijne engel- sche kaarten Raph had hare hand in de zijne genomen en ik zag wel dat hij al 't onaangename der verrassing vergeten had. Alles was weer goed gemaakt. Terwijl ik er zelf om tevreden was en hij weer 't volle genot van dat bijzijn smaakte, kwam Blanche binnen, roepend Paula Koffie drinken Bemerkend wie daar was, kwam ze vrien delijk op ons toe Oh 1 Dag Raphke, dag Gust Reeds terug Goed verlof gehad' Ja ja, Blanche, dank u Paula ging heen en terwijl Blanche zich bijzette vroeg ze Gij zijt zoo vroeg terug Waart ge 't reeds moe, bij 't liefje ginder Liefje zei Raph schouderophalend. Gij weet immers, Blanche, dat ik niet ver keer en dat mijn beste vriendin hier woont. 't Is spijtig dat ze naar 't klooster gaat wierp ik op. Wie vroeg ze:ven"baasd. Wel Paula lachte ik. Ze komt het daar juist te zeggen 1 knikte Raph. Paula naar klóöster gichelde ze. Dan zult: ge mij nog zien pater worden ah ah ah Maar, propos, voegde zij erbij, ze heeft van u gedroomd, Raph I' Wat 1 schoot hij terzelfdertijd verwon derd, angstig en nieuwsgierig uit. Ja. Op zekeren morgen gingikhaar wek ken ik nam haar bij den arm en riep Paula I Ze moest zeker aan u denken in haren droom, want ze antwoordde «Ja, Raphke, ik kom dadelijk Ik heb er haar al dikwijls mee geplaagd. Hij voelde zich aangenaam verrast, zag er een oogenblik uiterst gelukkig uit, doch zich hervattend zeide hij half bitter Als ze nog droomde van Daniel Libeer 1 Van Libeer Waarom dat Bij 't binnenkomen vonden wij ze hier zoo minzaam te zamen, dat ik dacht... Ja ziet geDaniel is al in zijn vierde jaar, hij komt hier dus al lar.g. Twee jaar go- leden reeds liet hij Paula verstaan dat hij voor haar kwam, maar zij heeft hem gezegd dat zij te jong was, dat hij nog te lang moest studee- ren en dat hij daar beter niet zou aan denken. Hij is dan veel minder naar hier gekomen, maar altijd heel vriendelijk gebleven. Ziet ge wel dat ik goede oegen heb Er zijn er nog die heel vriendelijk met haar zijn kwam ik tusschen. Raph bekeek me zijdelings, zoodat ik moest lachen en Blanche ook. Paula houdt veel meer van u 1 zei deze laatste dan tegen hem. We spreken zoo dik wijls over u en altijd komt het bij haar boven, dat ge zoo'n goede jongen zijt, zoo zacht van inborst en altijd vroolijk. Ik zag hem opschrikken, terwijl ik waar schijnlijk dezelfde beteekenis aan hare woor den gaf als hij sprak zij niet alsof hij er kwam om met Paula te vrijen. Hij zocht nog naar •en antwoord, toen zij verder ging Ze zeide dat het meisje dat u zou krij gen gelukkig moest zijn Die mij zal hebben kan er goed mêe zijn, antwoordde hij daarop, maar die me niet heeft, nog veel beter. Kom, ge begint weer te schertsen Hoe Is dat zoo niet, Gust vroeg hij vroolijk. Ge moet dat aan een meisje vragen zei ik. Daarop kwam Paula terug. We hadden en kel daarop gewacht om heen te gaan en met een hartelijken handdruk namen we afscheid van de meisjes om verder te gaan. Raph had met: krachtinspanning zijn goede luim bewaard, maar niet zoodra waren wij de baan op, of hij veranderde. Wat meent ge vroeg hij mij. Verkeert ze of niet Of drijft ze den spot met ons Met ons vroeg ik verbaasd. Wel ja, gij waart er toch ook bij toen ze antwoordde en sprak van naar 't klooster te gaan. Natuurlijk Maar ik laat me aan dat praten zooveel niet gelegen. 'k Weet ook niet waarom het me meer bekommert Ik zou toch gaarne weten wat er van is. Wat we gezien hebben is beteekenis- vol en wat men ons ten uitleg gaf, kan ook waar zijn. Inderdaad. Maar dat alles heeft meer indruk op u gemaakt omdat ge pas uit verlof komt. We zullen tijd genoeg hebben om daar meer van te vernemen en te zien. De tijd zal ons al de gewenschte ophelderingen geven. Denk er niet meer aan. Ge hebt gelijk, beaamde hij, ten andere 'k heb niet het minste recht om mij met haar zaken in te laten. Ze is immers vrij. Dat is gesproken Daarbij bleef het voor dien dag. Maar wat mijn vriend ook deod, welke phi- losophische bedenkingen hij ook ter hulp riep, kon hij die gedachten niet verdrijven. Er was iets in hem dat niet meer was zóóals vroeger. Doch hij was niet, of wilde piet, bewust zijn van de echte kwaal waaraan hij leed. Zegt Tolstoi niet ergens De liefde- waarvan men niet bewust is, is dikwijls de sterkste. Toen het hem te erg wierd kwam hij weer eens ontboezemen, alhoewel ik hem aiet hel pen kon. (Vervolg te naaste week). om 2 1/2 uur stipt namiddag ter herberg Het Groot Hoekje bewoond door de W* Maurice Dumortier, Veurnesteenweg, (Tramstilstand) JAARLIJKSCHE GROOTE man tegen man 800 Fr. - PRIJZEN - 800 Fr. gewaarborgd en zonder aftrek voor taksen 16 PRIJZEN 200 fr. - 150 fr. - 100 fr. 80 tr. 60 fr. 40 ft. - 25 fr. - 25 fr. - 20 fr. - 20 fr. 20 fr. - 20 fr. - 10 fr. - 10 fr. Inschrijving van heden in gezegd lokaal GROOT HOEKJE tot den dag van den prijskamp, zoolang de eeiste ronde niet voorbij is. Iedere partij speelt ten i5 punten met elk 10 bladen. Verders gewone voorwaarden die in 't lo kaal zullen aangeplakt worden. De Commissie beslist over alle onvoorziene gevallen. Het spel zal derwijze geregeld worden dat de vreemdelingen intijds thuis geraken, zelfs vroeger ais de drie voorgaande jaren, maar ook niet te laat aankomen, a. u. b. Kostelooze bewaakte plaats voor velos.

HISTORISCHE KRANTEN

Het Ypersch nieuws (1929-1971) | 1934 | | pagina 13