4 hy zich vroolnk aan het banket van het leven neerzette geen enkel druppel jeugd meer be vat. üat glas is nu ledig. Ten andere, zich jaren lang laten meeslepen door den tijd, daar is nu juist niets verdienstelijks aan gelegen, ge zien noch tegenstand noch zelfs medewerking mogelijk is. Willen of niet, hij moet maarmeê, en hij is dan ook wat verwonderd dat men htm daarover viert. Niettemin, zijn zulke zeldzame dagen opperbeste gelegenheden, die men met vreug de ten bate neemt, om aan den jubilaris een solemneel bewijs van vriendschap te geven en htm hulde te brengen. Voor wat u betreft. \'iter Sohry, is de vrgugde van uwe confraters nog door iets ver meerderd. We gevoelen iets van die blijdschap, welke de legen laire vader van familie voelde wanneer hij eindeli k zijn verloren zoon zag teruikeeren Kortelings, hebt ge verzaakt aan al dat politiek geweld en bedrog en bitterheid, en ge zijt in onze familie teruggekeerd, ook misschien wel, mij dunkt toch, ferm ontgoo cheld en wat berouwend «Want uwe ware plaats is hier Immers, ge vervult uwe taak als advokaat nrmt de grootste verkleefdheid, ge zijt altijd, menkanniet meer, correct met iedereen, deftig in uwen levers gang en kalm in alle omstandigheden Uw ijver aan het werk, uw mispriizen voor alle be slag, en bovenal uwe gevoelens van plicht ma ken de bewondering van uwe conf aters uit. Bij u hebben die gedach en altijd bestaan Herinnert gij u nog, beste vriend Henri Het is 53 of 54 jaar geleden, 't was maar gis ter te Leuven vergaderden we bijna alle veertien dagen, 5 of 6 vrienden te zamen, om elk op zijn beurt een thesis uit te leggen en te verdedigen. Daarin was er niets bijzonders Maarhtt eigenaardige was dat wij daarvoor welhaast een verhoog moesten opklimmen om, van daar boven, onze rede te houden. Het gedacht van dat verhoog Jcryapi.yan U, omdat wij eens bekend hadden dat wij meestal zoo danig bedeesd waren dat wij nooit voor een rechtbank zouden durven pleiten En uw voorstel was goed, uitmuntend go id en doel reikend. Hoe dikwijls inderdaad hebt ge het woord niet moeten voeren in fficieele om standigheden, voor allerhande overheden, staatsmannen, zelfs p insen Dank aan ons oud verhoog; deedt gij het'wel, uitmuntend wel, eenvoudiglijk, en alsqf. gij nopk-' iets anders zoudt gedaan hebbep. r.\. Man van werk en van plicht, rechtzinnig, en uit één s'uk, dat zijt ge altijd gebleven; en het is de hulde die iedereen, u toebrengt. Laat mij dus toe, beste confrafer, U harte lijk geluk te wenschen in ndnie van de balie r van if per. t Moget gij nog lange jaren oris het voorbeeld geven van uwe ambtelijke deugden Nog eens van hirte proficiat en, veel geluk Rede van den Heer Advokaat Sobry Hooggeachte Heer en Voorzitter en Rechters, Zeer geëerde Heeren Prokuriur en Substiiut, Verdienstelijke Hteren Oppergriffïér tri ■Griffiers, Welbeminde Jubilaris Meester Hut aye en Jongere Ambtgerooten, Bekwame en w rkzame Gerechts lienaren Wat zal ik wedergeven aan die mij dezen gelukkigen dag laten beleven Na de opperste eer en erkentelijkh id aan Gol. die mij, bij voorkeur aan tientallen, aan mijne zijde gevallen, tot heden heeft willen sparen en in het leven bewaren, bid ik U de 'uitdrukking mijner hoogachting, genegenheid en dankbaarheid te willen aanvaarden. Gij komt mii al te zamen, in plechtgewaad, 'in deze buitengewone openbare zitting, in dit Paleis, vriendelijk te ontvangen, geluk te wenschen eu mijn geschilderd portret aan te bieden, cm dat ik het vijftigste jaar van mijn advokatenleven bereikt heb. Ik ben beschaamd zooveel eer aangedaan te zijn, daar ik er niets voor deed en niets verdien, maar, daar het uw wensch en wil was, verheugt het mij dat Gij voor het verheven ambt van advokaat nog dezelfde waardeering, en voor een jubelvie rend lid der rechterlijke familie nog dezelfde broederlijke genegenhti1 gevoelt, als op de blijde dagen, waarop wij te zamen het vijftig jarig jubelfeest van Meesters Courouble en Öutave mochten vieren, ik bedank uit gan scher hart Mijnheer den Voorzitter, Mijnheer den Prokureur en Heer en Meester Butaye voor de vriendelijke woorden die Zij mij komen toe te sturen. Het is dus 5o jaar, dat ik, na 18 jaar aan lager, middelbaar en hooger onderwijs mijn beste te hebben "gedaan, er in gelukte het eerediploma van Doc or in de Rechten te veroveren 't is 5o jaar dat ik bekwaam, def tig en deugdzaam genoeg bevondenwierd, om door eenen advokaat van hoogere jaren en door den heer Prokureur Generaal bij het Hof van beroep aan de heeren Voorzitter en Raadsleden van het Hof te worden voorge steld 't is 5o jaar dat ik voor den eersten keer mij met het eerekleed van den advokaat mocht bekleedt n, en plech ig vóór geheel het Hof van Gent, tot de volgende eedaflegging wierd toegelaten ik zweer getrouwheid aan den Koning, gehoorzaamheid aan de Grond wet en aan de wetten van het Belgisch Volk. Ik zal no rit iets zeggen noch verspreiden d t stiijiig is met de wetten, de reglementen, de goede zeden, het behoud van den Staat en van de openbare veiligheid ik zal nooit af wijken van den e rhiéd verschuldigd aan de rechtbat ken en de openbare overheden, en ik zal geene enkele zaak aanraden noch verdedi gen, die ik, in miine ziel en geweien, ais on rechtvaardig aanzie'1 is 5o jaar dat ik, na dien eed, de eer had in de gewaardeerde orde der' advokaten opgenomen té worden en inge schreven te zijn bij de "vrome Balie dezer Rechtbank, en 't is eindelijk 5o jaar dat ik iedereen ten dienste sta als verdediger van 't Recht, als beschermer van alwie bescher ming noodig heeft, en als voorbereider en verlichter voor de beste oplossing aller ge schillen. «Uw huldev^etoon schijnt mij 'e bewijzen dat ik niet te k irt gebleven ben aan de belof ten die ik onder eed gedaan heb Gij, Magis traten, Griffiers en Advokaten, die uwen dienst aan Vorst en Vaderland aangeboden hebt, Gij zou dt mij heden geene hulde bren gen, hadde ik het ongeluk gehad een eed breker te wórden ik hoop uit uwe yriep.de lijke woorden en gelukwenschingen te mogen besluiten, dat ik niets gezeid noch versp eid heb, dat strijdt met 's Lands wetten en regie menten, de goede zeden en het behoud van den Staat en van dé openbare veiligheid, ik ben blij uit den mond'van den heer Voo-zitter der Rechtbank of van den heer Prokureur dts Konings feen verwijt gehoord te hebben, dat ik ooit zou afgeweken' hebben van den eerbied verschuldigd aan de Rechtbanken er, de openbare oveihederi en ik ben verheugd dat de bejaarde, ondervindingriike wóordj voerder der Bati°. diè'bëdert 5o jaar, mijn handel en WaPdiebh^ft-Sn^degi-leefd, mij, zop even, niet ver weten fieèit, dat ik eer.e zaak zou aangeraden of verdédigd hebben, die ik, in geweten, zou aarzie'?! hëhben a's onrecht vaardig Mij dunkt dat ik altijd getracht heb mijne plichten te kwijten, en de zaken, 'lig mij toevertrouwd wierden, ivel te onderzoe ken en te overwegen, ik heb mij altijd, zoo veel m 'geluk in de plaats gesteld van dié mij hunne belangen toevertrouwden, en trach ten besluitselen te nemen en te pleiten zoö 't behoorde, ik herinner mii niet wroeging vani geweten gevoeld te hebben, omdat ik oneér-j lijke middels zou gebruikt hebben om onrecht vaardige doeleinden te bereiken, en 't is met een gerust gemoed dat ik mijn jubilé vier. Ik mag uw aangenaam huldebetoon riet laten voorbrg^ao, zonder de gewezen" Ma gistraten, Griffiers en Advokaten dezer Recht bank. die h°t tijdelijke met het eeuwige verwisseld h°bhen. het ëeuwig geluk te wen schen. zolder lof en dank te zeggen aan de; overlevenden, met wien het mij gegeven wierd; sedert 5 1 jaar t'leper irr de heste betrekkin gen te liven, en zonder miine genegenheid; en erkentelukheid u't te drukken voor al' degenen die mij, in moeilijkheden, hunne be langen toevertrouwden. Ik eindig m°t eene verdiende hulde en een harteliik dankwoord tne te s'uren aan den verdienstelijken kunstschilder Mijnheer jozef Quisthoudt, die mijn por-'ret zoo geltikeed en zoo schoon heeft weten te maken, en U nog-[ maals te bedanken voor uw heerlilk geschenk, 1 dat maken zal dat ik, mijn leven lang, op U denk Rede van den Heer Advokaat Waterblee Beste Meester, De heele magistratuur en de heele balie hebben Ued. dezen morgen in een officieel feest plechtig gphul iigd. Dezen avond wordt Ued. nu door uw confraters gevierd in intimi teit. Voor ons jongeren, wier tolk ik hier voor al hen, daar het mij onder hen gepund werd Ued. het naast te staan, boezemt Uw welge vulde loopbaan van een halve eeuw diepen eerbied in. Naar dit leven vol ongereptheid en vol plichtbesef zien we op met groote bewon dering. Het ware vermetel van mij, als jongere, een weidschen terugblik op Uw verleden werpen de heeren Voorzitter en Piocuré, des Konings en onze sympathieke jubilarP* van over twee jaar, Meester Butaye, deden" zulks uitmuntend dezen morgen. Het weze me echter toegelaten Ued. te zeggen welke ge voelens de jongeren tegenover Ued. koeste.- ren. Zoncer aan grootsprakerige rhetorikaof aan holle phraseologie te doen, mag ik Ued. verzekeren dat wij jongeren, sinds jaar en dag, vol sympathie zijn voor uw goedig mensch- ztjn en vol bewondering en eerbied voor uw schoone mensch zijn. Uw goedig mensch zijn Iedere jongere mocht het ondervinden bij de minste gelegen heid. En dit is wel een beetje zeldzaam. We weten best dat bij menige andere balie de oudere confraters zich bij voorkeur een beetje norsch aanstellen tegenover de jongeren, op wie ze van uit hun ivoren toren met een sou verein misprijzen neerzien. Dergelijke houding kwam nooit in Ued. op, kon nooit in Ued. op komen. Integendeel bij voorkeur tegenover de jóngeren waart Ued steeds vriendelijk en gulhartig. En ineen gezellig samenzijn, zooals het jaarlijks te Dickebusch gebeurt, moeten onze twee jongste jubilarissen niet onderdoen in luim voor de meer onstuimige jongeren. Was het verleden jaar niet dat Ued., ter gele genheid van ons jaarhjksch uitstapje, nog een leutig studentenlied ten beste gaaft dat, pns allen opmonterde Voorwaar, al de jongeren wenschen dat ze nog zoo'n jeugdig hart als het Uwe mogen hebben, wanneer ze het ooit zoo ver in hun loopbaan zullen kunnen brengen. «Uw schoone mer.seh zijn! Utv leven is een waar toonbeeld geweest van ongerep heid, van schoonheid, van beginselvastheid. Van U w jeugd af zijt Ued een iJealist geweest Ued., zijt het altijd gebleven en de beslom me- lingen van het leven hebben dit idealisme noch gt knakt, noch gesmoord. De vaan van Uw idealisme hebt Ued. als ionge man om hooggestoken; steeds h.udt Ued ze vast en Onverzwakt in de hand geklemd. Van jongsaf hebt Ued. willen staar, in den dienst van Uw Vlaamsche volk en uw christelijke overtuiging. Uw Vlaamsche volk zijt Ued. begonnen cjie- nén in de heroïsche tijden, toen het nog niet stond, toen het nog géén mode was. Om op 'portuni-me hebt Ued. zich nooit bekreund. Daartoe zijt Uëd. ty zrer principieel, te zeer beginselvast. En in Uw ouden dag zijt rÜefd. nOg dezëltdé Schoone laming gebleven. ;h De nedeiigen hebben allocs in Ued. een toeverlaat gevonden en nooit ontbrak Ued. de tijd om de vr rschoppdingen van het leven tot in hun ongure steegjes en donkere kamertj.t s boven half vermolmde en haast onbegaanbare trapjes op te sp-ren en hun samen met de milde gift een zalvend woord te gunr.en De vcoroorlogsche tijden waren voor de IfLinen niet z 10 gunstig als nu de i sociale voorzorg was luttel of rul en de stad loper, die als pen ju wet 1 prorkte met zijn nette stra ten en prachtige stijlvolle heerenhuizen, ver borg in menige achterbuurt een ellende die ontsnapte aan het oog van ren alledaagschen voorbijganger. En heel uw leven hebt Ued. het U we bijgedragen om die ellende te lenigen. Dit deedt Ueq. reeds sinds jaar en dag, wan neer ik Ued een goed kwart eeuw geleden, leerde kennen, toen de omstandigheden het medebrachten dat ik met Uw jorgsten zoon, die steeds mijn beste vriend is gebleven,, op dezelfde studiebanken gezeten was. Dit lief de wei k vei vult Ued. nog in Uw grijzen dag. Uw leven als beroepsmensch is er een geweest waarvan men getuigen mag dat er geen e, kjle vlek op kleeft. Degelijk getuige nis is de allergrootste eer die een advokaat kan te beurt vallen op den avond van zijn loopbaan. Het zwemmen tusschen twee wa- teis, het glibberige wriemelen van don lenigen paling, lagen nooit in Uw aard. Uw geweten zou zich tegen dergelijk laks opportunistisch Optreden hebben verzet en met Uw geweten hebt Ued. nooit een koopje gpsloten. Zoodra het sprak werd de slem gevolgd, zonder in achtneming van gelijk welke andere beschou wing, tot de uiterste konsekwenlie. Wat Uw geweten als recht beschouwde, vond in Ued. een warmen verdediger, maar het onrecht, zelfs waar het geschraagd mocht zijn door een of anderen positieven menschelijken wet tekst, die de gerechtigheid een deuk geeft, moest op Uw hulp niet rekenen. Op onze dagen vooral is het soms niet heel gemakkelijk door dik en door dun te Ij ven en te handelen als een vir justus als een man van de rechte lijn, zonder smet noch vlek. Er zijn middens waar de strakke lijn van het ongerepte geweten minder eerbied ontmoet, althans uiterlijk, en niet voldoende begrepen wordt. Doch zelfs diegenen, die,

HISTORISCHE KRANTEN

Het Ypersch nieuws (1929-1971) | 1934 | | pagina 4