FOOTBALL Prijskamp in 't Bieden Fl. Vandevoorde Zilvervossen EERLIJKHEID C. S. V. III Spec. - Meenen 14 Jaar, N° 46 - 17 Februari 1934 - 14eAnnèe, N° 46 - 17 Février Zondag 18 Februari 1934 Zondag 18 Februari 1934 Weekblad - - bet Arrondissement Yper Journal hebdomadaire de Arrondissement d Ypres K. B. V. B. C. S. Y. STAD YPER Inleg 5 Fr. per Speler Inschrijving van heden in gezegd lokaal GROOT HOEKJE tot den dag van den prijskamp, zoolang de eerste ronde niet voorbij is. De machtigste keus der streek bij YPER. iijiigy ■«jam HET ÏPERSCHE ir VwMnlglng der Gotetslardea kar Tpwchg Club*, enx LA REGION D'YPRES Orgsne de {'Association des Sinistrés, des Clubs Yprois, etc. Mekeer, Opstel tn Aankondigingen 34, Boterstraat, 34, Yper Abonnement 18 fr. 00 per jaar Buitenland 32 fr. Men ka* inmhrljrtn in alle BelgltêJu postkantoren Tel. 500 35 ct. het nummer - Suemloott artikel» urm»iger* Ridsctton, Administration et Publlclté 34, rue au Beurre, Ypres. Abonnement 18 fr. 00 par an Etranger 32 fr. On peut t'abonner dan* tout let bureaux de potte Beiges 35 ct. ie numéro Tél. 500 Let articles non tignit tont refatit Ypersch Stadium Om 2 1/2 uur namiddag Ingang i Fr. 5o. om 2 1/2 uur stipt namiddag ter herberg Het Groot Hoekje bewoond door de W' Maurice Dumortier, -Veurnesteenweg, (Tramstilstand) JAARLIJKSCHE GROOTE man tegen man 800 Fr. - PRIJZEN - 800 Fr. gewaarborgd en zonder aftrek voor taksen 16 PRIJZEN 200 fr. 150 fr. - 100 fr. - 80 fr. 60 fr. 40 fr. 25 fr. - 25 fr. - 20 fr. - 20 fr. 20 fr. 20 fr. - 10 fr. 10 fr. 10 fr. - 10 fr. Iedere partij speelt ten i5 punten met elk 10 bladen. Verders gewone voorwaarden die in 't lo kaal zullen aangeplakt worden. De Commissie beslist over alle onvoorziene gevallen. Het spel zal derwijze geregeld worden dat de vreemdelingen intijds thuis geraken, zelfs vroeger als de drie voorgaande jaren, maar ook niet te laat aankomen, a. u. b. Kostelooze bewaakte plaats voor velos. aan alle prijzen Uit de eerste vangsten van dezen winter, rechtstreeks uit CANADA aangekomen Neem de gelegenheid te baat KIES NU Het is nu ruim 5 jaar geleden zoo ver haalde mij op zekeren dag een vriend, er werd om 8 u. 's avonds nog al hevig te mijner.t aangebeld. Toen ik open deed, stond een slanke knaap met open gelaat en de pet in de hand voor mij te oordeelen naar het afgeraf felde doch uiterst verzorgd plunje, begreep ik terstond dat de jongen behoorde tot onze nog eerlijke werkersklas. Zijt u Mijnheer X..?» vroeg hij heel beleefd. «Jawel, mijn jongen, wat is er aan de hand «Ziehier, Mijnheer, uw eigendom terug en hij overhandigde mij een lederen porte feuille ik vond ze aan de Meenenpoort een uur geleden uw naamkaartje aan de binnen zijde heett mij den eigenaar doen kennen ik ben gelukkig u veel bekommering te hebben doen besparen. Inderdaad het was mijn tasch en benevens belangrijke zaakpapieren behield zij een ronde som in een dankbare opwelling over zooveel eerlijkheid bood ik den jongen 5o fr aan. Doch, tot mijn groote verwondering, weigerde hij dat geld aan te nemen en zonder aanstellerij, maar met fierheid, zegde hij Neen, Mijnheer, het is uw eigendom ik heb niets gedaan dat beloond moest wor den. Maar, jongen, weet ge wat het verlies voor mij beteekende Ik kan het gissen Laat mij dus toe u... Neen, Mijnheer, de stem van mijn ge weten en mijn vader uit den hemel hebben mijn daad reeds goedgekeurd en beloond. Toen vader stierf zegde hij mij Jongen, ik laat u niets na dan een onbevlekten naam, wat het u ooit moge kosten, wees en blijf eerlijk. Ik heb dien jongen dan in de oogen gezien, diep, heel diep, tot in zijn hart en erin gelezen als in een open boek, den strijd tegen de ver zoeking en de zegepraal van het geweten. Ik heb hem de hand gedrukt tot afscheid, zeggende «Mijn beste jongen, het ga u wel in de wereld, denk slechts op mij zo.o tegen spoed u treft En nu vandaag krijg ik het bezoek van een jong bureeloverste eener groote firma uit de vlasstreek. Het is de jongen der portefeuille. Zoo sprak mijn vriend. Hoeveel lieden bezwijken niet onder de verzoeking, omdat het hun mangelt aan eer lijkheid, zedelijk tegenwicht der aanlokking. Helaas Zulke gevallen van eerlijkheid als hierboven worden met den dag zeldzamer, omdat de opkomende jeugd der oorlogsjaren, verwilderd door den naoorlogschen üitspat- tingstijd, aangehitst door 't voorbeeld der grooten, doortrokken door de alverslindende neiging tot plezieren en vermaken, gedreven door eene toomlooze zelfzucht en ongebrei delde vrijheid, alle besef van eerlijkheid en waardigheid verloren heeft. Van waar al die droevige gevolgen van hét wangedrag, waarvan de dagbladen vol staan, van het alcoolisme, van de luiheid, die te allen kante als paddestoelen uit den grond rijzen Van waar al dat bedrog in bestuur én gerecht, de aanslagen op privaat eigendom, het teeren op het goed der gemeenschap, de ongebondenheid der zeden die van onze trei nen en autobussen rollende Sodoma's maken? Van waar de liederlijke praat, vloeken en lastertaal Altijd en overal bij gebrek aan eerlijkheid en waardigheid, verzinkt de jeugd tot die laagheden ze handelt, werkt, spreekt en leeft onder haar waarde haar daden staan lager dan haar waarde als mensch zij is onwaardig. Het gaat niet op met te zeggen de heele maatschappij is rot de eerlijkheid is zelfs niet meer te vinden daar, waar ze tronen moet in volle majesteit hoe wilt ge dan dat de enkeling, de kleine man nog gewetensvol zijn plicht doe Het antwoord is even klaar als hard Als alles om u heen in de war loopt, moet gij ten minste een vaste lijn volgen En dat heeft men vergeten in de opvoeding te huis en ter school wie durft het nog aan te spreken van nauwgezet vervullen van den arbeidersplicht, van het goed van den patroon te aanzien als het zijne, van goed werk in te ruilen voor goed loon, van maar onderstand te vragen als alle middelen om werk te beko men uitgeput zijn. De ooren van ons lichtge- loovig werkersvolk tuiten van al de hoogdra vende en holklinkende woorden uitgekraamd in dagbladen, meetingen en herbergen Pakken waar het te krijgen is Eigendom is diefstal Min werk en meer loon Aan ons de fabrieken De patroon, ziedaar de vijand Wie durft het nog aan onze jongelingen te spreken van waardigheid in uitdrukkingen, in gesprekken, in vermaken, in de keuze van lectuur, in omgang? Wie durft hen cog aan zetten om woede en opvliegendheid te verme den, om den tegenslag die hun overkomt ger laten te dragen, en hun best te doen om er de oorzaken van te ontdekken ten einde deze krachtdadig te keer te gaan Wie durft het aan om aan luie werkloozen, die kunnen wer ken, er de gelegenheid toe hebben, maar het stelselmatig weigeren, gedreven door kudde geest, zelfzucht of vadsigheid, voor te houden dat het oneerlijk en onwaardig is voor Jen mensch te leven op andermans kosten, zich te laten onderhouden, wijl anderen moeten zwoegen en zich de spaarduiten moeten laten afdwingen om daarin te voorzien Is men ziende blind gewerden, of leert de

HISTORISCHE KRANTEN

Het Ypersch nieuws (1929-1971) | 1934 | | pagina 1